Het Nederlandse ijshockey heeft een rijke geschiedenis, die teruggaat tot de jaren '30 van de vorige eeuw. Vanaf de eerste openlucht kunstijsbanen in steden als Amsterdam, Den Haag en Tilburg, tot de overdekte ijsbanen die later in de eeuw opkwamen, heeft de sport zich gestaag ontwikkeld. In deze context heeft Rudi Bakker een belangrijke rol gespeeld als speler in de Haagse ijshockeydynastie van de jaren '60.
De Vroege Jaren van het IJshockey in Nederland
De opkomst van het ijshockey in Nederland begon met de opening van de eerste kunstijsbanen. Amsterdam kreeg in 1934 een openlucht kunstijsbaan, waarna Den Haag in 1937 volgde met de eerste overdekte kunstijsbaan, Hokij. In 1938 kreeg ook Tilburg een openlucht ijsbaan. De clubs speelden in de periode tot aan de Tweede Wereldoorlog tegen elkaar en tegen buitenlandse teams. Er werd gestreden om de Nestor Cup en de Lippens Cup, de voorloper van de West-Europacup en de Cup International.
Na de Tweede Wereldoorlog zorgden de Canadese bevrijders ervoor dat de ijsmachines weer op volle toeren draaiden. Er werden wedstrijden gespeeld tegen en met Canadese eenheden. In het seizoen 1945-1946 werd H.H.IJ.C. uitgeroepen tot de eerste kampioen van Nederland, hoewel sommige bronnen dit kampioenschap als officieus beschouwen. In de jaren die volgden domineerden H.H.IJ.C. en T.IJ.S.C. het Nederlandse ijshockey.
Haagse Hegemonie (1951-1969)
In de periode van 1951 tot 1964 werden er geen officiële kampioenschappen van Nederland gehouden. Echter, in Den Haag beleefde het ijshockey juist een bloeiperiode. Wedstrijden om de West-Europacup werden gespeeld voor volle tribunes. Haagse teams, met sterke 'imports' zoals Pat Adair, Carl Foster en Ron Naud, behaalden opmerkelijke prestaties. HIJS Hokij won in het seizoen 1962-1963 zelfs alle 33 wedstrijden die ze speelden.
Aan het begin van het seizoen 1964-1965 waren er vier ijsbanen in Nederland. Naast HIJS Hokij deden het Amsterdamse Amstel Tijgers, IJHC Deventer, Tilburg Trappers en IJHC Rotterdam mee aan de eerste Nederlandse competitie in veertien jaar. HIJS Hokij was verreweg het sterkste team en won alle acht wedstrijden in de dubbele competitie.
Lees ook: Een blik op Glenn Bakker's carrière
Rudi Bakker's Rol in de Haagse IJshockey Dynastie
In dit succesvolle team van HIJS Hokij speelde Rudi Bakker een belangrijke rol. Samen met andere Haagse vedetten zoals Arie Klein, Wil Ooms, Cyriel van Dijk, Joop Manuel en Wil van Dommelen, maakte Bakker deel uit van het kampioensteam dat vijf opeenvolgende kampioenschappen behaalde. Deze prestatie vestigde de club uit Den Haag als de eerste Nederlandse ijshockeydynastie.
De exacte details van Bakker's persoonlijke bijdragen en statistieken in deze periode zijn schaars in de beschikbare informatie. Echter, zijn aanwezigheid in het team en de vermelding als een van de Haagse vedetten suggereren dat hij een significante speler was in het succes van HIJS Hokij.
IJshockeybolwerk Brabant (1970-1976)
In de jaren '70 verschoof het zwaartepunt van het Nederlandse ijshockey naar Brabant. Er werden overdekte ijsbanen gebouwd in steden als Den Bosch en Tilburg. SIJ Den Bosch doorbrak in het seizoen 1969-1970 de Haagse ban en won de kampioenstitel. De Brabantse derby's tussen Den Bosch en Tilburg waren in die jaren zeer populair.
Tilburg Trappers domineerde het Nederlandse ijshockey in de periode van 1970 tot 1976 en won vijf keer de titel. Het kampioenschap van 1973-1974 kwam echter tot stand door een bestuurlijke beslissing, nadat bleek dat een speler van Raak IJshockey Den Haag niet over de juiste nationaliteit beschikte.
'Imports' en Nederlandse Canadezen
Vanaf het begin van het Nederlandse ijshockey waren 'imports' - spelers uit het buitenland - een bekend verschijnsel. In de jaren '60 was Pat Adair een publiekslieveling bij HIJS. Er was echter ook een tegengeluid, dat pleitte voor meer kansen voor de eigen spelers.
Lees ook: Overzicht van alle transfers
In 1970 werd het maximum aantal 'imports' vastgesteld op drie. De clubs werden echter inventief en ontdekten de Nederlandse Canadees. Deze emigrantenzonen drukten vanaf de jaren '70 een belangrijke stempel op het Nederlandse ijshockey.
Zeven Keer Heerenveen (1977-1983)
Na de periode van Tilburg Trappers nam Feenstra Verwarming Heerenveen in het seizoen 1976-1977 de macht over. De Friezen wonnen zeven keer op rij de kampioenstitel en stichtten daarmee de langst durende dynastie in de Nederlandse ijshockeygeschiedenis.
Net als Raak een aantal jaren daarvoor, bestond het Friese team uit een groot aantal Nederlandse Canadezen en uitstekende 'imports'. Dit zorgde voor een team dat jarenlang schier onoverwinnelijk was.