Recreanten Volleybal: Regels en Uitleg

Volleybal is een dynamische en populaire sport die door mensen van alle leeftijden en niveaus beoefend kan worden. Recreantenvolleybal biedt een laagdrempelige manier om van deze sport te genieten, zonder de hoge eisen van competitief volleybal. Dit artikel geeft een overzicht van de belangrijkste regels en aspecten van recreantenvolleybal, waarbij rekening wordt gehouden met de verschillende niveaus en competities.

Basisprincipes van Volleybal

Volleybal is een balsport die gespeeld wordt door twee teams, elk bestaande uit zes spelers. Het speelveld is verdeeld in twee gelijke helften door een net. Het doel van het spel is om de bal over het net te spelen en deze op de grond in het veld van de tegenstander te laten landen, of om de tegenstander een fout te laten maken.

Speelveld: Het veld meet 9 bij 18 meter. Op de zijkanten van het net, precies boven de zijlijn, zijn twee verticale stokken, de zogenoemde "antennes", geplaatst.

Teams: Elk team bestaat uit zes spelers.

Doel: Het doel is om de bal op de grond te laten komen in het veld van de tegenstander, of om een fout van de tegenstander te forceren.

Lees ook: Overzicht Verenigingen Leiden

Puntentelling: Er wordt gespeeld met het Rally Point Systeem, waarbij elke rally resulteert in een punt voor een van beide teams. Een set wordt gewonnen door het team dat als eerste 25 punten behaalt, met een verschil van minimaal twee punten. Bij een stand van 24-24 wordt doorgespeeld tot er een verschil van twee punten is.

Sets: Een wedstrijd bestaat meestal uit 4 sets. Wie het eerst drie sets heeft gewonnen, wint de wedstrijd. Bij een 2-2 stand wordt een beslissende set tot 15 punten gespeeld. Op hogere niveaus wordt vaak het best-of-five principe gehanteerd.

Spelregels: De Basis

Om een eerlijk en sportief spel te garanderen, zijn er bepaalde regels waar alle spelers zich aan moeten houden. Hieronder een overzicht van de meest voorkomende regels:

  • Service: Het spel begint met een service vanachter de achterlijn. De bal moet over het net in het veld van de tegenstander belanden. Wanneer de bal het net raakt en eroverheen gaat, gaat het spel gewoon door.
  • Drie keer raken: Elk team mag de bal maximaal drie keer raken voordat deze over het net gespeeld moet worden.
  • Blokkeren: Een blok telt niet als een van de drie toegestane aanrakingen.
  • Netfouten: Spelers mogen het net niet raken. Het is fout als een speler onder het net dringt in de ruimte van de tegenstander en de speler de tegenstander hindert. Het is ook fout als de voet(en) van een speler over de middenlijn komen, dus het veld van de tegenstander raken.
  • Dubbel contact: Een speler mag de bal niet twee keer achter elkaar aanraken.

Spelverloop in Detail

  1. Service: De bal wordt in het spel gebracht door de serveerder door middel van een opslag of service vanachter de achterlijn: de bovenhands geslagen opslag of de sprongservice. De opgeslagen bal moet over het net in het veld van de tegenstander belanden. Wanneer de bal het net raakt en eroverheen gaat, gaat het spel gewoon door.
  2. Eerste contact: Een van de veldspelers van de ontvangende partij vangt de geserveerde bal met naast elkaar gestrekte onderarmen op. Deze mag ook 'bovenhands' gespeeld worden.
  3. Spelverdeling: Gewoonlijk wordt de bal doorgespeeld naar een spelverdeler. De spelverdeler, een speler met een goede techniek en spelinzicht, staat in de rally meestal iets rechts van het midden voor het net, of zorgt dat hij of zij daar komt te staan wanneer de bal van de tegenstander ontvangen is. De spelverdeler speelt de bal meestal door naar een van de aanvallers, hetgeen set-up (opzet) genoemd wordt.
  4. Aanval: De aanvaller die de bal krijgt toegespeeld tikt of slaat de bal over het net naar de grond. Meestal wordt de smash toegepast, een harde klap met de vlakke hand, waarbij het balcontact zo kort mogelijk moet zijn. Soms gebruikt de aanvaller een zogenoemde prikbal, bijvoorbeeld als de opzet niet goed is voor een smash, of om de tegenstander te verrassen. Hierbij wordt de bal met de vingertoppen in een bovenhandse beweging gericht gespeeld, zonder echter geslagen te worden.
  5. Verdediging: De verdediging moet de bal van de grond zien te houden en doet dat gewoonlijk door een blok te vormen: een, twee of drie spelers springen tegelijk en naast elkaar met gestrekte armen en handen op, om de tegenstander te beletten de bal over het net heen te slaan/tikken. De kunst is om op het juiste moment en precies tegelijkertijd te springen, en natuurlijk op de plek waar de bal geslagen wordt. Als een bal het blok passeert dient deze door de verdedigers in het achterveld te worden verdedigd. Dit levert vaak spectaculaire acties op met glijduiken en zijwaartse rollen.

De Rol van de Spelverdeler

De spelverdeler speelt een cruciale rol in het team. Hij of zij is verantwoordelijk voor het opzetten van de aanval. De spelverdeler kan de set-up geven aan de buitenaanvaller, die aan de linkerkant aan het net staat, de middenaanvaller (ook wel hoofdblokkeerder genoemd), die in het midden aan het net staat of aan de speler, die rechts aan het net staat. In dat laatste geval wordt de set-up meestal achterover gegeven. Tevens kan de spelverdeler de set-up geven aan een van de achterspelers, deze kunnen een zogenaamde "driemeteraanval" uitvoeren. Dit houdt in dat ze net als de voorspelers alle ballen mogen slaan zolang de afzet van de sprong maar achter de driemeterlijn gebeurt; de speler mag na het slaan van de bal wel voor de driemeterlijn landen. Binnen deze driemeterzone mogen de achterspelers de bal alleen over het net spelen, als zij hem onder de netrand raken.

De Libero: De Verdedigingsspecialist

Een uitzondering voor de achterspelers is de libero, die nooit een aanvallende actie mag uitvoeren waarbij de bal op het moment van de aanraking zich boven de bovenste netrand bevindt. Hij mag de bal wel bijvoorbeeld onderhands over het net spelen of een onderhandse setup geven.

Lees ook: De Sluis zaalvoetbal: recreanten teams

Coach en Time-outs

Gewoonlijk zitten trainer/coach, reservespelers en andere teamleden tegenover de hoofdscheidsrechter. Als de trainer/coach dat nodig vindt mag hij/zij tussen twee rally's een time-out aanvragen. De trainer maakt met zijn handen een T-teken, de scheidsrechter blaast af en er kan met de spelers worden overlegd. Een time-out kan simpelweg een tactische manoeuvre zijn om de vaart uit het spel van de tegenstander te halen, en/of nodig zijn om aanwijzingen aan de eigen spelers te geven. Een time-out (TO) duurt maximaal 30 seconden. Dit betekent dat wanneer het aanvragende team én de officials binnen deze halve minuut weer klaar zijn om verder te spelen, de wedstrijd wordt vervolgd. Tijdens de TO mag het hele veld gebruikt worden: teams hoeven dus niet meer in het geheel buiten het veld te staan. Wisselspelers mogen ook in het veld warm lopen, maar het gebruik van een bal tijdens de TO is (nog steeds) niet toegestaan. Uiteraard moet wel worden gezorgd dat er geen natte plekken door de drinkflesjes achterblijven op het veld.

Wissels

Voor het begin van een nieuw punt mag een speler worden gewisseld. Een speler die is uitgewisseld mag uitsluitend voor dezelfde wisselspeler weer worden ingewisseld. Binnen de Nederlandse competitie wordt het Rally Point Systeem toegepast. Ongeacht het aantal wisselspelers heeft ieder team altijd recht op zes wissels per set. Een wisselspeler mag meerdere keren (maximaal drie keer) gewisseld worden voor een veldspeler. De veldspeler moet wel weer terugkeren in het veld voor de wisselspeler die hem vervangen heeft. Voorbeeld: wisselspeler nummer 3 gaat het veld in voor nummer 5. Nummer 5 kan alleen terug gewisseld worden voor nummer 3. Wisselspeler 3 mag vervolgens (na tenminste één voltooide rally) weer voor een andere of dezelfde veldspeler gewisseld worden. Ook mag één van de andere wisselspelers voor nummer 5 ingebracht worden.

Fouten en Strafpunten

In volleybal kan op vele manieren punten worden gescoord. Naast de voor de hand liggende wijze van de bal in of uit slaan, moet ook de techniek van de spelers en de tactiek van de aanval volgens de regels gaan. Opvallend is dat je formeel als team geen punten kan maken, maar alleen dankzij een "fout" van de tegenstander.

Voorbeelden van fouten zijn:

  • Voetfouten: Met een voet over de middellijn staan.
  • Dubbel: de speler mag de bal niet twee keer achter elkaar aanraken.
  • Het raken van het veld van de tegenstander in een actie met de bal.
  • Zodra de bal buiten de antennes het net passeert, is de bal uit, ook wanneer dit na het eerste balcontact geweest is.

Recreantencompetities en Toernooien

Recreantencompetities zijn er in meer soorten en maten. Je kunt spelen in een laddercompetitie op een vaste speelavond, in toernooivorm op een vaste speelavond of uitkomen in een poule. Jaarlijks wordt het Nederlands Recreanten Kampioenschap (NRK) georganiseerd.

Lees ook: Volleybalteams in Nijkerk

Inschrijving voor een seizoen geschiedt in principe voor een seizoen, waarbij keuze wordt gemaakt voor de maandag- of woensdagavond. Alle teams zijn verplicht ten hoogste een keer per seizoen een zaaldienst te doen, waarbij ze verantwoordelijk zijn voor een goed verloop van de avond. In mei vinden dit seizoen twee slottoernooien plaats, waarvoor alleen apart kan worden ingeschreven. Let op: Er zijn doorgaans meer inschrijvingen dan plaatsen voor de slotavond. Dus niet alle teams die zich inschrijven worden automatisch geplaatst. Er wordt getracht bij de indeling rekening te houden met de sterkte van de teams, veld 1 is voor de beste teams.

Recente Regelwijzigingen en Aanpassingen

Om het spelplezier te verhogen, worden er regelmatig regelwijzigingen doorgevoerd. Hieronder een overzicht van enkele recente wijzigingen:

  • Geen Toss Meer: De aanvoerder van het uitspelende team heeft de eerste keuze (opslag of veld). Bij een eventuele 5e set heeft de aanvoerder van het thuisspelende team het recht om als eerste te kiezen.
  • Inspelen met Wedstrijdshirts: Tijdens het inspelen aan het net mogen de inspeelshirts aanblijven.
  • Flexibelere Plaatsing op de Bank: De coach, assistenten en verzorgers hebben geen vaste plaatsen meer op de bank. Ze mogen overal zitten en zelfs staan.
  • Vereenvoudigde Tekens van de Scheidsrechter: Vanaf de 1e klasse en lager is de scheidsrechter niet meer verplicht om na elke rally alle tekens te geven: het speelveld aanwijzen van het team dat de volgende service uitvoert is voldoende.
  • Serveren met Voet in het Veld: Op lagere niveaus is er regelmatig spraken van net iets te weinig ruimte achter het speelveld. Was de ruimte minder dan twee meter, dan moest een hulplijn in het veld worden geplakt. Nu hoeft dat niet meer: je mag met één voet in het veld serveren. Ook bij een sprongservice mag de afzetvoet dus in het veld worden gezet.
  • Schermen bij Service Niet Toegestaan: Schermen bij de service is een grote ergernis en wordt veelal gezien als onsportief gedrag. Vanaf komend seizoen mag de serveerder dan ook niet meer met opzet aan het zicht van de passers onttrokken worden. Spelers van het serverende team moeten tenminste een armlengte van elkaar af staan en achterspelers mogen niet in de ‘vrij zicht’-ruimte van de voorspelers gaan staan.
  • Bal Buiten Antennes is Uit: Zodra de bal buiten de antennes het net passeert, is de bal uit, ook wanneer dit na het eerste balcontact geweest is. De bal terughalen uit de vrije zone van de tegenstander (buiten de antennes om) is dus niet meer toegestaan.
  • Route Na Set Vereenvoudigd: Na het laatste fluitsignaal van een set hoeven teams niet meer via de achterlijn naar de andere speelhelft lopen. Wel dienen zij om de netpaal heen lopen; onder het net doorlopen is niet toegestaan.
  • Inspelen Tijdens Pauze: Tijdens de pauze tussen de sets mogen de wisselspelers inspelen in het veld, mits dit niet hinderlijk is voor de moppers en/of het entertainment.
  • Libero Wisselzone: De wisselzone van de libero wordt vrijgegeven, daarvoor mag nu de gehele achterlijn en zijlijn gebruikt worden.

Horizontaal Invallen en Smartwatch Gebruik

Van Alyanne, ons wedstrijdsecretariaat, kregen we de volgende regels die de Nevobo ingevoerd heeft doorgestuurd. Deze delen we natuurlijk graag met jullie.

Horizontaal invallen/meespelen3.1.6.1 Een speler mag in een hogere klasse dan waartoe hij reglementair behoort uitkomen met de volgende beperkingen:

a. niet meer dan tweemaal in één kalendermaand;b. niet meer dan elf wedstrijden per seizoen.Daarnaast mag een speler horizontaal meespelen in een team van zijn of haar vereniging indien dit team in dezelfde klasse uitkomt als het team waartoe de speler reglementair behoort. Tijdens een te spelen wedstrijd waarbij van bovengenoemde regel gebruik wordt gemaakt mogen er maximaal drie spelers horizontaal meespelen bij een wedstrijd. Let dus goed op dat je niet meer dan 3 spelers horizontaal mee laat spelen.

Smartwatch gebruik tijdens wedstrijdenHet is niet toegestaan om een smartwatch te dragen. Met ingang van dit seizoen dient omkleden buiten het zicht te gebeurenIn de Handleiding Instructie Arbitrage (HIA), staat op pagina 56 vermeld: “Als de spelers hun kleding willen wisselen voor het officiële wedstrijdtenue moeten zij, bij voorkeur, de speelruimte verlaten en zonder of met een kleine vertraging terugkeren naar hun spelersbank”.

Spelregelkennis Vergroten

Op Volleybalmasterz.nl maak je in begrijpelijke taal’ kennis met alle spelregels. Ook kun je door middel van oefentoetsen je kennis testen en je spelregelbewijs halen, zodat je zelf ook wedstrijden in de lagere klassen kunt fluiten. Een ideaal middel om nieuwe (jeugd)leden op een leuke, interactieve manier met de belangrijkste spelregels kennis te laten maken! Binnen het in 2015 gestarte project 'Minder regels, meer spelplezier' geven spelers, trainers en officials aan welke wijzigingen volgens hen meer spelplezier zouden opleveren. Deze worden uitgebreid behandeld, getest en eventueel ingevoerd. Dus, heb jij voorstellen voor het wijzigen van (spel)regels, waardoor volleybal nog leuker wordt?

tags: #recreanten #volleybal #regels #en #uitleg