Op 2 mei 2025 viert sv Oranje Wit haar 100-jarig bestaan. Deze mijlpaal wordt groots gevierd met een jubileumweekend van 1 tot en met 3 mei 2025, als hoogtepunt van een reeks feestelijke activiteiten om fondsen te werven en het eeuwfeest onvergetelijk te maken. Het jubileumweekend omvat diverse activiteiten, waaronder een reünie op donderdag 1 mei, waarbij de deuren om 17:30 uur opengaan. Let op: er kan bij de entree om je ID kaart gevraagd worden. We hanteren een strikte 18+ regel. Ben je onder de 18, dan kun je géén alcohol kopen. Bij twijfel wordt om je ID gevraagd - dit is verplicht i.v.m. controle. Het festival vindt plaats op het hoofdveld van Oranje Wit. De entree op donderdag en vrijdag is gratis. Op zaterdag heb je je kaartje nodig om binnen te komen. We verwachten grote drukte. Kom dus op tijd en met de fiets. De weersverwachting ziet er voor nu super uit! We blijven duimen voor zon, maar neem voor de zekerheid een regenponcho of trui mee voor ’s avonds. Aan de bar bestel je je favoriete drankjes. Eigen consumpties zijn niet toegestaan. Op ons foodterras bij kleedkamers 1 & 2 smul je van o.a. Wil je een uniek aandenken aan dit bijzondere jubileum? Kom bij voorkeur lopend, met de fiets of OV. De bus rijdt elke 30 minuten vanaf CS Dordrecht naar de Nieuwe Noordpolderweg. Check je route via 9292.nl. Soms komen ze in de spamfolder terecht, check daarom ook de spambox. Je kunt op het terrein alleen met pin betalen. Heb je een sponsor pakket? Dan heb je van de organisatie een kaart ontvangen waarmee je tot een bepaald bedrag kunt betalen.
Dit artikel duikt in de rijke geschiedenis van deze korfbalvereniging, verkent de Dordtse sportcultuur en blikt vooruit op de festiviteiten rondom het 100-jarig jubileum.
De Dordtse Sportgeschiedenis: Meer dan Alleen Korfbal
Dordrecht heeft een rijke sportgeschiedenis, waarin korfbal een bijzondere plek inneemt. Wist je dat Dordrecht een rijke sportgeschiedenis kent?
De Geboorte van Korfbal: Korfbal is uitgevonden door de in Dordrecht geboren Nico Broekhuysen. Het spel is gebaseerd op het Zweedse ringboll. In 1907, toen de gemengde sport nog maar een paar jaar in Nederland was, werd op het DFC-terrein de eerste korfbalwedstrijd in de Dordtse geschiedenis gespeeld. Dit was het begin van Dordrecht als echte korfbalstad. De stad kende meer dan tien korfbalverenigingen, waaronder Deetos, Snel, Quick, Oranje-Wit en de geheelonthoudersclub ODO (‘Overwinning door Onthouding’).
Motoball in Dordrecht: Sinds 1948 werd motoball in Dordrecht gespeeld. Tot negen jaar geleden was Dordt één van de weinige Nederlandse steden waar motorvoetbal werd gespeeld, maar MBCD zette er destijds een punt achter door te weinig actieve leden. Jammer, want hiermee is een uniek stukje Dordtse sporthistorie verloren gegaan. In de naoorlogse jaren was Dordrecht bezeten door het motoballvirus en bij wedstrijden stonden honderden fans langs het veld.
Lees ook: Steun het Nederlands Elftal met stijl
Interlands op het DFC-Veld: Meer dan een eeuw geleden wordt het DFC-veld aan de Markettenweg, één van de oudste sportterreinen van het land, twee maal aangewezen voor een interland van het Nederlands elftal tegen België. DFC was toen een belangrijke Nederlandse club, die uitkwam op het hoogste niveau. Een hele happening: 9000 bezoekers kunnen de wedstrijd zien en de burgemeester, in geklede jas en met hoge hoed, verzorgt de aftrap. Beide interlands op Dordtse bodem worden gewonnen door Oranje: 3-1 in 1911 en 4-3 in 1912.
Het Wantijbad: Iedere Dordtenaar heeft weleens gezwommen in het Wantijbad. In 1933 werd het zwembad gebouwd als onderdeel van een werkverschaffingsproject, drie jaar later ging het bad open. Tot aan de jaren zestig zwommen mannen en vrouwen gescheiden. Meisjes mochten wel in het herenbad komen (‘dan zochten ze het zelf op’), maar voor jongens was het damesbad ten strengste verboden. Veel gezinnen uit de omliggende arbeiderswijken vierden ’s zomers vakantie in eigen stad in het Wantijbad. Na jaren van achterstallig onderhoud en verzakkingen werd het zwembad in 1971 door de gemeente gesloten. Vooral de bewoners van De Staart waren woedend: zij wilden kunnen zwemmen! Een actiecomité van betrokken burgers wist te voorkomen dat er een parkeerterrein werd aangelegd en na jaren van strijd ging het zwembad in 1975 weer open.
Johan Cruijff bij DS’79: In januari 1981 gebeurt er iets ongelofelijks in Dordrecht: stervoetballer Johan Cruijff, die al furore had gemaakt bij Ajax en Barcelona, wordt voor even schapenkop. DS’79 (zoals FC Dordrecht toen heette) bungelt dan al negen jaar onderaan in de eerste divisie. Clubvoorzitter en oliemagnaat Nico de Vries strikt niet alleen Cruijff maar ook Rob Rensenbrink als tijdelijke gastspeler. Cruijff speelt drie wedstrijden voor de Krommedijkclub, waaronder een met 2-1 gewonnen thuiswedstrijd tegen Ajax. Financieel en sportief schoot DS’79 niet veel op met de komst van de nummer 14, maar publicitair is het een grote stunt. Echt druk was het niet in het station, veel Dordtenaren vonden vijftig gulden voor een zitplaats op de hoofdtribune te duur. Drie later zorgt Cruijff in het shirt van Feyenoord trouwens voor degradatie van Dordrecht.
Nico Broekhuysen: De Vader van het Korfbal
Korfbal werd uitgedacht door Nico Broekhuysen (1876-1958), onderwijzer aan de Nieuwe Schoolvereeniging te Amsterdam. Hij deed inspiratie voor het spel op tijdens een internationale cursus openluchtspelen aan de August Abrahamsson Stiftelse in Nääs (Zuid-Zweden), waar hij in aanraking kwam met “ringball”.
Broekhuysen beschreef zijn ervaringen in Zweden als volgt: “In de zomer van 1902 volgde ik in Zweden een cursus in openluchtspelen te Nääs, een klein plaatsje dicht bij de spoorweg van Gothenburg naar Stockholm. De deelnemers vormden een zeer cosmopolitisch gezelschap: Amerikanen, Engelsen, Schotten, Noren, Russen, Denen, Bulgaren, Egyptenaren, Duitsers enz. ’t Waren allerlei gymnastische spelen, die we daar beoefenden, waarvan slechts een enkel mij bekend was; ze waren dan ook helemaal niet streng gereglementeerd. Een dier spelen was “ringball”, dat door de Engels-sprekenden “basketball” werd genoemd, ofschoon nergens een “basket” was te bespeuren, want op de plaats, waar onze korven nu hangen, was aan elk der twee palen een ring van bandijzer bevestigd. Naar gelang van het aantal deelnemers en deelneemsters werd het veld door touw in twee of drie gelijke stukken verdeeld. Volgens recent onderzoek was “ringball” een vorm van basketball, dat gemengd werd gespeeld in drie velden met bodemloze korven in de uiterste vakken. Het was de bedoeling dat de spelers de bal zo vaak mogelijk door de ijzeren ring gooiden.”
Lees ook: Wie zijn de huidige doelmannen van Oranje?
Eenmaal terug in Amsterdam werkte Broekhuysen zijn idee uit in nauw overleg met C. Vrij, directeur van de Nieuwe Schoolvereeniging. Zo werd de ijzeren band vervangen door manden of korven; vandaar de benaming “korfbal”. In september 1902 speelden leerlingen van de Nieuwe Schoolvereeniging als eersten het nieuwe spel op een braak liggend terrein tegenover hun school, op de hoek van de Jan Luykenstraat en de Van der Veldenstraat.
De Opkomst van Korfbal in Nederland
In de volgende maand verscheen al een eerste druk van de spelregels, waarbij korfbal als volgt werd aangeprezen: “Bij het korfbal, dat met den gewonen voetbal, doch alleen met de handen gespeeld wordt, is het gevaar van geschopt te worden, geheel uitgesloten; - wat vele ouders ongetwijfeld op prijs zullen stellen.”
Korfbal raakte inderdaad in korte tijd ruimer bekend, aangezien Broekhuysen overal in het land lezingen en cursussen voor korfballeiders ging geven. Het spel voldeed in sterke mate aan de wens om de lichamelijke conditie van de jeugd te verbeteren: het was vrij eenvoudig aan te leren en het zorgde voor veelzijdige ontwikkeling van het lichaam door het rennen, gooien, vangen, schieten enzovoorts. Het was door het gemengde karakter ideaal als schoolsport en het vergde weinig ruimte, want het speelveld was toen nog slechts 45 x 25 meter.
Op 2 juni 1903 werd de Nederlandsche Korfbalbond (N.K.B.) opgericht in Parkzicht in Amsterdam. Broekhuysen werd gekozen tot voorzitter van de nieuwe Bond. Het leek erg optimistisch om amper acht maanden na de eerste korfbalwedstrijd al een landelijke bond in te stellen, maar dit bood wel de mogelijkheid om propaganda, spelregels en wedstrijden centraal te regelen, zeker nadat de N.K.B.
Korfbal: Een Gemengde Sport met Kritiek
Het was aan het begin van de twintigste eeuw hoogst ongebruikelijk dat mannen en vrouwen gezamenlijk één sport beoefenden. Korfbal trok daarom veel bekijks én kritiek. Jasper Warnar, voorzitter van de N.V.B., ging op de algemene bondsvergadering van 7 juli 1907 in Amsterdam zelfs in op de opkomst van korfbal. Hij zag geen gevaar voor voetbal, want hij stelde dat het in kringen werd beoefend, die anders toch niet zouden voetballen. Hij beschouwde voetbal als een meer mannelijke sport die meer kracht, vlugheid en behendigheid vereiste.
Lees ook: Korfbal Historie Tilburg
Christelijk Korfbal
Op 22 april 1920 werd de Christelijke Korfbalbond in Nederland opgericht te Amsterdam. De N.K.B. was niet gelukkig met deze gang van zaken, want christelijke verenigingen hadden tot dan toe steeds een plaats binnen haar organisatie en binnen de regionale bonden kunnen vinden. Beide bonden sloten een overeenkomst met betrekking tot spelregels, schorsingen en royementen.
Regionale en Plaatselijke Bonden
Vanaf 1909 ontstonden er regionale en plaatselijke bonden die het korfbal ter plekke verder ontwikkelden door het opzetten van competities. De N.K.B. sloot vanaf 1919 met deze bonden contracten af, waarbij zij de landelijke bond als leidend lichaam erkenden en zij een nader omschreven rechtsgebied kregen.
Competities en Clubnamen
In 1904-1905 begon de N.K.B. met een competitie in Noord-Holland (lees: Amsterdam), waarbij de winnaar van de eerste klasse gelijk het landskampioenschap verwierf. Vanaf 1913-1914 deed ook de kampioen van de eerste klasse van het Oosten mee aan de titelstrijd. In 1919 werd een contract opgesteld voor de onderlinge verhoudingen tussen de N.K.B. en de lokale bonden.
De N.K.B. had aanvankelijk geen regels over clubnamen, maar in 1919 werd in het contract tussen de N.K.B. en de erkende bonden de bepaling opgenomen dat de erkende bond geen nieuwe verenigingen zou toelaten, wier namen of initialen niet voldoende afweken van reeds eerder toegelaten clubs in de N.K.B. of één van de erkende bonden.
Christelijke Korfbalbond in Nederland (C.K.B.)
Onder protestanten stond korfbal en meer in het algemeen sport niet hoog aangeschreven, met name omdat tal van sporten op zondag werden beoefend. Voor zover valt na te gaan, ontstonden de eerste christelijke korfbalclubs in 1918-1919, zoals O.D.I. (Schiedam), K.D.C. (later Oranje Nassau; Amsterdam), D.S.K. (Amsterdam), A.D.V.E.N.D.O. (Rotterdam), D.E.S. (Delft) en Snel (Dordrecht).
Op 22 april 1920 werd de Christelijke Korfbalbond in Nederland (verder C.K.B.) formeel opgericht in Delft. Het ingestelde bestuur verklaarde dat de nieuwe bond niet tegenover de N.K.B. wilde staan, maar ernaast om korfbal op zaterdag mogelijk te maken voor de christelijke jeugd.
Na de Duitse inval werd de C.K.B. onder druk gezet om een fusie aan te gaan met de K.N.K.B. Op 14 december 1940 besloot de buitengewone Bondsvergadering te Utrecht met slechts één stem tegen niet mee te werken aan een fusie met de neutrale bond. In november 1942 werd de C.K.B.
In 1920 werd de eerste competitie gespeeld met twee twaalftallen uit Schiedam, twee uit Delft en één uit Dordrecht.
C.K.V. Oranje Wit: Van Bescheiden Begin tot Bloeiende Vereniging
Christelijke korfbalvereniging Oranje Wit is op 9 juli 1926 opgericht. C.K.V. Oranje Wit komt voort uit de Christelijke Jonge Mannen Vereniging (CJMV).
In 1927 wordt voor het eerst competitie gespeeld in de Christelijke Korfbal Bond (CKB). Het clubtenue is een wit shirt met oranje kraag en een zwarte rok/broek. In de jaren ’30 wordt het clubtenue een wit shirt met verticale oranje banen met een zwarte rok/broek. De vereniging is gegroeid van 14 enthousiastelingen in 1926 naar 50 leden in 1937.
In de oorlogsjaren moet de vereniging zich formeel opheffen. Toch wordt er in de eerste jaren nog getraind en zelfs een ‘noodcompetitie’ gespeeld. Tegen het eind van de oorlog is van clubactiviteiten geen sprake meer. Na de bevrijding in 1945 duurt het slecht drie weken voordat de Oranje Witters weer op het veld komen. De eerste tegenstander is een team uit Papendrecht.
In de jaren ’50 is het tenue zoals we het nu kennen: een geheel oranje shirt en een witte rok/broek.
In 1966, naar aanleiding van het 40-jarig bestaan, besluit het toenmalig bestuur om meer aandacht te geven aan de jeugd. C.K.V. Oranje Wit besluit een pupillengroep op te richten, terwijl dat bij de CKB eigenlijk niet kan. Dat geeft al spoedig resultaat en zorgt voor een explosieve groei. Eind jaren ’60 verhuist c.k.v. Oranje Wit naar sportcomplex Stadspolders. De vereniging blijft gestaag groeien.
In de korfbalwereld verandert er inmiddels het een en ander. In 1970 wordt de micro-competitie (nu bekend als zaalcompetitie) ingesteld en in 1973 gaan CKB en KNKB samen in op het KNKV. In 1991 wordt het middenvak afgeschaft en wordt er ook buiten in 2 vakken gespeeld.
Met het belangrijker worden van de zaalcompetitie wordt ook de wens naar een eigen zaalaccommodatie belangrijker. Door een goede wisselwerking tussen de eigen plannen en die van de gemeente Dordrecht is het mogelijk om in 1993 de eigen sporthal te bouwen en in gebruik te nemen. In 1995 wordt de nieuwe kantine geopend en komen er ook kunstgrasvelden.
Die accommodatie trekt leden. Naast korfbal wordt er dan ook bowls gespeeld bij c.k.v. Oranje Wit. De groei zorgt voor ruimtegebrek en na vele jaren voorbereiding wordt op 29 oktober 2010 een tweede sporthal in gebruik genomen en ook een biljartruimte.
Als in 2020 de covid-pandemie uitbreekt, mag er niet meer gesport worden. In de jaren die volgen kan er nauwelijks gekorfbald worden. C.K.V. Oranje Wit maakt er het beste van en organiseert activiteiten waar mogelijk. De leden blijven de vereniging trouw.
Oranje Wit op Weg naar het 100-Jarig Jubileum
Inmiddels is c.k.v. Oranje Wit op weg naar het 100-jarig jubileum. Voorafgaand aan het jubileumjaar wordt de accommodatie grondig gerenoveerd om klaar te zijn voor de toekomst.
Het kleine clubje uit 1926 is uitgegroeid tot een vereniging met zo’n 650 leden, een schitterende accommodatie, een groot aantal jeugdleden, en een biljartafdeling.
Martijn de Haas: De Nieuwe Voorzitter met een Oranje Wit Hart
Voor de meeste Oranje-Witters is Martijn de Haas een bekend gezicht. Al 40 jaar is hij betrokken bij de club. Als zesjarige begon hij met voetballen bij sv Oranje Wit; twee jaar geleden verruilde hij de grasmat voor de padelbaan. Door de jaren heen vervulde hij diverse vrijwilligersrollen, van jeugdtrainer tot penningmeester.
“Ik vind het een eer om de taak van voorzitter op me te nemen”, reageert Martijn, als hem gevraagd wordt naar zijn eerste reactie. Martijn is in het dagelijks leven directeur bedrijfsvoering bij een onderwijsinstelling. “Daaronder vallen 32 basisscholen”, licht Martijn toe.
Oranje Wit loopt als een rode draad door het leven van de nieuwe voorzitter. 40 lentes maakte hij al mee op de club. 23 jaar geleden trouwde hij met zijn vrouw Amrie, die uit een echte korfbalfamilie komt. De liefde voor sport delen ze ook met hun kinderen: “Onze zoons Niek (16) en Cas (13) voetballen beiden bij Oranje Wit, onze dochter Amber (17) korfbalt bij ‘de buren’. Omdat ik het team van Niek (JO17-3) train, sta ik wat vaker bij de voetbal langs de lijn dan bij de korfbal.”
Martijn is een sportman in hart en nieren. Na jarenlang zelf gevoetbald te hebben, is hij nu actief als padelspeler en traint hij het team van zijn oudste zoon. Martijn: “Het is voor mij altijd vanzelfsprekend geweest om mijn steentje aan de club bij te dragen. Een vereniging maak je met elkaar.”
Door zijn vrijwilligerswerk zag Martijn door de jaren heen veel kanten van de club. Zijn functie als penningmeester legde hij direct na de benoeming tot voorzitter neer. “Die rol heb ik ruim vijf jaar met veel plezier vervuld, samen met Erik van Heusden”, blikt Martijn terug. “Over het bestuur gesproken: ik ben ontzettend blij met de groep actieve en ervaren mensen die daar zit”, gaat Martijn verder. “We zien dezelfde uitdagingen en kansen en zetten daar onze schouders onder.”
Uitdagingen en Kansen voor de Toekomst
Eén van die kansen is het professionaliseren van de organisatiestructuur. “Daar zijn we de afgelopen maanden al mee bezig geweest achter de schermen. Onze vereniging heeft bijna 2.000 leden.
Martijn: “Eén van die uitdagingen is onze accommodatie en het complex. Ons clubgebouw is oud, en hoewel veel mensen hun tijd en energie erin steken om het te onderhouden, moeten we nadenken over hoe we dit toekomstbestendig maken. Dit vraagstuk hangt natuurlijk samen met de toekomst van ons gehele complex. We hebben nieuwe kunstgrasvelden nodig om alle teams te kunnen laten trainen.
Een goede, constructieve samenwerking met de gemeente - en andere verenigingen - vindt Martijn belangrijk. “Ik vind, net als de gemeente, het versterken van de samenwerking tussen sport en onderwijs een belangrijk speerpunt”, licht Martijn toe. “Ons complex staat door de week overdag grotendeels leeg.
Toch benadrukt Martijn dat het niet gaat om ‘groeien om het groeien’, maar om het bieden van kansen aan mensen die willen sporten én om de maatschappelijke functie van de club. “Ik zie Oranje Wit als een vereniging met een maatschappelijke functie. We bieden mensen de mogelijkheid om hun leven lang te sporten door te voetballen, padellen, tennissen en/of biljarten. Maar we hebben ook een sociale functie. Bij Oranje Wit komen sport en ontmoeting samen. Er is ruimte voor iedereen. Van selectie- tot breedtesport en ongeacht welke rol, rang of kleur je hebt. Niet alleen op zaterdag. Denk aan de mannen van de onderhoudsploeg die op maandag bij elkaar komen om hard te werken, maar ook voor het contact met elkaar. Hier worden vriendschappen gemaakt voor het leven.
“Ik ben trots op deze club en alles wat deze club typeert”, concludeert Martijn. “We zijn een ambitieuze club met hoge doelen voor ons eerste elftal. We hebben een hele sterke jeugdopleiding, een groeiende damesafdeling en een G-team waar voetballers met een beperking met heel veel plezier hun sport beoefenen. We bieden tennis en zijn ingesprongen op de ontwikkelingen van de snel groeiende sport padel. En we bieden ook nog biljart. Al die onderdelen zijn belangrijk en verdienen evenveel aandacht. Die kunnen we bieden doordat we een goed bestuur hebben staan en een sterke organisatiestructuur gaan uitrollen. En niet in de laatste plaats doordat we een verenigingsmanager aan hebben gesteld.
“Met een groeiend ledenaantal staan we voor grote uitdagingen”, besluit de nieuwe voorzitter. “Ik zie ernaar uit om die groei - zowel in de breedte als in de diepte - in goede banen te leiden en de normen en waarden, en identiteit van de vereniging daarbij niet uit het oog te verliezen. We zijn een warme club waar respect voor elkaar en het naar elkaar omzien hoog in het vaandel staan.
Jubileumweekend: Praktische Informatie
In de aanloop naar het jubileumweekend, neemt de jubileumcommissie onze leden mee in het verhaal van de club. Met enige regelmaat worden Oranje-Witters door hen geïnterviewd. Waarom zijn ze onderdeel van onze club en hoe leven zij toe naar het 100-jarig jubileum? Bij een jubileumjaar hoort een jubileumlogo (zie bovenzijde van deze pagina). Het logo wordt gevoerd tot en met jubileumjaar 2025. Het seizoen 2024/2025 staat in zijn geheel in het teken van 100 jaar sv Oranje Wit. Bij de voetbal, tennis, padel en biljart zullen gedurende dat hele seizoen specifieke activiteiten worden georganiseerd. De jubileumcommissie werkt samen met het mediateam om een historisch boek uit te brengen in mei 2025. In de clubagenda worden alle activiteiten rondom het jubileum gemeld en ook op onze socials besteden we er regelmatig aandacht aan. Om geld in te zamelen voor het grote Jubileumfeest, hebben we diverse echte Oranje Wit-merchandise ontwikkeld. Je bekijkt de prijs- en bestellijst hier. Iets bestellen? Heb je ideeën voor onze jubileumcommissie, wil je meewerken of wil je informatie met ons delen over de geschiedenis van sv Oranje Wit?
Bereikbaarheid: Kom bij voorkeur lopend, met de fiets of OV. De bus rijdt elke 30 minuten vanaf CS Dordrecht naar de Nieuwe Noordpolderweg. Check je route via 9292.nl.
Entree: De entree op donderdag en vrijdag is gratis. Op zaterdag heb je je kaartje nodig om binnen te komen.
Consumpties: Aan de bar bestel je je favoriete drankjes. Eigen consumpties zijn niet toegestaan. Op ons foodterras bij kleedkamers 1 & 2 smul je van o.a.
Betalingen: Je kunt op het terrein alleen met pin betalen. Heb je een sponsor pakket? Dan heb je van de organisatie een kaart ontvangen waarmee je tot een bepaald bedrag kunt betalen.
Overige: Soms komen ze in de spamfolder terecht, check daarom ook de spambox.
tags: #oranje #wit #korfbal #dordrecht #geschiedenis