De Geschiedenis van het Nederlands Dames Honkbalteam

Inleiding

De geschiedenis van het Nederlands dames honkbalteam is een verhaal van groei, ontwikkeling en prestaties op zowel Europees als mondiaal niveau. Hoewel Nederland in het honkbal voornamelijk bekend staat om zijn herenteam, heeft ook het dameshonkbal zich in de loop der jaren steeds verder ontwikkeld. Dit artikel belicht de belangrijkste momenten en mijlpalen in de geschiedenis van het Nederlands dames honkbalteam, van de vroege beginjaren tot de huidige status.

De Beginjaren van Softbal in Nederland

De oorsprong van het dameshonkbal in Nederland is nauw verbonden met de opkomst van softbal na de Tweede Wereldoorlog. In deze periode zochten mensen naar manieren om de ontberingen te verwerken, en sport speelde hierin een belangrijke rol. De Nederlandse Honkbal Bond (NHB) hervatte de competities, en verschillende verenigingen in de regio Haarlem richtten vanaf het einde van de jaren veertig een softbalafdeling voor vrouwen op, waaronder HHC, EDO, HCK en Terrasvogels.

Om ook de vrouwen een vorm van afleiding te bezorgen ontwikkelde de Haarlemse gymastiekleraar Jules Kammeijer een variant van het honkbal. Het moet ergens rond 1943 zijn geweest als Kammeijer met zijn 'vrouwen-honkbal' besluit de honken wat dichterbij te plaatsen, net als de werpplaat en er wordt onderhands gegooid.

Op 15 december 1951 werd de Nederlandse Dames Softball Bond (NDSB) opgericht, later gewijzigd in Nederlandse Amateur Softball Bond (NASB). Kort daarna waren er al competities, een eerste nationale ploeg, en in de jaren zestig werden de eerste internationale wedstrijden gespeeld.

De Opkomst van Internationaal Softbal

In 1979 stond voor het eerst een Europees Kampioenschap op de internationale agenda. In Rovereto, Italië, werd Nederland de eerste Europese softbalkampioen. Toernooien hebben door de jaren heen altijd een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van de spelkwaliteit van het Nederlandse honkbal en softbal. In 1980 werd voor het eerst de Haarlemse Softbalweek georganiseerd. Dit evenement was eveneens zeer succesvol, maar na tien edities viel helaas het doek. Nog altijd wordt geprobeerd om tot een vervolg van de Softbalweek te komen.

Lees ook: Het leven van Harry Kruyssen

Naast de Haarlemse Honkbalweek, de Haarlemse Softbalweek en het World Port Tournament worden in Nederland ook vele andere toernooien georganiseerd. Zoals het Europees Kampioenschap voor zowel honkbal, softbal vrouwen en softbal mannen en vele Europa Cup-toernooien in de drie sporten. Maar Nederland krijgt ook de organisatie toegewezen voor het Wereldkampioenschap.

De Eerste Keer in Europa: Het WK in Haarlem

Van 15 tot en met 24 augustus vond voor het eerst in de geschiedenis het wereldkampioenschap softbal in Europa plaats, meer bepaald in Nederland. De veertiende editie van dit mondiale toernooi werd gehouden op het Nol Houtkamp Sportpark in Haarlem, het thuishonk van hoofdklasser Olympia Haarlem. Dit evenement was een topattractie voor tienduizenden Nederlandse softbalfans, die nog nooit eerder in eigen land of elders in Europa de kans hadden gehad om speelsters van wereldklasse van zo dichtbij te zien en aan te moedigen. In totaal hadden 16 landenteams zich gekwalificeerd voor dit prestigieuze toernooi.

De veertiende editie van het WK softbal in Haarlem was een bijzondere mijlpaal. Niet alleen was het de eerste keer dat het toernooi in Europa plaatsvond, maar het bood ook een unieke kans om de sport in Nederland en daarbuiten te promoten. De organisatie in Haarlem was trots op de eer om de regie te voeren en gemotiveerd om zoveel mogelijk softballiefhebbers warm te maken voor dit exclusieve evenement.

De belangstelling voor de kaartverkoop was groot, zowel uit binnen- als buitenland. Er waren verschillende soorten kaarten beschikbaar, waaronder dagkaarten en passe-partouts, om aan de wensen van alle fans te voldoen.

Nederland als Softbalnatie

Haarlem wordt gezien als de bakermat van softbal in Nederland. Met 36 landskampioenschappen is Haarlem de meest succesvolle softbalstad van het land.

Lees ook: Wendy Bussum Honkbal: Jouw nieuwe team?

De Toekomst van Softbal in Nederland

Softbal blijft populair in Nederland, en de KNBSB ontwikkelt en stimuleert allerlei varianten van de sport. Na de Tweede Wereldoorlog was de net opkomende honkbalsport op sterven na dood. In de hongerwinter waren de houten knuppels verstookt en van het leer van de handschoenen waren schoenen gemaakt. De belangrijkste voorwaarde om een vereniging op te mogen richten was de bondseis van minstens van 12 leden. En zo scharrelde het eerste bestuur onder initiatief van Jan Kieft een paar jaar later de benodigde leden bij elkaar en richtten ze op 15 januari 1952 de nieuwe vereniging Storks officieel op. Van 12 leden bij de oprichting in 1952 groeit de vereniging in de jaren daarna snel uit. In 1956 telt Storks 3 honkbalteams en er wordt een dames softbalafdeling opgericht. Het 1e team komt inmiddels uit in de 3e klasse. De Haagse derby’s worden gespeeld tegen ADO 2 en Laakkwartier 1. Promotie naar de tweede klasse, geholpen door een aantal uit de Antillen overgekomen spelers, volgt in 1959. De opmars hield aan. Tien jaar na de oprichting weet Storks de eerste klasse te halen. In 1964 kent Storks een crisisjaar. Veel leden zeggen op. Maar kort daarna zet de groei weer door. Storks moet zelfs een ledenstop toepassen. De dames promoveren naar de hoofdklasse en Storks verhuist. Opnieuw. Van 1965 tot 1975 delen ADO en Storks het complex Escamp III op de hoek van de Erasmusweg en de Dedemsvaartweg. Storks is inmiddels de 5e vereniging van Nederland. 5000 betalende bezoekers komen dat jaar naar de wedstrijden. Hoewel de promotiewedstrijden tegen HCAW verloren gaan komt Storks door een fusie van 2 andere Hoofdklassers in 1967 toch op het hoogste niveau uit. Storks weet daar in 1970 zelfs tot de 2e plek door te dringen, het hoogste niveau ooit. Tot 1973 weet Storks zich in de Hoofdklasse te handhaven. Het honkbalteam Hotam Storks. Staande van links naar rechts verzorger Bloem; leider Kouwenberg; bestuurslid Klaassen; Frank van Rest; Jonne van Soelen; Giljam Derksen; Frank de Groot; Rob Lucas; Ron Renooy, Ton Bodaan en coach Coster. Storks verhuist sinds de oprichting nogal eens. Tussen 1952 en 1957 wordt gespeeld bij voetbalvereniging Te Werve (Rijswijk) en op het Oostersportpark (Clingendael). In 1957 verhuist de vereniging naar het VCS terrein (Escamp I). Van 1965 tot 1975 verleent het terrein op de hoek van de Dedemsvaartweg en de Erasmusweg onderdak aan ADO én aan Storks. In 1975 neemt Storks het terrein aan het Schapenatjesduin in gebruik. Op het clubhuis hangt nog steeds het eerste en enige ‘retired’ spelersnummer van Storks: dat is het nummer van de ongelooflijk sterke pitcher, Winneke Remmerswaal, die tussen 1970 en 1974 uit kwam voor Storks. Daarna vertrok hij naar Amerika waar hij onder andere uit kwam in de Major League voor de Boston Red Sox. Aan zijn carrière kwam helaas al snel een einde door overmatig drank- en drugsgebruik. Naast Win Remmerswaal heeft Storks veel spelers gekend die later honk- of softbalinternational werden. Naast deze talenten die sportieve prestaties leverden, waren er ook leden die op de één of andere manier van bijzondere betekenis voor de vereniging zijn geweest. Op 7 juni 1975 verhuist Storks naar het Kijkduincomplex aan het Schapenatjesduin. Dat lijkt dan nog in niets op het ‘mooiste honk- en softbalcomplex van Nederland’. Een enorme konijnenplaag houdt de gemoederen op de kale vlakte de eerste tijd flink bezig. De aanwas van jeugdleden is enorm. Er komt een interregioteam om talenten te ontwikkelen en Storks kent het eerste peanutballteam. Links: karkas clubhuis (zonder uitbouw). Midden: Schapenatjesduin. De degradatie uit de Hoofdklasse deed veel honkbalvedetten naar andere verenigingen vertrekken. Het duurt nog vele jaren voor Storks honkbal weer mee zal doen op landelijk niveau. De gezelligheid wordt gedurende een aantal jaren belangrijker gevonden dan de prestaties, zo lijkt het. Er wordt onder meer gedacht om het 35 jarig bestaan op te luisteren met een ‘Lookhill Dome’, een overdekt softbalstadion. Storks bouwt op Kijkduin vanaf midden jaren zeventig vooral via de jeugd aan nieuwe toekomstige successen. Het Storks Jeugdkamp luidt - met schuimende ondersteuning door de Haagse brandweer - een nieuwe traditie in die tot vandaag in stand wordt gehouden. In 1979 zijn maar liefst 6 jeugdteams kampioen in hun klasse. In 1981 worden de honkbal aspiranten Nederlands kampioen. Als junioren herhalen ze die prestatie weer in 1983. In 1989 promoveert Storks Honkbal 1 weer naar de 1e klasse. Sinds 1985 kent Storks een eigen ploeg voor het onderhoud: Durmazon (Dur Mag Zo Veel Niet). Zij realiseren een metamorfose van het complex. In 1995 vindt de eerste van een serie Haagse Softbaldagen met een internationaal deelnemersveld plaats. Bij 750 jaar Den Haag in 1998 bezochten 5000 bezoekers het toernooi. In datzelfde jaar bereiken de softbalheren de Hoofdklasse. Vanaf 2007 komt Storks 1e dames softbalteam uit in de 1e klasse. In 2013 volgt promotie naar de Overgangsklasse. Maar het blijkt, ondanks financiële ondersteuning van sponsor Silicon, moeilijk om ieder jaar voldoende training- en coachingstaf te vinden én om het team bij elkaar te houden. Storks heeft last van de aanzienlijke wervingskracht van de softbalschool en softbalteams van de Blue Angels waardoor de eigen talentontwikkeling telkens stokt. Sinds dit jaar vindt op Storks uitsluitend recreatief softbal plaats. In 2013 zet Storks met het beleidsplan Honkbal in de lift 2013-2017 in op een brede basis met topsportambitie. Dat plan leidt - veel eerder dan verwacht - tot promotie naar de Overgangsklasse in 2015. Al in 2016 kan Storks via play-offs promoveren naar de Hoofdklasse. Maar op dat moment wordt dat - financieel en sportief - te risicovol gevonden. Maar als in 2017 de kans zich opnieuw voordoet, besluiten het team en het bestuur er samen met de hoofdsponsor Silicon en met hulp van SSK voor te gaan. Fouten in dit stuk? Aanvullingen of een leuke oude foto of filmpje?

Lees ook: Wat is het verschil?

tags: #Nederlands #dames #honkbalteam #geschiedenis