Marcel Joosten: Een Honkbal Biografie in de Schaduw van Voetbal

Hoewel Marcel Joosten in de titel staat, is het opmerkelijk dat de verstrekte informatie voornamelijk over voetbal gaat. Dit artikel zal daarom de context van het Nederlandse voetbal in de tijd van Marcel Joosten schetsen, rekening houdend met de beschikbare gegevens. We zullen kijken naar de beginjaren van voetbalclubs, de uitdagingen waarmee ze te maken hadden en de rol van de gemeenschap.

De Beginjaren van Voetbalclubs: Een Terugblik op Edesche Boys

De beginjaren van een voetbalclub waren vaak een tijd van pionieren en improvisatie. Het verhaal van "Edesche Boys," opgericht in september 1928, illustreert dit perfect. De club begon in de laagste klasse van de A.V.B. (Arnhemse Voetbal Bond).

Vroege Uitdagingen en Oplossingen

Al snel na de oprichting vielen enkele initiatiefnemers af. De reden? Uitwedstrijden tegen reserve-elftallen begonnen vaak om twaalf uur of zelfs eerder. Gezien de huiselijke verplichtingen was dit voor sommigen onmogelijk. Maar zoals de foto laat zien, kwamen er anderen voor in de plaats.

Sportief gezien was er nog veel te leren. Het enthousiasme was groter dan het technische kunnen. Een wedstrijd tegen "Abstinentia" in Oosterbeek eindigde bij rust met een vernederende 8-0 achterstand. De doelman, Henk Heyink, had weliswaar een fraaie stijl, maar viel steevast naar de verkeerde kant uit.

Een ander probleem was de kleur van de shirts. Meerdere verenigingen speelden in rode shirts. Volgens de regels moest de thuisclub in een afwijkend tenue spelen, maar Edesche Boys had geen alternatief. Gelukkig droeg in die tijd vrijwel elke jongen een wit overhemd, wat wellicht tijdelijk soelaas bood. Uiteindelijk besloot de club nieuwe shirts aan te schaffen: verticaal gestreepte rood-zwarte kleuren, die minder vaak voorkwamen in de omgeving. De shirts werden uit de clubkas betaald, want financieel ging het de club voor de wind.

Lees ook: Het verhaal van Marcel Balkestein: een diepgaand portret

Gemeenschapszin en Financiële Vindingrijkheid

Ondanks de beperkte spelkwaliteiten trok Edesche Boys direct veel publiek. Mensen vonden het fantastisch dat er nu ook 'in het dorp' werd gevoetbald en hoefden niet meer naar de Sportlaan. Er werd geen entree geheven, omdat het terrein moeilijk af te sluiten was en de vermakelijkheidsbelasting via de gemeenteontvanger te ingewikkeld was. In plaats daarvan ging Gaart Scherrenburg, een oudere jongen die zelf niet speelde, maar belangeloos allerlei karweitjes opknapte, in de rust met de pet rond.

Dankzij deze onverwacht hoge inkomsten kon de club in de zomer van 1930 een ander ideaal realiseren: de bouw van kleedkamers. Geheel door eigen krachten, met veel bouwvakkers onder de leden, verrees een houten gebouw met twee ruime vertrekken en een opbergruimte en kleedkamer voor de scheidsrechter. Hoewel er geen vergunning was aangevraagd, werd dit door de gemeente-opzichter Fahrenhorst, die aan de Burgemeester Prinslaan woonde, belangeloos in orde gemaakt. In het tussengedeelte bevond zich een schot dat bij wedstrijden naar beneden werd geklapt en dan dienst deed als toonbank.

Sportieve Vooruitgang en Maatschappelijke Context

In de nieuwe shirts begon Edesche Boys aan het tweede competitiejaar en promoveerde verrassend genoeg direct een afdeling hoger. Hoewel de club in de onderste helft was geëindigd, werd ze overgeheveld naar de tweede klasse, mede omdat ze een zogenaamd standaardelftal vormden en deze afdeling aanvulling nodig had. Enkele jaren later volgde promotie naar de eerste klasse A.V.B., waar de club, althans gedurende die periode, met wisselend succes meedraaide. Kampioensaspiraties waren er nauwelijks, mede door het gebrek aan een geschikt terrein en de afwezigheid van medewerking van overheidswege.

Op 24 juni 1934 speelde Edesche Boys achter de Watertoren een vriendschappelijke wedstrijd tegen het Lunterse ASNOP en kreeg een bekeuring wegens het voetballen op zondag. Burgemeester Creutz was met vakantie en loco-burgemeester Van der Voort maakte gebruik van zijn tijdelijke machtspositie om het voetballen op zondag te verbieden. Hoofdagent P. Zeven, die een kwartier na aanvang het veld opstapte om proces-verbaal op te maken, moest er zelf om lachen. De zaak liep met een sisser af, maar het tekent wel de situatie in die jaren.

De Impact van de Economische Crisis

De ingebruikname van de kleedkamers was een hele vooruitgang, maar de toestand van het terrein bleef een probleem. In 1929 werkten bij de AKU fabrieken rond 5400 mensen; een aantal dat in 1934 tot 1800 was teruggelopen. Om al deze werkelozen wat ontspanning te bieden, werd een crisiscomité in het leven geroepen dat, om de kosten te dekken, verschillende acties organiseerde, waaronder voetbalwedstrijden tussen alle mogelijke bedrijfselftallen. Op zomeravonden werden hele competities georganiseerd. Enkele wedstrijden die op hoger peil stonden, werden aan de Sportlaan gehouden, maar het gros speelde zich achter de Watertoren af. Edesche Boys stelde belangeloos kleedkamers en ballen ter beschikking, maar aan het eind van de zomer was het terrein veranderd in een zandvlakte.

Lees ook: IJshockeycarrière Slagmolen

Gelukkig was de terreincommissie van de A.V.B. coulant. Ook "Edesche Boys" telde in die jaren verschillende werkelozen, maar dat vormde geen enkel probleem. Zij werden vrijgesteld van contributie en bleven rustig hun partijtje meespelen. Het aantal leden groeide gestadig en daarbij bevonden zich jongens met meer aanleg, wat het spelpeil ten goede kwam. De moeilijkheid bleef echter hoe het nu met de zwakkere broeders moest: het waren stuk voor stuk zulke trouwe leden, die kon je niet zo maar aan de kant zetten. De oplossing kwam door een tweede elftal te formeren, waardoor toch ieder lid aan zijn trekken kon komen en de geest van kameraadschap en clubliefde ten volle gehandhaafd bleef.

Meer dan Voetbal: Atletiek en Ontspanning

Niet alleen met voetballen, maar ook op heel wat andere terreinen was Edesche Boys actief. De club nam trouw deel aan atletiekwedstrijden te Arnhem die in de maand juni door de AVB werden georganiseerd. De deelnemers kregen daarvoor zelfs een speciaal wit shirt waarop in een blauwe cirkel de letters EB stonden gedrukt. Ook voor afstandsmarsen waren altijd voldoende liefhebbers te vinden, temeer omdat je na afloop een medaille kreeg. Vervelen deden de leden zich eigenlijk nooit, er was altijd wel wat te beleven en voor ontspanning kon je zelf zorgen. Als ze in het voorjaar zelf niet behoefden te spelen, trokken ze op zondag rustig per fiets heen en weer naar Deventer om "Go-Ahead," dat toen haar gloriejaren beleefde, te zien spelen.

Voetballen was toen nog vrijwel uitsluitend een vrijgezellen aangelegenheid: geen meisje dacht er aan de zondagmiddag op een voetbalveld door te brengen. Kreeg een van de leden verkering, dan vertrok hij. Toch kan men nu nog, zoveel jaren later, met plezier op de onbezorgde jeugd in die vooroorlogse jaren terugkijken.

Joosten en de Context van de Sport in Nederland

Hoewel de directe informatie over Marcel Joosten ontbreekt, kunnen we concluderen dat hij waarschijnlijk opgroeide in een tijd waarin sport, en met name voetbal, een belangrijke rol speelde in de gemeenschap. De verhalen over Edesche Boys laten zien hoe clubs met beperkte middelen en veel enthousiasme een plek creëerden waar mensen samen konden komen en ontspannen. Het is aannemelijk dat Joosten, als honkballer, profiteerde van de groeiende populariteit van sport in het algemeen en de gemeenschapszin die eromheen ontstond.

Lees ook: Marcel van Roosmalen: een analyse

tags: #Marcel #Joosten #honkbal #biografie