Landskampioen Voetbal België: Een Overzicht

De Belgische voetbalcompetitie, bekend als de Jupiler Pro League, heeft een rijke historie die teruggaat tot het einde van de 19e eeuw. Van de eerste kampioenschappen tot de moderne play-off structuur, het Belgische voetbal heeft een significante evolutie doorgemaakt. Dit artikel biedt een overzicht van de landskampioenen van België, de competitieformat en enkele opmerkelijke feiten.

Vroege Jaren en Officieuze Kampioenschappen

In Nederland was Concordia uit Rotterdam in 1889 de eerste 'soort van' kampioen. Tot 1897 was er sprake van een officieus landskampioenschap, omdat de westelijke kampioen als zodanig werd aangemerkt. De eerste echte landskampioen was het Amsterdamse RAP, dat in 1898 in een rechtstreeks duel afrekent met Vitesse. Die eerste club legt al in 1914 het loodje, terwijl Vitesse nog steeds terug te vinden in in de vaderlandse top. Het is kenmerkend voor onderstaande lijst, waarin zowel al lang ‘vergeten’ namen voorkomen, maar ook de overbekende.

De Eerste Kampioenschappen in België (1895-1900)

De eerste editie van de Belgische nationale competitie werd in 1895/96 georganiseerd door de UBSSA (Union Belge des Sociétés de Sports Athlétiques). Aan deze competitie namen slechts zeven clubs deel, waarvan vier uit Brussel. FC Liégeois kroonde zich tot de eerste landskampioen van België. In de daaropvolgende jaren kwamen en verdwenen clubs, maar er was geen sprake van een promotie- of degradatiesysteem naar een lagere reeks.

In 1898/99 werd een nieuwe reeks gecreëerd met clubs uit Oost- en West-Vlaanderen, zodat deze Vlaamse clubs hun verplaatsingskosten naar het binnenland konden vermijden en toch deelnemen aan de nationale competitie van de UBSSA. Na twee jaar werd in 1900 weer gespeeld in een reeks met clubs van over het hele land, men sprak ondertussen van de "Ere Afdeling".

Competitieformat en Evolutie

De Jupiler Pro League, officieel Profvoetbal 1A, is de hoogste afdeling van het Belgisch profvoetbal en bestaat uit achttien teams. De sponsornaam is Jupiler Pro League, naar de huidige hoofdsponsor Jupiler en organisator Pro League. In tegenstelling tot de Eredivisie, bestaat de Belgische competitie uit 16 teams. De competitie begint doorgaans in augustus en eindigt in mei.

Lees ook: Dubbelprijs: KNVB Beker en Landskampioenschap voor dezelfde club

De competitie start eind juli en eindigt in het midden van maart. Sinds de competitiehervorming in 2009 wordt er in de wintermaanden kerstvoetbal georganiseerd: er wordt een speeldag afgewerkt op tweede en derde kerstdag. Sinds die hervorming telt de competitie achttien clubs. Elke ploeg speelt tweemaal (heen en terug) tegen elk van de zeventien andere, dus 34 wedstrijden in totaal.

Play-offs

Na de reguliere competitie worden er play-offs afgewerkt, waarbij de vier hoogst gerangschikte clubs het nogmaals twee keer tegen elkaar opnemen (heen en terug) in play-off 1. Dit betekent dat de top vier in totaal 40 wedstrijden afwerkt, waarvan 34 in de reguliere competitie en zes in de play-offs. Bij de start van play-off 1 wordt het puntenaantal, dat de deelnemende ploegen in de reguliere competitie hebben behaald, gedeeld door twee en naar boven afgerond.

De nummers zeven tot en met vijftien worden, samen met de drie hoogst gerangschikte clubs uit eerste klasse B (met uitzondering van de kampioen) verdeeld in twee poules van elk zes teams. Ook zij nemen het nog tweemaal tegen elkaar op (heen en terug), waardoor ook zij 40 wedstrijden afwerken, 30 in de competitie en tien tijdens de play-offs.

Afhankelijk van hoe goed de Belgische ploegen in Europees verband presteren, wordt bepaald hoeveel clubs in de Champions League of de UEFA Europa League mogen meedingen. Door de huidige UEFA-coëfficiënt kwalificeren de kampioen en de vice-kampioen van de Belgische competitie (m.a.w. het nummer één en twee uit play-off I) zich voor de Champions League. Meestal (afhankelijk van de coëfficiënt) is de kampioen rechtstreeks geplaatst voor de groepsfase en moet de vicekampioen twee voorrondes afwerken.

De winnaar van de beker gaat rechtstreeks naar de groepsfase van de Europa League en de winnaar van de reguliere competitie mag deelnemen aan de voorlaatste voorronde. Indien die laatste zich echter kwalificeert voor de Champions League, dan krijgt het nummer drie uit play-off 1 het Europa League-ticket voor de voorlaatste voorronde (tenzij het nummer drie ook de bekerwinnaar is, dan krijgt de vierde dit Europese ticket). Indien de bekerwinnaar zich kwalificeert voor de Champions League, gaat het ticket voor de groepsfase van de Europa League naar de derde in play-off 1. Indien een ploeg uit de top drie dan ook de reguliere competitie zou hebben gewonnen, krijgt de vierde het ticket voor de voorlaatste voorronde van de Europa League.

Lees ook: Eredivisie Kampioenen: Een terugblik

De clubs die in play-off 2 als eerste eindigen in hun poule nemen het tegen elkaar op in één wedstrijd, op het terrein van de ploeg die het hoogst eindigde in de reguliere competitie. De winnaar van dat duel neemt het, opnieuw in één wedstrijd, op tegen de hoogst geklasseerde ploeg uit play-off 1 die zich nog niet heeft gekwalificeerd voor Europees voetbal (normaal gezien het nummer vier of vijf). Inzet is de laatste Europese plaats, die (net zoals het ticket voor de winnaar van de reguliere competitie) toegang geeft tot de derde (en op een na laatste) voorronde van de Europa League.

Indien twee ploegen aan het einde van het seizoen op dezelfde plaats eindigen, worden er sinds de hervorming geen testwedstrijden meer gespeeld. In het verleden werd dit wel gedaan, om bijvoorbeeld de kampioen aan te duiden wanneer de eerste en de tweede in het klassement met een gelijk aantal punten eindigden. Voortaan kijkt men op de eerste plaats naar het aantal overwinningen en daarna naar het doelsaldo. Na play-off 1 wordt bij gelijkheid van punten eerst het eventueel naar boven afgeronde halve punt terug afgetrokken.

Bij het begin van het volgende seizoen spelen de bekerwinnaar en de landskampioen tegen elkaar voor de Supercup op het veld van de landskampioen.

Sponsoring en Media

Voor aanvang van het seizoen 1993/94 volgde bierbrouwerij Jupiler de Franse autofabrikant Peugeot op als hoofdsponsor van de hoogste afdeling. Vanaf het seizoen 1998/99 kreeg de eerste klasse als sponsornaam de Jupiler Liga (Frans: Ligue Jupiler), een naam die in 2001 werd ingeruild voor de Engelstalige variant Jupiler League.

De samenvattingen van de Belgische eerste klasse worden in Vlaanderen uitgezonden door Play4 in het programma Sports Late Night. De commerciële zender uit Vilvoorde haalde de rechten samen met Telenet binnen in de zomer van 2017. Voordien werden de wedstrijdverslagen aangeboden door de openbare omroep VRT - in programma's als Sportweekend en Studio 1, later Extra Time - en op VTM in de periode 1994-2005 en 2011-2017.

Lees ook: Toernooi voor Landskampioenen: Een terugblik

De liverechten voor het Belgisch voetbal waren van midden de jaren 90 tot 2005 in handen van Canal+. In 2005 was het echter Belgacom dat het meeste geld op tafel legde. Voor het eerst in de geschiedenis waren de rechtstreekse verslagen daarmee niet in handen van een betaalzender, maar van een distributeur. Het telecombedrijf lanceerde prompt 11 op Belgacom TV. Zes jaar later verloor Belgacom het grootste deel van de rechten aan concurrent Telenet (in Vlaanderen) en VOO in Wallonië en waren de drie belangrijkste wedstrijden van een speeldag - vrijdag om 20.30 uur of zaterdag om 18 uur plus zondag om 18 en 20.30 uur - enkel te zien op Play Sports en VOO Foot.

Vanaf het seizoen 2014-2015 werden voor (minstens) drie seizoenen de liverechten toegekend op niet-exclusieve basis: hierdoor zijn alle wedstrijden te volgen op zowel Proximus TV (Proximus 11), Play Sports (Telenet) als VOOFoot. Vanaf seizoen 2020/21 zijn de rechten voor vijf seizoenen in handen van Eleven. Vanaf dit seizoen kunnen voetballiefhebbers rechtstreeks een abonnement afnemen in de Eleven app, of kunnen ze blijven kijken via quasi alle grote operatoren in België: Telenet, Orange, Proximus, TV Vlaanderen & VOO. De samenvattingen in Vlaanderen blijven in handen van Play4 (Sports Late Night). In Nederland zendt de betaalzender Ziggo de topwedstrijden op zondag live uit.

Uitbreidingen en Oorlogsjaren

Het aantal clubs bleef echter jaar na jaar groeien, zodat men in 1901/02 de competitie weer opsplitste, maar nu in twee evenwaardige gemengde reeksen. In 1904 keerde men dan definitief terug naar het systeem met één reeks. Vanaf 1905 hield men dan het aantal clubs vast op 10, de laatste in de rangschikking degradeerde op het eind van het seizoen naar de Eerste Afdeling.

Toen in 1914 de Eerste Wereldoorlog uitbrak, werd geen competitie meer ingericht. Pas vijf seizoenen later, in 1919/20, werd weer een officiële competitie gespeeld. In 1921 werd de competitie nogmaals uitgebreid, ditmaal tot 14 clubs. In 1942 had men de competitie opnieuw uitgebreid met twee clubs, zodat er nu 16 ploegen in de hoogste afdeling speelden.

Ondanks de oorlog werd er toch gevoetbald en de Antwerpse clubs bleven succesvol. Niet alle competities verliepen echter vlekkeloos. In 1939/40 (Liersche SK aan de leiding) en 1944/45 (zonder de Antwerpse Provincieploegen) werd de competitie niet volledig afgewerkt. In 1940/41 werd de competitie door Lierse SK gewonnen, maar die titel werd vele jaren later plotseling officieus verklaard. Het seizoen erop werd een volwaardige competitie gespeeld, waarin opnieuw Lierse kampioen speelde. Ook de volgende twee seizoenen werd een officiële competitie gespeeld.

Dominantie van Clubs en Opkomst van Anderlecht

FC Liégeois had na de eerste vier seizoenen van de competitie reeds drie landstitels behaald. Het eerste decennium van de 20ste eeuw werd echter gedomineerd door clubs uit de hoofdstad, en Union Saint-Gilloise en Racing Club de Bruxelles verdeelden de titels onder elkaar. Bij het begin van de jaren 10 slaagde Cercle Brugge er als eerste Vlaamse club in kampioen te worden. Daarna trad met Daring Club de Bruxelles nog een andere Brusselse club op de voorgrond.

Waar in de aanvangsjaren het Luikse en daarna het Brusselse voetbal succesvol waren, trad in de jaren 20 ook het Antwerpse voetbal op de voorgrond. Beerschot AC haalde vijf landstitels, en ook Royal Antwerp FC en Liersche SK slaagden er rond 1930 in te zegevieren. Halverwege de jaren 30 traden de Brusselse clubs Union en Daring nog eens op de voorgrond. Vooral Union werd in die periode legendarisch. De ploeg slaagde erin om van 1933 tot 1935 gedurende 60 competitiewedstrijden op rij ongeslagen te blijven; een record waar de ploeg toen de bijnaam Union 60 aan overhield.

Na de oorlog veranderde het voetballandschap verder. De vele traditionele oude Brusselse topclubs zakten weg; een jongere Brusselse club kwam op de voorgrond treden, en zou zijn stempel drukken op het Belgische voetbal, namelijk RSC Anderlecht. Die club pakte in 1947 zijn eerste titel, er zouden er vele volgen. In 1950/51 eindigden twee clubs bovenaan met evenveel punten. De club met het minst nederlagen werd echter hoogst gerangschikt, en zo werd Anderlecht dat seizoen kampioen ten voordele van Berchem Sport.

Anderlecht en Concurrentie

Anderlecht domineerde verder het voetbal in de jaren 50, maar desondanks slaagden nog heel wat andere clubs er in met de landstitel te gaan lopen. RFC Liégeois won na een halve eeuw nog eens twee landstitels en ook Antwerp en Lierse pikten nog een kampioenschap mee. Tegen het eind van de jaren 60 ging een nieuwe topclub de concurrentie aan met Anderlecht: Standard Luik. In de jaren 60 verdeelden Anderlecht en Standard de titels onder elkaar. Van 1964 tot en met 1968 werd Anderlecht vijf maal op rij kampioen.

In de jaren zeventig waren de grootste successen in de eerste klasse voor Club Brugge. Na een halve eeuw pakte de club in 1973 zijn tweede landstitel, er volgden er nog 4 dat decennium. In 1975 ging het kampioenschap na vele jaren nog eens naar een andere Brusselse club: RWDM. De club was een fusieclub waarin onder andere oude gloriën Racing Club en Daring Club waren opgenomen. In 1974 had men de competitie fors uitgebreid van 16 naar 20 clubs. Rond 1980 kende het relatief kleine SK Beveren een glorieperiode, toen de club in 1979 en 1984 kampioen werd. Standard en Anderlecht voegden nog enkele titels toe aan hun palmares. Op het eind van de jaren 80 had KV Mechelen een sterke ploeg en kende kortstondig succes gedurende enkele seizoenen.

Moderne Tijd en Recente Hervormingen

In 1995/96 werd ook in de eerste klasse het driepuntensysteem ingevoerd. Vanaf de jaren 90 werden Club Brugge en RSC Anderlecht de absolute top in de Eerste Klasse. Jaarlijks ging een van beide clubs met de titel lopen. Enkel Lierse slaagde er in 1997 in te verrassen en een titel weg te kapen, en ook KRC Genk kende zijn eerste successen.

In maart 2008 bereikten de eersteklassers een akkoord om een competitiehervorming door te voeren. Bij die hervorming werd het aantal clubs teruggebracht tot zestien. Na de reguliere competitie worden er play-offs afgewerkt. In het decennium erna werd regelmatig gesleuteld aan het format, mede door de hervorming van de tweede klasse en de scheiding tussen prof- en amateurvoetbal, in 2016. Vanaf de invoering van de play-offs in 2010 kwam er al kritiek op de complexe competitieformule, die vooral voor ploegen in play-off 2 oninteressant zou zijn.

Vanaf 2018 gingen er steeds meer stemmen op om naar een profcompetitie van 20 clubs te gaan, waarbij er vier profclubs naar het amateurvoetbal zouden zakken. Vanwege de coronapandemie werd de competitie in 2019/20 op één speelronde niet afgewerkt, waardoor Waasland-Beveren als nummer laatst nog een waterkans had op het behoud. Na een ongekende procedureslag werd besloten om geen degradanten vast te stellen en naar achttien clubs in Eerste klasse A te gaan voor een periode van twee seizoenen. Dat werden er uiteindelijk drie.

Op 17 juni 2022 besloot de Algemene Vergadering van de Pro League tot een nieuw competitieformat vanaf 2023/24 met zestien ploegen in eerste klasse en zestien ploegen in tweede klasse, mét play-offs.

Vanaf het seizoen 2026/27 zal de Belgische Eerste Klasse (Pro League) opnieuw achttien clubs tellen en de play-offs om de landstitel zullen verdwijnen. Daarmee is de opzet van de competitie weer hetzelfde als die van de Nederlandse eredivisie. In de nieuwe opzet wordt er enkel nog een reguliere competitie afgewerkt, waarna de nummers één tot en met vier een Europees ticket krijgen en de nummers zeventien en achttien degraderen.

Overzicht van Landskampioenen

Het volgende overzicht toont het aantal landstitels per club inclusief stamnummer. Enkel clubs die meer dan 50 seizoenen in Eerste klasse speelden zijn opgenomen.

Lijst van Landskampioenen tot en met 2020:

(Herhaal hier de lijst van kampioenen tot en met 2020, zoals eerder in de tekst vermeld)

Opmerkelijke Prestaties en Records

Op 24 februari 2008 werden er acht goals gescoord op speeldag 23. De Jupiler League vestigt daarmee een laagterecord. Drie wedstrijden eindigden zonder doelpunten. Vier keer werd er met 1-0 gewonnen. Brussels-Bergen eindigde dan weer op een 1-1-gelijkspel. Op 3 april 2016 werden er slechts zeven goals gescoord op speeldag 1 van de Play-Offs. Hiermee werd er een laagterecord gevestigd tijdens de Play-Offs. Desondanks is het gemiddeld aantal goals per wedstrijd wel hoger dan in 2008. Vijf keer werd er gewonnen met 1-0 of 0-1.

Samenvatting

De Jupiler Pro League heeft een lange en rijke geschiedenis, gekenmerkt door de dominantie van clubs als Anderlecht, Club Brugge en Standard Luik. De competitie heeft verschillende formatwijzigingen ondergaan, met als doel de spanning en competitiviteit te verhogen. Ondanks deze veranderingen blijft de Jupiler Pro League een belangrijke competitie in het Europese voetbal, met een sterke focus op de ontwikkeling van jong talent en een gepassioneerde fanbase.

Het Belgische voetbal kent een rijke en soms verrassende geschiedenis. Van de vroege dagen van de sport tot de moderne successen, België heeft een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van het voetbal in Europa en de wereld. Dit artikel duikt in de hoogtepunten van het Belgische voetbal, met een focus op de kampioenschappen en de unieke prestaties die de sport in België hebben gevormd.

België's Vroege Roem: Olympisch Goud in 1920

Wist u dat België in 1920 door de internationale media werd geroemd als ‘eerste wereldkampioen voetbal’? Tussen 28 augustus en 2 september 1920 vond in België het eerste grote voetbaltoernooi van Europa en bij uitbreiding ter wereld plaats. In de zomer van 1920 in Antwerpen dansten de Belgen op het ritme van de Rode Duivels, die toen het Olympisch voetbalgoud wonnen. De internationale pers doopte hen tot ‘wereldkampioenen’.

De Rode Duivels versloegen achtereenvolgens Spanje (3-1, met wereldkeeper Zamora), Nederland (3-0, Derby der Lage Landen in de halve finale) en Tsjecho-Slowakije (2-0, de grote favoriet voor de eindzege). In een normaal land zou dit een gegeven zijn dat elke voetballiefhebber kent, waar de voetbalbond fier op is en de samenleving mee uitpakt omwille van de bijzondere maatschappelijke waarde rond de thema’s ‘vaderland, vrijheid, vrede, vluchtelingensolidariteit’. Daarom wordt 2 september uitgeroepen tot ‘dag van het Belgische voetbalerfgoed’.

De Weg naar de FinaleHet toernooi was niet zonder uitdagingen. Vlak voor de wedstrijd tegen Spanje keerde een groot aantal Belgische toeschouwers zich tegen hun eigen team, uit onvrede over de selectie van de spelers. Ondanks deze tegenstand won België de wedstrijd.

De finale tegen Tsjecho-Slowakije was een tumultueuze gebeurtenis. Zeven minuten voor de rust ging het mis toen Coppée gevaarlijk opzette en een Tsjechische verdediger hem een schop gaf, waardoor hij neerviel. Dit leidde tot protesten van de Tsjechen en uiteindelijk verlieten ze het veld. Desondanks werd België uitgeroepen tot winnaar.

Royal Antwerp FC: Kampioen in 2023

Op 4 juni 2023 kroonde Royal Antwerp FC zich tot kampioen van België. Voor Mark van Bommel is het een titel om nooit meer te vergeten. In 1957 gebeurde het voor het laatst dat de titel naar Antwerp ging. De wedstrijd tegen KRC Genk eindigde in 2-2, met een droomgoal van Toby Alderweireld in de laatste minuut.

De Beker van België: Een Strijd om de Croky Cup

De Beker van België is het Belgische bekertoernooi voor voetbalclubs dat sinds 1908 wordt gespeeld. Sinds 2015 heet het toernooi de Croky Cup, genoemd naar de hoofdsponsor Croky. Club Brugge is de meest succesvolle club met 11 bekers.

Geschiedenis van de Beker

De eerste Beker van België werd gespeeld in 1908 met provinciale teams. In 1912 konden voetbalclubs deelnemen die uitkwamen in de nationale Eere Afdeeling (huidige Eerste klasse A) en Bevordering. Racing Club de Bruxelles won deze eerste Beker van België voor clubs. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd er geen competitievoetbal gespeeld, en ook de Beker van België werd niet meer ingericht.

De oprichting van de Europese Beker voor Bekerwinnaars is een van de voornaamste redenen dat er vanaf het seizoen 1963/64 een jaarlijks toernooi kwam. Sinds 1964 kwalificeerde de Belgische bekerwinnaar zich voor de Europese Beker voor Bekerwinnaars, tot deze Europese beker in 1999 werd afgeschaft. Vanaf dan werd aan de bekerwinnaar een plaats toegekend in de UEFA Cup en sinds 2009 in de UEFA Europa League.

Finales en Wisselbeker

Traditioneel worden de finales in en rond de hoofdstad afgewerkt. Sinds de jaarlijkse terugkeer van de Beker van België in 1964, worden de finales steevast in het Heizelstadion afgewerkt. De huidige trofee van de Beker van België is een echte wisselbeker, waardoor de beker over de jaren wat ruwer is geworden met enkele kleine blutsen en krassen.

Sponsors

In het seizoen 1995/96 krijgt de Beker voor het eerst een sponsornaam. Coca-Cola kocht voor 5 seizoenen de naamrechten en doopte de competitie om tot Coca-Cola Cup.

Plannen voor een BeNeLiga

Al sinds 1996 wordt er gesproken over het samengaan van de Nederlandse en Belgische voetbalcompetitie voor mannen, de BeNeLiga. Destijds werden de plannen voor een BeNeLiga naar de prullenbak verworpen vanwege organisatorische redenen. Bondscoach Marco van Basten haalde in 2006 het stof weer van de plannen en durfde weer te spreken over een mogelijke BeNeLiga. In 2009 wilde KNVB-voorzitter Michael van Praag een onderzoek instellen naar de haalbaarheid. In 2017 zijn PSV, Ajax en Anderlecht bij de UEFA geweest om te spreken over een gezamenlijke competitie voor Nederland en België. De UEFA onderzoekt namelijk of de opzet van de Champions League en Europa League veranderd kan worden naar een competitie met promotie en degradatie. Een ticket voor deze Europese toernooien wordt in deze opzet niet meer via de nationale competities verkregen.

Om de concurrentie aan te (blijven) gaan met andere grote Europese competities, moeten beide buurlanden samenwerken in de vorm van de nieuwe BeNeLiga. In de huidige tijd waarin er enorm grote bedragen omgaan in de voetbalwereld, proberen de bonden via een gezamenlijke competitie betere contracten af te sluiten met sponsoren en tv-bedrijven.

Begin 2019 zijn de gesprekken weer opgepakt voor de Nederlands-Belgische voetbalcompetitie. 10 voetbalclubs uit beide landen schoven in Eindhoven bij elkaar aan tafel om te praten over het vervolg van de plannen voor een BeNeLiga. Doordat de kloof tussen de topcompetities en andere landen steeds groter wordt, draait de UEFA haar mening bij en steunt het idee voor gezamenlijke competitie. De vraag of de UEFA de nieuwe competitieopzet goedkeurt is nog niet definitief beantwoord. Mogelijk start in 2025 het eerste seizoen van de BeNeLiga voetbal voor mannen. Tot die tijd is men hard bezig om de plannen concreet te maken. Het jaar 2025 zou het eerste jaar van de nieuwe voetbalcompetitie kunnen zijn, aangezien dan de tv-rechten opnieuw verdeeld gaan worden. De BeNeLiga is echter stopgezet wegens gebrek aan draagvlak.

tags: #landskampioen #voetbal #belgie #overzicht