Voetbalfans in Nederland willen op een veilige en leuke manier kunnen genieten van hun favoriete sport. De KNVB werkt hier samen met clubs, vrijwilligers, ouders en de overheid aan. Een belangrijk onderdeel van dit streven is het handhaven van de orde en veiligheid rondom voetbalwedstrijden. De landelijke commissie van beroep van de KNVB speelt hierin een cruciale rol. Dit artikel beschrijft de werking van deze commissie en haar taken.
Stadionverboden: Wie kan ze opleggen?
De KNVB kan een landelijk stadionverbod opleggen op basis van een melding van het Openbaar Ministerie, een betaaldvoetbalorganisatie (BVO) en/of van de KNVB zelf. Dit kan op grond van de Standaardvoorwaarden van de KNVB of op basis van de volmachten die de BVO’s aan de KNVB hebben gegeven.
Standaardvoorwaarden KNVB
Wie een toegangs- of seizoenkaart koopt, gaat akkoord met de Standaardvoorwaarden van de KNVB en is daardoor verplicht zich te houden aan deze voorwaarden. Bij een overtreding hiervan zal de KNVB een landelijk stadionverbod opleggen. Een landelijk stadionverbod wordt op grond van de Standaardvoorwaarden opgelegd als een persoon, die in het bezit is van een toegangs- of seizoenkaart, een voetbalgerelateerde overtreding begaat op een wedstrijddag, in of in de directe omgeving van het stadion.
Dit stadionverbod is vervolgens van kracht in en rond een stadion met bijbehorende gebouwen en terreinen, alsook de toegangen en/of toegangswegen. Het stadionverbod is vóór, tijdens en na afloop van een voetbalwedstrijd of voetbalevenement van kracht op de plaats waar de voetbalwedstrijd of het voetbalevenement wordt gehouden en waaraan een BVO of een vertegenwoordigend elftal van de KNVB deelneemt.
Volmacht
Personen op wie de Standaardvoorwaarden niet van toepassing zijn en die zich wel schuldig maken aan voetbalgerelateerd wangedrag, kunnen een stadionverbod op grond van daarvoor bedoelde volmacht opgelegd krijgen. De BVO’s hebben voor dergelijke situaties een volmacht verstrekt aan de KNVB. Dit geeft de KNVB het recht om een landelijk stadionverbod op te leggen, ook aan personen waarmee de KNVB geen contractuele relatie heeft.
Lees ook: De geschiedenis van basketbal in Nederland
De reikwijdte van het stadionverbod op basis van de volmacht is van kracht in het stadion vóór, tijdens en na afloop van een voetbalwedstrijd of voetbalevenement waaraan een BVO of een vertegenwoordigend elftal van de KNVB deelneemt.
Duur en kosten van een stadionverbod
De termijn van een stadionverbod wordt bepaald op basis van de Richtlijn termijn stadionverbod. Indien de KNVB op grond van de standaardvoorwaarden een stadionverbod oplegt met een termijn van ten minste twaalf maanden, zal de KNVB tevens een boete opleggen:
- voor personen in de leeftijdscategorie van 12 tot 16 jaar bedraagt de geldboete € 100,-.
- voor personen in de leeftijdscategorie van 16 tot 18 jaar bedraagt de geldboete € 250,-.
- voor personen vanaf 18 jaar bedraagt de geldboete € 450,-.
Bij een stadionverbod op basis van volmacht wordt geen geldboete opgelegd.
Stadionverbod negeren
Een persoon die een stadionverbod heeft en zich toch in en/of rondom een stadion ophoudt, riskeert een tweede (mogelijk langer) stadionverbod en een nieuwe (hogere) geldboete. Daarnaast kan een persoon die zijn stadionverbod overtreedt, hiervoor ook strafrechtelijk worden vervolgd en een gevangenisstraf van zes maanden krijgen.
Als een stadionverbod voor de eerste keer wordt overtreden, wordt een geldboete opgelegd van € 900,-, voor de tweede keer € 1500,- en voor de derde en elke navolgende overtreding volgt een geldboete van € 2000,-.
Lees ook: Resultaten en Verantwoordelijkheden Jeugdbekerfinales
De Commissie Stadionverboden: In Beroep Gaan
Een persoon die een stadionverbod en/of geldboete opgelegd heeft gekregen, kan hiertegen in beroep gaan bij de Commissie Stadionverboden. Deze commissie dient een beroep te ontvangen binnen 14 dagen na de datum waarop het deurwaardersexploot aan de betrokkene is uitgereikt. Een beroep dat te laat ontvangen is, is niet-ontvankelijk.
Behandeling beroep
De Commissie Stadionverboden zal een tijdig ontvangen beroepschrift binnen 30 dagen na ontvangst behandelen en de beslissing schriftelijk aan de betrokkene mededelen. Deze termijn kan eenmalig met 30 dagen worden verlengd. De Commissie Stadionverboden doet daarvan schriftelijk mededeling aan de betrokkene. Deze termijnen gelden niet als de betrokkene zelf om uitstel verzoekt.
Het beroep heeft geen schorsende werking, dat wil zeggen dat het door de KNVB aan de betrokkene opgelegde stadionverbod van kracht blijft gedurende de behandeling van het beroep. De Commissie Stadionverboden kan de beslissing om een stadionverbod en/of een geldboete op te leggen bevestigen, vernietigen of wijzigen.
Tuchtzaken en de Landelijke Commissie van Beroep
Naast stadionverboden behandelt de KNVB ook tuchtzaken. Als iemand het niet eens is met de uitspraak van de tuchtcommissie bestaat in vrijwel alle gevallen de mogelijkheid hiertegen in beroep te gaan. In sommige gevallen is er geen mogelijkheid om beroep in te stellen. Zo is het niet mogelijk om verweer of beroep in te stellen tegen de registratie door de aanklager van waarschuwingen en daaruit voortvloeiende uitsluitingen naar aanleiding van deze waarschuwingen. Ook is geen beroep mogelijk als de tuchtzaak is afgedaan met een berisping, schuldigverklaring zonder oplegging van straf, vrijspraak, administratieve boete of een boete wegens een administratief verzuim.
Straf niet automatisch opgeschort door het instellen van beroep
Door het instellen van beroep wordt de tenuitvoerlegging van de door de tuchtcommissie opgelegde straf en/of maatregel niet automatisch opgeschort. Dit betekent dat de straf of maatregel die door de tuchtcommissie is opgelegd, blijft gelden tot er een uitspraak is van de commissie van beroep.
Lees ook: Landelijke Competitie Regels Hockey
Een betrokkene kan de commissie van beroep wel verzoeken om de opgelegde straf of maatregel op te schorten. Dit wordt ook wel een opschortingsverzoek genoemd.
In de volgende gevallen zal de commissie van beroep overgaan tot opschorting van de straf:
- als meteen op basis van het dossier vaststaat dat betrokkene zou moeten worden vrijgesproken;
- als er ernstige procedurefouten zijn gemaakt;
- als er een straf aan betrokkene is opgelegd die niet in verhouding staat tot de overtreding die door de tuchtcommissie bewezen is geacht.
Zo lang de commissie van beroep geen beslissing over het opschortingsverzoek heeft genomen, blijft de opgelegde straf of maatregel gelden. De kosten van een opschortingsverzoek zijn: € 32,30 (senior) / € 18,30 (junior/pupil) / € 25,10 (vereniging). De vereniging kan betrokkene vragen om deze kosten te betalen.
Werkwijze commissie van beroep
De commissie van beroep is een onafhankelijke commissie. Dit betekent dat de commissie van beroep niet afhankelijk is van de KNVB of van andere tuchtorganen. Elke zaak van de commissie van beroep wordt door drie leden zeer zorgvuldig bekeken. Zij overleggen vervolgens met elkaar welke uitspraak gedaan moet worden. Het streven is zo snel mogelijk uitspraak te doen.
De commissie van beroep is centraal georganiseerd en wordt bij haar werkzaamheden ondersteund door een medewerker ondersteuning beroepszaken. Deze medewerker fungeert als contactpersoon van de betrokkenen en is belast met de uitwerking en verzending van de uitspraken.
Beroepskosten
De kosten van het beroep voor een persoon zijn: € 58,40. Dit bedrag brengt de KNVB in rekening bij de vereniging van betrokkene. De vereniging kan betrokkene vragen om deze kosten te betalen. De kosten van het beroep voor een vereniging zijn: € 88,10.
Wordt betrokkene door de commissie van beroep vrijgesproken of wordt de zaak teruggewezen naar de tuchtcommissie, dan komen de kosten van het beroep voor rekening van de KNVB.
De uitspraak van de commissie van beroep is onherroepelijk
Tegen de uitspraak van de commissie van beroep staat verder geen beroepsmiddel meer open. De aanklager is de spil in de tuchtrechtelijke procedure. Bij de aanklager komen nieuwe zaken binnen.
Consequenties van gele en rode kaarten
Twee keer geel
Een speler die wegens twee keer geel de rode kaart heeft gekregen, is automatisch voor de eerstvolgende wedstrijd uitgesloten in het veldvoetbal. Wanneer een speler twee gele kaarten krijgt in een competitiewedstrijd of een daarmee samenhangende wedstrijd heeft dit tot gevolg dat de speler is uitgesloten van deelname aan competitiewedstrijden en daarmee samenhangende wedstrijden totdat zijn team de eerstvolgende competitiewedstrijd of daarmee samenhangende wedstrijd heeft gespeeld. Deze speler is dus niet uitgesloten voor bekerwedstrijden. De twee gele kaarten worden niet geregistreerd op de staffel.
Wanneer een speler twee gele kaarten krijgt in een bekerwedstrijd heeft dit tot gevolg dat de speler is uitgesloten van deelname aan bekerwedstrijden totdat zijn team de eerstvolgende bekerwedstrijd heeft gespeeld. Deze speler is dus niet uitgesloten voor competitiewedstrijden of daarmee samenhangende wedstrijden. De twee gele kaarten worden niet geregistreerd op de staffel.
In het futsal is een speler die wegens twee keer geel de rode kaart heeft gekregen in de eredivisie mannen/vrouwen of eerste divisie vrouwen automatisch voor de eerstvolgende wedstrijd uitgesloten.
Directe rode kaart
Een speler of wisselspeler die voor, tijdens of na een bindende wedstrijd door de scheidsrechter disciplinair is bestraft met een directe veldverwijdering, is voor geen enkel team speelgerechtigd om deel te nemen aan bindende wedstrijden tot en met de dag waarop het team de eerstvolgende bindende wedstrijd heeft gespeeld. Onder een bindende wedstrijd wordt verstaan een competitiewedstrijd, een daarmee samenhangende wedstrijd en een bekerwedstrijd. De club en speler zijn overigens zelf verantwoordelijk voor naleving van deze regel.
Als gevolg van de directe rode kaart kan betrokkene vóór de eerstvolgende bindende wedstrijd een schikkingsvoorstel van de aanklager of een uitspraak van de tuchtcommissie ontvangen. Indien betrokkene in verweer gaat tegen het schikkingsvoorstel van de aanklager of in beroep gaat tegen de uitspraak van de tuchtcommissie, blijft de directe rode kaartregeling van kracht. Dit betekent dat betrokkene ondanks het ingediende verweerschrift of beroepschrift niet speelgerechtigd is voor de eerstvolgende bindende wedstrijd.
Enkel in het geval dat de aanklager vóór de eerstvolgende bindende wedstrijd de tuchtzaak seponeert of wanneer de tuchtcommissie, dan wel de commissie van beroep betrokkene vóór de eerstvolgende bindende wedstrijd vrijspreekt, is betrokkene speelgerechtigd voor de eerstvolgende bindende wedstrijd.
Heeft de speler na de eerstvolgende gespeelde officiële wedstrijd nog geen schikkingsvoorstel van de aanklager ontvangen, dan is meespelen weer toegestaan. Als de directe rode kaartregeling is toegepast, dan mag deze wedstrijd van de uiteindelijke straf worden afgetrokken. In het schikkingsvoorstel van de aanklager wordt dit ook vermeld.
De directe rode kaartregeling is met ingang van het seizoen 2021/'22 eveneens van toepassing op teamofficials. Dus ook functionarissen (trainer, leider, verzorger etc.) op de bank kunnen een rode kaart krijgen en worden weggestuurd.
Gele kaarten in beker- en competitiewedstrijden
Bij het registreren van waarschuwingen is er een onderverdeling in drie categorieën:
- Registraties uit competitiewedstrijden (inclusief beslissingswedstrijden voor promotie, degradatie of periodekampioenschap en kampioenswedstrijden);
- Registraties uit bekerwedstrijden;
- Registraties uit promotie- en degradatiewedstrijden/play-offs.
Uitsluitingen vanuit de bekercompetitie gelden niet voor de overige competities en omgekeerd.
Met de competitie samenhangende wedstrijd
Een met de competitie samenhangende wedstrijd is een promotie- en degradatiewedstrijd/play-offwedstrijd, maar bijvoorbeeld ook een beslissingswedstrijd voor promotie, degradatie of periodekampioenschap en een kampioenswedstrijd.
Uitsluiting voor competities na een directe rode kaart
Uitsluitingen die worden opgelegd als gevolg van overtredingen in het veldvoetbal zijn niet van toepassing op futsal en omgekeerd, tenzij het tuchtrechtelijk orgaan gelet op de ernst van de overtreding anders beslist. Uitsluitingen die worden opgelegd naar aanleiding van overtredingen in competitiewedstrijden of met de competitie samenhangende wedstrijden, zijn ook van toepassing op bekerwedstrijden en omgekeerd, tenzij het tuchtrechtelijk orgaan gelet op de ernst van de overtreding anders beslist.
Dezelfde dag nog spelen na een straf voor direct rood?
Een uitsluiting (als gevolg van de directe rode kaart regeling) geldt tot en met de gehele dag waarop het team waar de rode kaart is opgelopen de eerstvolgende officiële wedstrijd heeft gespeeld. Dit houdt in dat een (wissel)speler niet ’s ochtends met een ander elftal mag meespelen als de wedstrijd van zijn/haar eigen elftal pas ’s middags plaatsvindt. Ook is het niet mogelijk ’s middags met een ander elftal mee te spelen als het eigen team van de (wissel)speler die ochtend de eerstvolgende officiële wedstrijd heeft gespeeld.
Verweer indienen en functieontzegging
Termijn voor verweer
Als je een schikkingsvoorstel van de aanklager hebt ontvangen dan heb je drie werkdagen de tijd om je verweerschrift in te dienen. Dit verweerschrift moet je persoonlijk indienen bij de aanklager en moet voorzien zijn van je naam en je KNVB-relatienummer. Als je na drie dagen je verweer indient en dus te laat bent, dan kan je verweer helaas niet meer in behandeling worden genomen en staat je straf vast.
Functieontzegging voor trainers
Ontzegging van het recht om één of meerdere functies te mogen uitoefenen kan alleen worden opgelegd naar aanleiding van een overtreding begaan in de uitoefening van een functie. In zijn schikkingsvoorstel bepaalt de aanklager welke functies worden ontzegd en voor welke periode of voor hoeveel officiële wedstrijden deze ontzegging geldt.
In deze periode - of gedurende het genoemde aantal wedstrijden - is het niet toegestaan om de functie van trainer bij een ander team van zijn vereniging uit te oefenen. Mocht de trainer bij meerdere verenigingen een functie vervullen, dan geldt de functieontzegging alleen voor de vereniging waarbij hij op het moment van de overtreding de functie uitoefende, tenzij het tuchtrechtelijk orgaan gelet op de ernst van de overtreding anders beslist.
Andere functies tijdens uitsluiting
Een uitsluiting heeft alleen betrekking op het als speler niet mogen meespelen in officiële wedstrijden. Andere functies, bijvoorbeeld als trainer of als assistent-scheidsrechter, mogen gewoon worden uitgeoefend.
Restant van een gestaakte wedstrijd
Meedoen aan restant na uitsluiting?
Een speler die is uitgesloten van deelname aan competitie- en/of bekerwedstrijden mag wel meedoen aan het restant van een gestaakte wedstrijd dat in zijn uitsluitingsperiode wordt gespeeld, wanneer hij/zij ook de oorspronkelijke wedstrijd had mogen spelen.
Verder geldt in het algemeen voor het uitspelen van een restant dat het niet noodzakelijk is dat weer dezelfde spelers worden opgesteld. Wel dienen alle spelers speelgerechtigd te zijn. Een speler die in het gespeelde gedeelte van een gestaakte wedstrijd uit het veld is gestuurd, mag niet deelnemen aan het restant, ook al heeft hij/zij de straf voor de directe rode kaart al uitgezeten.
Spelers die zijn gewisseld in het gespeelde gedeelte van een gestaakte wedstrijd, die behoort tot categorie A, mogen eveneens niet meespelen in het restant van deze wedstrijd (in categorie B is dit wel toegestaan).
Restant wedstrijd in mindering brengen op uitsluiting?
Indien een speler is uitgesloten van deelname aan competitie- en/of bekerwedstrijden, maar wel mag meespelen in het restant van een gestaakte wedstrijd aangezien hij toen ook speelgerechtigd was, zal dit uitspelen niet gelden als een wedstrijd die van het aantal wedstrijden uitsluiting zal kunnen worden afgetrokken, ongeacht of hij wel of niet meespeelt.
Om een wedstrijd in mindering te kunnen brengen op het aantal wedstrijden uitsluiting zal deze wedstrijd moeten plaatsvinden na het opleggen van de straf. Wanneer die wedstrijd niet is uitgespeeld kan deze wel in mindering worden gebracht, maar is betrokkene niet gerechtigd aan het restant van de wedstrijd deel te nemen. Dit wordt namelijk gezien als een vervolg van een eerder vastgestelde wedstrijd.
Clubstraf in mindering brengen
Wanneer de clubleiding naar aanleiding van een overtreding van een van haar spelers zelf besluit deze speler uit te sluiten voor een aantal wedstrijden mag dit in mindering worden gebracht op de door het tuchtrechtelijk orgaan opgelegde straf.
Voorwaarde is wel dat het bestuur van de vereniging dit binnen drie werkdagen na de wedstrijddag schriftelijk aan de aanklager heeft gemeld. Op de standaard rapportformulieren kan dit worden ingevuld. Achteraf kan een vereniging zich niet beroepen op een opgelegde clubstraf.
Wijziging van een uitspraak
Wanneer het door een onvoorziene verandering van omstandigheden, als bijvoorbeeld het betrokken team is teruggetrokken of een speler inmiddels senior is, niet (meer) mogelijk is de straf of maatregel geheel of gedeeltelijk ten uitvoer te leggen, kan de commissie die de straf of maatregel heeft opgelegd, op gemotiveerd verzoek van de betrokkene en met inachtneming van de voorschriften bedoeld in artikel 100 van het Reglement Tuchtrechtspraak Amateurvoetbal, de uitspraak wijzigen. Maar deze wijziging kan alleen als doel hebben de tenuitvoerlegging aan te passen aan de gewijzigde omstandigheden. In het geval dat een team uit de competitie is teruggetrokken of een jeugdspeler net naar de senioren is overgegaan kan de straf of maatregel worden gekoppeld aan een ander team.
Inzage in dossiers
Een betrokkene of zijn/haar gemachtigde heeft het recht het dossier van zijn/haar zaak in te zien. Het is dus niet mogelijk voor iemand die niet rechtstreeks bij de zaak betrokken is, zonder machtiging de betreffende stukken in te zien.
Opschorting van straf bij beroep
Door het instellen van beroep wordt de tenuitvoerlegging van de opgelegde straf of maatregel niet automatisch opgeschort. Er bestaat wel een mogelijkheid voor de voorzitter van de commissie van beroep om op basis van zijn bevoegdheden zelf te besluiten tot opschorting van een straf of maatregel, of dit te doen op verzoek van degene die het beroep heeft ingesteld.
Dit kan wanneer al vaststaat dat betrokkene moet worden vrijgesproken, wanneer er naar het oordeel van de voorzitter ernstige fouten zijn gemaakt tijdens de procedure, of dat de straf die is opgelegd niet in verhouding staat tot de gemaakte overtreding. Bij opschorting krijgt betrokkene en zijn/haar bestuur hierover bericht. Het instellen van beroep heeft dus géén automatische opschorting tot gevolg.