Het spelen van wedstrijden is een belangrijk onderdeel van de voetbalbeleving voor jonge pupillen. De KNVB (Koninklijke Nederlandse Voetbalbond) heeft specifieke wedstrijdvormen en spelregels ontwikkeld, gericht op het vergroten van het spelplezier en de ontwikkeling van pupillen in de leeftijdscategorieën Onder 8 (O8) tot en met Onder 12 (O12). Binnen deze categorieën ligt de focus op spelplezier en ontwikkeling, wat terug te zien is in de aangepaste regels en wedstrijdvormen. Dit artikel belicht specifiek de regels en richtlijnen voor de Onder 10 (O10) pupillen, met een focus op de regels met betrekking tot de eigen helft.
Wedstrijdvormen en Regels voor Pupillen O8 t/m O10: 6 tegen 6
De Onder 8 t/m Onder 10 pupillen spelen 6 tegen 6 wedstrijden op een aangepast kwart veld met afmetingen van 42,5 meter x 30 meter. Vanaf het seizoen 2018/’19 is Fase-2 van de invoering van de nieuwe wedstrijdvormen voor pupillen gestart, waarbij de Onder 10 pupillen ook in een 6 tegen 6 wedstrijdvorm spelen. Deze wedstrijden staan onder leiding van een spelbegeleider, die langs de lijn staat en de spelers de ruimte geeft om het spel zelf te ontdekken. De Onder 11 en Onder 12 pupillen spelen op een aangepast half veld (64m x 42,5m) 8 tegen 8 wedstrijden.
Rol van de Spelbegeleider
De scheidsrechter neemt bij deze leeftijdscategorie de rol aan van spelbegeleider. De spelbegeleider beweegt langs de zijlijn en geeft de spelers zoveel mogelijk de ruimte het spel zelf te ontdekken. Het toepassen van de spelregels ligt in de hand van een spelbegeleider. De spelbegeleider staat langs het veld en neemt bij het onjuist toepassen van de spelregels een beslissing en legt deze zo nodig uit. De zijlijn is de uitgangspositie van de spelbegeleider, maar als het spel hierom vraagt, staat het hem/haar altijd vrij om het veld in te bewegen. De spelbegeleider heeft maar één bedoeling en dat is de jongens en/of meisjes zoveel mogelijk te laten voetballen. Het is belangrijk dat trainers/coaches en anderen zich niet tijdens de wedstrijd tussen de spelers begeven. Op het speelveld mogen zich alleen de spelers en een spelbegeleider bevinden. De spelbegeleider kan een rol spelen in het stimuleren om voorafgaand aan de wedstrijd handen te schudden en na afloop een high five te geven als dank voor een leuke wedstrijd.
Specifieke Spelregels voor 6 tegen 6
De spelregels voor de 6 tegen 6 wedstrijdvorm zijn aangepast om het spel aantrekkelijker en leerzamer te maken voor jonge pupillen. Hieronder worden de belangrijkste regels beschreven:
Aftrap
De aftrap wordt genomen in het midden van het veld. Beide teams starten vanaf de eigen helft. De aftrap wordt genomen door één van de teams in het midden van het veld. Beide teams starten vanaf eigen helft. Er kan direct gescoord worden vanaf de aftrap. Na een doelpunt vindt er een aftrap plaats door één van de teams in het midden van het veld. Beide teams starten vanaf eigen helft.
Lees ook: Maatschappelijke betrokkenheid in het amateurvoetbal: een onderzoek.
Terugspeelbal
Een terugspeelbal (gespeeld via een voet) mag niet door de keeper worden opgepakt. Wanneer dit wel gedaan wordt, wordt een waarschuwing gegeven. Bij herhaling van de overtreding volgt een indirecte vrije trap op zeven meter afstand van de achterlijn. Een terugspeelbal mag door de keeper niet opgepakt worden. Wanneer dit wel gedaan wordt, wordt eenmalig een waarschuwing gegeven. Een terugspeelbal die niet via de voet gaat (scheen, knie, bovenlichaam en hoofd) mag wel worden opgepakt.
Achterbal
De achterbal wordt vanaf de grond genomen binnen het keepersgebied door de bal te passen of te schieten. De achterbal kan zowel door de keeper als door een veldspeler worden genomen. Indien de keeper tijdens het spel de bal in zijn handen krijgt dan mag de keeper de bal uit de handen schieten. Dus alleen als de bal de achterlijn heeft gepasseert dan geldt de regel van de achterbal en dient het spel te worden voortgezet met de bal vanaf de grond te passen of te schieten.
Hoekschop
Hoekschoppen worden vanaf de hoekpunten van het speelveld genomen door de bal in te dribbelen of te passen. In beide gevallen, na indribbelen of inpassen, mag er direct worden gescoord door de speler die de hoekschop neemt. De tegenstander staat minimaal op vijf meter afstand. Hoekschoppen worden vanaf de hoekpunten van het speelveld genomen door de bal in te dribbelen of te passen. In beide gevallen, na indribbelen of inpassen, mag er direct worden gescoord door de speler die de hoekschop neemt.
Uitbal
Bij een uitbal wordt het spel hervat door in te dribbelen. Nadat de bal is ingedribbeld kan er direct worden gescoord door de speler die indribbelt. Als de bal over de zijlijn gaat, wordt de bal ingedribbeld.
Vrije bal
Een vrije bal mag gepasst, ingedribbeld, of geschoten worden. Alle overtredingen worden bestraft met een directe vrije schop. Bij een overtreding wordt een vrije bal door de tegenpartij genomen.
Lees ook: KNVB-overschrijvingen: Een complete gids
Keepersgebied
Het advies luidt om het keepersgebied te markeren op 7 meter van de achterlijn met twee afwijkende kleur pionnen. Er wordt geadviseerd om het keepersgebied te markeren op de zijlijn - 7 meter vanaf de achterlijn - met twee afwijkende kleur pionnen. Het advies luidt om het keepersgebied te markeren op de zijlijn - ter hoogte van de zijkant van de 16 meter - met twee afwijkende kleur pionnen.
Strafschop
Bij het ontnemen van een duidelijke scoringskans zal er een strafschop worden toegekend. Bij hoge uitzondering. Bij het ontnemen van een duidelijke scoringskans zal er een strafschop worden toegekend. Strafschoppen worden alleen gegeven bij het ontnemen van een duidelijke scoringskans.
Afstand
De tegenstander staat minimaal op 5 meter afstand bij elke spelhervatting.
Buitenspel
De buitenspelregel is niet van toepassing.
Speeltijd en Time-outs
De speeltijd voor O8 en O9 is 2x 20 minuten. Per helft vindt er bij O.8 en O.9 na 10 minuten en bij O.10 na 12,5 minuten een time-out plaats van maximaal 2 minuten. De speeltijd bij Onder 11 en Onder 12 is: 2 x 30 minuten. De time-out vindt plaats halverwege iedere helft (tijdens een neutrale spelsituatie zoals een achterbal of uitbal). De time-out duurt ongeveer twee minuten en biedt de trainer de mogelijkheid kort terug te blikken, tips mee te geven en de spelers te stimuleren. Na de time- out wordt het spel hervat door middel van een aftrap in het midden van het veld door de partij die bij aanvang van de time-out de bal in het bezit had. De time-out wordt door de spelbegeleider aangegeven door middel van een fluitsignaal, op het moment er 10 minuten verstreken zijn en er geen scoringskans is. Halverwege de wedstrijd vindt de rust plaats van maximaal 10 minuten. Na 30 minuten vindt de rust plaats van maximaal 15 minuten.
Lees ook: Scheidsrechter niet aanwezig? Dit zijn de stappen
Geen Uitslagen en Standen
Bij de Onder 8 t/m Onder 10 pupillen worden geen uitslagen en standen meer gepubliceerd. Dit is in lijn met de ontwikkeling van de nieuwe wedstrijdvormen waarbij het draait om het vergroten van het spelplezier van pupillen. Wel houdt de KNVB de uitslagen bij om zo de competitie goed in te kunnen delen. Uit onderzoek blijkt dat kinderen uitkomend in Onder 8 en Onder 9 nog niet in staat zijn om weken vooruit te kijken en daarom geen echte interesse hebben in rangen en standen. Het bijhouden van een competitie en toewerken naar een kampioenschap blijkt vooral van waarde en belang voor trainers, leiders en ouders. Dit kan leiden tot onnodige spanning en druk wat ten koste gaat van het spelplezier van het kind. Vanaf het seizoen 2017/’18 houdt de KNVB geen rangen en standen meer bij voor de pupillen onder 8 en 9 jaar. Vanaf het seizoen 2018/’19 geldt dit ook voor de pupillen onder 10 jaar.
Extra informatie
Na afloop van de wedstrijd kunnen door beide teams strafschoppen vanaf 7 meter worden genomen. Dit zorgt elke keer weer voor een mooie afsluiting van een leuke wedstrijd. Voor pupillen is het nemen van een strafschop elke keer weer een mooie afsluiting van een wedstrijd.
Belang van spelplezier en ontwikkeling
De wedstrijdvorm 6 tegen 6 wordt gespeeld door kinderen onder 8, 9 en 10 jaar. In deze wedstrijdvorm komen de kinderen veel aan de bal, passen en dribbelen ze veel, kunnen ze op meerdere posities gaan spelen en hebben een hoge betrokkenheid bij het spel. In heel Nederland wordt voor deze pupillen een zogenaamde geboortejaarcompetitie en eenzelfde voetbalpakket aangeboden. Bij de organisatie van de nieuwe wedstrijdvormen zijn de volgende vijf aandachtspunten essentieel.
Informatie voor de Omgeving
Plezier in het voetbal is het allerbelangrijkste, zeker bij de pupillen. Bij de pupillen wordt onderscheid gemaakt in verschillende teams: JO6, JO7, JO8 t/m 10, JO11 t/m 12. JO staat in dit geval voor ‘Jeugd Onder’. Bij de pupillen spelen jongens en meisjes samen. Daarnaast spelen ze op kleinere velden en in kleinere teams. Op deze manier komen kinderen vaker aan de bal en gaan ze meer dribbelen, schieten, samenspelen en scoren. Dit alles draagt bij aan het uiteindelijke doel: het vergoten van het spelplezier en de ontwikkeling van deze pupillen.
Het is belangrijk dat de omgeving zo goed mogelijk op de hoogte is van alle spelregels en informatie om zo het plezier en de ontwikkeling van de kinderen te realiseren. Er zijn daarom diverse documenten ontwikkeld zoals spelregels en infographics met informatie over de spelers/speelsters, de teambegeleiders en de ouders. Deze informatie vind je terug op de specifieke pagina’s voor de teams.
De Rol van de Ouder
Als ouder speel je een grote rol in de sportbeleving van je kind: voor, tijdens en na de wedstrijd én thuis. Als ouder ben je een rolmodel voor je kind; als toeschouwer, supporter en natuurlijk als opvoeder. Als ouder heb je een grote invloed op het gedrag en de prestaties van je kind. Een positieve houding ten opzichte van alle kinderen, vrijwilligers, scheidsrechters en tegenstanders stimuleert het plezier en de ontwikkeling van kinderen. Het is daarvoor belangrijk op de hoogte te zijn van de spelregels en wedstrijdvormen waarin jouw kind actief is. Daarnaast kun je als ouder actief zijn als vrijwilliger zoals een coach, commissielid of bestuurder. Je bent als ouder een belangrijke factor in een bloeiend verenigingsleven. Een vereniging kan nu eenmaal niet bestaan zonder vrijwilligers.
Praktische Zaken
Voor elk seizoen wordt bepaald in welke leeftijdsgroep de speler/speelster hoort op basis van het geboortejaar. Voetbalwedstrijden worden in principe gespeeld op zaterdag. Incidenteel kan op een doordeweekse avond worden gespeeld, onder andere bij inhaalwedstrijden of verplaatsingen in overleg met de tegenstander. Het voetbalseizoen (competitie) loopt van september tot en met eind mei/begin juni. Dit is afhankelijk van de speeldagen-kalender, welke ieder seizoen door de KNVB wordt bepaald. In de jeugd wordt gespeeld met verschillende balmaten.