Op 8 augustus 2025 viel het doek definitief voor Vitesse. De club uit Arnhem raakte haar proflicentie kwijt, nadat de rechtbank in Utrecht oordeelde dat het besluit van de KNVB om de licentie in te trekken, in stand blijft. Dit artikel geeft een overzicht van de gebeurtenissen, de argumentatie van de rechtbank, de reactie van de KNVB en een bredere context van tuchtzaken binnen het Nederlandse voetbal.
De Uitspraak van de Rechtbank
Vitesse had een kort geding aangespannen tegen het besluit van de KNVB, maar de rechtbank in Utrecht oordeelde dat de intrekking van de proflicentie terecht was. De rechter toetste of het besluit 'in alle redelijkheid' was genomen en of de KNVB de juiste procedure had gevolgd bij het opleggen van de straf.
De rechtbank stelde dat de KNVB niet in strijd met het eigen licentiereglement had gehandeld en dat het besluit voldoende en begrijpelijk was gemotiveerd. De rechtbank benadrukte dat de KNVB Vitesse al in het afgelopen seizoen negen sancties had opgelegd. Deze overtredingen waren dermate ernstig en van lange duur, dat de KNVB redelijkerwijs tot de conclusie kon komen dat de zwaarste sanctie - intrekking van de licentie - de enige optie was.
Hoewel Vitesse aangaf nu wel aan de eisen voor een proflicentie te kunnen voldoen, woog dit niet mee in de beslissing van de rechter. De zaak richtte zich namelijk op het controleren van beslissingen uit het verleden.
De rechter erkende het maatschappelijke belang van Vitesse, maar dit was onvoldoende om de club in het gelijk te stellen. De rechtbank erkende dat de intrekking van de proflicentie grote gevolgen zou hebben voor supporters, ondernemers, maatschappelijke organisaties en de regio Arnhem als geheel, maar dat de ernst en duur van de inbreuken op het licentiesysteem door Vitesse zwaarder wogen.
Lees ook: Maatschappelijke betrokkenheid in het amateurvoetbal: een onderzoek.
Reactie van de KNVB
De KNVB reageerde op de uitspraak met een mix van begrip en steun voor de licentiecommissie. De bond erkende de pijnlijke gevolgen voor alle betrokkenen bij Vitesse, maar benadrukte het belang van het handhaven van het licentiesysteem.
De KNVB stelde dat het duidelijk was geworden hoe groot de impact kan zijn wanneer een club structureel niet aan het licentiesysteem voldoet. Het intrekken van de licentie van een betaaldvoetbalclub is ingrijpend, niet alleen voor de club zelf, maar ook voor de fans, sponsors, partners, werknemers en alle anderen die direct of indirect betrokken zijn bij Vitesse.
De KNVB benadrukte dat de clubs gezamenlijk regels hebben opgesteld om de integriteit en continuïteit van de competities in het betaald voetbal te waarborgen. Deze regels worden gecontroleerd door de onafhankelijke licentiecommissie en de beroepscommissie licentiezaken.
Vitesse zou, bij behoud van de licentie, een puntenstraf van twaalf punten meenemen naar het nieuwe seizoen in de Keuken Kampioen Divisie.
Achtergrond van de Straf: overtreding informatieplicht
De straf van de KNVB was het gevolg van het niet voldoen aan de informatieplicht door Vitesse. De onafhankelijke beroepscommissie licentiezaken van de KNVB had het beroep dat Vitesse had ingesteld tegen in totaal 12 wedstrijdpunten in mindering ongegrond verklaard.
Lees ook: KNVB-overschrijvingen: Een complete gids
De licentiecommissie publiceerde op 11 april een straf van 3 wedstrijdpunten in mindering vanwege het niet voldoen aan de informatieplicht. Op 22 april volgde een nieuwe publicatie over een straf in de vorm van 9 wedstrijdpunten in mindering voor het opnieuw niet voldoen aan de informatieplicht. De club ging tegen beide uitspraken van de licentiecommissie in beroep, maar de beroepscommissie heeft het beroep behandeld en ongegrond verklaard.
Tuchtzaken binnen het Voetbal: Een Overzicht
De zaak Vitesse werpt een licht op de complexiteit van tuchtzaken binnen het voetbal. Om een breder inzicht te geven, volgt hier een overzicht van enkele relevante regels en procedures.
Gevolgen van Gele en Rode Kaarten
- Twee keer geel: Een speler die twee gele kaarten krijgt in een competitiewedstrijd of een daarmee samenhangende wedstrijd, is uitgesloten van deelname aan competitiewedstrijden en daarmee samenhangende wedstrijden totdat zijn team de eerstvolgende competitiewedstrijd of daarmee samenhangende wedstrijd heeft gespeeld. Dit geldt niet voor bekerwedstrijden. In het futsal geldt een vergelijkbare regeling voor de eredivisie mannen/vrouwen en eerste divisie vrouwen.
- Directe rode kaart: Een speler of wisselspeler die een directe rode kaart krijgt, is voor geen enkel team speelgerechtigd om deel te nemen aan bindende wedstrijden tot en met de dag waarop het team de eerstvolgende bindende wedstrijd heeft gespeeld. Dit geldt voor competitiewedstrijden, daarmee samenhangende wedstrijden en bekerwedstrijden. De club en speler zijn zelf verantwoordelijk voor naleving van deze regel.
De speler kan een schikkingsvoorstel van de aanklager of een uitspraak van de tuchtcommissie ontvangen. Indien betrokkene in verweer gaat tegen het schikkingsvoorstel van de aanklager of in beroep gaat tegen de uitspraak van de tuchtcommissie, blijft de directe rode kaartregeling van kracht. Enkel in het geval dat de aanklager vóór de eerstvolgende bindende wedstrijd de tuchtzaak seponeert of wanneer de tuchtcommissie, dan wel de commissie van beroep betrokkene vóór de eerstvolgende bindende wedstrijd vrijspreekt, is betrokkene speelgerechtigd voor de eerstvolgende bindende wedstrijd.
Als de directe rode kaartregeling is toegepast, dan mag deze wedstrijd van de uiteindelijke straf worden afgetrokken. In het schikkingsvoorstel van de aanklager wordt dit ook vermeld.
De directe rode kaartregeling is ook van toepassing op teamofficials (trainer, leider, verzorger etc.).
Lees ook: Scheidsrechter niet aanwezig? Dit zijn de stappen
Registratie van Waarschuwingen
Bij het registreren van waarschuwingen is er een onderverdeling in drie categorieën:
- Registraties uit competitiewedstrijden (inclusief beslissingswedstrijden voor promotie, degradatie of periodekampioenschap en kampioenswedstrijden).
- Registraties uit bekerwedstrijden.
- Registraties uit promotie- en degradatiewedstrijden/play-offs.
Uitsluitingen vanuit de bekercompetitie gelden niet voor de overige competities en omgekeerd.
Een met de competitie samenhangende wedstrijd is een promotie- en degradatiewedstrijd/play-offwedstrijd, maar bijvoorbeeld ook een beslissingswedstrijd voor promotie, degradatie of periodekampioenschap en een kampioenswedstrijd.
Uitsluitingen die worden opgelegd als gevolg van overtredingen in het veldvoetbal zijn niet van toepassing op futsal en omgekeerd, tenzij het tuchtrechtelijk orgaan gelet op de ernst van de overtreding anders beslist.
Uitsluitingen die worden opgelegd naar aanleiding van overtredingen in competitiewedstrijden of met de competitie samenhangende wedstrijden, zijn ook van toepassing op bekerwedstrijden en omgekeerd, tenzij het tuchtrechtelijk orgaan gelet op de ernst van de overtreding anders beslist.
Een uitsluiting (als gevolg van de directe rode kaart regeling) geldt tot en met de gehele dag waarop het team waar de rode kaart is opgelopen de eerstvolgende officiële wedstrijd heeft gespeeld. Dit houdt in dat een (wissel)speler niet ’s ochtends met een ander elftal mag meespelen als de wedstrijd van zijn/haar eigen elftal pas ’s middags plaatsvindt. Ook is het niet mogelijk ’s middags met een ander elftal mee te spelen als het eigen team van de (wissel)speler die ochtend de eerstvolgende officiële wedstrijd heeft gespeeld.
Verweer en Beroep
Als een schikkingsvoorstel van de aanklager is ontvangen, is er drie werkdagen de tijd om een verweerschrift in te dienen. Dit verweerschrift moet persoonlijk worden ingediend bij de aanklager en moet voorzien zijn van naam en KNVB-relatienummer.
Ontzegging van het recht om één of meerdere functies te mogen uitoefenen kan alleen worden opgelegd naar aanleiding van een overtreding begaan in de uitoefening van een functie. In zijn schikkingsvoorstel bepaalt de aanklager welke functies worden ontzegd en voor welke periode of voor hoeveel officiële wedstrijden deze ontzegging geldt.
Een uitsluiting heeft alleen betrekking op het als speler niet mogen meespelen in officiële wedstrijden. Andere functies, bijvoorbeeld als trainer of als assistent-scheidsrechter, mogen gewoon worden uitgeoefend.
Een speler die is uitgesloten van deelname aan competitie- en/of bekerwedstrijden mag wel meedoen aan het restant van een gestaakte wedstrijd dat in zijn uitsluitingsperiode wordt gespeeld, wanneer hij/zij ook de oorspronkelijke wedstrijd had mogen spelen.
Wanneer een speler officieel is uitgesloten, maar wel het restant van een eerder gestaakte wedstrijd mag uitspelen, dan zal dit uitspelen niet gelden als een wedstrijd die van het aantal wedstrijden uitsluiting zal kunnen worden afgetrokken, ongeacht of hij wel of niet meespeelt.
Wanneer die wedstrijd niet is uitgespeeld kan deze wel in mindering worden gebracht, maar is betrokkene niet gerechtigd aan het restant van de wedstrijd deel te nemen. Dit wordt namelijk gezien als een vervolg van een eerder vastgestelde wedstrijd.
Wanneer de clubleiding naar aanleiding van een overtreding van een van haar spelers zelf besluit deze speler uit te sluiten voor een aantal wedstrijden mag dit in mindering worden gebracht op de door het tuchtrechtelijk orgaan opgelegde straf.
Voorwaarde is wel dat het bestuur van de vereniging dit binnen drie werkdagen na de wedstrijddag schriftelijk aan de aanklager heeft gemeld.
Wanneer het door een onvoorziene verandering van omstandigheden, als bijvoorbeeld het betrokken team is teruggetrokken of een speler inmiddels senior is, niet (meer) mogelijk is de straf of maatregel geheel of gedeeltelijk ten uitvoer te leggen, kan de commissie die de straf of maatregel heeft opgelegd, op gemotiveerd verzoek van de betrokkene en met inachtneming van de voorschriften bedoeld in artikel 100 van het Reglement Tuchtrechtspraak Amateurvoetbal, de uitspraak wijzigen. Maar deze wijziging kan alleen als doel hebben de tenuitvoerlegging aan te passen aan de gewijzigde omstandigheden. In het geval dat een team uit de competitie is teruggetrokken of een jeugdspeler net naar de senioren is overgegaan kan de straf of maatregel worden gekoppeld aan een ander team.
Een betrokkene of zijn/haar gemachtigde heeft het recht het dossier van zijn/haar zaak in te zien. Het is dus niet mogelijk voor iemand die niet rechtstreeks bij de zaak betrokken is, zonder machtiging de betreffende stukken in te zien.
Door het instellen van beroep wordt de tenuitvoerlegging van de opgelegde straf of maatregel niet automatisch opgeschort. Er bestaat wel een mogelijkheid voor de voorzitter van de commissie van beroep om op basis van zijn bevoegdheden zelf te besluiten tot opschorting van een straf of maatregel, of dit te doen op verzoek van degene die het beroep heeft ingesteld.
Dit kan wanneer al vaststaat dat betrokkene moet worden vrijgesproken, wanneer er naar het oordeel van de voorzitter ernstige fouten zijn gemaakt tijdens de procedure, of dat de straf die is opgelegd niet in verhouding staat tot de gemaakte overtreding. Bij opschorting krijgt betrokkene en zijn/haar bestuur hierover bericht. Het instellen van beroep heeft dus géén automatische opschorting tot gevolg.
Niet Spelen van een Wedstrijd
Wanneer het niet lukt om een wedstrijd in overleg met de tegenstander te verplaatsen, is er sprake van het ‘niet opkomen c.q. niet spelen’ van ofwel de thuisvereniging ofwel de bezoekende vereniging. Vanuit de aanklager volgt er dan een schikkingsvoorstel met een boete en eventueel punten in mindering wegens het niet spelen van deze wedstrijd.
Het enkel tijdig melden aan de tegenstander dat de wedstrijd niet gespeeld kan worden, zónder tijdig een nieuwe datum in te plannen met deze tegenstander, zorgt er niet voor dat er geen tuchtzaak voor het niet spelen van de wedstrijd wordt aangemaakt. Ook het gegeven dat getracht is in overleg met de tegenstander de wedstrijd te verplaatsen, maar de tegenstander niet wilde meewerken aan deze verplaatsing, is geen reden om géén tuchtzaak te starten. De tegenstander is namelijk geenszins verplicht om deze medewerking te verlenen.
Beroepsprocedure
Als iemand het niet eens is met de uitspraak van de tuchtcommissie bestaat in vrijwel alle gevallen de mogelijkheid hiertegen in beroep te gaan. In sommige gevallen is er geen mogelijkheid om beroep in te stellen. Zo is het niet mogelijk om verweer of beroep in te stellen tegen de registratie door de aanklager van waarschuwingen en daaruit voortvloeiende uitsluitingen naar aanleiding van deze waarschuwingen. Ook is geen beroep mogelijk als de tuchtzaak is afgedaan met een berisping, schuldigverklaring zonder oplegging van straf, vrijspraak, administratieve boete of een boete wegens een administratief verzuim.
Door het instellen van beroep wordt de tenuitvoerlegging van de door de tuchtcommissie opgelegde straf en/of maatregel niet automatisch opgeschort. Dit betekent dat de straf of maatregel die door de tuchtcommissie is opgelegd, blijft gelden tot er een uitspraak is van de commissie van beroep.
Een betrokkene kan de commissie van beroep wel verzoeken om de opgelegde straf of maatregel op te schorten. Dit wordt ook wel een opschortingsverzoek genoemd.
In de volgende gevallen zal de commissie van beroep overgaan tot opschorting van de straf:
- als meteen op basis van het dossier vaststaat dat betrokkene zou moeten worden vrijgesproken;
- als er ernstige procedurefouten zijn gemaakt;
- als er een straf aan betrokkene is opgelegd die niet in verhouding staat tot de overtreding die door de tuchtcommissie bewezen is geacht.
Zo lang de commissie van beroep geen beslissing over het opschortingsverzoek heeft genomen, blijft de opgelegde straf of maatregel gelden. De kosten van een opschortingsverzoek zijn: € 32,30 (senior) / € 18,30 (junior/pupil) / € 25,10 (vereniging). De vereniging kan betrokkene vragen om deze kosten te betalen.
De commissie van beroep is een onafhankelijke commissie. Dit betekent dat de commissie van beroep niet afhankelijk is van de KNVB of van andere tuchtorganen. Elke zaak van de commissie van beroep wordt door drie leden zeer zorgvuldig bekeken. Zij overleggen vervolgens met elkaar welke uitspraak gedaan moet worden. Het streven is zo snel mogelijk uitspraak te doen.
De commissie van beroep is centraal georganiseerd en wordt bij haar werkzaamheden ondersteund door een medewerker ondersteuning beroepszaken. Deze medewerker fungeert als contactpersoon van de betrokkenen en is belast met de uitwerking en verzending van de uitspraken.
Beroepskosten
De kosten van het beroep voor een persoon zijn: € 58,40. Dit bedrag brengt de KNVB in rekening bij de vereniging van betrokkene. De vereniging kan betrokkene vragen om deze kosten te betalen. De kosten van het beroep voor een vereniging zijn: € 88,10.
Wordt betrokkene door de commissie van beroep vrijgesproken of wordt de zaak teruggewezen naar de tuchtcommissie, dan komen de kosten van het beroep voor rekening van de KNVB.
Tegen de uitspraak van de commissie van beroep staat verder geen beroepsmiddel meer open.
De Rol van de Aanklager
De aanklager is de spil in de tuchtrechtelijke procedure. Bij de aanklager komen nieuwe zaken binnen. Bij het overtreden van tuchtregels van het algemeen reglement amateurvoetbal door een speler of team is de KNVB gerechtigd om een procedure aan te spannen tegen zijn of haar club.
Als de KNVB een rapportage ontvangt naar aanleiding van een voorval tijdens een wedstrijd zal de KNVB in de regel een onderzoek instellen. De betrokken clubs en officials zullen in dit geval om informatie gevraagd worden over het voorval. Deze informatie dient vanuit het bestuur van de club te worden aangeleverd.
Nadat deze informatie aan de KNVB is verstrekt zal in de meeste gevallen eerst een schikkingsvoorstel worden gedaan door de KNVB. Hiertegen kan beroep worden aangetekend.
Een beroep zal heel erg goed onderbouwd moeten worden, wil het kans maken. Daarom wordt heel vaak het schikkingsvoorstel aangenomen.
Nadat de KNVB alle informatie heeft ontvangen, zal aan het bestuur van de vereniging een vervolgbesluit voor de procedure worden medegedeeld. Indien dit een schikkingsvoorstel betreft, zal de club binnen korte termijn (meestal 3 a 4 dagen) moeten beslissen of het akkoord gaat met de schikking. Een voorstel tot schikking kan aan de club worden gedaan of aan een individuele speler. Het besluit om akkoord te gaan met een schikking wordt door het bestuur genomen en zal daarna doorgegeven worden aan het betrokken team of de betrokken speler(s). Indien er wel of geen vervolging plaats gaat vinden vanuit de KNVB wordt dit uiteraard ook doorgegeven aan de betrokken partijen.
Fair Play en Gedragscodes
Veel voetbalverenigingen, waaronder A.S.C., hechten veel waarde aan Fair Play en respect. Zij streven ernaar een nette club te zijn, waar plezier, prestaties en goed voetbal samengaan. Daarom hebben ze vaak een Fairplay code (een gedragscode) opgesteld. In de kern gaat het om respect voor het voetbalspel, de scheidsrechters, tegenstanders, publiek en medespelers.
tags: #knvb #beroepsprocedure #eindstand