De vele voordelen van hockey voor jonge meisjes

De afgelopen maanden is binnen de KNHB een discussie gestart over hoe en hoe vaak kinderen te belasten en vanaf welke leeftijd te selecteren. Dit artikel geeft meer inzicht in de groeispurt en wat dit betekent/kan betekenen voor de ontwikkeling van een hockeyer en voor het selectiebeleid. Sporten spelen een cruciale rol in de ontwikkeling van kinderen, en hockey is een sport die niet alleen opwinding biedt in zowel de zomer als winter, maar ook talloze voordelen heeft voor de groei en ontwikkeling van jonge spelers.

Fysieke voordelen en een actieve levensstijl

Eén van de meest voor de hand liggende voordelen van hockey is de bevordering van een actieve levensstijl en fysieke fitheid. Het spel zelf vereist snelheid, behendigheid, uithoudingsvermogen en kracht, waardoor kinderen zich ontwikkelen tot atleten met een solide basis van fysieke vaardigheden. Duurtraining verbetert de fitheid en krachttraining vergroot de spierkracht bij kinderen. Ook zorgt voldoende bewegen ervoor dat kinderen beter op gewicht blijven. Bewegen verlaagt namelijk de body mass index (BMI) en vetmassa en verbetert de insulinegevoeligheid van kinderen.

Het belang van motorische ontwikkeling

Hockey draagt bij aan een brede motorische ontwikkeling (BMO). Hierbij gaat het om het aanleren van basisvaardigheden, zoals balans, rennen, springen en gooien, vangen, slaan en het schoppen van een bal. Een BMO helpt kinderen om makkelijk te kunnen bewegen en verschillende sport- en beweegactiviteiten te doen. In de kinderjaren én op latere leeftijd. Onderzoek laat zien dat deze basisvaardigheden niet ‘van nature’ komen aanwaaien. Kinderen die op jonge leeftijd voldoende en gevarieerd bewegen in een uitdagende omgeving, gemiddeld betere algemene, motorische vaardigheden hebben dan kinderen die minder bewegen en minder gevarieerd bewegen.

Het ontwikkelen van een brede basis is essentieel. Want kinderen en jongeren met goed ontwikkelde motorische vaardigheden bewegen en sporten over het algemeen meer, waardoor ze fitter zijn en nog vaardiger worden. Ze beleven meer plezier aan sport en bewegen en hebben minder kans op chronische aandoeningen en overgewicht. Ook als ze ouder zijn, omdat ze vaak ook op latere leeftijd blijven sporten en bewegen. Bovendien zorgt een BMO ervoor dat kinderen minder blessures krijgen. Vaardige kinderen kunnen namelijk sneller reageren en anticiperen op onvoorspelbare situaties. Door de brede basis kunnen ze bovendien makkelijker wisselen van de ene naar de andere sport en komen ze eerder uit bij een sport die ze leuk vinden en die echt bij ze past. Ook doen ze vaker en eerder mee aan verschillende sport- en spelactiviteiten.

Discipline en doorzettingsvermogen

Hockey biedt kinderen ook waardevolle lessen in discipline en doorzettingsvermogen. Het vereist toewijding en consistentie om de vaardigheden te ontwikkelen die nodig zijn om een competente speler te worden. Oefening baart kunst en kinderen groeien in zekerheid door te oefenen.

Lees ook: Creatieve wedstrijd voor je kind

Sociale vaardigheden en teamwork

Een ander belangrijk aspect van hockey is het bevorderen van sociale vaardigheden en teamwork. Het spel draait niet alleen om individuele prestaties, maar ook om samenwerking en communicatie binnen een team. Teamsporten stimuleren de sociale vaardigheden. Ze leren je samenwerken en communiceren. Ook zijn het sporten waarbij je relatief makkelijk vrienden maakt.

Al op jonge leeftijd dragen sport en bewegen bij aan de sociale-emotionele ontwikkeling van kinderen. Spelenderwijs bewegen en sporten biedt een positief sociaal klimaat waarin kinderen sociale vaardigheden kunnen ontwikkelen. Denk aan zelfdiscipline, persoonlijke verantwoordelijkheid, communiceren en samenwerken met anderen. Ook ontwikkelen kinderen door middel van bewegen prosociale vaardigheden zoals ‘om de beurt gaan’ en wachten. Kinderen leren zo omgaan met de gevoelens en mening van anderen. Hierdoor leert een kind vriendschappen aangaan en breidt het sociale netwerk uit. De sportclub biedt daarnaast een omgeving waarin jongeren met verschillende (sociale) achtergronden en een gedeelde passie elkaar ontmoeten. Ook vinden ze er rust en afleiding. Dit is met name belangrijk voor risicogroepen zoals kinderen met (geld)problemen thuis.

Leiderschapsvaardigheden

Bovendien biedt hockey een omgeving waarin kinderen leiderschapsvaardigheden kunnen ontwikkelen. Kinderen leren niet alleen om samen de overwinning te vieren, maar ook om elkaar te steunen bij het verlies. Zowel tijdens de hockeyles en wedstrijden zijn ze samen sterker dan in hun eentje!

Mentaal welzijn en cognitieve functies

Sport en bewegen hebben bovendien effecten op de mentale gezondheid van kinderen. Zo hebben actieve kinderen een verhoogd gevoel van geluk en welzijn ten opzichte van minder actieve kinderen. Dit zie je terug in gedrag: actieve kinderen hebben verhoogde gevoelens van plezier en tevredenheid, meer zelfvertrouwen en een verhoogd gevoel van eigenwaarde. Met eigenwaarde bedoelen we het geloof in eigen kunnen. Ook dragen sport en bewegen ertoe bij dat kinderen goed in hun vel zitten. Lichaamsbeweging heeft een positieve invloed op het voorkomen of verminderen van angstige gevoelens, emotionele stoornissen en stemmingsstoornissen. Ook blijkt dat sport en bewegen een positief effect hebben op de stressregulatie van een kind.

Cognitieve functies zijn functies van de hersenen die zorgen dat we informatie kunnen verwerven, verwerken, opslaan en toepassen. En dat we kunnen leren van onze ervaringen, zoals onthouden, plannen, concentratie, geheugen, redeneren en beslissen. De laatste jaren wordt steeds meer bekend over de relatie tussen bewegen en cognitief functioneren. Sport en bewegen stimuleren de ontwikkeling van de hersenen. Er is een toename van bloedtoevoer naar de hersenen, een verhoogde aanmaak van zenuwcellen en een toename in de verbinding tussen de zenuwcellen. Dit kan leiden tot een verandering in de hersenstructuur en hersenfuncties. Kinderen en jongeren worden daardoor onder andere alerter, de hersenontwikkeling wordt gestimuleerd en dat kan leiden tot betere executieve functies, zoals het werkgeheugen. Verschillende onderzoeken laten een positief effect zien op het werkgeheugen na herhaaldelijk bewegen. Direct na beweging is er een positief effect op aandacht, concentratie en informatieverwerkingssnelheid.

Lees ook: "De Kleine Generaal": Voetbal, oorlog en executie nader bekeken

Plezier en vreugde

Last but not least, hockey kan een bron van vreugde en plezier zijn voor kinderen. Sporten betekent plezier maken, genieten met je familie (hockey is een familiesport) en natuurlijk lekker spelen en ontspannen.

Aandachtspunten rondom de groeispurt

In de D-, C- en soms B-jeugd zien we veel verschillen ontstaan in het fysiek van het kind. De kinderen krijgen hun laatste groeispurt en er treden ook nog veel hormonale veranderingen op. Daardoor verandert het lichaam en het lichaamsbeeld veel in korte tijd. Dit heeft invloed op de (sportieve) ontwikkeling van het kind/de speler. De ontwikkeling van het kind verloopt in drie versnelde groeifases, ook wel groeispurt genoemd. De eerste fase is tussen het 1ste en 3de jaar, de tweede fase tussen het 6de en 8ste jaar en de derde fase tussen het 10de en 15de jaar. Bij de eerste twee fases loopt dit redelijk gelijk tussen meisjes en jongens. Bij de laatste, derde, fase is er een verschil tussen meisjes en jongens. Meisjes doorlopen eerder deze groeispurt, gemiddeld op de leeftijd van 10-13 jaar. Voor jongens is dit op de leeftijd van 12-16 jaar. Teams/selecties en competities worden nu veelal ingedeeld op kalenderleeftijd. Maar juist in de leeftijdsfase tussen 10 en 15 jaar kunnen deze verschillen op fysiek gebied erg groot zijn en invloed hebben op de prestaties. Voor selecteren betekent dit vaak dat de fysiek sterkere kinderen geselecteerd worden, terwijl dit richting de toekomst geen betere keuze hoeft te zijn. De vroegrijpers hebben een voordeel ten op zichtte van de laatrijpers, terwijl deze laatrijpers in potentie net zo goed kunnen zijn. In deze fase van ontwikkeling en opleiden is het belangrijk dat het kind centraal staat.

Verandering van motoriek tijdens de groeispurt

Verandering van motoriek is wat veel ouders en trainer/coaches ook zullen herkennen in deze leeftijdsfase. Door de versnelde groei en toename van de hormonen (oestrogeen bij meisjes en testosteron bij jongens) treedt er onder andere verandering op in de neuromusculaire aansturing van de spieren en van het lichaamszwaartepunt. Tijdens de groeispurt worden bij meisjes de heupen breder waardoor het lichaamszwaartepunt meer naar achteren komt te liggen. Bij jongens worden de schouders breder waardoor het lichaamszwaartepunt meer voorwaarts komt te liggen. Dit heeft invloed op de motoriek. Daar komt bij dat het brein in deze periode ook volop in ontwikkeling is, waardoor normale beweegpatronen ineens niet meer normaal zijn en kinderen ‘op zoek’ moeten naar andere en/of nieuwe beweegpatronen. Ieder kind moet hier op zijn eigen manier een weg in vinden.

Blessures en vroeg-specialisatie

De verandering van de motoriek is ook één van de oorzaken bij het ontstaan van blessures. Naast bovenstaande factoren, speelt vroeg-specialisatie ook een belangrijke rol in het ontstaan van overbelasting blessures bij kinderen. Door vroeg-specialisatie leren veel kinderen motorische vaardigheden en beweegpatronen die goed toepasbaar zijn binnen hun sport. Maar het oplossingsvermogen (lees ‘motorische landschap’) is beperkt, waardoor het moeilijker is om nieuwe motorische beweegpatronen aan te leren of oude af te leren. De meeste blessures ontstaan aan het begin van het seizoen en tijdens de overgang van veld- naar zaalhockey (en vice versa).

Meten van de groeispurt

Een schatting van de groeispurt is goed zelf te meten in de praktijk. We spreken dan over de Age of Peak Heigh Velocity (PHV). Deze gegevens kunnen hier ingevuld worden. Hiermee kan de leeftijd worden berekend op basis waarvan waarschijnlijk de groeispurt plaatsvindt en kunnen trainingsprogramma’s daarop worden aangepast. Ondanks de beperkingen van deze methodiek is het de meest praktische manier om inzicht te krijgen waar een speler staat in zijn groeiontwikkeling.

Lees ook: Bloeiende vereniging GKV

Belang van monitoring

Wat wel duidelijk naar voren komt is dat, wanneer deze kinderen periodiek gevolgd worden (monitoring) middels testen, dit een goed beeld geeft over welke motorische vaardigheden verbeteren of verminderen tijdens de groei. Helaas geeft het geen uitspraak over het voorkomen van blessures. Vanuit mijn onderzoek wordt nu meer zichtbaar dat tijdens de groeispurt enkele motorische vaardigheden afnemen en dat dit per sport verschillend is. Bij hockey is er een afname van sprintsnelheid in de P1 fase en afname van hockeyvaardigheid (dribbeltest) tijdens de P3 fase. De groep is helaas nog te klein om hier een harde uitspraak over te doen. We zien tijdens de P1 en P3 fase in de groeispurt ook een toename van overbelasting blessures en aandoeningen van de groeischijven door overbelasting, zoals Morbus Sever en Osgood Schlatter.

Veelzijdig bewegen en doseren van belasting

Vanuit de visie op motorisch leren zijn het ASM model en donorsporten het meest ideaal om kinderen veelzijdig aan het bewegen te krijgen, juist vóór de start van de groeispurt. Dus veelzijdig bewegen is een kernwaarde om kinderen goede bewegers te laten zijn voor nu, maar ook voor de toekomst. Een ander speerpunt is het doseren van de belasting.

Tips voor trainers en coaches

Om kinderen in de groei goed te begeleiden moet je als trainer/coach van veel markten thuis zijn: groepsdynamica, trainingsmethodieken, tactische kennis en nu ook nog groeigroepen en periodisering… Over het algemeen vergen deze groepen veel aandacht en kennis. Naar mijn mening kun je dit als trainer/coach alleen door het opdoen van ervaring binnen deze doelgroep (11 t/m 16-jarigen). In de praktijk zie ik nog (te) vaak trainers op deze groepen staan zonder ervaring in het begeleiden van deze doelgroepen. Het vergt namelijk andere didactische vaardigheden dan bijvoorbeeld bij de Jongste Jeugd. Je bent deels nog technische vaardigheden aan het aanleren, maar ook tactische vaardigheden, kinderen vragen/willen meer verantwoordelijkheid, maar kunnen dit soms nog niet, et cetera. Kortom, de variabiliteit binnen deze doelgroep is erg groot, dus je dient als trainer uit meerdere vaatjes te kunnen tappen.

Puberteit, ongesteldheid en sport

De puberteit en ongesteldheid zouden geen redenen moeten zijn voor meisjes om niet te sporten. Toch blijkt dat alles wat er speelt - van ongesteldheid tot groeiende borsten, en van geurtjes tot haargroei - behoorlijk confronterend is. Het staat buiten kijf dat sporten meisjes zelfredzamer maakt. Sterker nog, als je al vroeg een actieve levensstijl hebt, kan dat een positieve en krachtige bijdrage leveren aan de overgang van meisje tot volwassen vrouw. Onderzoek laat zien dat wanneer je vroeg begint met sporten, je later minder snel opgeeft. "Bewegen kan helpen ongesteldheidsklachten te verminderen en je beter te voelen," aldus sportwetenschapper Georgie Bruinvels, PhD. Dat is te danken aan het vrijkomen van endorfines, die "je stemming kunnen verbeteren en je laten ontspannen".

Hoe ouders kunnen helpen

Ouders kunnen ervoor zorgen dat hun dochters genieten van sport en dat ze profiteren van de vele voordelen die dat oplevert, tijdens de puberteit én hun volwassen leven. Hier volgen enkele eenvoudige stappen waarmee je ze kunt voorbereiden op sport en spel.

  • Begin er al vroeg over: Je hoeft niet te wachten tot je dochter aan het puberen is voor je over ongesteldheid begint. Hoe meer je samen naar de facetten van het opgroeien kijkt - van het benoemen van lichaamsdelen tot lichamelijke veranderingen, zoals haargroei en puistjes - hoe normaler het in de puberteit zal zijn.
  • Werk je samen in het zweet: Uit gegevens blijkt dat een actieve moeder een grotere kans heeft om een actieve dochter groot te brengen. Door eerder met sporten te beginnen en door het samen te doen, ziet je dochter ook hoe je omgaat met beweging tijdens de verschillende fases van je menstruatiecyclus.
  • Reken af met competitie: In een periode waarin tienermeisjes druk voelen om er op een bepaalde manier uit te zien en te presteren, kunnen nieuwe, leuke activiteiten ze weer plezier geven in sport.
  • Sporten vermindert bepaalde ongesteldheidsklachten: Ongesteldheid en premenstrueel syndroom (PMS) zijn vaak de reden dat meisjes het sporten overslaan, terwijl in beweging komen juist kan helpen om kramp te verminderen.
  • Bereid ze voor op gymles: Sporten tijdens je ongesteldheid is voor veel meisjes behoorlijk beangstigend. Je kunt ze ter geruststelling alvast wat maandverband en toiletspullen meegeven in in hun sporttas.

tags: #voordelen #hockey #jonge #meisjes