Feyenoord, opgericht in 1908, kent een rijke historie met vele hoogtepunten en dieptepunten. De club, ontstaan uit een groepje voetballende jongens op Rotterdam-Zuid, is uitgegroeid tot een van de meest iconische voetbalclubs van Nederland. Door de jaren heen hebben vele talentvolle keepers het doel van Feyenoord verdedigd, elk met hun eigen verhaal en bijdrage aan de clubgeschiedenis. Dit artikel duikt in de geschiedenis van Feyenoord, met een focus op enkele van de meest memorabele keepers die de club heeft gekend.
De Vroege Jaren en Eerste Successen
Op een zondagmiddag in juli 1908, op het plein voor de Wilhelminakerk in de Rotterdamse wijk Feijenoord, besloten enkele jongens een voetbalclub op te richten. Onder hen waren Kees van Baaren, Gerard van Leerdam, Henk Mulder, Louis den Hartog en Nico Struijs. Ze noemden de club Wilhelmina, naar de kerk waar het allemaal begon. Het eerste clubtenue was een rood shirt met blauwe mouwen en een witte broek.
In de beginjaren worstelde de club met verschillende namen en speelvelden. In 1912 werd uiteindelijk de naam Rotterdamsche Voetbal Vereeniging Feijenoord gekozen, samen met het iconische rood-witte shirt, zwarte broek en zwart-witte kousen. De club verhuisde naar het Afrikaanderplein, waar een echt voetbalveld lag.
Het eerste succes liet niet lang op zich wachten. In 1916 werd Feyenoord kampioen in de derde klasse, en een jaar later promoveerde de club naar de eerste klasse. In 1921 bereikte Feyenoord de eerste klasse en vestigde zich tussen de zogenaamde "heerenclubs" die in die jaren het voetbal domineerden. Met de komst van de Engelse trainer Bill Julian werd er specifiek gewerkt aan de verbetering van techniek en tactiek.
De Eerste Bloeiperiode met Puck van Heel
De jaren twintig en dertig waren een succesvolle periode voor Feyenoord, met als hoogtepunt het eerste landskampioenschap in 1924. Een sleutelfiguur in die tijd was Puck van Heel, zonder meer de beste speler die Feyenoord in de vooroorlogse periode voort wist te brengen. Hij was betrokken bij alle successen die de club voor de oorlog wist te behalen. Van Heel, een technisch begaafde middenvelder, speelde 322 competitiewedstrijden voor Feyenoord en maakte 43 goals. Hij was een van de beste voetballers in Nederland in de periode vóór de Tweede Wereldoorlog.
Lees ook: Voetbal keepers training: oefeningen en tips
In 1928 werd Feyenoord opnieuw landskampioen, en in 1930 voegde de club de KNVB Beker toe aan de erelijst. De populariteit van Feyenoord groeide enorm, en het stadionnetje aan de Kromme Zandweg barstte uit zijn voegen.
Op 22 juli 1935 sloeg Puck van Heel de eerste van 578 palen in de drassige polder van Varkenoord, waarmee de bouw van De Kuip begon. In 1936 werd Feyenoord opnieuw landskampioen.
De Bouw van De Kuip en de Jaren van Dombi
Op 27 maart 1937 werd De Kuip officieel geopend, met een wedstrijd tegen het Belgische Beerschot. Feyenoord won met 5-2, en Leen Vente scoorde het eerste doelpunt in het nieuwe stadion. De komst van trainer Richard Dombi in 1935 markeerde het begin van een nieuwe glansperiode voor Feyenoord. Dombi, die eigenlijk Richard Kohn heette, bleek een garantie voor succes.
Keepers in de Schijnwerpers: Pieters Graafland, Treijtel, en Hiele
Na de Tweede Wereldoorlog kende Feyenoord wisselende successen. In de jaren zestig en zeventig beleefde de club een nieuwe bloeiperiode, met als hoogtepunten de winst van de Europacup I in 1970 en de Wereldbeker in hetzelfde jaar. In deze periode speelden een aantal legendarische keepers een belangrijke rol.
Eddy Pieters Graafland: Pieters Graafland, ook wel bekend als "Eddy PG", maakte in 1958 de overstap van Ajax naar Feyenoord voor het destijds recordbedrag van 134.000 gulden. Hij groeide uit tot een betrouwbare sluitpost en een ware strafschoppenspecialist. Een van zijn absolute hoogtepunten was de Europacup I-finale in 1970 tegen Celtic. Hoewel hij dat seizoen door trainer Ernst Happel was gepasseerd als eerste doelman, werd hij verrassend toch opgesteld in deze historische wedstrijd.
Lees ook: Gedetailleerde keeper analyse
Eddy Treijtel: Treijtel kwam in 1968 samen met Willem van Hanegem over van Xerxes naar Feyenoord en groeide al snel uit tot eerste keeper. In 1969 volgde hij Feyenoord-icoon Eddy Pieters Graafland op als vaste sluitpost. Treijtel bewees zijn waarde voor Feyenoord in de jaren die volgden en stond bekend om zijn sterke reflexen.
Joop Hiele: Hiele is een van de bekendste doelmannen in de geschiedenis van Feyenoord. Hij stond tussen 1977 en 1990 in 352 competitiewedstrijden onder de lat voor de club. Een van de hoogtepunten van zijn carrière was de KNVB-bekerfinale tegen Ajax, waarin hij bij een 1-0 achterstand een strafschop van Karel Bonsink stopte. Feyenoord wist de finale uiteindelijk te winnen.
Ed de Goeij: Een Moderne Legende
Ed de Goeij is een van de meest succesvolle doelmannen in de geschiedenis van Feyenoord. Na zijn beginjaren bij Sparta Rotterdam, maakte hij in 1990 de overstap naar Feyenoord. In zijn tijd bij de Rotterdamse club groeide De Goeij uit tot een vaste waarde en een onmisbare kracht in het doel.
De Goeij speelde 235 wedstrijden voor Feyenoord en beleefde een succesvolle periode vol prijzen. Hij won maar liefst vier keer de KNVB Beker (1991, 1992, 1994, 1995) en de Supercup in 1991. Het absolute hoogtepunt was in 1993, toen hij met Feyenoord landskampioen werd in de Eredivisie.
De Goeij stond bekend om zijn betrouwbaarheid, zijn sterke reflexen en zijn vermogen om rust te brengen in de verdediging. Hij was een publiekslieveling en werd door de Feyenoordsupporters toegezongen met het spelerslied "Say oe ah Ed de Goeij". De Goeij kijkt met veel plezier terug op de leus: “Dat vond ik een eer! Dat gaf gewoon kippenvel. Het was fantastisch om te horen, dat een hele Kuip in de warming-up of bij een goede redding dat zong… ja dat was gewoon fantastisch om te horen en mee te maken."
Lees ook: Hockeykeepers en de veranderende spelregels
Na zijn periode bij Feyenoord verkaste De Goeij naar Chelsea, waar hij de UEFA Cup won, en zou ook nog uitkomen voor Stoke City. Bovendien behoorde hij zes jaar tot de vaste selectie van Oranje.
Andere Opmerkelijke Keepers
Naast de eerder genoemde keepers hebben ook andere doelmannen een belangrijke rol gespeeld in de geschiedenis van Feyenoord.
Jerzy Dudek: Dudek speelde onder andere bij Feyenoord, Liverpool en Real Madrid. In zijn tijd bij Feyenoord (1996-2001) won Dudek met de Rotterdamse club de Eredivisie-titel in 1999 en de Johan Cruijff Schaal. Dankzij zijn sterke prestaties, ontving hij persoonlijke onderscheidingen zoals de Nederlandse Gouden Schoen (als eerste buitenlander).
Patrick Lodewijks: Lodewijks maakte in 2002 de overstap naar Feyenoord. Bij de Rotterdamse club begon hij als reservekeeper, maar in het seizoen 2004/2005 veroverde hij de positie van eerste doelman.
Brad Jones: Jones tekende in juli 2016 een eenjarig contract bij Feyenoord als vervanger van Kenneth Vermeer, die een zware blessure had opgelopen. Het seizoen 2016/2017 was historisch voor zowel Feyenoord als Jones. Hij speelde op twee wedstrijden na alles in de Eredivisie en hield maar liefst 17 keer de nul. Op 14 mei 2017 leidde zijn keeperswerk Feyenoord naar het eerste landskampioenschap sinds 1999.
Edwin Zoetebier: Tijdens zijn tweede periode bij Feyenoord speelde Zoetebier wekelijks als eerste doelman en beleefde hij het hoogtepunt van zijn carrière.
Justin Bijlow: Bijlow stroomde al op jonge leeftijd door naar de jeugdopleiding van Feyenoord. Hij maakte zijn officiële debuut in het eerste elftal op 13 augustus 2017. In het seizoen 2018/2019 werd Bijlow door Giovanni van Bronckhorst benoemd tot eerste doelman. Hij pakte met Feyenoord de landstitel in het seizoen 2022/23.
Kenneth Vermeer: Vermeer maakte in de zomer van 2014 de overstap van Ajax naar Feyenoord. Bij Feyenoord kreeg Vermeer meteen het vertrouwen als eerste doelman.
tags: #keepers #Feyenoord #geschiedenis