In Football Manager is het cruciaal om de eigenschappen van spelers te begrijpen om een succesvol team samen te stellen. Veel managers denken dat de eigenschappen los van elkaar staan, maar dat is niet het geval. De eigenschappen zijn onder te verdelen in drie groepen: achtergrondeigenschappen, primaire eigenschappen en secundaire eigenschappen. Dit artikel zal zich richten op de betekenis van achtergrondeigenschappen, met name voor keepers.
Achtergrondeigenschappen: De Basis voor Actie
Achtergrondeigenschappen zijn eigenschappen die altijd op de achtergrond actief zijn. De match engine bekijkt eerst deze eigenschappen en op basis daarvan worden er pas andere eigenschappen bij gehaald. Met andere woorden, de achtergrondeigenschappen bepalen of de speler wel of niet een actie gaat ondernemen. Er zijn vier belangrijke achtergrondeigenschappen: concentratie, doorzettingsvermogen, inzet en teamwork.
- Concentratie: De concentratie van een speler bepaalt hoe lang een speler tijdens een wedstrijd gefocust kan zijn. Een speler met een hoge concentratie is in staat om veel beter en voor langere tijd te reageren op hetgeen wat er in het veld gebeurt. Zelfs als de wedstrijd bijna ten einde is, is hij nog steeds zeer gefocust.
- Doorzettingsvermogen: Het doorzettingsvermogen is de tweede achtergrondeigenschap. Het geeft antwoord op de vraag ‘hoe ver wil een speler gaan tijdens een wedstrijd?’ Laat hij snel zijn koppie hangen of blijft hij doorzetten, ook als het team achter staat.
- Inzet: Nauw verbonden aan het doorzettingsvermogen is natuurlijk de inzet van een speler. Deze eigenschappen bepaalt of een speler vaak betrokken is bij het spel of dat hij het de rest van zijn team het maar uit laat zoeken.
- Teamwork: De eigenschap teamwork bepaalt of een speler doet wat in het voordeel van het team is of dat hij liever voor eigen succes gaat. Met andere woorden: hoe egoïstisch is de speler?
Primaire Eigenschappen: De Kans op Succes
Waar de achtergrondeigenschappen bepalen of de speler een actie uitvoert, bepalen de primaire eigenschappen de kans op succes bij zo’n actie. Je kunt je hierbij bijvoorbeeld de volgende vragen stellen: ‘Voor welke optie kan ik het beste gaan?’, ‘Ben ik in staat om een bepaalde actie te maken?’, ‘Hoe zal de tegenstander reageren op mijn actie?’ en zo kunnen we nog wel even doorgaan. Belangrijke primaire eigenschappen zijn techniek, anticipatie, creativiteit en beslissingen.
- Techniek: De eigenschappen techniek geeft antwoord op de vraag of de speler in staat is om een bepaalde actie te maken. Het bepaalt wat de speler in staat is om met de bal te doen. Techniek heeft een directe invloed op andere technische eigenschappen. Een lage waarde beperkt de mogelijkheden van een speler. Zelfs al zou de speler goede statistieken voor bijvoorbeeld passing hebben, ze komen toch niet aan, omdat zijn techniek niet goed is.
- Anticipatie: Anticipatie bepaalt hoe snel en hoe goed een speler kan reageren op een gebeurtenis. Zo heeft een speler met een hoge anticipatie snel door dat hij de diepte in gestuurd wordt door een medespeler en zal hij daar erg snel op reageren. Een speler met een lage waarde zal echter laat reageren, misschien wel te laat, want ook de verdedigers anticiperen op de gebeurtenis en zijn dan misschien wel eerder bij de bal.
- Creativiteit: Creativiteit geeft antwoord op de vraag of de speler al zijn mogelijkheden kent. Een speler met een hoge creativiteit weet dus precies welke acties wel en niet mogelijk zijn. Hij weet precies dat hij speler x wel kan bereiken met een pass, maar speler y niet. Eigenlijk is het een beetje vergelijkbaar met techniek. Wat techniek voor de technische eigenschappen is, is creativiteit voor de mentale eigenschappen.
- Beslissingen: Nadat een speler bekeken heeft welke acties er bestaan, welke acties hij uit kan voeren en hoe iedere speler waarschijnlijk op zijn actie zal reageren, wordt het tijd om te beslissen welke actie hij uit zal gaan voeren. Op dat punt treedt de eigenschap beslissingen in werking.
Secundaire Eigenschappen: De Uitvoering van de Actie
Tot slot hebben we nog één grote groep van eigenschappen, de secundaire eigenschappen. Deze spelen niet op ieder moment van het spel een rol in tegenstelling tot de voorgaande groepen. Pas als een bepaalde eigenschap nodig is, zal de match engine de eigenschap aanroepen, anders blijft hij inactief. De secundaire eigenschappen kunnen worden onderverdeeld in technische, mentale en fysieke eigenschappen. Voor keepers zijn alle eigenschappen secundair.
Technische Secundaire Eigenschappen voor Keepers:
- Balvaardigheid: Geeft aan of een keeper de bal makkelijk klemvest heeft of dat hij de bal misschien toch zal lossen. Een keeper met een lage balvaardigheid zal de bal in een bepaalde situatie misschien wegboksen, terwijl een keeper met een hoge balvaardigheid de bal klemvast zou pakken. Of de keeper met een lage balvaardigheid lijkt de bal te klemmen, maar vervolgens glijdt de bal alsnog uit zijn handen. Daardoor kunnen natuurlijk gevaarlijke situaties ontstaan.
- Communicatie: Gaat over de communicatie tussen de keeper en de veldspelers. Een keeper met een goede communicatie is goed in het aansturen van andere spelers. Hier kun je bijvoorbeeld denken aan het plaatsen van de muur.
- Eén-tegen-één: Heeft invloed op de situaties waarin een speler alleen voor de keeper opduikt. Een keeper met een hoge waarde voor één-tegen-één zal vaker succesvol zijn in zo’n situatie dan een keeper die er een slechte waarde voor heeft.
- Hoge Ballen: Geeft aan hoe goed de keeper omgaat met hoge ballen en is een must-have voor iedere keeper. Het gaat hier echt om iedere hoge bal. Niet alleen de voorzetten, maar ook de schoten.
- Neiging Bal te Boksen: Dit bepaalt of de keeper ervoor kiest om een bal weg te boksen of te pakken.
- Reflexen: Geeft aan hoe snel een keeper reageert op situaties. Een keeper met een goede waarde voor reflexen is in staat om nog in te grijpen op onverwachte gebeurtenissen. Ook zal hij beter in staat zijn reddingen te maken, omdat hij snel kan reageren.
- Uitkomen: Geeft aan hoe goed de keeper is in het uitkomen als de situatie daarom vraagt. Hierbij komen snelheid en eerste meters ook om de hoek kijken.
- Uitkomen op Voorzetten: Gaat, zoals de naam al doet vermoeden, over het uitkomen op voorzetten. Het bepaalt vooral wat voor soort keeper het is. Een keeper met een hoge waarde voor uitkomen op voorzetten is sneller geneigd om uit zijn doel te komen als er een voorzet gegeven wordt. Een keeper met een lage waarde voor deze eigenschap zal eerder geneigd zijn om de situatie vanaf zijn doellijn aan te kijken.
- Uittrappen: Bepaalt hoe ver een keeper de bal uit kan trappen. De nauwkeurigheid van de trap zal afhankelijk zijn van de eigenschappen techniek en passing.
- Uitwerpen: Geeft aan hoe nauwkeurig een uitworp van de keeper is.
- Excentriciteit: Geeft aan of de keeper in staat is om soms iets te doen wat een keeper eigenlijk niet hoort te doen. Als je je keeper ooit iets vreemd hebt zien doen, is deze eigenschap waarschijnlijk de boosdoener.
Mentale Secundaire Eigenschappen:
- Agressiviteit: De houding van een speler is waarmee hij duels aan wil gaan. Een speler met een hoge agressiviteit zal vaker tackelen en de tegenstander korter dekken. Een speler met een lage waarde zal meer afstand nemen. Het risico van een hoge agressiviteit zijn wel de grotere kans op kaarten.
- Flair: Gaat het alleen om de mogelijkheid om een onverwachte actie uit te voeren. Let op: Hij zal vaak kiezen voor onverwachte acties, dat betekent niet dat een onverwachte actie succesvol is. Dat hangt af van andere eigenschappen.
- Invloed: Geeft simpelweg de leiderschapskwaliteiten van een speler aan. Daardoor is een speler met een hoge waarde voor invloed een goede keus als aanvoerder.
- Lef: Geeft aan tot hoe ver hij voor het team wilt gaan. Een speler met veel lef zal nog zijn uiterste best doen om een doelpunt te voorkomen of de speler zal toch nog proberen die ene actie uit te voeren. Zelfs met het risico geblesseerd te raken.
- Zelfbeheersing: Zegt wat over de koelbloedigheid van een speler. Hoe presteert een speler onder druk? Is hij dan nog steeds in staat om die grote kans te benutten, of bezwijkt hij onder de druk die daarbij komt kijken? Dit geldt niet alleen voor het afronden van een kans, maar ook voor alle andere situaties in het veld waarbij de speler om moet gaan met de grote druk.
- Positie kiezen: Houdt in dat de speler het spel goed kan lezen en in staat is om de juiste positie in te nemen op basis van het actuele spelbeeld. In dit geval gaat het dus om het verdedigend positie kiezen.
- Zonder bal: Gaat het om aanvallend positie kiezen.
Fysieke Secundaire Eigenschappen:
- Beweeglijkheid: Bepaalt, zoals te verwachten, hoe bewegelijk een speler is. Je zou ook het woord lenigheid kunnen gebruiken. Een beweeglijke speler is lastig te verdedigen, omdat hij overal tussendoor weet te glippen.
- Eerste meters: Bepaalt hoe snel een speler zijn topsnelheid behaalt. Een speler met een hoge waarde voor eerste meters is in no-time op topsnelheid, terwijl een speler met een lage waarde voor eerste meters een langere tijd nodig heeft om echt op snelheid te komen. Deze eigenschap heeft trouwens geen invloed op de maximumsnelheid zelf.
- Evenwicht: Deze eigenschap heeft te maken met het bewaren van de balans tijdens een actie, als hij bijvoorbeeld een duw krijgt. Een speler met een goede rating voor evenwicht zal niet snel uit balans raken.
- Kracht: Deze eigenschap geeft aan hoeveel kracht een speler heeft. Een speler met veel kracht zal minder makkelijk van de bal geduwd worden en zelf ook stevigere duwtjes uit kunnen delen waar nodig.
- Natuurlijke conditie: Dit geeft een basislevel van fitheid aan voor een speler. Een speler met een hoge natuurlijke conditie wordt minder snel moe, raakt minder snel geblesseerd en raakt sneller fit. Deze eigenschap werkt goed samen met het uithoudingsvermogen.
- Springen: Deze eigenschap bepaalt hoe hoog een speler kan springen, iets wat natuurlijk van pas komt bij het koppen.
Het Belang van de Juiste Combinatie
Het is belangrijk om te onthouden dat geen enkele eigenschap op zichzelf staat. De achtergrondeigenschappen bepalen of een speler in actie komt, de primaire eigenschappen bepalen de kans op succes en de secundaire eigenschappen bepalen de uitvoering van de actie. Een keeper met hoge reflexen (secundaire eigenschap) zal bijvoorbeeld sneller reageren op een schot, maar als zijn concentratie (achtergrondeigenschap) laag is, kan hij zich laten verrassen aan het einde van de wedstrijd.
Lees ook: Essentiële keepersuitrusting
Lees ook: Humphrey Mijnals in Oranje
Lees ook: De nasleep van het ongeluk: een analyse
tags: #keeper #zonder #achtergrond #betekenis