Hockey is in Nederland uitgegroeid tot een populaire teamsport, ooit begonnen als een elitesport. Nederland is sinds 1926 actief in de internationale hockeywereld en het Nederlandse mannenhockeyteam heeft vaak een belangrijke rol gespeeld in grote toernooien, waarbij diverse Olympische, Europese en wereldtitels door de Oranje heren zijn behaald. Nederland heeft bovendien een aantal hockeyers van wereldfaam voortgebracht, zoals Teun de Nooijer en Ties Kruize. In dit artikel duiken we dieper in op de rol van de keeper, met speciale aandacht voor tips en achtergronden gerelateerd aan Hockeyclub Bloemendaal.
Jaap Stockmann: Een Legende Onder de Lat
Een naam die onlosmakelijk verbonden is met Hockeyclub Bloemendaal en het Nederlandse hockey, is Jaap Stockmann. Vanaf 2005 was Jaap keeper bij het Nederlands hockeyelftal en Hockeyclub Bloemendaal. In 2014 werd Jaap Stockmann uitgeroepen tot beste keeper van de wereld. Jaap is Europees kampioen en heeft de zilveren medailles van de Olympische Spelen en de Wereldkampioenschappen. Ook heeft Jaap 3 jaar meegedaan aan de Hockey India League, waar hij eenmaal werd uitgeroepen werd tot Most Valuable Player. Naast hockey op topniveau heeft Jaap in 2014 zijn bedrijf AdsToSport opgericht. Met deze ‘social entreprise’ ondersteunt Jaap de breedtesport in Nederland door sportverenigingen en -bonden duurzame inkomsten uit nieuwe bronnen te bieden.
Jaap Stockmann begon als junior bij Hockeyclub Kampong en Hockeyclub Hurley voor hij bij HC Bloemendaal terecht kwam. Hier maakte hij in 2006 zijn debuut en al snel bleek Jaap een groot talent te zijn. Tijdens de Olympische Spelen van 2008 mocht hij als reserve doelman mee achter eerste keus Guus Vogels. Tijdens zijn eerste jaren bij Hockeyclub Bloemendaal behaalde Jaap Stockmann succes na succes. Met deze club won hij in het landskampioenschap in 2006, 2007, 2008, 2009 en 2010. Toen eerste doelman Guus Vogels stopte bij het Nederlandse team kwam Jaap in aanmerking voor de positie onder de lat. Hij wist zijn concurrenten te verslaan en is sindsdien eerste doelman. Hij kwam uit op de Olympische Spelen van Londen en ook op het WK Hockey in 2014 in eigen land waar de Nederlandse selectie tweede werd. Hij was hier een van de uitblinkers van het Nederlands team en werd uitroepen tot beste doelman van het WK. Dat jaar was hij zelfs de Beste doelman van de wereld. Sinds 2013 is Jaap Stockmann ook doelman van de Indiaanse club Jaypee Punjab Warriors waarmee hij vierde en twee keer tweede werd in de competitie die wordt gespeeld als het hockey hier in Nederland stil ligt. Naast zijn sportieve carrière is Jaap Stockmann ook altijd bezig geweest met zijn maatschappelijke carrière. Zo heeft hij Commerciële Economie gestudeerd aan de Johan Cruyff University en studeerde hij Business Studies aan de Universiteit van Amsterdam.
Na veertien jaar bij Bloemendaal onder de lat te hebben gestaan, keepte Jaap Stockmann zondag zijn laatste wedstrijd als professioneel hockeyer. De 33-jarige voormalig doelman van Oranje, in 2014 uitgeroepen tot beste doelman van de wereld, won met 'zijn' Bloemendaal in eigen huis de finale van de Euro Hockey League (EHL). Stockmann maakte begin april bekend te stoppen. "Ik heb mijn hart verloren aan Bloemendaal en dat zal altijd zo blijven", zei de doelman, die zijn hele loopbaan uitkwam voor Bloemendaal (vanaf 2004), destijds. In de EHL-finale was hij met Bloemendaal met 8-2 te sterk voor Kampong. "Het is echt een teamperformance. Fantastisch hoe de club zijn schouders eronder heeft gezet", zegt hij over de derde EHL-titel in zijn carrière. Zijn liefde voor Bloemendaal, waarmee hij vijf keer landskampioen werd, druipt er vanaf in een van zijn laatste interviews als hockeyprof. En die liefde is wederzijds. Talloze keren schalde het 'Japie, Japie' over 't Kopje, de benaming voor de thuislocatie van Bloemendaal. "Het is het meest fantastische hockeypubliek dat er bestaat. Ik heb er geen woorden voor."
Tips van Topkeepers voor Shoot-Outs
Als je meedoet aan de NK Shoot Out wil je natuurlijk wel winnen! Jaap Stockmann (oud-international en -keeper HC Bloemendaal): ‘Probeer het initiatief naar je toe te trekken. Dwing de speler een kant op die jij wil. Je hebt 8 seconden voor een shoot-out. Bekijk het gedrag van de keeper bij andere shoot-outs. Wat zijn zijn/haar kenmerken? Het is belangrijk om te bepalen wat je sterktes zijn, zodat je op basis hiervan je strategie kunt bepalen. Wil je een speler ‘aanvallen’ of zo lang mogelijk wachten bij de goal? Ben je goed op de grond? In het ‘stelen’ van de bal?’.
Lees ook: Essentiële keepersuitrusting
Hieronder volgen nog meer tips van andere (oud-)topkeepers:
- Mirco Pruyser (AH&BC): ‘Blijf rustig en probeer niet op één tempo op de keeper af te gaan. Zet je beweging kort voor de keeper in en zorg dan dat je versnelt.’
- Robert Tigges (AH&BC): ‘Train er veel op, elke situatie is anders!’
- Tommie Hartogs (ex-ijshockey-bondscoach): ‘Ook een goede tip, met name als je eens shoot outs moet nemen na een finalewedstrijd: Oefen het ook eens na een wedstrijd, als je al vermoeid bent.’
- Roel van Eert (internationaal topscheidsrechter): ‘Als nemer zou ik zeggen, doe gewoon wat als eerste in je opkomt.’
De Keepersclub: Ondersteuning en Training
De Keepersclub is er voor alle keepers van Schaerweijde, van de jongste keepers in de O9 tot en met de senioren. Het doel is om alle keepers, naast hun teamtraining, nog een uur individueel te trainen en keepersvaardigheden bij te brengen, en om deze groep hockeyspelers te ondersteunen en te stimuleren.
Bij de O9 staat er voor het eerst een keeper in de goal. Iedere speler speelt twee wedstrijden als keeper en volgt dus twee keeperstrainingen, zodat iedereen kennis kan maken met het hockeykeeper zijn. In de O10 komen de spelers nog steeds afwisselend naar de keeperstraining en verdedigen ze het doel tijdens de wedstrijden. Spelers die het superleuk vinden om te keepen en erover denken om vaste keeper te worden, mogen iedere week naar de keeperstraining komen, naast de teamgenoten die elkaar afwisselen. Vanaf dat moment is het tijd voor een eigen tas met een keeperspak. Bij de junioren, G-hockey en de senioren is het streven dat elk team een vaste keeper heeft, die dan iedere week, naast de teamtrainingen, één keer per week keeperstraining krijgt. Als een team geen vaste keeper heeft, kan de wisselkeeper deelnemen aan de keeperstraining.
Tijdens de trainingen wordt aandacht besteed aan een goede basishouding, het goed leren beheersen van de technische bewegingen, een goede timing en de juiste manier van ballen wegwerken. De Keepersclub wordt geleid door enthousiaste vrijwilligers en een professionele keeperstrainer. Op 25 woensdagen (22 keer op het veld en 3 keer in de zaal) krijgen alle keepers op veld 5 onder de leiding van Arek Matuszak, oud-keeper van Schaerweijde Heren 1 en voormalig keeper van het Pools Nationale hockeyteam. De O9 en O10 jeugd krijgt training van Arek in samenwerking met jeugdtrainers uit de O12- en O14-lijn van Schaerweijde. De junioren en parahockey keepers krijgen training van Arek in samenwerking met jeugdtrainers uit de O16- en O18-lijn van Schaerweijde en de keeperstrainers van GoalieWorks. De senioren krijgen training van Arek eventueel in samenwerking met ervaren jeugdtrainers uit de O18-lijn van Schaerweijde.
GoalieWorks, opgericht door Pirmin Blaak, oud-keeper van het Nederlands Elftal, wil goede keeperstraining mogelijk maken voor iedere keeper die beter wil leren keepen. Om dit te bereiken hebben zij regionale keepersscholen opgericht waar iedere keeper welkom is. GoalieWorks levert keepertrainers van het hoogste niveau, waardoor elke training een mooi leermoment is.
Lees ook: Humphrey Mijnals in Oranje
Samen met de materiaalcommissie zorgt de Keepersclub ervoor dat iedere keeper over de juiste spullen beschikt om iedere week weer het doel te verdedigen. Een uitrusting voor een nieuwe keeper, materiaal dat te klein is of onverhoopt kapot is gegaan, wordt samen met de materiaalcommissie opgelost.
Er worden regelmatig keepersclinics op Schaerweijde georganiseerd, onder andere door GoalieWorks. Deze clinics zijn erg populair omdat het voor keepers ontzettend leuk is om met keepers van andere clubs ervaringen uit te wisselen. Gedurende 2 uur wordt er op hoog niveau getraind.
De keeper heeft een andere positie in het veld, een solo positie, en een hele belangrijke want een keeper kan beslissend zijn in een wedstrijd. Het is belangrijk om daar aandacht voor te hebben. Aan het begin van het seizoen geeft de Keepersclub uitleg aan de coaches en managers van de jeugd hoe de keeper het beste begeleid kan worden tijdens wedstrijden en trainingen. Door een keepersmaatje aan te stellen, af te spreken dat als er een doelpunt door het team wordt maakt, ook gevierd wordt met de keeper, pas het veld af te gaan als een keeper het pak uit heeft en samen de tas op te ruimen. De Keepersclub geeft informatie hoe de trainingen voor het team én de keeper uitdagend kunnen zijn. Daarnaast worden met keepers die dit willen twee keer per jaar een (evaluatie)gesprek gevoerd en wordt aan het begin van het seizoen een bijeenkomst georganiseerd met alle keepers en de keeper van Heren 1 of Dames 1.
De Zaalhockey Keeper
De rol van de keeper is essentieel binnen het zaalhockey. Nog veel meer dan op het veld kan een keeper het verschil maken tussen winst en verlies. Wat maakt het keepen in de zaal zo anders dan op het veld? Waarmee onderscheidt een topkeeper zich van een goede keeper? Wat is zijn rol in het team? En hoe traint een keeper in de zaal? Deze onderwerpen komen aan bod in dit artikel, dat zich richt op zowel trainers als keepers.
Het grote verschil tussen keepen in de zaal en keepen op het veld? Dat is dat je als keeper in de zaal veel meer betrokken bent bij het spel. Een echte zaalhockeykeeper heerst in de cirkel. Je verdedigt niet alleen je doel, maar je hele cirkel. Speelt jouw team geen mandekking? Dan ben je als keeper zelfs verantwoordelijk voor het verdedigen van de diepe spits. In dat geval speel je hoog in de cirkel. Zo kun je direct een één tegen één-duel aangaan, wanneer de aanvaller van de tegenpartij de bal krijgt. Een zaalhockeykeeper moet zich bekwamen in zijn positiespel. Niet alleen de opstelling in de cirkel is hierbij van belang. De communicatie met medespelers is misschien nog wel essentiëler. Zaalhockey is - naast een snel, dynamisch spel - ook een schaakspel. Als keeper heb je van achteruit het beste overzicht. Vooral bij het spelen van een verdedigend systeem zul je het voortouw moeten nemen in de coaching. Ben jij een communicatief en tactisch sterke keeper? Wedstrijdsituatief trainen en veel wedstrijden spelen is hierbij erg belangrijk. Het herkennen van situaties geeft je de informatie om nog net iets sneller - verbaal - te anticiperen en reageren. Speelt een ploeg met een diepe spits? Dan kun je er bijvoorbeeld van uitgaan dat zijn teamgenoten hem bij het uitverdedigen direct willen aanspelen.
Lees ook: De nasleep van het ongeluk: een analyse
Een goede zaalhockeykeeper beschikt over enkele technieken die je op het veld minder snel toepast. De bal mag in de zaal niet hoog worden voorgegeven. Dit betekent dat je als keeper in een één tegen één-situatie al veel lager kunt zitten. Hiervoor kun je bijvoorbeeld de Argentijnse techniek gebruiken. Bij deze techniek breng je je knie naar de grond, zodat je legguard helemaal plat ligt. Op deze manier zet je meteen al een groot blok, terwijl je nog wel in staat bent te bewegen. Een ander verschil met veldhockey is dat in de zaal een rebound niet hoog van je af mag komen. Dit vraagt om een iets andere techniek.
Een keeper zorgt voor spectaculaire acties. De mentale aspecten spelen in de zaal - naar mijn mening - een minder grote rol dan op het veld. In een zaalhockeywedstrijd ben je als keeper constant bezig, zowel verbaal als fysiek. Het spel gaat zo snel dat je weinig tijd hebt om na te denken. Bovendien krijg je veelvuldig de kans jezelf te onderscheiden. Zo kun je een fout snel weer ‘goedmaken’. In vergelijking met veldhockey gebeurt het in de zaal zelden dat je ‘de nul’ houdt. Een onderdeel dat mentaal zwaarder kan zijn, is dat je gedurende de hele wedstrijd alert moet zijn. Maar eigenlijk blijf je vanzelf geconcentreerd, omdat het spel zo snel gaat en je regelmatig in actie moet komen. Als zaalhockeykeeper ben en blijf je veel meer bij het spel betrokken. Een blunder of fout blijft veel minder lang hangen.
Strafcornertechnieken voor Keepers
Bij de strafcorner heb je als keeper twee mogelijkheden: uitlopen of blijven staan. Voor beide valt iets te zeggen, mits op het juiste moment toegepast. Wordt de bal hard en direct op doel gepusht? Dan ben je als keeper kansloos als je blijft staan. Uitlopen is in die situatie noodzakelijk. Wordt een corner daarentegen afgeschoven? Dan ben je als keeper vaak te laat als je uitloopt. In dat geval is het juist beter om op de lijn te blijven staan. Mijn persoonlijk advies hierbij: blijf alleen op de lijn staan als de tegenstander een zwakke hoofdcorner heeft. Of als de tegenpartij veelvuldig scoort uit een afgeschoven corner. Het is van belang om hierover duidelijke afspraken te maken. Als keeper ben je niet als enige verantwoordelijk voor de cornerverdediging, maar je hebt hierin wel een leidende positie. Geef duidelijk aan of je uitloopt of blijft staan. Kies je ervoor te blijven staan? Dan draait alles om reactie. Je moet snel kunnen reageren om de bal - indien nodig - met een uiterste inspanning uit het doel te tikken.
Ook bij het uitlopen van de strafcorner is je reactiesnelheid essentieel. Hoe sneller je weg bent, des te dichter je bij de strafcornernemer komt. Zo maak je zijn scoringshoek kleiner. De eerste meters zijn van groot belang om snelheid te maken. Daarna moet je tonen waarom je een keeper bent en geen Usain Bolt. Kijk goed wat de strafcornernemer doet. Speelt hij direct? Trekt hij de bal om je heen? Het uitlopen draait niet alleen om zo snel en zo dicht mogelijk bij kop cirkel te komen. Je moet vooral goed anticiperen op wat de strafcornernemer met de bal doet. Wat eveneens van belang is: zorg dat je tijdig stilstaat. Ben je nog in beweging wanneer de bal de stick van de tegenstander verlaat?
Als de strafcorner vanaf de linkerkant (vanuit de keeper gezien) wordt genomen, verandert er wat betreft het uitlopen niet zo veel. Wel is bij deze variant een belangrijke rol weggelegd voor de speler die op jouw forehandzijde met je meeloopt voor de afschuif. Instrueer deze medespeler dat hij zo dicht mogelijk bij je blijft. Naast het blijven staan en het rechtop uitlopen bij de strafcorner is er nog een derde optie. Er zijn namelijk keepers die er tijdens het uitlopen voor kiezen een sliding naar de bal te maken. Persoonlijk ben ik hier geen voorstander van. De afstand tot de bal is in veel gevallen nog te groot. Bovendien ben je gelijk uitgespeeld. Bij een afgeschoven corner gelden andere regels. Maar ook dan is hoog blijven - wanneer mogelijk - een groot goed. Een fraaie duik of sliding kun je uiteraard wel inzetten om op interceptie een bal weg te tikken Of wanneer je als uiterste inspanning de bal weet te blokken. Een strafcornersituatie biedt een keeper veel kansen.
Strafballen en Tactische Wissels
Bij het verdedigen van een strafbal laait altijd de discussie op: reageren of een hoek kiezen? Een goed genomen strafbal komt in veel gevallen als doelpunt op het scorebord. Maar als keeper ben je nooit kansloos. Maak het de nemer zo moeilijk mogelijk en erken je eigen kwaliteiten. Een strafbal in een wedstrijd is overigens anders dan een strafballenserie. In een serie gaat het vaak om een prijs. De druk is groter. Bovendien zijn er altijd wel twee of drie spelers die een mindere strafbal hebben. Op topniveau kun je ervoor kiezen een keer vol de hoek in te stappen of te duiken. Toch heeft het de voorkeur om zo lang mogelijk te wachten en te reageren in plaats van een hoek te kiezen.
Het gebeurt nogal eens dat een team vlak voor het einde van de wedstrijd achterstaat. In dat geval wordt de keeper regelmatig gewisseld voor een extra - zesde - veldspeler. Deze tactiek kan absoluut effect hebben. Voorwaarde is dan wel dat het team deze tactiek op de juiste manier toepast. In de praktijk zie je echter vaak dat het inbrengen van een extra veldspeler weinig aan het spel verandert. Je kunt duidelijk zien dat er vooraf geen afspraken zijn gemaakt. Je wisselt je keeper om een overtal te creëren. Dan moet je hier als team ook echt op spelen. Maak voor aanvang van een wedstrijd afspraken daarover en oefen deze tactiek ook op een training. Doe je dit niet, dan is het wisselen van de keeper voor een extra veldspeler volkomen nutteloos. De keeper is ingewisseld voor een zesde veldspeler.
Training en Coaching van Keepers
Het grote probleem van zaalhockey in Nederland is het gebrek aan trainingsruimte. Met HGC heb ik zelfs een seizoen in een oude vliegtuigloods op een betonnen vloer getraind. Ideaal was het niet, maar we konden tenminste trainen. En trainen, dat is het sleutelwoord. Zaalhockey krijg je pas echt onder de knie door het veel te doen. Trainen, trainen en nog eens trainen. Keeperstraining is een essentieel onderdeel van een zaalhockeyperiode. In de teamtrainingen wordt vooral wedstrijdsituatief getraind. Tijdens een keeperstraining kun je als keeper technieken oefenen en verfijnen. Daarnaast kun je specifiek werken aan je startsnelheid en reactievermogen. Zoals gezegd: het aantal zaaluren is beperkt. Hierdoor schiet keeperstraining er vaak bij in - of het wordt überhaupt niet eens ingepland. Toch is dit zeker mogelijk, door de tijd en ruimte goed te benutten. Doe de warming-up in de gang van de hal of desnoods buiten. Zo kun je direct met de training beginnen zodra het veld beschikbaar is. Beginnen de spelers met een passoefening? Laat dan een spits een scoringsoefening doen op de keeper. Beperk je, als je het veld eenmaal tot je beschikking hebt, tot de specifieke technieken voor het zaalhockey.
Als trainer en/of coach ga je in de zaal niet anders met je keeper om dan op het veld. Het belangrijkste punt is dat je je keeper volwaardig gebruikt. Een keeper is niet alleen geschikt om ballen te stoppen. Zeker op topniveau moet een keeper ook leiding kunnen geven aan zijn ploeg. Confronteer je keeper hiermee. Daag hem op een training uit om meer te doen dan alleen maar in het doel te staan. Geef je keeper tijdens een partijvorm bijvoorbeeld de taak om de verdediging neer te zetten. Vertel hem dat je hem wilt horen praten tijdens een oefenvorm. Leg hem het belang uit van communicatie. Net als voor iedere speler geldt ook voor een keeper dat hij moet trainen om beter te worden. Houd hier rekening mee bij het voorbereiden van een training. In zaalhockey biedt een teamtraining namelijk een uitgelezen mogelijkheid om je keeper bij elke oefening effectief te gebruiken. Zorg er bijvoorbeeld voor dat de keeper tijdens het trainen van de strafcorner niet steeds op de lijn blijft staan. In de wedstrijd doet hij dat tenslotte ook niet. Speel series van vijf strafcorners. Van die vijf corners moet de keeper in ieder geval drie keer uitlopen. Als coach betrek je de keeper erbij.
Belangrijke Nederlandse Hockeyers uit de Geschiedenis
Hoewel hockey een teamsport is, zijn er in elk team spelers met extra kwaliteiten. Hieronder volgt een chronologisch overzicht van bijzondere hockeyers uit de Nederlandse geschiedenis. Elke succesvolle generatie is in dit overzicht vertegenwoordigd met één of meerdere bijzondere spelers.
- Dick Loggere (1921-), leider en winnaar: Dick Loggere, geboren 6 mei 1921 (85 interlands, 3 doelpunten), was een geboren leider. Hij speelde hockey niet alleen voor de lol, maar wilde vooral winnen en had daar veel voor over. Loggere trainde hard, lette goed op zijn voeding en dacht voortdurend na over het hockeyspel. Tien jaar lang was Loggere aanvoerder van het Nederlands team.
- Roepie Kruize (1925-), de goalgetter: Roepie Kruize, geboren 18 januari 1925 (69 interlands, 56 doelpunten), is de "stamhouder" van de bekendste hockeyfamilie uit Nederland. Zijn zussen Els en Sieke waren ook international, zijn broer Gerrit "Ekkie" speelde op de Olympische Spelen van 1956 voor de Verenigde Staten. Zijn zoons Hans, Jan-Jidde en Ties speelden allemaal voor het Nederlands elftal. Kruize was een echte goalgetter. Hij liep bijna "één op één".
- Ties Kruize (1952-), de alleskunner: Ties Kruize, geboren 17 november 1952 (202 interlands, 167 doelpunten), wordt door velen beschouwd als de beste Nederlandse hockeyer ooit, al kan daar over gediscussieerd worden. Kruize is in ieder geval een van de meest complete hockeyers die in Oranje heeft gespeeld. Hij begon zijn loopbaan als aanvaller, maar kwam in de loop der jaren ook wel eens op het middenveld terecht om het spel te verdelen. In 1973 bereikte hij grote hoogte en was hij de beste speler en topscoorder van het gewonnen wereldkampioenschap in Amstelveen. Na een zwaar auto-ongeluk twee jaar later leek zijn carrière voorbij. Anderhalf jaar later stond hij terug op het hockeyveld. In zijn laatste jaren als tophockeyer liet Kruize zien dat hij ook een uitstekende ausputzer was. Kruize werd gevreesd om zijn keiharde en loepzuivere strafcorner. Kortom, Ties Kruize was een alleskunner.
- Wouter Leefers (1953-), de technisch begaafde middenvelder: Wouter Leefers, geboren 12 januari 1953 (156 interlands, 28 goals), was een technisch begaafde middenvelder. Zijn assists of uitgelokte strafcorners zijn ontelbaar. Een Olympische medaille ontbreekt weliswaar op zijn palmares, maar de wereldtitel van 1973 in eigen land maakt veel goed.
- Tom van 't Hek (1958-), de nummer veertien: Tom van 't Hek, geboren 1 april 1958 (221 interlands, 106 doelpunten), was de eerste hockeyspeler die vaak met nummer veertien speelde. Van 't Hek heeft weliswaar niet de absolute klasse zoals de Nooijer om als de "Johan Cruijff van het hockey" door het leven te gaan, maar technisch deed hij maar weinig onder voor anderen. Het was voor eigenzinnige Tom van 't Hek geen probleem om vanaf links te spelen, vooral door zijn uitstekende backhand. Bovendien scoorde hij opvallend veel velddoelpunten, want hij nam zelden strafcorners.
- Ronald Jansen (1963-), de beslissende keeper: Ronald Jansen, geboren 30 december 1963 (183 interlands, 0 doelpunten), was de keeper tijdens de gouden periode 1996-2000. Hij was destijds van doorslaggevende betekenis.
- Floris Jan Bovelander (1966-), de strafcornerspecialist: Floris Jan Bovelander, geboren 19 januari 1966 (241 interlands, 215 doelpunten), kwam soms nonchalant over, maar stond er wel op de momenten als het er echt toe deed. Zo scoorde hij zowel in de WK-finale van 1990 als in de finale van de Olympische Spelen van 1996 tweemaal uit een strafcorner. De aanvallende linksback (die ook wel eens op het middenveld speelde) kwam zijn hele leven uit voor Bloemendaal.
- Jacques Brinkman (1966-), de fanatieke teamspeler: Jacques Brinkman, geboren 26 augustus 1966 (337 interlands, 84 doelpunten), speelde een groot deel van zijn loopbaan als (rechter)middenvelder. Maar bondscoach Roeland Oltmans zette hem op de Olympische Spelen van 1996 op de rechtsachterplaats. Op die positie speelde hij diverse interlands, al was het wel met frisse tegenzin. Met zijn fanatisme was hij echter altijd waardevol, of hij nu speelde als aanvaller, middenvelder of verdediger.
- Stephan Veen (1970-), de leider: Stephan Veen, geboren 27 juli 1970 (275 interlands, 116 doelpunten), begon als talentvolle rechterspits en brak al snel door. Toen een aantal dragende spelers stopte na de gouden medaille in 1996, werd Veen de nieuwe leider van Oranje. Hij werd teruggehaald naar het middenveld en werd de nieuwe aanvoerder. Op de Olympische Spelen van 2000 stak Veen boven alles en iedereen uit. In de finale tegen Zuid-Korea (3-3) scoorde hij alle Nederlandse doelpunten. In de strafballenserie maakte Veen de beslissende strafbal. Een mooier afscheid als international is niet denkbaar.
- Teun de Nooijer (1976-), de maestro: Teun de Nooijer, geboren 22 maart 1976 (453 interlands, 214 doelpunten), heeft een groots carrière achter de rug. Ontelbare prijzen, ontelbare doelpunten, ontelbare geslaagde acties en passes. Hij werd driemaal uitgeroepen tot beste hockeyer ter wereld en won vier Olympische medailles, waarmee hij de meest succesvolle Olympische teamsporter uit Nederland is. Hij begon als talentvolle linkerspits en groeide daarna uit tot aanvallende linkshalf van wereldklasse. Er is geen twijfel mogelijk dat De Nooijer een van de beste hockeyers is die Nederland heeft voortgebracht.
- Taeke Taekema (1980-), de strafcornerspecialist: Taeke Taekema, geboren 14 januari 1980 (242 interlands, 221 doelpunten), kende een onbevredigend einde van zijn loopbaan toen hij geheel onverwacht de definitieve selectie voor de Olympische Spelen van 2012 niet haalde. De cijfers van de strafcornerspecialist zijn overweldigend: 242 interlands en 221 doelpunten. Hiermee heeft de verdediger een ongekend gemiddelde van bijna 1 op 1.
Ranglijsten met de Beste Nederlandse Hockeyers
- Hockey Top 50: In 2009 publiceerden Rim Voorhaar en Philip Kooke het boek "Hockey Top 50", waarin de beste 50 mannelijke en 50 vrouwelijke hockeyers aller tijden van Nederland werden opgenomen. Hoewel hun keuzes subjectief waren, biedt dit boek een overzicht van de beste hockeyers van Nederland tot medio 2009.
- Top 500: In het boek "Top 500" (1999) werden in alfabetische volgorde de beste 500 Nederlandse sporters van de twintigste eeuw beschreven.
- Top 100 van de Nederlandse Sport: In het boek "Top 100 van de Nederlandse Sport" uit 2012 worden drie hockeyers genoemd, namelijk Teun de Nooijer, Ties Kruize en Stephan Veen. Overigens werd de mannenhockeyploeg uit de jaren 1996-2000 (tweemaal Olympisch kampioen, eenmaal wereldkampioen) in hetzelfde boek opgenomen bij de beste tien sportteams uit de Nederlandse geschiedenis.
tags: #keeper #hockey #bloemendaal #tips