De Geschiedenis van de Keeper in het Nederlands Elftal

Het Nederlands elftal, liefkozend bekend als Oranje, heeft sinds zijn oprichting in 1905 een rijke en boeiende geschiedenis opgebouwd. Gedurende meer dan een eeuw hebben talloze spelers het shirt van Oranje gedragen, en het team heeft zowel hoogte- als dieptepunten gekend. Van legendarische overwinningen tot pijnlijke nederlagen, de geschiedenis van het Nederlands elftal is een verhaal van passie, talent en onverzettelijkheid.

De Vroege Jaren en Olympisch Succes

Het Nederlands elftal speelde zijn eerste officiële interland op 30 april 1905 tegen België, een wedstrijd die met 1-4 in het voordeel van Oranje werd beslecht na verlenging. In de beginjaren lag de focus vooral op de Olympische Spelen, waar Nederland opmerkelijk succesvol was. Het team won driemaal op rij een bronzen medaille op de Olympische Spelen van 1908, 1912 en 1920.

Vroege WK-Deelnames

Na de Olympische successen verschoof de aandacht naar de WK's en EK's. Nederland nam deel aan de WK's van 1934 en 1938, maar beide toernooien waren van korte duur, met vroege uitschakelingen na slechts één wedstrijd. Respectievelijk Zwitserland (3-2) en Tsjecho-Slowakije (3-0) bleken te sterk.

Het Totaalvoetbal van de Jaren '70

Na een lange afwezigheid keerde Nederland in 1974 terug op het WK-podium. Onder leiding van Rinus Michels en met spelers als Johan Cruijff en Willem van Hanegem introduceerde het team het "totaalvoetbal", een revolutionaire speelstijl die de basis legde voor het huidige, gewenste spel van het nationale elftal. Oranje domineerde in West-Duitsland en verbaasde de wereld met zijn aanvallende en dynamische spel. Desondanks was het toernooi één wedstrijd te lang, en verloor het gastland de finale met 2-1, ondanks een vroege voorsprong door een strafschop van Johan Neeskens.

Ondanks de nederlaag in de finale bleef Nederland indruk maken, en bereikte het vier jaar later opnieuw de finale van het WK in Argentinië. Dit keer was Argentinië na verlenging te sterk. Een bal op de paal van Rob Rensenbrink in de slotseconden van de reguliere speeltijd is voor altijd in het geheugen van menig voetballiefhebber gegrift.

Lees ook: Essentiële keepersuitrusting

Het EK-Succes van 1988

Ondertussen had Oranje ook zijn debuut gemaakt op het EK. In 1976 eindigde de ploeg als derde, en in 1980 was de eerste ronde het eindstation. Na een periode van acht jaar zonder deelname aan een eindtoernooi, keerde Oranje in 1988 terug op het EK in Duitsland. Onder leiding van Rinus Michels en met sterren als Marco van Basten en Ruud Gullit beleefde het team een glorieuze triomf. Van Basten maakte indruk met een hattrick tegen Engeland, zijn winnende treffer in de halve finale tegen Duitsland (2-1) en zijn wonderschone doelpunt in de finale tegen de Sovjet-Unie (2-0 winst). Ruud Gullit opende de score in de finale met een snoeiharde kopbal. Na de winst van het EK barstte er een heus volksfeest los, met een rondvaarttocht door de Amsterdamse grachten.

Jaren van Net-Niet

In de jaren die volgden was Oranje vaak dicht bij succes, maar slaagde het er niet in om de ultieme triomf te behalen. De ploeg strandde in de halve finale van het EK in 1992 na strafschoppen tegen Denemarken, en verloor op het WK in 1994 in de kwartfinale van Brazilië (3-2). Na een minder EK in 1996 (kwartfinale), speelde de ploeg een sterk WK in Frankrijk. Oranje werd vierde, maar was bijzonder dicht bij de finale. De 2-1 overwinning op Argentinië in de kwartfinale, met een schitterend doelpunt van Dennis Bergkamp, was het hoogtepunt van het toernooi.

In 2000 organiseerde Nederland voor het eerst zelf een eindronde, samen met België. Na een moeizame en gelukkige zege op Tsjechië (1-0) kwam Oranje helemaal los. Onder leiding van bondscoach Frank Rijkaard won de ploeg met 3-0 van Denemarken en 3-2 van Frankrijk. Vervolgens werd Joegoslavië met maar liefst 6-1 opgerold. Nederland leefde op een roze wolk, maar in de halve finale tegen Italië miste Oranje kans na kans, en verloor het uiteindelijk na strafschoppen.

Wisselende Successen in de 21e Eeuw

Het begin van de 21e eeuw bracht wisselende successen voor het Nederlands elftal. Oranje plaatste zich niet voor het WK in 2002, maar bereikte wel de halve finale van het EK 2004 in Portugal, waar het verloor van het gastland. Op het WK 2006 was Portugal opnieuw te sterk, nu in de achtste finale (1-0).

Het EK in 2008 begon wervelend met overwinningen op Wereldkampioen Italië (3-0) en Frankrijk (4-1), maar eindigde in een teleurstellende kwartfinale nederlaag tegen Rusland na verlenging.

Lees ook: Humphrey Mijnals in Oranje

De WK-Finale van 2010

In 2010 bereikte Nederland onder leiding van bondscoach Bert van Marwijk de finale van het WK in Zuid-Afrika. Na overwinningen op Brazilië (kwartfinale 2-1) en Uruguay (halve finale 3-2) verloor de ploeg in de finale na verlenging van Spanje met 1-0.

Recente Jaren

De recente jaren kenmerken zich door ups en downs. Het EK 2012 in Oekraïne en Polen werd een grote teleurstelling, met een vroege uitschakeling na verlies van alle groepsduels. Op het WK 2014 in Brazilië verraste de ploeg vriend en vijand door de halve finale te bereiken, waarin het na strafschoppen verloor van Argentinië. De kwalificatie voor het EK 2016 in Frankrijk werd een grote teleurstelling, en Nederland was er niet bij.

De Keepers van Oranje: Een Overzicht

Door de jaren heen hebben vele getalenteerde keepers het doel van het Nederlands elftal verdedigd. Van legendarische figuren tot hedendaagse talenten, deze doelmannen hebben hun stempel gedrukt op het nationale elftal. Hieronder een overzicht van enkele opmerkelijke keepers:

Edwin van der Sar: De Onbetwiste Nummer 1

Edwin van der Sar wordt algemeen beschouwd als de beste keeper die ooit het doel van Oranje heeft verdedigd. Hij speelde maar liefst 130 interlands, waarmee hij recordinternational is. Van der Sar speelde op de EK’s van 1996, 2000, 2004 en 2008 en de WK’s van 1998 en 2006. Met 72 clean sheets in 130 interlands is Edwin van der Sar de absolute recordhouder van Oranje.

Andere Opmerkelijke Keepers

Naast Edwin van der Sar zijn er nog andere keepers die een indrukwekkend aantal interlands voor Oranje hebben gespeeld:

Lees ook: De nasleep van het ongeluk: een analyse

  • Hans van Breukelen: 73 interlands (1980-1992)
  • Jasper Cillessen (nog actief): 65 interlands (2013-2023)
  • Maarten Stekelenburg: 63 interlands (2004-2021)
  • Gejus van der Meulen: 54 interlands (1924-1934)

Iconen uit het Verleden

Naast de keepers uit de top 5 zijn er nog andere iconische keepers die een belangrijke rol hebben gespeeld in de geschiedenis van het Nederlands elftal:

  • Frans de Munck: Bekend als "de zwarte panter" vanwege zijn katachtige reflexen en onnavolgbare stijl.
  • Jan van Beveren: Een stijlvolle doelman met sterke reflexen, die helaas tot slechts 32 interlands kwam.
  • Jan Jongbloed: Keepte op de WK’s van 1974 en 1978, en stond bekend om zijn meevoetballende kwaliteiten en het keepen met blote handen.
  • Piet Schrijvers: Een betrouwbare keeper die in de jaren '70 en '80 het doel van Oranje verdedigde.
  • Hans van Breukelen: De keeper van de ploeg die Europees kampioen werd in 1988, en in de finale een strafschop stopte.

Huidige Generatie en de Toekomst

Naast de gevestigde namen zijn er ook jonge, talentvolle keepers die aan de deur kloppen. Bart Verbruggen maakt indruk en wordt gezien als een keeper met een geweldige toekomst voor zich.

tags: #keeper #Nederlands #elftal #geschiedenis