Na afloop van het WK Voetbal van 2010 in Zuid-Afrika liet de FIFA onderzoeken hoe dat toernooi in de deelnemende landen bekeken was. Het onderzoek richtte zich op het percentage van de bevolking dat minstens twintig minuten van het WK had gezien. De resultaten van dit onderzoek waren voor velen verrassend. Hoewel voetbal in Japan niet de nummer één volkssport is - dat is nog steeds honkbal - liggen de tijden dat de Japanse competitie het niveau van de Nederlandse derde klasse niet ontstijgt alweer geruime tijd achter ons. De opkomst van Japan als een serieuze voetbalnatie is een verhaal van gestage groei en ontwikkeling, en hun confrontaties met Australië vormen een interessant hoofdstuk in deze geschiedenis.
De Opkomst van Japan in het Voetbal
De eerste keer dat de "Blue Samurai", zoals het Japanse team liefkozend wordt genoemd, aan een WK deelnam, was in 1998 in Frankrijk. Vier jaar eerder was Japan er ook al dichtbij, maar verloor het in de laatste kwalificatieronde van Irak. In de kwalificaties voor het WK van 1998 werden de gevolgen van de invoering van de Japanse professionele voetbalcompetitie in 1992 dan toch eindelijk merkbaar: het team haalde een nette tweede plaats (achter Zuid-Korea). Voor de volgende eindronde in 2002 hoefde Japan geen kwalificatiewedstrijden te spelen, aangezien het land samen met Zuid-Korea optrad als gastheer. Het thuisvoordeel gaf de spelers vleugels, getuige de resultaten: de eerste wedstrijd, tegen België, eindigde nog in een gelijkspel (2-2), maar de andere poulewedstrijden tegen Rusland en Tunesië werden met respectievelijk 1-0 en 2-0 gewonnen, wat Japan groepswinnaar maakte. Japan vloog er in de knockout-fase wel gelijk uit (1-0 verlies van Turkije), maar dat mocht de pret niet drukken: het Japanse publiek supporterde heel sportief net zo makkelijk andere teams.
In de aanloop naar het WK in 2010 werd daarom een verjongingsslag doorgevoerd. En met succes: Japan plaatste zich net als in 1998 en in 2006 voor de eindronde en wist daar opnieuw de verwachtingen te overtreffen. Spelers als Keisuke Honda (ooit de ‘blonde Japanner’ van VVV Venlo) en Shinji Kagawa wisten hun team bij de hand te nemen. De wedstrijd tegen Nederland ging dan wel met 1-0 verloren, maar Kameroen (1-0) en Denemarken (3-1) werden door de Japanners van de mat geveegd. Helaas verloor het team in de volgende ronde van Paraguay (0-0, maar Japan nam de penalty’s slechter) maar het moge duidelijk zijn dat Japan al lang geen voetbaldwerg meer is. Op het aankomende WK is het land ingedeeld bij Griekenland, Colombia en Ivoorkust. Maar ook als ze er met drie enorme nederlagen uit zouden vliegen, zou dat het voetbalfeest slechts tijdelijk verstoren. Zoals het bovengenoemde onderzoekje van de FIFA uitwijst is er massaal naar het WK gekeken, en vermoedelijk niet alleen naar de verrichtingen van het eigen team: toen ik in juli 2010 Japan bezocht waren de Blue Samurai al lang en breed op vakantie, maar hingen etalages nog steeds vol met tricots en ander voetbalgerei, dat daadwerkelijk gekocht en gedragen werd. Aan de kust, in de bergen of verborgen in een drukke stad.
Australië's Voetbalreis: Van Oceanië naar Azië
Het nationale voetbalteam van Australië is actief onder de vlag van zowel de AFC als de FIFA. De Australische voetbalploeg maakt deel uit van de Football Federation Australia (FFA). In 1911 werd de voetbalbond opgericht. Men sloot zich in 1956 aan bij de wereldvoetbalbond FIFA, waar het lidmaatschap voor de Aziatische voetbalbond (AFC) vijftig jaar later volgde. Lange tijd (1966-2005) maakte de nationale voetbalfederatie deel uit van de Oceanische voetbalorganisatie OFC. Australië speelde op 17 juni 1922 de allereerste interlandwedstrijd. In Dunedin ging de nationale ploeg met 3-1 ten onder tegen Nieuw-Zeeland. De voornaamste concurrent in Oceanië fungeerde in de eerste zes interlands steevast als opponent, maar de resultaten waren niet denderend: één zege, één gelijkspel en vier nederlagen. Tussen 1925 en 1932 speelde Australië geen enkele interland. Tussen 1933 en 1948 koos men opnieuw voor reeksen tegen één opponent. Nieuw-Zeeland zorgde voor drie series (1933, 1936 en 1948). Daarnaast werden India (1938) en Zuid-Afrika (1947) bereidwillig gevonden om voor een periode over te komen naar Oceanië.
In de eerste helft van de jaren vijftig speelde Australië opnieuw enkel oefeninterlands. Zimbabwe (destijds Rhodesië), Zuid-Afrika en Nieuw-Zeeland fungeerden als sparringpartners. Pas op 27 november 1956 speelde het nationale team voor het eerst een wedstrijd in competitief verband. De Olympische Zomerspelen werden destijds in eigen land georganiseerd. Men rekende in de eerste ronde af met Japan (2-0), maar struikelde in de kwartfinale door toedoen van India (2-4). Australië vergat door te pakken na de olympische deelname van 1956. Datzelfde jaar speelde men nogmaals tegen India (1-7 nederlaag), waar in 1958 nog twee wedstrijden tegen Nieuw-Zeeland op het programma stonden. Deze burenruzies eindigden respectievelijk in een 2-3 zege en een 2-2 gelijkspel. Engeland organiseerde in 1966 het zevende WK uit de geschiedenis. Australië besloot voor het eerst deel te nemen aan het kwalificatietraject. Men werd ingedeeld in een intercontinentale groep met Noord-Korea, Zuid-Korea en Zuid-Afrika, maar de twee laatstgenoemde teams verschenen niet aan de aftrap (teruggetrokken en gediskwalificeerd). Het tweeluik met de Noord-Koreanen in Cambodja ging echter kansloos verloren: 1-6 en 1-3. Richting het WK van 1970 rekende Australië af met Japan, Zuid-Korea en Zimbabwe (Rhodesië). In de finaleronde stond een tweeluik met Israël op het programma. David Zeman maakte in Ramat Gan een onfortuinlijk eigen doelpunt, waardoor de 1-1 in eigen huis niet volstond. Vier jaar later wist het grootste land van Oceanië alsnog een WK-ticket binnen te slepen door Zuid-Korea te verslaan. Op het WK van 1974 werd Australië ingedeeld in een pikante groep. Men kreeg te maken met zowel gastheer West-Duitsland als diens rivaal Oost-Duitsland (DDR), waar Chili het deelnemersveld compleet maakte. Het WK-debuut verliep niet naar wens. De manschappen van bondscoach Rale Rasic maakten zelfs geen enkel doelpunt.
Lees ook: Interessante feiten over het WK Rugby
De OFC lanceerde in 1973 een nieuw kampioenschap. Het deelnemersveld bestond uit vijf landen, maar Australië behoorde niet tot deze groep. Bij de tweede editie in 1980 waren The Socceroos daarentegen wel van de partij. Het team maakte meteen indruk door Nieuw-Caledonië (8-0) en Papoea-Nieuw-Guinea (11-2) met duidelijke cijfers aan de kant te schuiven. Australië ondervond tamelijk weinig concurrentie op de Oceanië Cup. Tussen 1980 en 2004 bereikte de nationale ploeg steevast de finale. Ondertussen lukte het maar niet om de WK-kwalificatiefases tot een goed einde te brengen. Het gebrek aan weerstand binnen Oceanië speelde volgens de FFA een belangrijke rol in het mislopen van de WK-tickets. Om die reden besloot de Australische voetbalbond een pijnlijke doch noodzakelijke stap te zetten: de switch van de OFC naar de AFC. Uitgerekend tijdens het ingezette proces wist de nationale ploeg eindelijk af te rekenen met de jarenlange vloek. Hiddink beschikte met namen als John Aloisi, Tim Cahill, Harry Kewell, Mark Schwarzer en Mark Viduka over een goede generatie. Daarnaast kon hij beschikken over spelers die gaandeweg hun carrière in de Eredivisie actief waren (Jason Culina, Brett Emerton, Zeljko Kalac en Luke Wilkshire). In 2006, het jaar waarin het AFC-lidmaatschap officieel werd, keerde Australië eindelijk terug op het wereldkampioenschap. Cahill maakte op 12 juni het eerste Australische WK-doelpunt ooit ten koste van Japan (3-1). Australië verloor de tweede groepswedstrijd in Duitsland met 0-2 van titelverdediger Brazilië. Een 2-2 gelijkspel tegen Kroatië volstond vervolgens voor de tweede plaats in Groep F. In de achtste finale kreeg de formatie van Hiddink een numeriek voordeel dankzij de rode kaart van Marco Materazzi. Italië wankelde, maar trok diep in blessuretijd alsnog aan het langste eind.
Confrontaties en Competities
De verplaatsing van Australië naar de AFC in 2006 betekende een intensivering van de voetbalrelaties met Japan. Beide landen, nu actief binnen dezelfde voetbalconfederatie, kwamen elkaar vaker tegen in kwalificatietoernooien en kampioenschappen.
In 2007 debuteerde Australië op de Azië Cup. Graham Arnold, die in Nederland voor Roda JC en NAC Breda voetbalde, fungeerde als bondscoach op deze eindronde. Zijn team strandde in de kwartfinale door toedoen van Japan (na strafschoppen). The Socceroos wisten diezelfde Japanners voor te blijven in de Aziatische kwalificatiecyclus voor het WK van 2010. Een harde nederlaag tegen Duitsland (0-4) en een gelijkspel tegen Ghana (1-1) zorgde voor maximale druk op het laatste groepsduel met Servië. Australië wist in 2011 de finale van de Azië Cup te bereiken na een 6-0 overwinning op Oezbekistan. Een historisch succes bleef echter uit door toedoen van Japan (0-1 na verlenging). Een tweede plaats achter diezelfde opponent volstond om ook in 2014 deel te nemen aan de WK-eindronde. In Brazilië werd men roemloos uitgeschakeld. In 2015 mocht Australië voor de derde keer deelnemen aan het Aziatische kampioenschap. De Aussies bereikten andermaal de finale. De Zuid-Koreaan Heung-Min Son wist daarin een heldenrol te voorkomen voor Massimo Luongo, maar in de verlenging viel het dubbeltje alsnog de goede kant op. James Troisi maakte het winnende doelpunt: 2-1. Australië verscheen als Azië Cup-winnaar aan de aftrap voor het WK van 2018. Frankrijk kreeg in de eerste groepswedstrijd behoorlijke tegenstand, maar een eigen doelpunt van Aziz Behich dwarsboomde een punt (1-2). In de duels met Denemarken (1-1) en Peru (0-2) werd vervolgens niet het benodigde resultaat behaald. Ook de Azië Cup van 2019 bracht niet het gewenste effect. In 2022 mocht Australië voor de vijfde keer op rij deelnemen aan het WK. Overwinningen op Tunesië en Denemarken (allebei 1-0) volstonden voor de tweede keer voor het bereiken van de achtste finale. Het avontuur strandde opnieuw in die ronde door de latere winnaar: Argentinië (1-2). De Azië Cup-editie van 2023 strandde net als vier jaar eerder al in de kwartfinale.
Sinds de jaren zestig is Australië actief in de kwalificatiefase voor toernooien, waaronder de Azië Cup en de WK’s.
Historische Ontmoetingen tussen Nederland en Australië
Het Nederlands elftal speelde vooralsnog vier officiële interlandwedstrijden tegen Australië. De verhoudingen zijn totaal in evenwicht. Beide landen wonnen één editie, waar de overige twee krachtmetingen onbeslist bleven. Tussen juni 2006 en oktober 2009 oefenden Australië en Nederland driemaal tegen elkaar. The Socceroos hielden zich uitstekend staande. Oranje won daarentegen de enige krachtmeting op het WK-podium: 3-2 in 2014. Arjen Robben, Robin van Persie en Memphis Depay maakten het verschil in die wedstrijd.
Lees ook: Olympische Spelen: hoe presteerden de handbal dames in Japan?
Culturele en Economische Invloeden
De voetbalgeschiedenis tussen Japan en Australië is niet alleen een sportief verhaal. Het is ook verweven met culturele en economische invloeden. De populariteit van voetbal in Japan, zoals blijkt uit de massale kijkcijfers tijdens het WK en de verkoop van voetbal merchandise, toont de groeiende invloed van de sport in het land.
Stadions met Uitzicht
Naast de sportieve prestaties en de historische context, is het interessant om te kijken naar de stadions waar deze wedstrijden worden gespeeld. Sommige stadions bieden een unieke ervaring door hun fenomenale locaties.
Een voorbeeld hiervan is het Central Coast Stadium van de Australische voetbalclub Central Coast Mariners. Het stadion biedt plaats aan 20.059 toeschouwers en heeft een prachtig uitzicht op Brisbane Water en de palmbomen achter het doel. Het Mikuni World Stadium Kitakyushu in Japan biedt een prachtig uitzicht over het water, de industrie en de hoge bergen. Het stadion heeft een capaciteit van 15.300 plaatsen en is de thuishaven van de derdeklasser Giravanz Kitakyushu.
Lees ook: Wedden op J1 League met Bet365
tags: #japan #australie #voetbal #geschiedenis