De Koninklijke Nederlandse Voetbal Bond (KNVB) zet zich op verschillende manieren in om het voetbal aantrekkelijker, eerlijker en toekomstbestendiger te maken. Een van de manieren waarop de KNVB hieraan bijdraagt, is door middel van onderzoek. Jan Verbeek, wetenschapper bij de KNVB en promovendus talentontwikkeling aan de Rijksuniversiteit Groningen, speelt een belangrijke rol in dit onderzoek.
Future Rules: Onderzoek naar Spelregelwijzigingen
De KNVB onderzoekt de toegevoegde waarde van spelregelwijzigingen via het "Future Rules" project. Het project is in het leven geroepen om te onderzoeken wat de toegevoegde waarde is van spelregelwijzigingen. Het voetbal vraagt steeds meer om veranderingen in de spelregels. Het moet aantrekkelijker, eerlijker en leuker worden om toekomstbestendig te blijven. De KNVB probeert hier op diverse manieren aan bij te dragen. De UEFA en FIFA zijn ook betrokken bij dit project.
Talentontwikkeling: De Slingerende Carrièrepaden van Jeugdspelers
Verbeek heeft zich verdiept in de carrièrepaden van jeugdvoetballers en de invloed van vroege selectie op hun latere succes. Een van zijn onderzoeken richt zich op de vraag hoe rechtlijnig of slingerend de ontwikkeling van jeugdvoetballers verloopt. Vinden kinderen die teruggaan naar de amateurs nadat de profclub hun de deur wees later weer hun weg omhoog? En zijn kinderen die op jonge leeftijd zijn gescout vaker succesvol dan kinderen die later zijn gescout?
Zijn onderzoek toont aan dat een atypische route naar de top geen uitzondering is. Veel spelers die professional zijn geworden, zijn ergens op weg naar de top afgevallen. Profclubs vonden hen niet goed genoeg en stuurden de spelers weer terug. Of ze werden door de coach van een nationaal jeugdelftal een periode niet meer uitgenodigd voor interlandwedstrijden. En toen… werden ze opnieuw gescout, tekenden ze alsnog een contract als profspeler, of werden ze international.
Dit is de prettig dwarse conclusie van een recent onderzoek van Jan Verbeek, wetenschapper bij de KNVB en promovendus talentontwikkeling aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Lees ook: Een carrière van Gouda tot Qatar: Sven van Beek
De Rol van Tegenslagen
Verbeek was ook benieuwd naar het drama bínnen carrières, en hoe bepalend tegenslagen waren voor talentvolle voetballers. Uit zijn onderzoek blijkt dat deselectie niet het einde hoeft te betekenen. Veel spelers vinden na een periode bij de amateurs alsnog hun weg naar het profvoetbal.
Kennelijk is het systeem flexibel genoeg om laatbloeiers of verkeerd beoordeelde spelers terug te laten keren in het topvoetbal. Misschien doet het zulke afgevallen jongens wel goed. Bij de profclub hebben ze het zwaar, maar bij de amateurs steken ze er weer boven uit, tanken ze zelfvertrouwen en groeien ze weer. Weggestuurd worden, tegenslag dus, kan blijkbaar ook het juiste medicijn zijn - al voelt dat op het moment zelf niet zo.
De Nederlandse Voetbalomgeving
Een verklaring voor deze slingerende carrières is de hoge dichtheid van voetbalclubs in Nederland. Een speler die wordt weggestuurd door een profclub, kan vaak terecht bij een amateurclub van hoog niveau, niet ver van zijn woonplaats. Die speler vindt daardoor nog steeds genoeg uitdaging om zich door te ontwikkelen, als je ervan uitgaat dat je voor ontwikkeling serieuze tegenstand nodig hebt op de trainingen en tijdens wedstrijden.
Wat Nederland uniek maakt: elke (mannelijke) voetballer kan makkelijk een team van zijn niveau vinden.
De Waarde van Veeleisende Jeugdopleidingen
De auteurs van de paper trekken bovenal één conclusie: opleidingen van profclubs zijn niet cruciaal om groot voetbaltalent te ontwikkelen. Blijkbaar kun je een jaar ‘toponderwijs’ missen, of zelfs meerdere jaren, zonder dat dit een doodvonnis is voor je toekomst als voetballer.
Lees ook: Analyse van de wedstrijd door Foppe Verbeek
Dit roept de vraag op of een permanent veeleisende leeromgeving wel noodzakelijk is. Duits-Amerikaans onderzoek wees uit dat jonge kinderen niet hoeven te leven als miniprofessionals, en desondanks wereldkampioen kunnen worden. De auteurs stellen het zelfs nog scherper: deze kinderen worden wereldkampioen dankzij een normale jeugd. Ze konden rustig en weloverwogen uitvinden aan welke sport ze hun leven zouden wijden.
Dit kan een heleboel tijd, energie en stress schelen. Jonge talenten hoeven niet urenlang in een busje te zitten naar de training, hoeven geen extreme prestatiedruk te ervaren en kunnen meer tijd besteden aan school. Volwassen mannen hoeven de prestaties van 5- tot 8-jarige jongetjes in korte broeken niet meer te ‘analyseren’, uit angst de volgende Frenkie mis te lopen. De voetbalwereld zou meer ontspannen en toch beter af kunnen zijn.
Vroege Selectie: Voordelen en Nadelen
Onderzoek uit het onderwijs doet vermoeden dat vroege selectie voordelen biedt voor vroegbloeiers. Slimme kinderen worden slimmer omdat ze omringd worden door slimme klasgenoten. Je zou verwachten dat dit effect nog groter is in het voetbal, want elk jaar sturen opleidingen spelertjes weg en vervangen ze die door nog betere spelertjes. De ‘leeromgeving’ is dus permanent veeleisend.
Verbeeks data maken zo’n lezing niet onmogelijk, net als de observatie dat het voetbal de afgelopen twee decennia, sinds de jeugdopleidingen begonnen met het scouten van jonge kinderen, alsmaar beter is geworden. Het huidige Nederlands elftal bestaat voornamelijk uit spelers die al op jonge leeftijd op een profopleiding zaten. Maar ja, wellicht waren al die spelers ook zo goed geworden als ze bijvoorbeeld pas vanaf hun 14e fulltime waren gaan voetballen.
De Voetbalmonitor: Beleid op Basis van Data
Om beleidsmakers in staat te stellen hun beslissingen te nemen op basis van feiten, heeft de KNVB de Voetbalmonitor ontwikkeld. De Voetbalmonitor is het systeem waarin zoveel mogelijk data uit de opleiding van Nederlandse betaaldvoetbalorganisaties verzameld worden, om beleidsmakers in staat te stellen hun beslissingen te nemen op basis van feiten. De Voetbaltrainer praat erover met Teun Jacobs en Jan Verbeek. Jacobs is binnen de KNVB Manager Voetbaltechnische Zaken, Verbeek Researcher. Beleid op basis van data is nodig, vinden beiden: ‘We hebben in het Nederlandse voetbal te lang op basis van aannames beslissingen genomen.’
Lees ook: Maatschappelijke betrokkenheid in het amateurvoetbal: een onderzoek.
De Voetbalmonitor wordt beschikbaar gesteld aan alle bvo-opleidingen in Nederland.
Data-Analyse: Scouting en Speler Rendement
Met behulp van de Voetbalmonitor kunnen verschillende aspecten van talentontwikkeling worden geanalyseerd, zoals de effectiviteit van scouting en het rendement van jeugdopleidingen. Door de cijfermatige onderbouwing te kunnen geven hopen we beter gefundeerde uitspraken te kunnen doen over belangrijke beleidsmatige zaken. Bovendien verwachten we de periode waaruit we alle gegevens hebben, in de toekomst uit te kunnen breiden nog naar jongere categorieën.’
De KNVB beschikt over een enorme hoeveelheid informatie vanuit het ledenadministratiesysteem Sportlink. Wanneer een speler gaat voetballen, komt hij in de bestanden bij de KNVB. Hierdoor beschikt de bond over een enorme hoeveelheid informatie vanuit het ledenadministratiesysteem Sportlink. die eruit te halen zijn, ook breder gaan aanbieden.
De Rol van Trainers en Opleidingen
De Voetbalmonitor helpt ook bij het onderzoeken welk type trainer het hoogste aantal spelers aan het betaalde voetbal levert. Dit levert belangrijke informatie op voor onze trainersopleidingen. Stel dat je zou kunnen concluderen dat diversiteit aan trainers uiteindelijk voor spelers heel belangrijk is om de top te kunnen halen, moet je er als opleider ook wel voor zorgen dat je die trainers met diverse achtergronden ook toegang krijgen tot de opleidingen.
Toekomst van de Voetbalmonitor
Jan Verbeek: ‘De bedoeling wordt dat verenigingen (op directieniveau, Hoofden Opleiding) een inlogcode krijgen zodat zij hun eigen cijfers kunnen zien. is verricht. Uiteindelijk willen we dit systeem graag koppelen aan alle data die vanuit de Eredivisie beschikbaar komen. Dan is het ‘af’, in de zin dat je dan in de Voetbalmonitor alle gegevens van de loopbaan van een speler hebt, en die combineer je vervolgens met de prestaties die hij op eerste-elftalniveau levert. Al die zaken in een online omgeving en dan inloggen met je eigen code. Vervolgens de conclusies trekken die voor jouw specifieke organisatie van belang zijn.
Het Geboortemaandeffect
Jan Verbeek doet als promovendus onderzoek naar talentontwikkeling in het voetbal aan de Rijksuniversiteit Groningen. “Het is een van de meest bewezen theorieën in de sport. Al bijna vier decennia wordt aangetoond dat spelers die aan het begin van het jaar zijn geboren, oververtegenwoordigd zijn. De voetbalwereld heeft hier nauwelijks een antwoord op. Dat is zorgelijk: het is oneerlijk en er gaat talent verloren.”
Het geboortemaandeffect heeft alles te maken met de voetbalkalender en de indeling van jeugdteams. “Bijna alle voetbalbonden ter wereld organiseren competities die een jaar duren, zo ook de KNVB”, legt Verbeek uit. “De teams worden op basis van een hele jaargang ingedeeld: de oudste spelers in Nederlandse jeugdteams komen uit januari, de jongste uit december. Zo’n leeftijdsverschil van een maand of elf is enorm op jonge leeftijd. De oudere speler is qua fysiek, lengte, sociaal vermogen en motorische ontwikkeling veel verder. Daardoor lijkt het oudere kind veel talentvoller, terwijl dit niet zo hoeft te zijn.”
Verbeek en zijn collega Frederike Zwenk hebben de afgelopen jaren veel werk gestoken in onderzoek naar het geboortemaandeffect. Ze hebben zelfs hun best gedaan om een oplossing te testen in de praktijk - iets dat bij hun weten nog nooit is gedaan, hoewel het probleem al decennia oud is.
Oproep tot Oplossingen voor het Geboortemaandeffect
KNVB-onderzoekers Jan Verbeek en Frederike Zwenk willen nu eindelijk eens weten of het geboortemaandeffect kan worden opgelost. En dus stuurden ze een oproep (een call to action) aan onderzoekers, bonden, coaches, spelers in binnen- en buitenland, met de vraag hoe zij het geboortemaandeffect denken op te kunnen lossen. Motto: ‘Niet weer een analyse van geboortedata, het is tijd voor oplossingen!’
De aangedragen oplossingen worden in een discussieronde met experts - spelers, coaches, wetenschappers - gefilterd (via de ‘Delphi-methode’), en de twee of drie meest veelbelovende oplossingen zullen moeten worden getest in experimentele competities.
Scouting en Talentherkenning
De KNVB is constant in ontwikkeling als het gaat om onderzoek naar talentherkenning. De ontwikkeling van de scouts is hierbij een belangrijk onderdeel. Om de scouts van JPN met zoveel mogelijk kennis op pad te sturen voorziet de KNVB hen ook van wetenschappelijke kennis op het gebied van talentontwikkeling.
Jan Verbeek, onderzoeker bij de KNVB, nam tijdens verschillende bijeenkomsten bij de start van het seizoen de scouts van JPN mee in de complexe materie van het herkennen van talent. “We lieten de scouts nadenken over waar we denken dat het plafond van een voetballer ligt en op basis waarvan ze die voorspelling doen”, belicht Verbeek. “We kunnen allemaal wel ongeveer de huidige kwaliteit van voetballers met elkaar vergelijken. Maar het gaat er niet om wie er nú de beste is, maar wie er op volwassen leeftijd bovenuit steekt. De ontwikkeling van een voetballer loopt niet in een rechte lijn. Veel factoren hebben een invloed op de kwaliteit van een speler op latere leeftijd.”