Het verhaal van Jan Peeters is niet zomaar een biografie; het is een inkijk in de ziel van een voetballer die met hart en ziel zijn sport beleefde. In tegenstelling tot de meeste biografieën die door anderen worden geschreven, koos Arno Arts ervoor om zijn eigen verhaal te vertellen. Bijna twintig jaar profvoetbal leverden zoveel mooie herinneringen op dat hij besloot ze op te schrijven.
Van Groesbeek naar de Goffert
Het boek begint in de Groesbeekse wijk 't Vilje, waar Arts opgroeide. Daar stonden twee houten doelen in de wei, en daar werd altijd gevoetbald. Pas op je achtste kon je bij een club. In deze wijk was het kiezen tussen De Treffers of Achilles'29, afhankelijk van je familie. Arts zocht ook een club waar hij op de fiets naartoe kon, en dat was Achilles.
Op vijftienjarige leeftijd werd hij gescout door NEC, door Ger Reijen. Die had een tip gekregen van Jopie Dorland, die met zijn vader op het dak werkte. Zijn vader zei tegen Ger Reijnen: "Jullie zitten te slapen, Arno hoort in De Goffert te lopen."
Techniek boven Strijd
Arts was een sierlijke linkspoot die op techniek speelde tussen echte karaktervoetballers. Het publiek houdt heel erg van strijd en erop klappen, maar Arts moest het hebben van techniek en overzicht. Het waren ook bijna allemaal jongens uit de regio, wat zorgde voor verbondenheid. Er is wel eens gespeeld met zes Groesbekers in de basis. Hij heeft veel profijt gehad van Jan Peters, die bij NEC kwam afbouwen. Peters kwam uit Italië, en Arts reed dan met hem mee. Ze gingen eerst het Italiaanse roze krantje halen op het station, en dan door naar De Goffert.
Promotie en Degradatie bij NEC
De ploeg had ook succes. In 1989 promoveerden ze via de nacompetitie. Dat maakte zoveel los in Nijmegen. In de jaren tachtig hadden ze heel weinig publiek, maar toen ze de beslissende wedstrijd speelden tegen Excelsior zat het helemaal vol, wel 30.000 toeschouwers. Die zaten er normaal alleen met de vlaggenparade bij de Vierdaagse. Daarna ging het door Nijmegen met de platte kar, de stad stond helemaal vol.
Lees ook: Een blik op de carrière van Wouter Peeters
Arts speelde met NEC twee jaar in de eredivisie, maar toen volgde degradatie. De middenvelder werd verkocht. Hij wilde niet meer in de eerste divisie spelen, dat was ook beter voor zijn carrière. Hij ging naar Luzern, en NEC kreeg een flink bedrag. Voorzitter Henk van de Water viel hem om de hals en zei: "Dat was een geweldig elftal. Kijk alleen maar naar de keepers. Hans de Koning stond in het doel en daarachter zaten Sander Boschker en Sander Westerveld. Voorin stonden Ronald de Boer en Youri Mulder en dan had je ook nog Prince Polley. Ik was aanvallende middenvelder. Achter mij speelde Jan van Halst, nu bekend van Expeditie Robinson."
Avonturen bij Cambuur en Willem II
Later raakte hij daar op een zijspoor. Toen haalde Fritz Korbach hem naar Cambuur. De hoogtepunten daar waren een bekeroverwinning op Heerenveen, de rivaal: DKV, Dertig Kilometer Verder, zo werden ze genoemd. En ze versloegen in de beker het Ajax van Louis van Gaal. Die waren net wereldkampioen geworden. Daar wonnen ze toch maar van op een doordeweekse avond in Leeuwarden. Daarna haalden Co Adriaanse en Martin van Geel hem naar Willem II. Daar werd hij aanvoerder. Ze hadden allemaal spelers die iets te bewijzen hadden. Hij wilde laten zien dat hij geen eerste divisiespeler was en dat hij de eredivisie gemakkelijk aan kon. Ze werden het eerste seizoen al vijfde en haalden Europees voetbal.
Champions League met Willem II
Maar het hoogtepunt moest nog komen. Het jaar daarop werden ze zelfs tweede en toen mochten ze de Champions League in. Bij een voetbalkwis is dat een mooie vraag: Wie scoorde het eerste doelpunt van Willem II in de Champions League? Nou, dat was hij. Weliswaar de aansluitingstreffer tegen Spartak Moskou, maar toch ging hij de boeken in. Daarna werd er doorgeselecteerd bij Willem II en hij voelde aankomen dat hij buiten de ploeg ging vallen. Hij raakte ook gebrouilleerd met Adriaanse. Hij wist dat NEC belangstelling had, die huurden hem.
Terugkeer naar NEC en Utrecht
Het was geen gelukkige keuze. Tussen de discipline van Adriaanse en NEC zat een wereld van verschil. Bij Willem II trainden ze echt om beter te worden, bij NEC was het allemaal heel los. En ze vochten tegen degradatie. Hij is blij dat hij wel een belangrijk doelpunt heeft gemaakt, juist tegen Willem II was dat goed voor drie punten. Vervolgens kwam Utrecht. Daar speelde hij twee bekerfinales. Eerst tegen Ajax, dat is een wond die hij weer openrijt. Wamberto stond vier meter buitenspel, maar het mocht door. De VAR zou dat nu hebben afgekeurd. Gelukkig wonnen ze een jaar later wel de beker. In de Kuip tegen Feyenoord werd het 4-1 voor hen.
Tevredenheid en Grinta
Hij heeft alleen nooit echt bij een topclub gespeeld. Niemand heeft de gok durven nemen. Ooit had Ajax met Leo Beenhakker belangstelling, maar ze namen toen voor Alfons Groenendijk. Maar je moet ook eerlijk zijn. Hij kwam ook dingen tekort. Hij heeft dat grinta genoemd in zijn boek. Hij was niet explosief en snel genoeg en was niet agressief en fel in de duels. Hij is wel tevreden, want hij heeft 543 wedstrijden gespeeld en 106 keer gescoord. Dat kan niet iedereen zeggen. Als klein jochie keek hij tussen de spijltjes bij NEC door met de droom om profvoetballer te worden.
Lees ook: Wie is de beste voetballer?
Schrijven en Trots
Hij schrijft graag. Het begint als klein jochie in 't Vilje met straatvoetbal tot nu. Hij deed het in eerste instantie voor zichzelf. Toen had hij dat bestandje op zijn computer staan, dacht hij: wat moet ik hier nu mee? Hij heeft besloten het gewoon uit te geven, in eigen beheer. Hij heeft wel wat hulp gehad. Arts is niet zo landelijk bekend. In de regio's waar hij heeft gespeeld, gaat het belletje wel rinkelen. Maar hij heeft niet de illusie dat hij er tienduizenden gaat verkopen.
Meestal zijn het boeken over ex-vedetten. Maar waarom is er geen markt voor een speler uit de laag daaronder, de subtop, zoals hij? Hij is er zeker trots op. Hij heeft het niet alleen voor zichzelf gedaan, maar ook voor al die bijzondere mensen die hij heeft meegemaakt en waarvan sommigen al niet meer onder ons zijn.
Dat is de sterfdag van hun moeder, en dat vindt hij een mooi moment om met dit boek te komen. Ze zeggen wel eens dat een cd een kindje is, maar dat heeft hij bij dit boek ook. Zijn broer heeft cd's gemaakt en hij nu dit boek. Ze zijn wat dat betreft net de ECI van vroeger. Maar dit is wel iets tastbaars. Stel dat zijn broer er niet meer zou zijn, dan kan hij zijn stem altijd nog horen op cd. En dat heeft hij met een boek nu dus ook.
Lees ook: Van talent tot televisie: Andy van der Meijde
tags: #jan #peeters #voetballer #biografie