Italiaanse voetbaltermen: Een woordenlijst voor de liefhebber

Italiaans voetbal, of calcio, is meer dan alleen een sport; het is een cultuur, een passie die diep geworteld is in de Italiaanse samenleving. De manier waarop Italianen over voetbal praten, is bijna een taal op zich. Om de nuances van deze taal te begrijpen, is een woordenlijst met Italiaanse voetbaltermen essentieel. Dit artikel biedt een uitgebreid overzicht van de meest voorkomende en kleurrijke termen, zodat je volledig kunt opgaan in de wereld van het Italiaanse voetbal.

Algemene termen

  • Serie A: De hoogste voetbalcompetitie van Italië.
  • Eredivisie: Hoewel dit de Nederlandse term is voor de hoogste competitie, is het belangrijk om te weten dat Italianen naar hun eigen hoogste competitie verwijzen als de Serie A.
  • Scudetto: Een schildje dat wordt gedragen door de club die de Serie A heeft gewonnen in het voorgaande seizoen.
  • Teppista: Voetbalhooligan.
  • Tifoso: Supporter.
  • Stadio: Stadion.
  • Palla: Voetbal.
  • Porta: Het doel.
  • Difesa: Verdediging.
  • Attaccare: Aanvallen.

Hoofdpersonen

  • Arbitro: Scheidsrechter.
  • Allenatore: Coach.
  • Portiere: Doelman (keeper).
  • Difensore: Verdediger.
  • Centrocampista: Middenvelder.
  • Attaccante: Aanvaller.
  • Panchina: De bank (met reservespelers).

De wedstrijd

  • Scendere in campo: Het veld opkomen.
  • Fischio d'inizio: Beginsignaal.
  • Primo tempo: Eerste helft.
  • Secondo tempo: Tweede helft.
  • Cartellino giallo: Gele kaart.
  • Cartellino rosso: Rode kaart.
  • (Calcio di) Rigore: Strafschop.
  • Calcio d'angolo: Hoekschop.
  • Calcio di punizione: Vrije trap.
  • Gooooooooool: Doelpunt.
  • Autogol: Eigen doelpunt.
  • Fuorigioco: Buitenspel.
  • Fare un dribbling: Dribbelen.
  • Rasoterra: Hard schot vlak over de grond.
  • Palla a candela: Heel steil omhoog geschoten bal.
  • Palla lunga e pedalare: Lange trap vooruit en erachteraan.
  • Prendere in contropiede: De bal veroveren.
  • Duello: Duel.
  • Infortunio: Blessure.
  • Tempo supplementario: Tijd erbij trekken (blessuretijd).
  • Tempo pieno: Einde wedstrijd.
  • Vinto: Gewonnen.
  • Pari: Gelijkspel.
  • Perso: Verloren.

Tactische termen en speelstijlen

  • Catenaccio: Een speelstijl die zijn oorsprong in Italië kent. Het gaat hierbij om een erg verdedigende speelwijze waarbij een elftal hoopt vervolgens toe te slaan in de counter. Het staat voor een 'dikke ketting' of 'slot'.

Overige voetbaltermen

  • 01Aansluitingstreffer: Wanneer een team met twee doelpunten achterstaat, maar vervolgens een doelpunt maakt en terugkomt in de wedstrijd. Bijvoorbeeld wanneer RB Leipzig 2-0 achterstaat, wordt de 2-1 de aansluitingstreffer genoemd.
  • 02Achilleshiel: Het zwaktepunt van een elftal. Dit kan een specifieke speler zijn of een hele linie. De verdediging kan bijvoorbeeld de achilleshiel van een elftal zijn.
  • 03Een tegenstander inmaken en met ruimte cijfers verslaan: Een team vernederen door met een grote marge te winnen.
  • 04Angstgegner: Een tegenstander tegen wie een team het vaak lastig heeft en waartegen vaak ongelukkig wordt verloren. Er heerst angst om in de volgende wedstrijd opnieuw tegen deze club te verliezen.
  • 05Assist: Een pass of voorzet waaruit een medespeler een doelpunt maakt.
  • 06Blessuretijd: Dit is de extra tijd die de scheidsrechter bij de negentig minuten optelt. Vaak door wissels die lang hebben geduurd, blessuregevallen of door tijdrekken van de tegenstander.
  • 07Buitenspel: Wanneer een aanvaller bij het moment van spelen achter de laatste veldspeler van de tegenstander staat. Een speler kan alleen buitenspel staan op de helft van de tegenstander en de keeper telt uiteraard niet mee als laatste verdediger.
  • 09Counter: Vliegensvlug een verdedigende situatie omzetten in een tegenaanval. Doordat de tegenstander hoog op het veld staat, ligt er veel ruimte voor de omschakeling. Zoals te zien in de video hieronder is Red Bull Leipzig een echte counterspecialist.
  • 10Crosspass: Een lange bal over de breedte van het veld om het spel te verleggen. Doordat de bal in eerste instantie aan de ene kant ligt, bevinden zich daar ook de meeste spelers. Met een crosspass kun je gemakkelijk de bal naar een rustiger gedeelte van het veld verleggen. Deze schitterende pass van Hakim Ziyech tegen Bayern München is hier een perfect voorbeeld van.
  • 11Derby: Een voetbalwedstrijd tussen twee rivaliserende ploegen. Vaak komen de rivalen uit dezelfde stad of streek.
  • 12Een-tweetje: Een simpele combinatie waarbij een speler de bal naar een ploeggenoot speelt, zelf doorloopt en de bal direct weer terugkrijgt.
  • 13Gegenpressing: Een uit Duitsland overgewaaide term. Wanneer een elftal de bal verliest, is het idee om niet direct om te schakelen in een verdedigende organisatie, maar juist zo hoog mogelijk op het veld druk te zetten op de bal. Wanneer de bal weer wordt veroverd kan er snel een doelpunt worden gemaakt. RB Leipzig heeft de gegenpressing bijvoorbeeld goed onder de knie.
  • 14Halfspaces: In het moderne voetbal wordt er steeds vaker over halfspaces gesproken. Wanneer je een veld verticaal opdeelt in vijf stroken gaat het hierom de twee vlakken tussen de buitenkant en de middelste strook. Aan de buitenkant ben je eigenlijk te ver van het doel af, terwijl het in de middelste strook van het veld vaak ontzettend drukbezet is. De halfspaces worden daarom gezien als de zones waaruit het meeste gevaar kan worden gesticht.
  • 15Hattrick: Wanneer een speler in een wedstrijd drie doelpunten maakt. Een perfecte hattrick maakt een voetballer door drie doelpunten in een helft te scoren, zonder dat een andere speler tussendoor een treffer maakt.
  • 16Knijpen: Knijpen in het voetbal heeft een hele andere betekenis dan het woord in het normale leven heeft. Stel de bal bevindt zich aan de rechterkant van het veld dan kan de linkervleugelverdediger naar binnenkomen. Door naar binnen te knijpen maakt een ploeg het veld voor de tegenstander kleiner en moeilijker te bespelen.
  • 17Mentaliteit: Met welke instelling je het voetbal benadert. Een speler met een goede mentaliteit zal altijd hard werken en voorop in de strijd gaan.
  • 18Muurligger: Dit is een nieuw fenomeen in het voetbal. Bij een vrije trap bestaat er altijd een risico dat de tegenstander besluit om de bal onder de muur door te schieten. Daarom ligt er tegenwoordig vaak een speler op zijn rug achter de muur. Op deze manier kan de muur met een gerust hart springen, zonder dat het bang hoeft te zijn dat de bal onder de muur wordt doorgeschoten.
  • 19Panenka: Een penalty waarbij de nemer de bal recht door het midden stift. Hierbij hoopt de penaltynemer dat de keeper een hoek kiest. De Panenka is vernoemd naar Antonín Panenka, die met deze techniek de winnende penalty maakte tegen West-Duitsland tijdens het EK van 1976.
  • 20Panna: Wanneer een voetballer de bal bij zijn tegenstander door zijn benen speelt. De belangrijkste voorwaarde hierbij is dat de speler na de beweging de bal in bezit houdt.
  • 21Publiekswissel: Wanneer een speler zodanig goed gespeeld heeft dat zijn trainer hem wil belonen met een applaus van het publiek. Vaak gebeurt dit vlak voor tijd, wanneer de winst een ploeg niet meer kan ontglippen.
  • 22Schwalbe: Wanneer een speler net doet alsof er een overtreding op hem wordt gemaakt. Op die manier hoopt een voetballer een vrije trap of strafschop te versieren. Wanneer de scheidsrechter doorheeft dat een speler acteert om het spel te beïnvloeden, mag hij dit bestraffen met een gele kaart.
  • 23Slotoffensief: Zeer aanvallend spel in de slotfase van de wedstrijd om zo alsnog een goed resultaat op het scorebord te zetten. Op deze manier hoopt een ploeg door vol druk te zetten alsnog een gelijkspel of een overwinning uit het vuur te slepen.
  • 24Stift: Wanneer een bal met een boogje over de keeper wordt geschoten. De bal wordt vaak aan de onderkant getrapt, waardoor de bal hoogte krijgt. Legende Johan Cruijff maakte hier vaak gebruik van.
  • 25VAR: Dit is de Engelse afkorting voor de Video Assistant Referee. De videoscheidsrechter is ervoor bedoeld om cruciale fouten van de scheidsrechter te herstellen. Wanneer een arbiter bijvoorbeeld een cruciale handsbal in het zestienmetergebied over het hoofd ziet, kan de VAR ingrijpen. In de Champions League kan zo’n beslissing vaak om miljoenen euro’s gaan, dus de VAR is in het leven geroepen om het voetbal eerlijker te maken.
  • 26Verlenging: Wanneer er een winnaar uit de wedstrijd moet komen, zoals in de knock-out-fase van de Champions League, komt er vaak nog een half uur extra speeltijd bovenop de oorspronkelijke negentig minuten. Wanneer er dan nog steeds geen winnaar is, volgt er na 120 minuten een penaltyserie.
  • 27Vleugelspelers: De aanvallers die aan de buitenkant van het veld staan. Zij geven vaak een voorzet op de diepe spits.
  • 28Volley: De bal in één keer uit de lucht schieten, zonder dat de bal de grond heeft geraakt. Robin van Persie laat even zien hoe een volley er in de praktijk uitziet.
  • 29Voorstopper: Een van de centrale verdedigers die tegenover de spits van de tegenstander staat.

Italiaanse voetbalcultuur

Italiaans voetbal spreekt tot de verbeelding. Een uitverkocht San Siro, tribunes vol vuurwerk, spandoeken, de emoties van de Italianen voor, tijdens en na de wedstrijd. Het is haast uniek en absoluut herkenbaar. Calcio, het Italiaanse woord voor voetbal, leeft. Of je nu in Milaan, Turijn, Rome, Napels of Palermo bent. Het door de Azzurri uit volle borst meegezongen volkslied, de tranen van ontlading en geluk bij spelers na successen, de verering van Maradona maar ook nog altijd van Van Basten, Gullit en Rijkaard… Die beleving komt ook terug in de manier waarop Italianen over voetbal praten. Bijna een taal apart. Een goed spelend team is als een sinfonia, een symfonie. Een goede wedstrijd levert een spettacolo op, een spelverdeler is een regisseur, regista. Voetballers spelen elkaar niet zomaar de bal toe, ze voeren een heel gesprek met elkaar en de bal, ze dialogare. De impianto, pilastro en raccattapelle worden besproken. En als toetje nog vijftig bijzondere bijnamen van spelers en trainers uit de Serie A. Weet je wie met Aeroplanino wordt bedoeld? En waarom? Wie Bell'Antogno is en waarom hij die bijnaam kreeg? En wie is Ufo Robot? En waarom deze Nederlander deze bijnaam kreeg en welke twee bijnamen hij nog meer heeft? In het geïllustreerde Italiaans voetbalwoordenboek geeft Jarno Timmermans van Bureau Italia je de belangrijkste voetbaltermen, tactische benamingen en journalistieke uitdrukkingen, aangevuld met anekdotes. Het resultaat is een kleurrijk boek. Timmermans, die taaltrainingen Italiaans aan onder meer Nederlandse profvoetballers geeft, weet hoe belangrijk het is om het Italiaanse voetbal te kunnen volgen en bijvoorbeeld de wedstrijdverslagen in La Gazzetta dello Sport te lezen. Met Calcio! Jarno geeft en gaf taaltrainingen aan diverse Nederlandse spelers, die in de Serie A zijn of waren. Onder andere aan Perr Schuurs.

Italiaanse voetbalboeken

Voor degenen die dieper in de Italiaanse voetbalcultuur willen duiken, zijn er diverse boeken beschikbaar. Jarno Timmermans heeft bijvoorbeeld een Italiaans voetbalwoordenboek geschreven, genaamd "Calcio!", dat een must-have is voor liefhebbers van Italiaans voetbal en de Italiaanse taal. Daarnaast schreef hij "Bomber! Bijnamen in het Italiaanse voetbal", een geïllustreerd boek vol bijnamen van spelers, trainers en andere kleurrijke personages uit het Italiaanse voetbal.

Lees ook: Ontdek de taalrijkdom achter Calcio

Lees ook: EK-kansen Italië

Lees ook: Alles over het Italiaanse elftal

tags: #Italiaanse #voetbaltermen #woordenlijst