Inschieten Korfbal Techniek Zaal: Een Diepgaande Analyse

Korfbal is een dynamische sport die een combinatie van techniek, inzicht, inzet en mentaliteit vereist. Het is een teamsport bij uitstek, waarbij samenwerking essentieel is voor succes. Dit artikel duikt diep in de techniek van het inschieten bij zaalkorfbal, en belicht verschillende aspecten die bijdragen aan een succesvol schot.

Inleiding tot het Schieten in Korfbal

Het schieten is een fundamenteel onderdeel van korfbal. Het doel van elke aanval is immers om te scoren, en dat gebeurt door middel van een schot. Er zijn verschillende soorten schoten in korfbal, elk met zijn eigen specifieke techniek en toepassing. Dit artikel richt zich specifiek op het afstandsschot, een cruciaal element in het moderne korfbalspel.

Het Belang van Techniek

De basis voor een goede korfballer is techniek. Een goede techniek is de basis voor successen op sportief vlak. Daarom is het enorm belangrijk om tijdens de eerste korfbaljaren hier ontzettend veel aandacht aan te besteden. Van de welpjes t/m de B’s moet door de trainers gehamerd worden op een goede techniek.

Basistechnieken voor het Scoren

Er zijn verschillende basistechnieken die essentieel zijn voor het scoren in korfbal. Deze technieken omvatten onder andere:

  • Bovenhands-stilstaand:

    Lees ook: Korfbalstatistieken: Ruben Zwaan

    • Voeten in kleine spreidstand (balans).
    • Bal op borsthoogte.
    • Duimen achter/onder de bal.
    • Vingers gespreid langs de bal.
    • Armen gebogen, ellebogen niet naar buiten.
    • Doorveren.
    • Nastrekken na het schot.
    • Laatste balcontact middel- en wijsvinger, geef een polsslag aan de bal mee (zwanenhals).
    • Beide armen dezelfde kracht.
    • Ontspannen.
    • Zelfcorrectie wat betreft de baan van de bal.
  • Uitwijkbeweging:

    • Zowel naar links als naar rechts
    • Grote startsnelheid(ga uit van een doorbraakpoging)
    • Loopbaan recht naar de korf gericht
    • Stopbeweging, rechter voet voor, voet dwars op de looprichting
    • Kruispassend weglopen, op snelheid
  • Strafworp:

    • Afzet 1 been: vb rechts
    • Bal in volle hand, handen aan zij /onderkant van de bal, vingers gespreid, duimen boven op de bal (bal los in de handen houden)
    • Armen licht gebogen
    • Er wordt een 'loopsprong' gemaakt, waarbij de linkerknie wordt opgeheven
    • De armen zijn recht voor het lichaam en strekken naar de korf.
    • Bal hoogste punt loslaten
    • Landing linker voet
  • Vrije bal:

    • Nemer: gooit bal naar aangeef en schiet
    • Nemer: kruispassend / snel achteruitlopen
    • Nemer: ontvangt bal op ooghoogte en schiet, (polsenschot)
    • Aangever: onder korf en aan de twee zijkanten, ruit opstelling
    • Aangever: in balans staan en bal snel terug gooien op ooghoogte van de nemer.
    • Aangever: kijken naar de voetenstand van de nemer, schot op links of rechts evt.

Werpen en Vangen: Essentiële Vaardigheden

Naast het schieten zelf, zijn werpen en vangen cruciale vaardigheden in korfbal. Een goede pass kan een schotkans creëren, en een goede vangst zorgt ervoor dat de bal in bezit blijft.

  • Werpen met 1 hand (strekworp):

    Lees ook: Homoseksualiteit en korfbal

    • Stilstand en uitbeweging
    • Linkerhand / rechterhand
    • Rechts gooien linkervoet voor (schredestand)
    • Links gooien rechtervoet voor (schredestand)
    • Bal met gestrekte arm naar achteren op 1 hand vasthouden
    • Knieën licht gebogen
    • Bal langs je hoofd naar voren brengen

Het Afstandsschot: Een Strategisch Wapen

Het afstandsschot is een essentieel wapen in het moderne korfbal. Spelers die geen afstandsschot kunnen scoren, komen niet mee in de top van het korfbal. Vanwege het gebrek aan scorend vermogen dragen deze spelers onvoldoende bij aan het doel van korfbal: winnen. Hoe beter de aanvaller van grote afstand kan scoren, hoe meer dit de verdediger dwingt strikt 1-op-1 te verdedigen (om scoringskansen te voorkomen, schoten te blokkeren of op zijn minst te hinderen). 1-op-1 verdediging geeft aanvallers mogelijkheden om de assistpositie dichtbij de korf in te nemen.

De Handelingstheorie en het Afstandsschot

De uitvoering van het afstandsschot als onderdeel van de korfbalactie, is zeer persoonsgebonden. De techniek van schieten is zelfs op persoonsniveau nog veranderlijk. Het verschil in uitvoering tussen schoten van een individu noemen we ‘functionele variabiliteit’. Ondanks deze verschillen is het wel mogelijk gemeenschappelijke kenmerken te identificeren in de lichaamsbewegingen die horen bij de korfbalactie ‘schieten’. Met behulp van de handelingstheorie kan het schotproces worden opgedeeld in verschillende fasen:

  • Waarnemen: De speler leest de tegenstander, de ruimte en de tijd om te schieten.
  • Communiceren: De schutter wisselt (on)bewust informatie uit met zijn omgeving (tegenstanders, medespelers).
  • Beslissen: De speler beslist eerst wat hij gaat doen. De speler maakt bijvoorbeeld de keuze om te schieten. Vervolgens beslist de speler hoe hij het gaat doen. Denk aan: positie van het lichaam ten opzichte van de bal, moment van schieten, richting van de bal.
  • Uitvoeren van de beslissing: Het meest zichtbare deel van de schotactie, waar vaak aan wordt gerefereerd als ‘techniek’. De uitvoering van de beslissing staat niet noodzakelijkerwijs gelijk aan de beslissing zelf, maar idealiter is dat wel het geval: je mag immers aannemen dat een schutter bij de beslissingsstadium het resultaat ‘scoren’ voor ogen had.

Het Belang van een Multidisciplinaire Benadering

Prestatieanalyse is een multidisciplinair proces en vergt interdisciplinaire inspanning. Psychologie, biomechanica en statistiek spelen allemaal een rol in het verbeteren van het schot.

  • Psychologie: Kennis over de processen die zich in de hersenen van de speler afspelen. Heeft de speler bijvoorbeeld de motivatie om te verbeteren? Of heeft de speler het zelfvertrouwen en de veerkracht om door te gaan tijdens moeilijke momenten op een training?
  • Biomechanica: Kennis over hoe het lichaam beweegt en waarom dat gebeurt.
  • Statistiek: Kennis over (de interpretatie van) data, en dat om kunnen zetten in waardevolle informatie. Zo kunnen coach en speler bijvoorbeeld beter leren begrijpen welke situaties in de aanval de grootste kans hebben om te resulteren in een doelpunt.

Mentale Veerkracht en Prestatiegedrag

Niet alle spelers kunnen omgaan met de druk om te presteren op de momenten waar het er écht om gaat. De coach heeft de uitdaging om deze situatie trainbaar te maken zodat de speler prestatiegedrag kan ontwikkelen. Middels externe stressoren probeert hij het brein te prikkelen, waardoor de speler zich voortaan comfortabeler gaat voelen in dergelijke situaties. Een goed voorbereide speler is immers beter in staat zijn gedachten en emoties onder controle te houden op een beslissend moment in de wedstrijd.

Het Belang van een Mental Framework

Coaches en topspelers weten dat tijdens wedstrijden dingen anders kunnen lopen dan verwacht. Zo zijn er soms periodes in de wedstrijd waarin het scoren niet vanzelf gaat. Tijdens zo’n periode moeten spelers veerkrachtig blijven. Als spelers zelfverzekerd en gemotiveerd keuzes blijven maken om de juiste schoten te nemen en vervolgens gecontroleerd het schot uitvoeren, dan is de kans het grootst dat ze een dergelijke periode goed doorkomen. Daarvoor moet de speler controle hebben over zijn gedachten en emoties. Het hebben van een zogenoemd mental framework helpt om gedachten en emoties te reguleren. Een mental framework bestaat simpelweg uit positieve gedachten die de speler zichzelf inprent, om zo betere beslissingen te blijven maken in lastige, onverwachte of teleurstellende situaties.

Lees ook: Hoeveel calorieën verbrand je met korfbal?

Terug naar de Basis: Balans, Richting en Coördinatie

Als het een veelscorende speler wél lukt aan de verwachtingen te voldoen, is het mogelijk dat hij in een piek-toestand geraakt. Dat noemen we ‘flow’. In de flow levert een schutter de meest uitzonderlijke prestaties. Voor het oog lijkt hij in een staat van totale controle te verkeren. De speler lijkt amper te kunnen missen, met een afrondingspercentage van ongeveer 50% als gevolg. Tijdens een flow-toestand oogt een speler ontspannen, gefocust en zeer zelfverzekerd. Tijdens een periode waarin bijvoorbeeld het scoren niet lukt, kan de speler tegen zichzelf praten en de positieve gedachten naar voren brengen. Wees voorbereid: besef dat tegenslag bij sport hoort. Het is onvermijdelijk dat je uitdagingen tegenkomt. Blijf gefocust: herinner de doelen die je hebt, ook wanneer je vastzit in de ‘vallei van teleurstelling’. Zoek ondersteuning en vraag feedback: als je het moeilijk hebt, dan helpt ondersteuning van medespelers, een coach of andere mentoren. Als een coach tijdens de wedstrijd bepaald prestatiegedrag verwacht van een speler, dan is het belangrijk dit ook te trainen. Sommige spelers worden geacht iedere wedstrijd veel te scoren. Topschutters scoren ongeveer 30% van de doelpogingen die ze nemen. Soms lukt het ook hen niet de verwachtingen in te lossen. De speler gaat dan door de vallei van teleurstelling heen. De manier om vervolgens weer op gewenst niveau te komen, is teruggaan naar de basis. Dat betekent: bewust de balans, richting en algehele coördinatie van het korfbalschot trainen.

Biomechanische Analyse van het Afstandsschot

Als een speler schiet, interacteren motorische, sensorische en cognitieve processen met elkaar. Een biomechanische analyse van de korfbalactie schieten helpt om het uitvoeringsstadium van het schot beter te begrijpen (én waarderen). Een afstandsschot is een complexe handeling. Een goede positie (balans), timing (o.a. bewegingsvolgorde), richting en snelheid (versnelling) van alle onderdelen van het lichaam zijn essentieel om een goed schot af te leveren. Het geheel is dus meer dan de optelsom van afzonderlijke lichaamsdelen: de kwaliteit van de verbinding is veel bepalender voor het resultaat.

De Kinetische Keten en Somkracht

Een afstandsschot wordt gelost op 7-10 meter van de korf. De hoogte van de bovenrand van de korf is 3.50 meter. Hoe groter de afstand tot de korf, hoe meer kracht de schutter moet genereren. Om een goed schot af te leveren moet de speler verschillende onderdelen in de juiste volgorde uitvoeren. Allereerst de balaanname: die is in lijn met de korf. Tweebenige schutters hebben hun voeten iets uit elkaar staan om evenwicht te bewaren. Eenbenige schutters stappen achteruit in de hoofdlijn en balanceren op één been. Het zwaartepunt bevindt zich boven de voet(en). Bij een afstandsschot start de productie van kracht in de voeten. Dit werkt zich op via het lichaam en eindigt bij de handen, die de snelheid overdragen op de bal. Zo’n sequentie noemen we een kinetische keten. Een schot is dus de optelsom van krachtsinspanningen die door het hele lichaam worden uitgevoerd. Om goed te schieten, is efficiënte inzet van de gegenereerde kracht cruciaal. Een speler wil dat zijn schotactie bestaat uit vloeiende beweging, die tijdens een wedstrijd herhaalbaar is. Vereist een schot teveel inspanning, dan is vermoeidheid en verminderde doeltreffendheid het gevolg. Een vanuit biomechanisch perspectief correcte beweging voorkomt dat. Het combineren van alle spieren samen stelt een speler in staat om van verder te schieten. Dat principe heet somkracht. Hoe meer lichaamsdelen een speler bij zijn schot betrekt, hoe beter hij in staat is de bal van grote afstand de juiste hoogte en snelheid mee te geven. Een speler die snapt hoe hij het somkracht-principe kan toepassen in het afstandsschot, zal succesvoller zijn dan een speler die dit niet snapt.

Balans, Lichaamszwaartepunt en Lanceerhoek

Bij het richten van de bal in de korf zijn balans en het lichaamszwaartepunt erg belangrijk. Een schutter kan de positie van het zwaartepunt bij het lanceren van een afstandsschot beïnvloeden. Hij doet dat door kracht uit te oefenen bij de achterwaartse stap voor het schot. Vervolgens moet de speler zijn balans bewaren terwijl hij op één been (het standbeen) staat. Vanaf hier ontwikkelt hij kracht om te schieten, terwijl hij de controle behoudt om nauwkeurig te mikken. Hoe stabieler het bovenlichaam bij de lancering van het schot, hoe groter de kans op een score. Nadat een speler zijn schot heeft afgemaakt, is het belangrijk om zo te landen dat hij direct weer aan het aanvalsspel kan deelnemen. Ook daar speelt het lichaamszwaartepunt een rol. Bij een mens met gemiddelde fysiologische kenmerken is het loslaten van een bal met een hoek van 45 graden optimaal (uitgaande van dat het een afstandsschot betreft). Bij een mens met gemiddelde fysiologische kenmerken is het loslaten van een bal met een hoek van 45 graden optimaal (uitgaande van dat het een afstandsschot betreft). Om op individueel niveau de lanceerhoek te bepalen die de grootste kans geeft op een doelpunt, is een antropometrische meting behulpzaam. Naast de lanceerhoek is ook de inslaghoek, de richting van de bal naar de korf, van belang.

Het Gebruik van Statistiek in Korfbal

Statistiek zorgt voor objectieve data, die vaak gelijk rijp is voor evaluatie. Het helpt op verschillende manieren om spelers te informeren en standpunten te onderbouwen. Statistiek en video vullen elkaar aan: de cijfers worden gekoppeld aan beelden, waardoor de speler of de coach een goed beeld krijgt van de prestatie. Het zou een fout zijn om naar statistieken te kijken zonder rekening te houden met biomechanica en psychologie, omdat losse cijfers een vertekend beeld kunnen geven.

Training en Coaching: Een Gerichte Aanpak

Een trainer geeft op verschillende wijze trainingen, maar door dit boekwerk moet het eindresultaat (bijna) gelijk zijn. Ook staat in dit boekwerk hoe je een goede en gerichte training opzet en wat er in een training thuishoort. De trainer moet weten hoe de basisvaardigheden technisch moeten worden uitgevoerd. Want bij elke korfbalhandeling zijn de basisvaardigheden betrokken. Daarnaast is het beheersen van de basistechnieken voor een trainer noodzakelijk zodat een trainer verantwoord korfbalhandelingen en trainingsstof kan voordoen.

De Opzet van een Training

De opzet van een training heeft te maken met het doel, de inhoud en de opbouw van een training. Een training staat nooit op zichzelf maar past altijd in een bredere context. Als trainer formuleer je doelstellingen voor je team en aan de hand daarvan maak je een trainingsplanning waarmee je probeert de geformuleerde doelstellingen te bereiken. Een training kan dus als een doel het aanleren van een nieuwe technische korfbalhandeling (schieten uit beweging) hebben en daarmee onderdeel uit maken van de planning. Aan de andere kant kan één van de doelen van een specifieke training zijn het trainen op fouten die in de voorgaande wedstrijd zijn gemaakt zodat deze in de komende wedstrijd niet meer worden gemaakt. De oefenstof is in algemene zin gericht op het scoren, opbouwen tot scoren of voorkomen van scoren.

Het Maken van een Planning

Aan het begin van het seizoen maakt een trainer een planning voor het trainen van zijn team tijdens het komende seizoen. Dit doet je in overleg met de trainingscoördinator. De eerste stap in het maken van een planning is dat de trainer moet bepalen wat het niveau is van zijn selectie en de individuele spelers die hij/zij training geeft en/of coacht. Het niveau van een selectie of een individuele speler hangt bijvoorbeeld af van leeftijd, talent, mentaliteit etc. Afhankelijk van het niveau kan een trainer vervolgens doelstellingen bepalen die hij met zijn selectie en/of individuele spelers wil halen. Voor de jongere selecties of individuele spelers gelden voornamelijk doelstellingen die te maken hebben met techniek. Naarmate de (gemiddelde) leeftijd van een selectie of een individuele speler hoger wordt kunnen ook tactische doelstellingen een rol spelen. Een van de doelstellingen kan ook het halen van een bepaalde prestatie zijn ( kampioen worden, niet degraderen etc.).

Tips voor de Jeugd om in de Top te Komen

  • Hard trainen!
  • Wees leergierig!
  • Je willen ontwikkelen op elk vlak, niet alleen schutter willen zijn.
  • Je moet veel blijven bewegen. Ook schieten zonder vang, zodat je een lopende rebound hebt.
  • Je moet ook alles wíllen doen, je moet ook voor een ander klaar willen staan, en niet alleen maar zelf willen schieten.

tags: #inschieten #korfbal #techniek #zaal