IJshockey Stick en Puck Uitleg: Een Complete Gids

IJshockey is een snelle en fysieke sport die op een ijsbaan wordt gespeeld. Twee teams van zes spelers (vijf veldspelers en een keeper) proberen een rubberen schijf, de puck, in het doel van de tegenstander te schieten met behulp van een stick. Deze sticks, evenals de puck en de schaatsen, zijn essentiële onderdelen van het spel. Dit artikel biedt een uitgebreide uitleg over ijshockeysticks en pucks, evenals andere aspecten van het spel.

De IJshockey Stick

De ijshockeystick is een cruciaal stuk gereedschap voor elke speler. Het is het instrument waarmee de puck wordt gehanteerd, gepasst en geschoten. Het kiezen van de juiste stick is essentieel voor optimale prestaties op het ijs.

Materialen:

Hockeysticks worden traditioneel gemaakt van hout, maar moderne sticks zijn vaak gemaakt van composietmaterialen zoals koolstofvezel, fiberglass en kevlar.

  • Houten Sticks: Klassieke en stevige houten sticks geven een traditioneel gevoel, maar zijn vaak zwaarder. Hoewel ze nog steeds een plaats hebben in de harten van veel spelers, hebben ze een aantal nadelen. Hout geeft een beter gevoel voor de puck en is beter bestand tegen klappen tegen de stick.
  • Composiet Sticks: Gemaakt van materialen zoals koolstofvezel, Kevlar of fiberglass, zijn composiet sticks lichter en flexibeler. Ze worden meestal gebruikt voor ijshockey, maar zijn ook geweldig voor rollerhockey als je een hoogwaardige stick wilt. Ongeveer 96% van de ijshockeyers van alle prestatieniveaus geeft de voorkeur aan composiet. De steel van een hockeystick moet een hoge sterkte-gewichtsverhouding hebben en flexibel genoeg zijn om te buigen zonder te breken tijdens intense wedstrijden.

Lengte:

De juiste lengte van de hockeystick is essentieel voor maximale controle en kracht bij het schieten. Een kortere stick is gemakkelijker te controleren en is wendbaarder, terwijl je met een langere stick een groter bereik kunt overbruggen.

  • Bepalen van de lengte: Plaats je arm langs de zijkant van je lichaam en pak, terwijl je je schaatsen draagt, het uiteinde van de stick vast. Buig je arm lichtjes en houd hem dicht tegen je lichaam. Veel hockeyspelers kopen sticks die iets te lang zijn, zodat ze ze kunnen inkorten tot de gewenste lengte.
  • Algemene regel: Ga (zonder schaatsen) rechtop staan en zet de stick vlak voor je op de grond, met het blad naar beneden. De bovenkant van de stick moet tussen je neus en kin komen.
  • Aanvallers vs. Verdedigers: Over het algemeen geeft een kortere stick betere controle over de puck, en een langere stick geeft juist meer kracht en reikwijdte om te slaan of te verdedigen. Aanvallende spelers gaan dus vaak voor een wat kortere stick, en verdedigende spelers voor een langere.

Flex:

Flex verwijst naar de mate waarin een hockeystick buigt wanneer er kracht op wordt uitgeoefend, bijvoorbeeld wanneer je een schot neemt. Hoe hoger het flexgetal, hoe stijver de stick.

Lees ook: Bekerfinale Den Haag - Heerenveen

  • Lagere flex: Maakt het makkelijker om met meer finesse en nauwkeurigheid te schieten.
  • Hogere flex: Biedt de mogelijkheid om superharde shots te maken met extra kracht.
  • Gewicht en Flex: In Amerika en Canada is er een rekensom om de juiste flex te bepalen. Reken je gewicht eerst om naar ponden. Deel vervolgens het aantal ponden dat je weegt door twee. Het getal dat daar uit komt, is de flex-waarde die je nodig hebt.
  • Sterkte en Flex: Ben je ontzettend sterk en sla je hard, dan tel je daar 5 flex bij op.

Curve (Bladkromming):

De curve van het blad is een ander belangrijk aspect van de hockeystick. Het heeft invloed op hoe je de Puck of bal hanteert bij het schieten, passen en dribbelen, dus het is zeker de moeite waard om hier op te letten. De gebruikelijke krommingen in het standaardaanbod lijken altijd erg op elkaar en zijn gebaseerd op de oorspronkelijke aanduiding 'Sakic'. Puckhandling en schieten gaat hier prima mee en naar schatting speelt 95% van alle spelers met deze kromming.

Links- of Rechtshandig:

De keuze tussen een linkshandige of rechtshandige hockeystick hangt af van welke hand je gebruikt om de stick te leiden. Als je rechterhand bovenop de stick ligt, dan wil je een linkshandige stick (en andersom). Test dit door met beide handen de stick vast te pakken en klaar te gaan staan alsof je de puck gaat schieten. Aan welke kant je op dat moment het blad van je lichaam houdt (links of rechts) bepaalt welke soort stick je nodig hebt.

Kickpoint:

Het kickpoint of buigpunt is de plaats op de stick die tijdens het schieten het meest doorbuigt. Het buigen dient om energie over te brengen van de speler naar de puck.

  • Laag Kickpoint: Geschikt voor snelle schoten vanuit de pols of slapshots.
  • Hybride Kickpoint: Resulteert in universele sticks, die steeds populairder worden. In dit geval past het kickpoint zich aan de greep van de speler aan en verschuift het naar behoefte.
  • Medium Kickpoint: Het typische buigpunt voor een slapshot, meestal van tussen de cirkels of vanaf de blauwe lijn.

Stick Tape:

Om ervoor te zorgen dat je de puck optimaal kunt schieten, is het belangrijk om het blad van je stick te tapen. Er zijn verschillende manieren om dit te doen en het is daarom erg persoonlijk welke manier je zelf het beste vindt. De meest gebruikte kleur is zwart, omdat veel spelers het idee hebben dat de goalie bij andere kleuren de puck in het blad kan zien.

  • Tape Technieken: De meest voorkomende manier is van de toe naar de hiel van de stick, met een halve overlap. Met deze overlap zorg je ervoor dat de tape niet oprolt als de puck over het blad glijdt. Door het tape heeft u ook meer grip op de puck, waardoor u de puck spin mee kunt geven. Naast deze manier zijn er ook spelers die alleen de verste helft van het blad tapen, dus vanaf de toe naar halverwege het blad zodat de puck aan het einde van het blad extra grip krijgt en daarvoor makkelijk glijdt.

De Puck

De puck is een platte schijf van gevulkaniseerd rubber, 2,5 cm dik en met een diameter van 7,5 cm. Het is het object dat de spelers proberen in het doel van de tegenstander te schieten.

Lees ook: Alles over ijshockeyschaatsen maat 39 voor dames

Het Spel

IJshockey wordt gespeeld op een ijsvloer van 60 bij 30 meter (in Noord-Amerika is dit 61 bij 26 meter). Het veld is verdeeld in drie zones:

  • Verdedigingszone: Het gebied waar het team zijn eigen doel verdedigt.
  • Neutrale Zone: Het gebied in het midden van het veld.
  • Aanvalszone: Het gebied waar het team probeert te scoren.

Team Samenstelling:

Een team bestaat uit 22 spelers, maar er staan er maar 6 op het veld: een goalie, twee verdedigers en drie aanvallers (een center en twee wingers).

  • Goalie (Doelman): Misschien wel de belangrijkste speler, verdedigt het doel en probeert te voorkomen dat de puck erin gaat.
  • Verdedigers: De laatste linie voor het doel, proberen de puck uit de verdedigingszone te houden en de aanval te ondersteunen.
  • Aanvallers: Proberen de puck in de aanvalszone te brengen en te scoren.

Spelregels:

Er zijn een aantal regels om het spel eerlijk en veilig te houden.

  • Bodycheck: Je mag iemand een bodycheck geven, dus expres hard met je bovenlichaam tegen iemand aan botsen, maar alleen als diegene de puck heeft.
  • Stick als Wapen: Het is niet de bedoeling dat je je stick gebruikt als wapen. Dus het is niet de bedoeling dat je hier iemand mee gaat slaan, prikken of haken.
  • Straffen: Wordt het toch te gemeen, dan kan de scheidsrechter affluiten. Vrije trappen worden genomen als een face-off op een van deze plekken op het veld. De puck wordt erin gebracht door de scheidsrechter en twee spelers strijden erom. De scheidsrechter kan ook tijdstraffen uitdelen waarbij een speler twee of soms vijf minuten van het veld af moet.
  • Powerplay: Als een team een speler meer heeft dan spreekt men van een powerplay (overtal). Die zet z'n beste spelers in het veld om die snel te laten scoren, en dat is altijd spectaculair.

Speelduur:

Een ijshockeywedstrijd duurt 3 x 20 minuten zuivere speeltijd.

  • Overtime: Als aan het einde van de wedstrijd de stand gelijk is wordt er, tenzij in de competitieregels is afgesproken dat een wedstrijd in een gelijk spel kan eindigen, een overtime periode van 5 minuten gespeeld. Het team dat daarin scoort wint dan gelijk de wedstrijd.
  • Penalty Shootout: Mocht er dan nog geen winnaar zijn dan volgt een penalty shootout. Een shootout is een penalty serie, waarbij om de beurt één aanvaller van de ene partij tegen de goalie van de andere partij mag aanvallen.

Face-off:

Het spel begint met een face-off. Bij een face-off staat er van beide teams een speler klaar om, als de scheidsrechter de puck in het spel brengt, de puck te veroveren. Als er een goal wordt gemaakt of een overtreding wordt begaan volgt er weer een face-off.

Lees ook: Informatie over de Antwerpse IJshockey Clinic

Veelvoorkomende Overtredingen:

  • Icing: Als de puck vanuit het verdedigingsvak over de achterlijn van de tegenpartij wordt gespeeld volgt een face-off in het verdedigingvak van het team dat de puck heeft gespeeld.
  • Holding: Als een speler een tegenstander vasthoudt.
  • Boarding: Als een speler een tegenspeler opzettelijk (onnodig) hardhandig tegen de boarding duwt.
  • Slashing: Als een speler een tegenspeler met zijn stick slaat.
  • Hooking: Als een speler een tegenspeler probeert af te remmen met behulp van zijn stick (haken).
  • Charging: Als een speler een paar stappen of een sprong maakt voordat hij een tegenspeler een body check geeft.
  • Roughing: Als een speler een tegenspeler te hard te lijf gaat.
  • High Sticking: Als een speler zijn stick boven de schouders heeft en van daaruit een gevaarlijke situatie ontstaat.

IJshockey Schaatsen

IJshockey schaatsen zijn speciaal gemaakt om snel te kunnen schaatsen en wendbaar te zijn. Ze verschillen van kunstschaatsen en noren.

  • Verschillen met Kunstschaatsen: IJshockeyschaatsen hebben een stevigere schoen en geen tanden aan de voorkant van het ijzer.
  • Verschillen met Noren: IJshockeyschaatsen zijn wendbaarder en stabieler, terwijl noren zijn gemaakt voor snelheid op lange afstanden.

Onderdelen van de Schaats:

  • Laars: Het deel waar je voet in zit, bestaande uit een voering, voetbed, tong en buitenzool.
  • Holder: De houder die de runner (het ijzer) vasthoudt.
  • Runner: Het ijzer waar je op schaatst.

Aanbevolen Merken:

  • CCM: Een van de twee grootste leveranciers van schaatsen in de NHL.
  • Bauer: De eerste producent van ijshockeyschaatsen die de schaats vast maakte aan de schoen.
  • Nijdam: Een Nederlands merk, bekend om recreatieve schaatsen.
  • Fila: Een Italiaans merk, bekend om veilige schaatsen van hoge kwaliteit.
  • Roces: Een Italiaans merk, gericht op elegante en sportieve schaatsen.

Schaatsen Slijpen:

Het (laten) slijpen van je schaatsen is erg belangrijk voor grip op het ijs, wat je sneller en wendbaarder maakt. Professionele ijshockeyspelers laten hun schaatsen om de paar weken slijpen.

Beschermende Kleding:

Tijdens wedstrijden zijn spelers volledig ingepakt. Naast de stick zijn de volgende beschermende middelen essentieel:

  • Helm
  • Handschoenen
  • Scheenbeschermers
  • Elleboogbeschermers
  • Schouderbescherming
  • Borstbescherming
  • Bitje (gebitsbeschermer)

Para Ice Hockey

De spelregels van para ice hockey zijn voor een groot deel gelijk aan die van ijshockey, er zijn echter een aantal verschillen die hier toegelicht zullen worden.

  • Sleeën: De spelers bewegen zich voort op een speciaal voor sledgehockey ontwikkelde slee.
  • Sticks: Elke speler heeft twee sticks waarmee hij zich kan voortbewegen. De bovenzijde van de stick lijkt op het blad van een ijshockeystick. Hiermee wordt de puck gespeeld. Aan de onderzijde heeft een stick kleine stalen punten die in het ijs worden geprikt.
  • Fysiek Contact: Er zijn grenzen aan het fysiek contact. Zo mogen spelers elkaar bijvoorbeeld niet constant vasthouden, elleboogstoten uitdelen, vechten of in een hoek van 90 graden op een andere slee inrijden. Deze vormen van fysiek contact worden meestal bestraft met een tijdstraf van 2 minuten.
  • Doelmannen: De doelmannen (goalies) hebben een speciale stick, helm en handschoen waarmee zij hun doel kunnen verdedigen. Ook mogen zij de puck tot stilstand brengen in het gebied rond hun doel.
  • Speelduur: Een wedstrijd duurt drie periodes van 15 minuten zuivere speeltijd. Bij een gelijke score wordt de wedstrijd met vijf minuten verlengd (overtime). Als de score dan nog gelijk is, wordt de wedstrijd beslist door één tegen één penalty shots op de goalie te schieten.
  • Team Samenstelling: Teams mogen vijf veldspelers en één goalie tegelijkertijd op het veld hebben. Tijdens de wedstrijd mogen de teams voortdurend onbeperkt spelers wisselen.

tags: #ijshockey #stick #en #puck #uitleg