De Olympische Winterspelen, die voor het eerst werden gehouden in Chamonix in 1924, kennen een rijke geschiedenis. Hoewel de Zomerspelen al in 776 voor Christus plaatsvonden en in 1896 in de moderne variant werden georganiseerd, duurde het langer voordat er een wintervariant kwam. Pierre de Coubertin, de grondlegger van de moderne Spelen, was geen voorstander van aparte spelen voor wintersporten. Desondanks stonden kunstrijden in 1908 en ijshockey in 1920 al op het zomerprogramma. De "Semaine des Sports d'Hiver" (wintersportweek) van 1924 in Chamonix, georganiseerd door het IOC, was zo'n succes dat het IOC het toernooi in 1925 omdoopte tot de eerste Olympische Winterspelen.
De Vroege Jaren: Chamonix 1924
In Chamonix streden sporters uit 16 landen in zeven disciplines: langebaanschaatsen, ijshockey, schansspringen, kunstrijden, noordse combinatie, skiën en langlaufen. Canada domineerde het ijshockeytoernooi. Ze waren de Europese concurrentie mijlenver voor en wonnen met grote cijfers van Tsjechië (30-0), Zweden (22-0), Zwitserland (33-0) en Groot-Brittannië (19-2). In de finale wonnen ze van de Verenigde Staten met 6-1.
De Groei van de Winterspelen
Anno 2022 zijn er vijftien verschillende sporten met in totaal 109 verschillende onderdelen. De Winterspelen worden om de vier jaar in februari gehouden en tot 1992 vielen ze samen met de Zomerspelen. Sinds Lillehammer 1994 worden de twee Spelen om en om met een interval van twee jaar georganiseerd. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden er geen Olympische Spelen gehouden. Omdat er voor wintersporten een koud klimaat nodig is, is er nog nooit een land van het zuidelijk halfrond organisator geweest, maar is het Olympisch vuur wel op drie continenten aangestoken: Noord-Amerika, Europa en Azië.
Lake Placid 1980: "Miracle on Ice"
De Olympische Winterspelen van 1980 in Lake Placid staan in de sportgeschiedenis gegrift als het toneel van een van de meest onwaarschijnlijke overwinningen ooit: de zege van het Amerikaanse ijshockeyteam op de oppermachtige Sovjet-Unie, beter bekend als het "Miracle on Ice". Deze historische gebeurtenis, die plaatsvond te midden van de Koude Oorlog, oversteeg het sportieve vlak en kreeg een diepere betekenis voor de Amerikaanse natie.
De Dominantie van de Sovjet-Unie
Vanaf 1964 was het olympisch ijshockeytoernooi een prooi voor de Sovjet-Unie. Het team domineerde de sport en won goud in 1964, 1968, 1972 en 1976. Van de 29 wedstrijden wonnen ze er 27, vaak met grote cijfers. Het doelsaldo van 175-44 spreekt boekdelen. Voor de Spelen van 1980 in Lake Placid leek er weinig hoop voor de andere teams.
Lees ook: Olympisch ijshockey schema: alle wedstrijden en tijden
De Rol van Nederland
Nederland speelde verrassend genoeg een rol van betekenis in de aanloop naar het toernooi. Voor het eerst in de geschiedenis hadden de Nederlandse ijshockeyers zich gekwalificeerd voor de Spelen, na het winnen van het EK voor B-landen. Het team werd zelfs uitgeroepen tot Nederlands sportteam van het jaar 1979. Rob de Nijs zong het team toe, hoewel de medailles in Lake Placid achteraf gezien wat optimistisch bleken. Van de vijf wedstrijden werd er slechts één gewonnen, tegen Polen.
De Zweedse bondscoach van Nederland, Hans Westberg, was bezeten van ijshockey en had al jaren een plan om de Sovjet-Unie te verslaan. "In mijn tijd was dat team ieder jaar onverslaanbaar. Dus bedacht ik een plan hoe je ze kon verslaan, want dat zou pas echt iets speciaals zijn," aldus Westberg. Twee jaar voor de Spelen was de onoverwinnelijke ploeg in Nederland voor een trainingsstage en een reeks oefenduels. De Sovjets wonnen iedere keer ruim, maar Westberg zag dat zijn tactiek kans van slagen had. Hij geloofde dat je de Russen vroeg moest storen in hun opbouw. De Amerikanen en Canadezen waren geïnteresseerd in zijn tactiek en in een speciaal belegde bijeenkomst in Montreal ontvouwde Westberg zijn plannen. In '79 kwam de Amerikaanse ploeg naar Nederland om te sparren.
Nederland zelf ondervond echter ook de kracht van de Sovjets tijdens het olympisch toernooi. "Zullen we het daar even niet over hebben?" zei Ron Berteling, recordinternational met 213 caps, over de wedstrijd tegen de Sovjet-Unie. De Sovjets wonnen met liefst 17-4. "Ze waren écht goed, een geoliede machine. Onze coach liet in de voorbereiding statistieken zien. Wij kwamen op jaarbasis aan 250 trainingsuren, de Finnen aan 600 en de Russen aan 1000. Ik dacht: dat kan helemaal niet. Maar zij trainden elf maanden per jaar, een uur of drie, vier per dag. Ze zaten ook intern en mochten niet weg.
Lake Placid mocht in 1980 voor de tweede keer de Olympische Winterspelen organiseren. Vier landen uit de B-groep mochten deelnemen. Omdat Oost-Duitsland en Zwitserland afzagen van deelname, mocht Japan meedoen. De opzet van het ijshockeytoernooi was gewijzigd ten opzichte van eerdere edities. De twaalf landen waren ingedeeld in twee voorrondegroepen van zes teams. De beste twee teams van elke groep plaatsten zich voor de finaleronde, waarbij de uitslag van de onderlinge wedstrijd uit de voorronde meeging in de stand.
De grote verrassing van het toernooi was het Amerikaanse team, dat in eigen huis de oppermachtige Sovjets de baas wist te blijven met 4-3 en zodoende Olympisch kampioen werd. Het was voor Amerika na Squaw Valley de tweede gouden medaille in de historie. De sensationele overwinning kreeg de naam 'Miracle on Ice'.
Lees ook: Bekerfinale Den Haag - Heerenveen
Nederland kende een goede start van het toernooi tegen Canada, maar werd uiteindelijk in de derde periode overklast. Zoals verwacht had Nederland tegen de Sovjet-Unie niet veel in te brengen en verloor kansloos met 17-4.
De Samenstelling van de Teams
In aanloop naar de Winterspelen van 1980 was het ijshockeyteam van de Sovjet-Unie een torenhoge favoriet. Ze hadden een team dat bol stond van legendarische hockeyspelers, waaronder aanvoerder Boris Mikhailov, Valeri Kharlamov, Vladislav Tretiak, Viacheslav Fetisov en Sergei Makarov. De spelers van de Sovjet-Unie hadden vaak een lange geschiedenis in het internationale ijshockey. Het team van de Sovjet-Unie staat bekend als één van de beste hockeyteams uit de sportgeschiedenis, maar het kreeg destijds ook de nodige kritiek vanuit de westerse landen. Volgens het beleid van het Internationaal Olympisch Comité (IOC) mochten er alleen amateursporters uitkomen in de Spelen. Veel westerse landen waren daardoor beperkt tot studenten met groot sporttalent, maar de Sovjet-Unie pakte het anders aan. Veel sporters deden mee aan de Spelen als amateurs en ´soldaten van het leger van de Sovjet-Unie´, maar waren ondertussen gewoon professionele atleten.
De samenstelling van het ijshockeyteam van de Verenigde Staten was beduidend anders dan die van de Sovjet-Unie. Van de twintig spelers die uiteindelijk meegingen naar de Winterspelen van 1980, was er maar één prof en terugkerend Olympiër, namelijk Buzz Schneider. De rest waren allemaal amateurs, veelal studenten die namens hun universiteiten actief waren. Het team stond onder leiding van coach Herb Brooks, die de spelers selecteerde op basis van een psychologische test van meer dan driehonderd vragen die hij zelf had voorbereid. Het belangrijkste doel van de test was om uit te zoeken welke sporters het best tegen stress en prestatiedruk konden. Brooks was op zoek naar jonge, goed opgeleide sporters die niet vastzaten in oude methoden en tactieken.
De Koude Oorlog en de Spelen
De Koude Oorlog was in volle gang en in het licht van die Koude Oorlog was de druk op het team torenhoog. Men mocht eigenlijk niet verliezen van de Sovjet-Unie. Daar kwam bij dat de Amerikaanse president Jimmy Carter de Olympische Zomerspelen van 1980 in Moskou wilde boycotten, door het Amerikaanse Olympisch team ervan te weerhouden om te gaan. Dit gebeurde naar aanleiding van de inval door de Sovjet-Unie in Afghanistan in december 1979.
Niemand had in aanloop naar de Winterspelen hoge verwachtingen van het jonge Amerikaanse team. De gouden medaille voor het team van de Sovjet-Unie stond als het ware voor de Spelen van start gingen al vast. De lage verwachtingen hingen natuurlijk samen met de samenstelling van het team, maar ook aan een eerdere ontmoeting tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie. Drie dagen voordat de Spelen in Lake Placid van start gingen, troffen de twee ijshockeyteams elkaar al tijdens een oefenwedstrijd in Madison Square Garden. De Sovjet-Unie won overtuigend met 10-3.
Lees ook: Alles over ijshockeyschaatsen maat 39 voor dames
De Weg naar het Wonder
Maar toen de Spelen eenmaal van start gingen, snoerde het jonge Amerikaanse ijshockeyteam de criticasters al snel de mond. Het team kwam ongeslagen uit de groepsfase met één gelijkspel en vier overwinningen, het won onder andere ook van Nederland. Uiteindelijk troffen de teams van de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie elkaar op 22 februari 1980 in de eerste wedstrijd van de knock-out fase. De nummers 1 en 2 van de medailleronde plaatsten zich voor de finale, de nummers 3 en 4 voor de strijd om de bronzen medaille. Het stadion was volledig uitverkocht en de druk die op de schouders van de jonge Amerikaanse spelers lag, was torenhoog.
Voor de wedstrijd probeerde Brooks zijn jonge, onervaren spelers in de kleedkamer moed in te praten. Terwijl het publiek op de tribunes uit volle borst ´God Bless America´ zong, zei Brooks tegen zijn spelers: ´You were born to be a player. You were meant to be here.´
De Wedstrijd Zelf
De Amerikaanse spelers begonnen niet goed aan de wedstrijd en kwamen al snel op achterstand, maar wisten die tot twee keer toe goed te maken. Het eerste deel van de wedstrijd eindigde in 2-2. In het tweede deel maakte de coach van de Sovjets, Viktor Tikhonov, een besluit dat beide teams verraste. Hij besloot doelman Tretiak, destijds de beste ter wereld, te vervangen voor de tweede doelman Vladimir Myshkin.
Het derde en laatste deel van de wedstrijd was aangebroken. De Amerikanen hadden nog twintig minuten de tijd om hun achterstand om te zetten in een voorsprong. Ze lieten zich niet ontmoedigen door de achterstand en bleven hun spel spelen. Na negen minuten wisten de Amerikanen 3-3 te maken en kort daarna liet Myshkin ook de 4-3 door. Uit het niets stond het jonge Amerikaanse team voor tegen het sterrenteam van de Sovjet-Unie.
Met nog een paar seconden te gaan begon het publiek af te tellen. De commentatoren wisten niet wat ze meemaakten, commentator Al Michaels riep in de laatste seconden: ´Do you believe in miracles? YES!´ Het laatste fluitsignaal klonk en de Amerikanen hadden gewonnen.
De Nasleep
Alle Amerikaanse spelers renden euforisch het ijs op en de Sovjets bleven ontdaan achter. De gouden medaille hadden de Amerikanen echter nog niet, die wonnen ze later pas tijdens de kampioenswedstrijd tegen Finland. De Sovjets wonnen zilver, maar ze baalden zo erg van hun verlies tegen de Amerikanen dat ze hun namen niet in de medaille lieten zetten, wat wel gebruikelijk was.
Het jonge Amerikaanse team wist van de Sovjets te winnen door een passtechniek toe te passen die door de Sovjet-Unie zelf was ontwikkeld. Het doel was om de Sovjets zo veel mogelijk van hun stuk te brengen, en dat was gelukt. Het was een fantastische sportieve overwinning, maar de Amerikanen zagen het ook als een ideologische winst ten tijde van de Koude Oorlog. Het was voor hen destijds van net zo´n grote waarde als de eerste maanlanding en de ´Berlin Airlift´. De Amerikanen werden geconfronteerd met een grote recessie en de gijzelingcrisis in Iran en hadden een grote behoefte aan een overwinning en iets dat ze konden vieren. Het ijshockeyteam van Brooks had ze dit gegeven.
De Erfenis van het Wonder
Het Miracle on Ice wordt gezien als één van de meest iconische momenten in de geschiedenis van de Olympische Spelen en de Amerikaanse sport. Het werd in 1999 door Sports Illustrated zelfs uitgeroepen tot het beste sportmoment van de 20e eeuw. In 2004 werd het Miracle on Ice verfilmd door Walt Disney.
Nederland op de Olympische Spelen
IJshockey werd al in 1920 beoefend tijdens de Olympische Spelen in Antwerpen. Vier jaar later werden de eerste Winterspelen georganiseerd in Chamonix en sindsdien heeft de sport nooit op het programma ontbroken. Nederland deed slechts één keer mee aan het Olympisch ijshockeytoernooi. Onder leiding van de Zweedse coach Hans Westberg werd eind jaren zeventig een team gevormd rond Nederlandse Canadezen, zoons van Nederlandse emigranten, die in Canada waren geboren, vrijwel uitsluitend Engels spraken maar die wel over een Nederlands paspoort beschikten. De ploeg werd in 1979 in Roemenië wereldkampioen voor B-landen. Behalve promotie naar de A-groep en de titel Sportploeg van het jaar, leverde dit Nederland ook een deelnamebewijs op voor de Olympische Winterspelen, een jaar later in Lake Placid. Daar kwam Oranje terecht in Division Red, met de Sovjet Unie, Canada, Polen, Japan en Finland.
Moederland
De eerste opponent was Canada, voor velen uit het Nederlands team het moederland. Corky de Graauw bracht Nederland zelfs op voorsprong, maar daarna werd de ploeg volledig overklast en mocht na de 10-1 nederlaag nog van geluk spreken dat de tegenstanders niet beter op schot waren. Het herstel kwam - wonderlijk genoeg - tegen de Russen. Niet dat de Nederlanders wat hadden in te brengen, daarvoor was het klassenverschil (17-4) te groot. Maar de inzet waarmee de ploeg de Sovjets tegemoet trad was zo hartverwarmend, dat de Russen na afloop de Nederlanders complimenteerden met hun spel. In de volgende wedstrijd werd met 3-3 werd gelijkgespeeld tegen Japan. Het eerste Nederlandse punt ooit op de Olympische Winterspelen werd beschouwd als een teleurstelling, want de Aziaten waren een jaar eerder op het WK voor B-landen slechts als zesde geëindigd en mochten in Lake Placid alleen meedoen omdat Oost-Duitsland zich had teruggetrokken en ook vervanger Zwitserland besloot geen team af te vaardigen.
Hard spel
Maar ook deze tegenvaller werd gevolgd door een goede wedstrijd. Polen werd met 5-3 verslagen. In de laatste wedstrijd tegen Finland kon Oranje in het geheel niet imponeren. Met hard spel probeerde Westbergs equipe de tegenstanders te intimideren, maar het liep uit op een kansloze 10-3 nederlaag.
De Rol van Politiek
Tijdens de Koude Oorlog werd sport in het internationale politieke machtsspel steeds belangrijker. De Olympische Winterspelen van 1980 in Lake Placid waren een perfect platform voor een sportieve strijd tussen de machtsblokken, omdat ze toen alleen toegankelijk waren voor amateurs en profsport in communistische landen officieel niet bestond. De Sovjet-Unie had toen al vijf olympische en dertien wereldtitels bij het ijshockey gewonnen. Op papier waren zij amateurs, maar in de praktijk bleken zij fullprofs, vaak in legerdienst. De coach Viktor Tychonov controleerde, geheel in lijn met de Sovjetdoctrine, zijn ploeg totaal, tot in het privéleven. Het team van de VS bestond uit louter amateurs, voornamelijk spelers van universiteitsclubs. De ploeg stond onder leiding van Herb Brooks. Hij selecteerde de spelers op basis van een psychologische test van meer dan driehonderd door hemzelf opgestelde vragen. Brooks begon met een selectie van 68 spelers, en bracht die in een aantal dagen terug tot twintig. Hij geldt als de uitvinder van de zogenaamde hybride spelstijl: een combinatie van het Europese spel, gericht op puckbezit, en de typisch fysieke stijl van de Noord-Amerikanen. De Sovjets verbleven al ruim voor aanvang van de Spelen in de VS om oefenwedstrijden te spelen.
Andere Memorabele Edities
Squaw Valley 1960
De achtste Olympische Winterspelen van 1960 vonden plaats in Squaw Valley (Californië), dat voor de Winterspelen slechts één inwoner telde. Van 18 tot en met 28 februari werd hier volop geskied, geschaatst en aan schansspringen gedaan. Richard M. Nixon, destijds vicepresident van de Verenigde Staten, opende de Spelen. De eed werd afgelegd door kunstrijdster Carol Heiss en de Nederlandse vlag werd gedragen door schaatser Kees Broekman.
Hoewel de ontwikkelde wintersportgebieden Innsbruck, Sankt Moritz en Garmisch-Partenkirchen zich ook kandidaat hadden gesteld voor het organiseren van de achtste Olympische Winterspelen, wezen de leden van het Internationaal Olympisch Comité (IOC) in 1955 het dorpje Squaw Valley aan als gastheer. In dit dorpje stond welgeteld één toeristenhotel en het had officieel één inwoner: de eigenaar van de grond, Alexander Cushing.
De openings- en slotceremonie vielen onder de verantwoordelijkheid van Walt Disney, eigenaar van Walt Disney Productions, een van de beroemdste filmstudio’s ter wereld. De openingsceremonie werd gehouden op 18 februari 1960 en startte een uur later dan gepland in verband met een sneeuwstorm.
Op de Winterspelen van 1960 stond het schaatsen voor vrouwen voor het eerst op het Olympische programma. De Oost-Duitse Helga Haase, die goud won op de 500 meter, mocht zich de eerste vrouwelijke olympische schaatskampioene noemen.
Namens Nederland deden zeven sporters mee aan deze Winterspelen: kunstrijders Sjoukje Dijkstra en Joan Haanappel en schaatsers Wim de Graaff, Henk van der Grift, Jan Pesman, Jeen van den Berg en Kees Broekman. Sjoukje Dijkstra wist een zilveren medaille te bemachtigen, terwijl Jan Pesman een bronzen medaille behaalde op de vijf kilometer.
De Geannuleerde Spelen van 1940
De 5e Olympische Winterspelen 1940 worden in eerste instantie toegewezen aan de Japanse stad Sapporo. Als de startdatum nadert, raakt Japan in 1937 verwikkeld in een oorlog met China. Direct zoekt het IOC naar een alternatief. Hoewel op dat moment ook in Europa de internationale verhoudingen op scherp gesteld worden, wordt een nieuwe locatie gevonden in het Zwitserse wintersportoord Sankt Moritz. Maar ook de keuze voor Zwitserland zorgt voor problemen. Al langer was er een verschil van inzicht over de vraag welke sporters mochten deelnemen aan het onderdeel alpineskiën. Het IOC is van mening dat deelname van skileraren niet is toegestaan. Zij skiën immers voor hun beroep, en kunnen om die reden niet als amateurs gezien worden. En de Olympische Spelen zijn nu juist bedoeld voor amateur-sporters. Omdat er geen beweging zit in de standpunten van beide partijen, besluit het IOC in juni 1939 de organisatie van de Winterspelen bij Sankt Moritz weg te halen. Op verzoek van het IOC stelt een maand later de Zuid-Duitse stad Garmisch-Partenkirchen zich kandidaat. Voor de 2e keer in successie, want in 1936 zijn hier ook al de Winterspelen gehouden. Eigenlijk is het IOC van mening dat het onwenselijk is om Olympische Spelen 2 maal achter elkaar op dezelfde plaats te organiseren, maar nood breekt in dit geval wet. Op 1 september 1939 valt het Duitse leger Polen binnen. Daarop verklaren Engeland en Frankrijk de oorlog aan Nazi-Duitsland. Niemand heeft het dan meer over Olympische Winterspelen.
IJshockey Vandaag de Dag
Mondiaal neemt Nederland een plaats in de middenmoot in, zowel bij de mannen als bij de vrouwen. De mannenploeg is sinds 1990 een min of meer 'vaste waarde' in de B-groep, die sinds 2000 luistert naar de naam 'Division I'. Het Nationale vrouwenteam is Internationaal sinds 2010 aan een opmars bezig.
Internationaal wordt momenteel georganiseerd ijshockey gespeeld in 68 landen, waarvan er 63 zijn aangesloten bij de in Zürich zetelende Internationale IJshockey Federatie. Onder de aangesloten leden bevinden zich enkele exotische landen als Brazilië en Thailand, waar slechts één club is ingeschreven. De sport is vooral 'groot' in Noord-Amerika, Rusland, Tsjechië, Slowakije, Scandinavië en Zwitserland. In Finland is het de belangrijkste volkssport, en is de ijshockeybond de sportbond met het grootste aantal actieve leden. De belangrijkste ijshockeycompetitie ter wereld is de Amerikaans-Canadese NHL. Het grootste deel van de internationals is actief in deze league, waar overigens ook iets andere regels gelden dan elders.
tags: #ijshockey #olympische #winterspelen #geschiedenis