Hoofdklasse A versus Hoofdklasse Zondag: Een Vergelijking in het Nederlandse Voetbal

Het Nederlandse voetballandschap is rijk en divers, met een piramidestructuur die reikt van de Eredivisie tot aan de amateurklassen. Binnen deze structuur nemen de Hoofdklassen A en Zondag een belangrijke plaats in. Dit artikel belicht de verschillen en overeenkomsten tussen deze twee competities, en plaatst ze in de context van de algehele voetbalpiramide.

De Nederlandse Voetbalpiramide: Een Overzicht

Sinds het seizoen 2016/’17 heeft het Nederlandse topvoetbal de huidige vorm. De voetbalpiramide is opgebouwd uit verschillende niveaus, van professioneel tot amateurvoetbal:

  • Eredivisie: Het hoogste niveau, bestaande uit 18 teams die strijden om de landstitel en Europese tickets. De nummers één en twee plaatsen zich voor de voorrondes van de Champions League, de nummer drie voor de voorrondes van de Europa League. De vier hoogst geëindigde teams die zich niet rechtstreeks voor Europees voetbal hebben geplaatst spelen play-offs om het laatste ticket voor de voorrondes van de Europa League. Met ingang van het seizoen 2019/'20 zijn er twee teams die rechtstreeks degraderen naar de Eerste Divisie. De nummer zestien speelt met de vier periodekampioenen uit de Eerste Divisie én de twee hoogstgeëindigde teams die niet rechtstreeks gepromoveerd zijn om de laatste plek in de Eredivisie.
  • Eerste Divisie (Keuken Kampioen Divisie): Bestaat uit twintig teams, waaronder vier beloftenteams. De kampioen en de nummer twee promoveren rechtstreeks naar de Eredivisie.
  • Tweede Divisie: Een relatief nieuwe competitie, opgericht in 2016/’17, om de overgang tussen betaald voetbal en amateurvoetbal te versoepelen. Clubs kunnen voorafgaand aan het seizoen een voorkeur uitspreken voor het spelen van hun thuiswedstrijden op zaterdag of zondag.
  • Derde Divisie: Een belangrijke opstap naar de Tweede Divisie. De competities bestaan in het seizoen 2019/'20 ieder uit 17 teams, waaronder 1 beloftenteam. De competities blijven op zondag en zaterdag bestaan, waardoor clubs hun voorkeur voor een speeldag kunnen aangeven. De eerste elftallen die zijn geëindigd als de nummers vijftien en zestien van de zestien eerste elftallen in de Tweede divisie degraderen rechtstreeks naar de Derde divisie zaterdag of zondag. De kampioenen in de Derde divisie promoveren rechtstreeks naar de Tweede Divisie.
  • Hoofdklasse: Onder de Derde Divisie bevinden zich de Hoofdklassen, verdeeld over zaterdag en zondag.

De Hoofdklasse: Een Detail

Sinds het seizoen 2016/’17 zijn er in de Hoofdklasse twee poules van zestien teams op zaterdag en op zondag. In het seizoen 2018/'19 spelen er in de Hoofdklasse twee zondag in beide poules één beloftenteam. Na het seizoen 2018/'19 zijn er geen beloftenteams meer in de Hoofdklasse en zal er onder de Derde divisie een beloftencompetitie worden gespeeld.

De eerste elftallen die zijn geëindigd als nummer vijftien en zestien van de zestien eerste elftallen in beide Derde divisies degraderen rechtstreeks naar de Hoofdklasse. De kampioenen van de Hoofdklassen A en B promoveren rechtstreeks naar de Derde divisie (zaterdag/zondag). De nummers dertien en veertien van de eerste elftallen na afloop van de reguliere competitie in beide Derde divisie (zaterdag/zondag) en de zes (vervangend) periodekampioenen van de Hoofdklasse A en B (zaterdag/zondag) spelen om één plaats in Derde divisies (zaterdag/zondag).

Hoofdklasse A en Hoofdklasse Zondag: Wat zijn de Verschillen?

Het meest voor de hand liggende verschil tussen Hoofdklasse A en Hoofdklasse Zondag is de speeldag. Hoofdklasse A-teams spelen hun wedstrijden op zaterdag, terwijl Hoofdklasse Zondag-teams op zondag in actie komen. Deze scheiding is historisch gegroeid en weerspiegelt de traditionele scheiding tussen zaterdag- en zondagclubs in Nederland.

Lees ook: Inschrijvingsvoorwaarden Voetbal Hoofdklasse: een compleet overzicht

Echter, de verschillen reiken verder dan alleen de speeldag. Er zijn subtiele verschillen in de cultuur en achtergrond van de clubs die in deze competities spelen. Zaterdagclubs hebben vaak een protestants-christelijke achtergrond, waar zondagclubs vaker een algemene of katholieke achtergrond hebben. Deze achtergrond kan van invloed zijn op de sfeer binnen de club en de beleving van de wedstrijden.

Promotie en Degradatie: De Route naar Hogere Niveaus

Aan het einde van het seizoen strijden teams in de Hoofdklasse niet alleen om het kampioenschap, maar ook om promotie via de nacompetitie. De kampioenen van de Hoofdklassen A en B promoveren rechtstreeks naar de Derde Divisie (zaterdag/zondag). De nummers dertien en veertien van de eerste elftallen na afloop van de reguliere competitie in beide Derde divisie (zaterdag/zondag) en de zes (vervangend) periodekampioenen van de Hoofdklasse A en B (zaterdag/zondag) spelen om één plaats in Derde divisies (zaterdag/zondag).

Regels voor de Nacompetitie

In de Hoofdklasse worden periodekampioenschappen toegekend. De standen in iedere periode wordt opgemaakt obv het aantal behaalden punten. Eindigen teams gelijk, dan is het doelsaldo doorslaggevend, gevolgd door het aantal doelpunten vóór.

Oneven Aantal Teams

Competities met oneven aantal teams vereisen specifieke regels. Als winnaar periode 1 ook periode 2 wint, dan gaat de 2e periode titel naar de nummer 2 (= aangemerkte periodekampioen) van de 2e periode. Het team dat in de eindstand van de gehele competitie het hoogste is geëindigd en niet al (aangemerkte) periode winnaar is, wint de 3e periode. In bovenstaande gevallen geldt dat het aantal behaalde punten leidend is, volgend door het doelsaldo en het aantal doelpunten vóór.

Eerst moeten de (aangemerkte) periode kampioenen worden bepaald, voordat bepaald wordt welke team de periodetitel van de kampioenen of promovendus overneemt. In bovenstaande 2 gevallen geldt dat het aantal behaalde punten leidend is, volgend door het doelsaldo en het aantal doelpunten vóór.

Lees ook: Voetbalreglement Hoofdklasse: Een complete uitleg

Uitsluiting van Deelname

Er zijn situaties waarin een vereniging niet aan de nacompetitie mag deelnemen. Verenigingen die zich plaatsen voor de nacompetitie in enige klasse/divisie, kunnen niet aan de nacompetitie deelnemen als in alle poules van de naastgelegen hogere klasse/divisie al teams van deze vereniging uitkomen. Een uitzondering hierop is van toepassing als al bij de start van de nacompetitie in deze bewuste klasse/divisie vaststaat dat het team van dezelfde vereniging in die hogere klasse/divisie is gedegradeerd, gepromoveerd of als ‘herkanser’ dan wel periodekampioen wordt aangemerkt.

Wedstrijdduur en Verlenging

Tijdens de nacompetitie wordt volgens dezelfde regels gespeeld als tijdens de reguliere competitie. De wedstrijd duurt 2x45 minuten. Bij beslissingswedstrijden en bij wedstrijden in de nacompetitie die uit enkele wedstrijden bestaan, moet er na afloop een winnaar zijn. Bij een gelijkspel wordt met 2 x 15 minuten verlengd. Is het na de verlenging nog steeds gelijk, volgt een strafschoppenserie. De strafschoppen worden om en om genomen. Voor verdere regels rondom strafschoppen, zie het document hieronder.

Wisselregels

Teams mogen 5 keer wisselen tijdens maximaal 3 wisselmomenten. Wisselen in de rust wordt niet geteld als wisselmoment. Een speler die is gewisseld, mag niet meer aan de wedstrijd deelnemen. Bij een verlenging mag elk team één extra speler wisselen, ook als het maximum van 5 al is bereikt. Bij een verlenging krijgt elk team één extra wisselmoment. Naast het extra wisselmoment mag ook voor aanvang van de verlenging en in de rust van de verlenging worden gewisseld. Dit telt dus niet mee als wisselmoment. Als een team tijdens de wedstrijd het maximum van vijf wissels en/of drie wisselmomenten niet heeft gebruikt, mogen die gebruikt worden tijdens de verlenging.

Regels voor Jeugdcategorie A (Divisies en Hoofdklasse)

Hier gelden dezelfde regels als bij de senioren categorie A. Er is een uitzondering: bij de jeugd wordt er niet verlengd. Als een wedstrijd in een gelijkspel eindigt, volgt meteen een strafschoppenserie.

Categorie A versus Categorie B: Een Ander Onderscheid

Binnen de KNVB wordt er ook onderscheid gemaakt tussen categorie A en categorie B. De verschillen tussen deze categorieën komen voornamelijk tot uiting in de indelingen, afgelastingen, uitstel van wedstrijden en spelregels.

Lees ook: Alle eindstanden van de Hoofdklasse op een rij

  • Indelingen: De A categorie omvat klassen waarbij teams spelen met verplichte promotie en degradatie. Voorbeelden hiervan zijn de 2e Divisie tot en met de reserve 2e klasse bij de heren, en de Eredivisie Vrouwen tot en met de 3e klasse bij de dames. In de B categorie zijn de regels voor promotie en degradatie vaak minder strikt of afwezig.

  • Afgelastingen: Bij het vaststellen van wedstrijden heeft de A categorie voorrang op de B categorie. Dit betekent dat bij beperkte beschikbaarheid van velden de wedstrijden in de A categorie doorgaan, terwijl die in de B categorie worden afgelast.

  • Uitstel van wedstrijden: De A categorie kent minder mogelijkheden voor het uitstellen van wedstrijden dan de B categorie. In de A categorie kan een verzoek tot uitstel alleen worden ingediend bij overmacht, zoals extreme weersomstandigheden, een sterfgeval of een calamiteit. In de B categorie is uitstel ook mogelijk bij een gebrek aan spelers, bijvoorbeeld door blessures, ziekte, vakantie of schorsing. Een verzoek tot uitstel moet altijd in overleg met de tegenstander en de KNVB worden gedaan.

  • Spelregels: De spelregels voor de A en B categorie zijn grotendeels hetzelfde, maar er zijn enkele verschillen die afhankelijk zijn van de leeftijdscategorie, het geslacht en het niveau van de teams. Een voorbeeld hiervan is het aantal wisselspelers.

De O23-Competitie: Een Nieuwe Ontwikkeling

Om jonge voetballers beter te begeleiden bij de overgang van de jeugd naar de senioren, heeft de KNVB de O23-competitie in de B-categorie geïntroduceerd. Uit onderzoek bleek dat veel spelers in de leeftijd van 16 tot 19 jaar stoppen met voetballen, met name in de B-categorie, omdat de stap naar de senioren te groot is. De speeldag van de O23-competitie is zaterdag en/of zondag. Voor de O23-competitie in de B-categorie geldt vrije inschrijving.

Waarom een O23-Competitie?

De KNVB biedt de nieuwe O23-competitie aan om clubs te helpen met het behoud van junioren. Onderzoek onder voetballers en signalen vanuit clubs wezen uit dat jongeren moeite hebben met de overstap van de jeugd naar de senioren. Door de overgang naar de senioren te verlengen, biedt de KNVB voetballers de mogelijkheid om langer met en tegen leeftijdsgenoten te blijven voetballen, wat het voetbalplezier ten goede komt en bijdraagt aan het behouden van junioren voor het voetbal.

Teamindex

Met behulp van de Teamindex wordt de speelsterkte van teams beter vastgesteld. Dit helpt bij het beter, gelijkwaardiger en eerlijker indelen van de amateurcompetities. De Teamindex vormt een nieuwe factor bij het indelen van de competities. Om de Teamindex zo goed mogelijk te kunnen inzetten, is het van belang de bondsteams correct en tijdig samen te stellen - dit geldt alleen voor teams O13 en ouder - en het wedstrijdformulier (mDWF) voorafgaand en na afloop van een wedstrijd nauwkeurig in te vullen. De bondsteams moeten uiterlijk 12 juli zijn ingevuld.

De indeling van teams gebeurt aan de hand van vier stappen:

  • Op basis van (historische) wedstrijdgegevens uit Sportlink wordt bepaald wat de relatieve sterkte van spelers is.
  • Wanneer bekend is in welk team spelers gaan spelen, is het mogelijk een gemiddelde Teamindex te bepalen.
  • De Teamindex wordt toegevoegd aan het huidige indelingsproces samen met de bestaande indelingsfactoren zoals reisafstand en clubvoorkeuren.
  • Teams worden, mede op basis van hun Teamindex, ingedeeld waardoor er meer gelijkwaardige wedstrijden en competities ontstaan.

Er is geen promotie-/degradatieregeling in de O23-competitie voor de B-categorie. Spelers geboren op of na 1 januari 2003 mogen meespelen in de O23-competitie. Spelers mogen meespelen in de O23-competitie vanaf het moment dat zij de leeftijd van 15 jaar bereiken. In de leeftijdscategorie O23 (B-categorie) zijn maximaal drie dispensatiespelers per team toegestaan. Een dispensatiespeler mag maar één jaar ouder zijn (geboren op of na 1 januari 2002).

De O23 categorie B is bedoeld voor teams die in de jeugd of eventueel al in de senioren ook zijn uitgekomen in de categorie B. Teams die in het verleden voornamelijk zijn uitgekomen in de categorie A wordt aangeraden om in te schrijven in de laagste divisie (Divisie 4, categorie A). Hiervoor geldt een vrije inschrijving.

Historische Context en Ontwikkelingen

Vanaf 1888 wordt in Nederland in competitieverband gespeeld. In die bijna 130 jaar is de competitiestructuur vrijwel voortdurend veranderd. Van kleine wijzigingen of uitbreidingen tot grote hervormingen. In grote lijnen zijn zeven verschillende periodes te onderscheiden.

  1. De Basis (1888-1917): Een kleine dertig jaar duurt het voordat de basis van de piramide is voltooid. In de eerste twee seizoenen van het (min of meer) georganiseerde voetbal is er precies één competitie, een eerste klasse met clubs uit Haarlem, Amsterdam, Rotterdam en Den Haag. Het is allemaal nog erg vrijblijvend en de competitie heeft ook nog een officieus karakter. In 1890 wordt voor het eerst een 2e klasse ingesteld, nog steeds met enkel westelijke clubs, plus Go Ahead uit Wageningen. In 1893 start de eerste competitie in Oost Nederland, met deelname van drie clubs. Die competitie krijgt de status van 2e klasse. In het westen gaat de groei verder en is er inmiddels ook een 3e klasse. Vanaf 1894 krijgt ook het noorden een eigen competitie, ook deze wordt ingeschaald als 2e klasse.
  2. Groei en Verzuiling (1918-1940): Na de eerste wereldoorlog groeit voetbal pas echt uit tot een grote, brede volkssport. dat betekent ook dat de piramide wordt uitgebreid. Met name aan de onderkant groeit het aantal afdelingen, zodat er juist in deze periode de pramidevorm ook steeds meer gestalte krijgt. Daarnaast heeft de verzuiling steeds meer invloed op het voetballandschap. Na veel bestuurlijk gekonkel komt er in 1917 een tweede westelijke 1e klasse.
  3. Oorlog en Fusie (1940-1954): Gedwongen door de oorlogsomstandigheden vindt er in de zomer van 1940 een fusie plaats tussen de KNVB en de bonden van de verschillende zuilen (RKF, CNVB, NASB en NVF). De bestuurders realiseren zich dat het vormen van een eenheid nodig is en nemen het heft in eigen hand, voordat de bezetter er zich mee gaat bemoeien.
  4. De Intrede van het Profvoetbal (1954-1971): Rijkelijk laat stapt Nederland in 1954 over op het profvoetbal. Na een korte periode waarin naast betalingen in de 1e klasse van de KNVB ook profclubs actief zijn in een wilde profbond (NBVB) wordt in november 1954, als de strijdbijl tussen de partijen is begraven, gestart met vier 1e klassen die het betaalde voetbal vormen.
  5. Formalisering van de Scheiding (1971-1996): De scheiding tussen profs en amateurs die vanaf begin jaren zestig feitelijk al bestond wordt in 1971 geformaliseerd. Door een forse sanering wordt het aantal profclubs verder teruggebracht en de Tweede Divisie verdwijnt. De amateurkampioen heeft niet meer automatisch het recht om te promoveren.
  6. Integratie en Regionalisering (1996-2010): In 1996 gaan alle regionale afdelingsbonden op in de KNVB. Daardoor komen er niveaulagen bij onder de 4e klasse. Het verschil per district en wedstrijddag hoeveel.
  7. De Topklasse en Verdere Hervormingen (2010-heden): Na jarenlange discussies wordt in 2010 de Topklasse ingevoerd, een landelijke afdeling op zowel zaterdag als zondag. Eén van de doelen is sportieve promotie en degradatie op gang te brengen.

Toekomstperspectief en Uitdagingen

De KNVB staat voor de uitdaging om de voetbalpiramide aantrekkelijk en competitief te houden, zowel voor de profs als voor de amateurs. De invoering van de O23-competitie is een stap in de goede richting om jonge talenten te behouden voor het voetbal. Echter, er zijn ook uitdagingen, zoals de afname van het aantal teams in bepaalde regio’s en de discussie over de samenvoeging van zaterdag- en zondagcompetities.

De KNVB zal volgend jaar ook gaan kijken of het in sommige regio's niet beter is om gecombineerde competities te maken. "Alleen als wij denken dat dit beter is voor de desbetreffende regio", verduidelijkt Van der Zee, doelend op aantrekkelijkere competities. "Dat wordt maatwerk, we gaan dan rustig met de clubs in gesprek. Dit zal in eerste instantie op kleine schaal gebeuren."

In principe zal de thuisspelende ploeg de speeldag mogen bepalen. Maar in welke mate speelt religie een rol? In 2013 is er een convenant getekend door clubs (veel religieuze, red.) die alleen maar op zaterdag voetballen. Die mogen altijd op zaterdag spelen. Dat geldt ook voor clubs die nog nooit op zondag hebben gespeeld. De rest moet zich aanpassen.

tags: #hoofdklasse #a #vs #hoofdklasse #1 #voetbal