Wissels in het voetbal zijn vaak cruciaal voor het resultaat van een wedstrijd. Denk aan de legendarische invalbeurt van Mario Götze in de WK-finale van 2014, toen zijn doelpunt in de verlenging Duitsland de wereldtitel bezorgde. Maar hoe werken wissels precies? Hoeveel wissels zijn toegestaan en hoeveel reservespelers mag een team hebben? Deze vragen worden in dit artikel uitgebreid beantwoord.
De evolutie van de wisselregels
Vroeger waren de regels simpel: elk team mocht drie wissels doorvoeren. Waren deze opgebruikt, dan had je pech. Een blessure of rode kaart betekende verder spelen met een man minder of een veldspeler op doel. Echter, door de coronapandemie en de toenemende intensiteit van het spel, ontstonden er steeds meer ongemakken. Dit leidde tot veranderingen in de wisselregels, waarbij sommige trainers bij bepaalde wedstrijden zelfs ongelimiteerde wisselopties kregen. Soms ging het om wisselmomenten in plaats van het totale aantal spelers. Er kwamen ook extra wissels bij hoofdletsel en bonuswissels bij verlengingen. De UEFA en de nationale bonden streven er nu naar om de wisselregels meer gelijk te trekken.
Huidige wisselregels: Vijf wissels als standaard
In grote toernooien is men teruggegaan naar minder vervangingen, maar niet helemaal terug naar de oude tijd met drie wissels. Het huidige maximum staat op vijf wissels. Bondscoaches, zoals Ronald Koeman, mogen dus vijf keer wisselen op het EK. Bij verlenging staat de UEFA een extra wissel toe, waardoor er maximaal zes keer gewisseld mag worden in 120 minuten voetbal, zoals vermeld in artikel 56 van het UEFA-regelboek.
Mag een gewisselde speler nog terugkomen?
Nee, een speler die gewisseld is, mag niet meer terugkeren in het veld. Doorwisselen is dus niet toegestaan op het EK.
Wisselmomenten: Strategisch inzetten
Bondscoaches moeten hun vijf wissels (of zes inclusief verlenging) strategisch inzetten. Om tijdverspilling te minimaliseren, heeft elk land drie wisselmomenten tijdens de wedstrijd. Een vierde wisselmoment volgt bij een verlenging. Wissels vlak voor het beginsignaal, in de rust, na de reguliere speeltijd en in de rust van de verlenging tellen niet mee als wisselmoment. Koeman kan zo zijn tactiek bepalen op basis van de wissels en wisselmomenten.
Lees ook: Hoeveel calorieën verbrand je met korfbal?
Onverwachte situaties: Vervanging voor de wedstrijd
Een basisspeler die zich tijdens de warming-up verstapt of erger, mag voor de wedstrijd worden vervangen door een speler van de spelerslijst of zelfs een speler van de selectielijst (26 man). Het team verliest dan geen wisselmogelijkheid, mits er snel een doktersbriefje bij de UEFA wordt ingediend. Dit geldt voor zowel veldspelers als keepers.
Wisselregels in verschillende competities en categorieën
De wisselregels kunnen verschillen per competitie en leeftijdscategorie. Hieronder een overzicht:
- Betaald voetbal (Eredivisie, Keuken Kampioen Divisie, KNVB Beker): Vijf wissels, drie wisselmomenten (plus één extra bij verlenging).
- Amateurvoetbal (senioren en oudste jeugd A-categorie): Vijf wissels, drie wisselmomenten (plus één extra bij verlenging).
- Jeugdvoetbal:
- JO15 t/m JO17 (A-categorie): Zeven wissels, vier wisselmomenten (drie tijdens het spel, één in de rust).
- JO13, JO14 (A-categorie) en alle B-categorieën: Onbeperkt wisselen.
Wisselprocedure: Hoe verloopt het in de praktijk?
Voor de wedstrijd wordt een wedstrijdformulier ingeleverd met de namen van de spelers. Een speler die niet op de lijst staat, mag niet meedoen. Tijdens de wedstrijd moet de scheidsrechter op de hoogte worden gebracht van een wissel, in het profvoetbal via de vierde official. De wissel vindt vaak plaats als de bal buiten de lijnen is. De speler die het veld verlaat, mag dat overal doen. De nieuwe speler betreedt het veld ter hoogte van de middellijn.
Uitzonderingen: Wanneer een speler weigert te wisselen
Soms weigert een speler het veld te verlaten, zoals in de League Cup-finale tussen Chelsea en Manchester City in 2019, toen keeper Kepa weigerde gewisseld te worden. De scheidsrechter moest het spel hervatten zonder de wissel, en Chelsea verloor uiteindelijk de wedstrijd.
Wisselen in het amateurvoetbal: Flexibiliteit en jeugdregels
In het amateurvoetbal gelden voor senioren en de oudste jeugdteams in de A-categorie dezelfde regels als in het betaald voetbal. In de lagere klassen wordt er vaak onderling met de scheidsrechter afgesproken om door te wisselen. In de jeugd mag reglementair vaker worden gewisseld.
Lees ook: Wat verdient een derde keeper?
Extra wissel bij hoofdletsel: Een pilot van de KNVB
De IFAB heeft in 2020 ingestemd met een proef om een extra wissel toe te staan bij ernstig hoofdletsel. De KNVB heeft hiermee geëxperimenteerd in het seizoen 2021/22. Het is nog onduidelijk of deze pilot wordt omgezet in een nieuwe regel. De meningen over de effectiviteit zijn verdeeld.
Vijf wissels: Waarom en hoe?
Tijdens een wedstrijd mag elk team maximaal vijf spelers wisselen, verdeeld over maximaal drie wisselmomenten (exclusief de rust). Dit is om te voorkomen dat het spel te vaak stil komt te liggen. Bij een verlenging krijgt elk team een extra wissel en een extra wisselmoment.
Wisselbeleid in het amateurvoetbal samengevat
- Categorie A senioren (mannen, vrouwen en junioren JO18/JO19): Vijf wissels, maximaal drie wisselmomenten (exclusief de rust).
- Categorie A junioren (JO15 t/m JO17 en MO17 divisies): Zeven wisselbewegingen, maximaal drie wisselmomenten (exclusief de rust).
Lees ook: Hoeveel vlakken heeft een voetbal?