Hoekspeelster Handbal Dames: Uitleg en Tactieken

Handbal is een dynamische en snelle teamsport die wereldwijd wordt gespeeld en die bekend staat om zijn snelheid, fysieke eisen en strategische diepgang. Het handbalreglement is complex en bevat vele ‘als …, dan’ relaties. Dit artikel biedt een uitgebreide uitleg van de belangrijkste technieken, spelregels en de rol van de hoekspeelster in het dameshandbal, waardoor zowel beginners als gevorderden een beter inzicht in het spel krijgen.

Inleiding

Van de basisvaardigheden zoals vangen en gooien tot geavanceerde spelsystemen, handbal biedt een breed scala aan uitdagingen en mogelijkheden voor spelers van alle niveaus. Dit artikel behandelt de essentiële aspecten van handbal, van de basisprincipes tot de meer complexe tactieken, en biedt een overzicht van de vaardigheden die nodig zijn om succesvol te zijn in deze sport.

Basisvaardigheden

Vangen: De Driehoekstechniek

Naast het gooien is vangen een van de meest fundamentele vaardigheden in handbal. Een correcte vangtechniek is essentieel om de bal veilig te controleren en snelle acties mogelijk te maken. Een veelgebruikte techniek is "het driehoekje". Bij deze techniek vorm je met je handen een driehoek, idealiter met je wijsvingers en duimen. Deze positie biedt een stabiel vangpunt en helpt de impact van de bal te absorberen. In de topsport wordt vaak hars gebruikt, een kleefstof die het mogelijk maakt om de bal met één hand te vangen. Hars is echter meestal alleen toegestaan in de hoogste klassen van competities.

Gooien: De Basis

Gooien is even cruciaal als vangen. Hier volgt een beschrijving van de basishouding en het verloop van een worp:

  • Beginhouding:

    Lees ook: Het verhaal van HVC '10: Fusie tot nu.

    • Voor een rechtshandige werper: Sta met de voeten iets uit elkaar, de linkervoet iets voor de rechtervoet.
    • Buig de knieën en heupen licht.
    • Houd de bal in de hand en breng deze naast en achter het hoofd, waardoor de rechterschouder naar achteren draait.
    • Het lichaamsgewicht rust op het achterste been.
  • Verloop:

    • Breng de rechterarm naar voren, waarbij de rechterschouder en romp meedraaien.
    • Verplaats het lichaamsgewicht van het achterste naar het voorste been.
    • Strek de arm snel en duw de vingers de bal tijdens een krachtige strekking van het polsgewricht.
  • Eindhouding:

    • Het lichaamsgewicht rust op het voorste been.
    • De romp helt voorover.

Een veelgemaakte fout is de bal niet ver genoeg naar achteren brengen.

Spelregels en Termen

Stuiten en Passen

Na het vangen van de bal mag de speler onbeperkt stuiten. Met de bal in de hand mag een speler maximaal drie passen zetten. Het tellen van de passen begint op het moment dat de speler de speler de bal vangt terwijl hij op de grond staat. Vangt de speler de bal in de lucht en landt hij op twee voeten tegelijk, dan telt dit nog niet als een pas.

Drie Seconden Regel

Een speler mag de bal maximaal drie seconden vasthouden.

Lees ook: Jeugd Beach Rugby: Hoek van Holland als bruisend middelpunt.

Beginworp

Na een doelpunt krijgt het team dat het doelpunt tegen kreeg een beginworp. Bij de beginworp moeten alle spelers van het team dat de worp neemt, op hun eigen helft blijven totdat de scheidsrechter fluit. De beginworp wordt genomen in het midden van de middenlijn, met één voet op de lijn. Het is toegestaan om de worp 1,50 meter links of rechts van het midden te nemen. De beginworp wordt na het beginsignaal van de scheidsrechter in het midden van het speelveld uitgevoerd. Daarbij moet de speler met één voet de middenlijn aanraken, terwijl de andere voet op de eigen helft moet staan. Spelers van de tegenpartij moeten op een afstand van 3 meter van de speler blijven die de beginworp uitvoert.

Inworp en Uitworp

Soms is het nodig om te wachten op een fluitsignaal van de scheidsrechter voordat een inworp mag worden genomen, bijvoorbeeld bij een vrije worp voor het aanvallende team. De keeper moet de uitworp altijd vanuit het doelgebied nemen. Als de bal buiten het speelveld komt, wordt de inworp uitgevoerd. De uitworp wordt uitgevoerd door de doelverdediger en vindt plaats als de bal over de doellijn het speelveld verlaat en voor het laatst werd aangeraakt door de aanvallende ploeg of de doelverdediger van de verdedigende ploeg of wanneer de bal in het doelgebied blijft liggen.

Strafworp

De speler die de strafworp neemt, staat achter de strafworplijn. Alle spelers van de tegenstander moeten op 3 meter afstand staan. Als een duidelijke doelkans wordt verhinderd door een foul of door het betreden van het doelgebied, wordt de gelijkheid van kansen weer hersteld door een 7-meter worp. De werpende speler gaat voor de 7-meter staan en probeert na het fluitsignaal een doelpunt te scoren. Zo lang de speler de bal vasthoudt, mag hij de 7-meter lijn niet aanraken of overschrijden.

Passief Spel

Het is niet toegestaan om de bal binnen het team te houden zonder een duidelijke poging om aan te vallen of een doelpunt te scoren. De scheidsrechter kan een waarschuwing geven als hij passief spel constateert, waarna het aanvallende team actie moet ondernemen. - De bal lang in een aanval houden. Vindt de scheidsrechter dat de aanval te lang duurt, dan geeft hij een waarschuwing. Wordt er na die waarschuwing niet geschoten, dan is de bal voor de tegenpartij.

Fouten en Ongevallen

Als een speler er door vastgrijpen, omklemmen, stoten en vasthouden op een onsportieve manier aan wordt gehinderd de bal te werpen, wordt dit gezien als een foul en wordt doorgaans bestraft met een vrije worp. Het illegaal betreden van het veld, bijvoorbeeld door een extra speler in de laatste 30 seconden, kan ernstige gevolgen hebben. Overtredingen met fysiek contact kunnen tot blessures leiden, vooral wanneer een speler springt of loopt. Keepers die hun doelgebied verlaten om een bal te onderscheppen, dragen de verantwoordelijkheid voor eventuele botsingen. Als de scheidsrechter een speler de gele kaart toont, is dit een waarschuwing die geen onmiddellijke uitwerking heeft op het verloop van de wedstrijd. Een tweede overtreding van de speler, die de gele kaart rechtvaardigt, wordt bestraft met een 2-minuten uitsluiting. Het team moet dan verder spelen met een speler minder. Als een speler voor de tweede keer wordt bestraft met een 2-minuten uitsluiting, wordt hij gediskwalificeerd met de rode kaart en mag voor de verdere rest van de wedstrijd niet meer worden ingewisseld.

Lees ook: Internationaal Jeugdbeachrugby Toernooi: een terugblik

Gelijkspel en Strafworpen

Als een wedstrijd gelijk eindigt, vooral bij kampioenschappen of finales, nemen de teams om en om vijf strafworpen. Als er dan nog geen beslissing is, gaan de teams door met om en om strafworpen nemen totdat er een winnaar is. Uitgesloten, gediskwalificeerde spelers en spelers die van het veld zijn gestuurd, mogen hieraan niet deelnemen. Ieder team wijst 5 spelers aan die beurtelings een doelworp uitvoeren.

Waar wordt handbal gespeeld?

Wereldwijd gezien is handbal niet overal even verbreid. Dat komt vooral door het feit dat handbal hoofdzakelijk een zaalsport is en dus de beschikbaarheid van sporthallen vereist. Bovendien is handbal een betrekkelijk jong sport die zich, anders dan de oudere sporten, zoals voetbal, niet over een langere tijd een positie kon veroveren.

Het Handbalveld

Het speelveld meet 40 x 20 meter en wordt door talrijke lijnen begrensd en doorsneden.

  • De zijlijnen en de achterlijnen omsluiten het veld.
  • De middenlijn loopt door het midden van het speelveld.
  • Het doelgebied wordt door een ononderbroken halve cirkel met een straal van 6 meter gedefinieerd. Dit gebied mag alleen door de doelverdediger worden betreden.
  • De gestippelde vrijeworplijn ligt negen meter voor het doel.
  • Tussen de doelcirkel en de vrijeworplijn ligt de 7-meterlijn.
  • Aan een van de zijlijnen ligt de wissellijn die vanaf de middenlijn steeds 4,5 m naar rechts en links loopt. Als een speler ongeoorloofd de wissellijn overschrijdt, begaat hij een wisselfout. Deze wordt bestraft door de overtredende speler van het veld te sturen en de tegenpartij een vrije worp toe te kennen.

Benodigdheden

Om handbal te spelen, heb je de volgende uitrusting nodig:

  • Bal: De handbal is gemaakt van kunststof of leer. De diameter van de bal varieert al naargelang geslacht en leeftijd van de teams. Een handbal voor herenteams heeft een omvang die ongeveer 10 cm kleiner is dan een voetbal, maar hetzelfde weegt. Daardoor kunnen handballers hem beter grijpen en harder gooien dan een voetbal. Vaak wordt de bal behandeld met hars zodat de spelers hem beter met één hand kunnen vangen en vasthouden. De bal is gemaakt van leer of kunststof en heeft een omtrek van 58 tot 60 cm voor mannen en 54 tot 56 cm voor vrouwen.
  • Veld: Een handbalveld is vereist.
  • Kleding: Spelers dragen shirts, korte broeken, kniebeschermers en schoenen met een goede grip. De keeper draagt andere kleding dan de veldspelers.
  • Scheidsrechter: Een scheidsrechter is nodig om de wedstrijd te leiden.

Technieken

Naast vangen en gooien zijn er verschillende andere belangrijke technieken in handbal:

  • Aanspelen: De bal kan op verschillende manieren worden aangespeeld, zoals bovenhands met een strekworp, onderhands, tijdens een sprong of zijwaarts.
  • Balcontrole: Een goede balcontrole is essentieel, zowel bij het dribbelen als bij het passen.
  • Worpen: Er zijn verschillende soorten worpen, zoals de strekworp op heuphoogte, de valworp en de lob. Een effectbal kan worden gebruikt om de keeper te verrassen.
  • 3x pushen binnen 3 seconden, dan binnen 3 sec vervolgen met dribbelen. Dribbelen mag tot schouderhoogte, dus je mag de bal niet voor je uit opgooien om snelheid te maken. Als je de bal vastpakt, moet je binnen 3 seconden overspelen of op doel gooien. Deze acties mogen ook uitgevoerd worden door eerst te dribbelen en dan 3x pushen binnen 3 sec. Na laatste wielcontact start de 3-secondenregel om over te spelen of op doel te gooien.

Posities in het Veld

Een team kan bestaan uit maximaal 14 spelers. Zeven spelers staan op het veld (6 veldspelers en 1 doelverdediger) terwijl de overige 7 spelers van het team optreden als wisselspelers. Tussen de veld- en wisselspelers is een vliegende wissel mogelijk. De spelerswissel mag alleen worden uitgevoerd via de wissellijn. Bij de hogere handbaldivisies vervangen sommige ploegen bij aanvallen soms de doelverdediger voor een extra veldspeler zodat er in totaal 7 veldspelers zijn om de aanval uit te voeren. Als de ploeg de bal verliest, wordt de doelverdediger weer ingewisseld. Deze tactiek wordt hoofdzakelijk toegepast bij landelijke competitiewedstrijden. Bijvoorbeeld, als de stand vlak voor het einde van de wedstrijd nog steeds gelijk is en alles op een kaart wordt gezet.

Er zijn verschillende posities in handbal, elk met hun eigen taken en verantwoordelijkheden:

  • Hoekspeler: Een speler in de eerste lijn, vaak met een specifieke rol in de aanval. Links ziet u staan de rechterhoek. De hoekspeler staat meestal ver in de hoek en wordt minder in het spel betrokken dan de rest van de spelers.
  • Opbouwspeler: Een speler in de tweede lijn, die vaak betrokken is bij het opzetten van aanvallen. De rechtsopbouw is één van de belangrijkste posities. Vanuit deze positie worden vaak de doelpunten gemaakt. De rechteropbouw staat op de stippellijn en dreigt vaak naar binnen.
  • Cirkelspeler: Een speler in de eerste lijn, die zich vaak in de buurt van de cirkel bevindt en betrokken is bij het creëren van scoringsmogelijkheden. De cirkelloper loopt de gehele aanval over de cirkel en probeert zo de verdediging lastig te zijn. Echter wordt deze speler/ster gedekt door de cirkelspeler van de andere partij.
  • Midden opbouw: De midden opbouw is de belangrijkste speler van het veld. Deze speler/ster is de regisseur. Vaak geeft deze speler/ster aan of er een nieuwe varriant in de aanval wordt toegepast.

De Hoekspeelster in Detail

De hoekspeelster bevindt zich op de hoeken van het speelveld, dicht bij de zijlijnen en de doellijn. Hun positie vereist specifieke vaardigheden en een goed spelinzicht. De hoekspeler staat meestal ver in de hoek en wordt minder in het spel betrokken dan de rest van de spelers.

Belangrijkste Taken van de Hoekspeelster:

  • Creëren van scoringskansen: Door slimme looplijnen en het benutten van de ruimte op de hoeken, probeert de hoekspeelster scoringskansen te creëren.
  • Afronden van aanvallen: Hoekspeelsters zijn vaak specialisten in het afronden van aanvallen vanuit een moeilijke hoek.
  • Verdedigende taken: Ook in de verdediging speelt de hoekspeelster een rol, bijvoorbeeld bij het onderscheppen van passes en het blokkeren van schoten.

Specifieke Vaardigheden van de Hoekspeelster:

  • Sprongworpen vanuit de hoeken: Tijdens de aanloop wordt de bal op werphoogte (schouderhoogte) naar achteren gebracht.
  • Wendbaarheid en snelheid: De hoekspeelster moet wendbaar en snel zijn om de ruimte op de hoeken optimaal te benutten.
  • Techniek: Een goede techniek is essentieel voor het afronden van aanvallen vanuit een moeilijke hoek.
  • Spelinzicht: De hoekspeelster moet een goed spelinzicht hebben om de juiste looplijnen te kiezen en de juiste beslissingen te nemen.

Tactische Overwegingen voor de Hoekspeelster

De hoekspeelster is een positie in de eerste lijn. De meest aantrekkelijke plaats om handbal te spelen. lijn. waarvandaan veel spelsituaties beginnen. spelbepalende c.q. positie. vaardigheden bezit om iemand te laten spelen. discipline met betrekking tot de uitvoering. stap. verdedigen. concentratie. technieken goed blijven uitvoeren. moeten begeleiden. te functioneren in top wedstrijden.

  • Samenspel met andere posities: De hoekspeelster moet goed kunnen samenspelen met andere posities, zoals de opbouwspeler en de cirkelspeler. Er kan sneller en gerichter op elkaar gereageerd worden. De combinatie van 1 positie met 2 andere posities.
  • Verschuivingen en afzettingen: Een veelvoorkomende tactiek is het verschuiven van de verdedigers om openingen te creëren. De cirkelspeler kan een afzetsper zetten op de 2e verdediger om ruimte te maken voor een opbouwspeler. Timing is cruciaal bij het uitvoeren van deze tactieken.
  • Variaties in het spel: Het is belangrijk om te variëren in het spel en de tegenstander te verrassen. naar buiten trekken. zetten. kijken zullen een aanpassing moeten doen in het aantal. Meerdere mensen op deze posities. voorkomt. vanuit de opbouwspeelsters gespeeld wordt. wordt naar rechts gebracht. de hoekverdediger weer naar rechts. zetten op de 3e verdediger en terug te haken tussen 1 en 2. De cirkelspeelster zet een afzetsper op de 2e verdediger.
  • Timing: Belangrijk is de timing moeten vinden bij het fluitsignaal. cirkelspeelster - gespeeld worden. het fluitsignaal). De laatste seconde van de wedstrijd. af te spelen; men moet direct afsluiten. staan naast elkaar met de hand richting bal. het doel. Eén speelster heeft de bal vast. fluitsignaal gaan alle speelsters in beweging. verdediger langs.

Spelsystemen en Tactieken

Spelsystemen in handbal zijn complex en vereisen een goede communicatie en samenwerking tussen de spelers. Een goed spelsysteem biedt veel keuzemogelijkheden en maakt het mogelijk om snel en effectief te reageren op de acties van de tegenstander. Het is belangrijk om spelsystemen te spelen volgens een concept en om voortdurend te werken aan het verbeteren van de vaardigheden en het verfijnen van de tactieken. De OPBOUWSPEELSTER is een positie in de tweede lijn. De CIRKELSPEELSTER is een positie in de eerste lijn.

Enkele voorbeelden van spelsystemen en tactieken:

  1. 2. 3. opbouwspeelster.
  2. opbouwspeelster. linker opbouwspeelster. en rechter hoekspeelster. ontvangt de bal van midden opbouwspeelster. die de keus van ….. krijgen door de rechter opbouwspeelster. Een spelsysteem met vele keuzemogelijkheden.
  3. Snel midden uit nemen. mogelijk plaats in het midden in. af te spelen. cirkelspeelster spelen. schiet zelf. gespeeld volgens een concept. tegenaanval. verloren gaat om nieuwe zaken aan te leren. diverse situaties te verfijnen. eigenschappen/lengte/snelheid/ etc.). wordt. De tegenpartij sluit af. opbouwspeelster gespeeld. opbouwspeelster maken het speelveld zo breed mogelijk. De midden opbouwspeelster zet het spelconcept naar links in. opbouwspeelster. Het afspelen gebeurt zoveel mogelijk voorlangs. De midden opbouwspeelster zet het spelconcept naar links in.
  4. 5. 6. 7. van het beslissen. Verschuif zelf de verdedigers. De midden opbouwspeelster zet het spelconcept naar links in.
  5. 6. 7. 8. (aanzetten). opbouwspeelster. rechter opbouwspeelster. aangespeeld van linker opbouwspeelster. naar midden opbouwspeelster. kunnen spelen. een afzetsper op de 3e verdediger. maakt dreiging waardoor de 2e verdediger moet helpen. linker hoekspeelster.

Mentaliteit en Teamwork

Bij handbal kun je eigenlijk alleen winnen als je goed samenspeelt met je teamgenoten. Als handballer moet je wel tegen een stootje kunnen.

Wissels en Wedstrijdsecretariaat

Naast de regels het veld komt het natuurlijk vaak voor dat de spelers moe en uitgeput raken. De trainer/coach van het team kan dan een wissel toepassen. Deze wissel wordt meestal gedaan in de aanval, waardoor de verdediging geen problemen kent. Net zoals bij verschillende andere sporten bevindt zich voor de bank een lijn. Daarachter moet de wisselspeler klaar staan. De wisselspeler mag het veld betreden wanneer de speler die uit het veld wordt gehaald achter de wissellijn is. Tussen de beide banken in van de teams staat een tafel met twee mensen erachter. Dat wordt ook wel het wedstrijdsecretariaat genoemd. Daar wordt de tijd bijgehouden en de scores op het bord bijgehouden. Is de eerste speeltijd voorbij, dan wordt er een zoemer in werking gezet. De scheidsrechter weet dan dat het rust is en er enkele minuten rust wordt genomen.

tags: #hoekspeler #handbal #dames #uitleg