Honkbal, in het Engels bekend als "baseball", is een teamsport die wereldwijd populair is, met name in de Verenigde Staten, Canada, Mexico, de Caribische eilanden en grote delen van Azië. Nederland is zelfs Europees kampioen honkbal. Dit werkstuk biedt een uitgebreid overzicht van deze boeiende sport, van de basisregels tot de benodigde uitrusting en de verschillende aspecten van training en competitie.
Wat is Honkbal?
Honkbal is een teamsport waarbij twee ploegen van negen spelers het tegen elkaar opnemen. Het doel van het spel is om punten te scoren door honken te lopen en uiteindelijk de thuisplaat te bereiken. Een team is aan slag, terwijl het andere team verdedigt. De slagpartij probeert punten te maken door de opgegooide bal weg te slaan en naar het eerste honk te lopen.
De Geschiedenis van Honkbal
Voordat het moderne honkbal ontstond, beoefenden veel mensen balsporten die op honkbal leken, elk met hun eigen regels. In de late middeleeuwen ontstonden in Engeland volksspelen zoals 'stob-ball', 'stow-ball', 'stoolball' en 'rounders'. De regels van deze spellen begonnen steeds meer op elkaar te lijken, waaruit geleidelijk aan het baseball, of honkbal, is ontstaan. Stoolball wordt algemeen beschouwd als de meest waarschijnlijke voorloper van het moderne honkbal.
De Basisregels van het Honkbal
Bij honkbal sla je de bal weg met een knuppel. Vervolgens moet je zo snel mogelijk langs alle honken rennen. De tegenstanders in het veld proberen je tegen te houden door de bal te vangen of je af te tikken, of eerder met de bal bij het volgende honk te zijn.
- Honken: Er zijn vier honken: het eerste, tweede, derde honk en de thuisplaat.
- Punten scoren: Een punt wordt gescoord wanneer een loper alle honken heeft aangeraakt en de thuisplaat bereikt.
- Uit: Een slagman kan op verschillende manieren uitgaan:
- Een vangbal: als de geslagen bal direct wordt gevangen zonder dat deze de grond raakt.
- Tikken: als een speler met de bal de loper aanraakt terwijl deze niet op een honk staat.
- Gedwongen loop: als een loper gedwongen is naar het volgende honk te rennen en de verdedigende partij de bal naar dat honk brengt voordat de loper er is.
- Drie slag: de slagman krijgt drie slag en vangt de catcher de derde slag.
- Wisselen van positie: Na drie uit wisselen de teams van positie.
- Pitcher en Catcher: De pitcher (werper) gooit de bal naar de slagman, terwijl de catcher (vanger) achter de thuisplaat zit om de ballen te vangen die de slagman niet raakt.
- Wijdbal: Een bal die buiten de slagzone (tussen de ellebogen en knieën van de slagman) en over de thuisplaat wordt geworpen, wordt een wijdbal genoemd. Vier wijdballen resulteren in een vrije loop naar het eerste honk voor de slagman.
- Slagbal: Een slagbal is een bal die geworpen wordt over de thuisplaat en tussen je ellebogen en knieën.
- Inningen: Een wedstrijd duurt negen innings.
Het Speelveld en de Benodigde Uitrusting
Voor het speelveld gebruikt men honken, een thuisplaat en een werpersplaat gemaakt van hard wit rubber.
Lees ook: Hoe bepaal je het juiste inschrijfgeld voor toernooien?
De benodigde uitrusting omvat:
- Vanghandschoenen: Speciale handschoenen om de bal te vangen.
- Knuppel (bat): Een houten of aluminium knuppel om de bal mee te slaan. De knuppels zijn er in veel maten, gewichten en modellen.
- Bal: Een harde bal met een leren buitenkant.
- Helm: Een helm ter bescherming van het hoofd van de slagman.
- Slaghandschoentjes: Handschoentjes voor een betere grip op het handvat van de knuppel.
- Toque: Elke speler heeft ook een toque ter bescherming van de geslachtsdelen.
- Scheenbeschermers en elleboogbeschermers: Soms gedragen door slagmensen.
- Duimprotheses: Sommige achtervangers dragen duimprotheses om te voorkomen dat de duim achterover slaat wanneer de bal in de handschoen komt.
- Beschermende materialen voor de plaatscheidsrechter: De plaatscheidsrechter gebruikt dezelfde set beschermende materialen als de achtervanger maar hij draagt als extra nog bescherming op de armen en beide schouders en speciale schoenen met stalen neuzen.
Training en Competitie
Je begint met honkbal ongeveer in januari. Dan train je in de hal, omdat het buiten nog te koud is. Dan ga je ongeveer in maart naar buiten om te trainen en dan speel je meteen oefenwedstrijden. Die oefenwedstrijden duren dan ongeveer een maand en na die maand ga je de competitie beginnen. Dit gaat dan door tot ongeveer eind juli. Dan krijg je de zomerstop en dan speel je eind augustus weer verder.
De trainingsintensiteit varieert afhankelijk van de leeftijdscategorie:
- Peanut: 1 keer per week trainen en een wedstrijd op zaterdag.
- Pupillen: Hetzelfde als peanut, maar met langere wedstrijden.
- Aspirant: 2 keer per week trainen en een wedstrijd op zaterdag.
Voor de wedstrijd doe je eerst Batting-Practice. Dit houdt in dat de coach ballen gooit en dat er een slagman slaat om in te slaan. Het veld is dan ook bezet. Iedereen gaat staan waar ie in de wedstrijd ook staat, tenzij je aan slag bent, want dan staat iemand anders op jouw plek. Als slagman krijg je dan eerst twee pitches die je moet stoten. Dit houdt in dat je indraait voordat de bal bij de thuisplaat is. Je houdt je knuppel boven de plaat en vangt de bal als het ware met je knuppel op. De bal rolt dan het veld in. De bedoeling van stoten is om een loper een honk verder te brengen. Dit heet een opofferingsstootslag, omdat je jezelf als het ware opoffert. Er bestaat nog een ander soort stoten. De verrassingsstootslag. Je draait dan pas in als de bal vlakbij de plaat is. Dit is dan een verrassing voor de veldpatij. De twee pitches die je moet stoten, stoot je er 1 naar het eerste honk en 1 naar het derde honk, zodat je alle twee de richtingen op kan stoten. Na het stoten krijg je ongeveer 15 ballen die je moet slaan. Af en toe krijg je een hit and run. Dit houdt in dat de loper gaat lopen en dat je moet slaan. Ook al is het een wijdbal. Na de hit and run en de andere ballen loop je naar het eerste honk. Je bent dan als loper op het eerste honk. Als je gelopen hebt ga je het veld in. Speel je in het infield, eerste honk, tweede honk, derde honk of korte stop, dan moet je daar gaan staan en krijg je een aantal grondballen. Na de Batting-Practice gaat de tegenpartij zijn Batting-Practice doen, de pitcher gaat dan warm gooien en de rest heeft even rust. Als ze klaar zijn doe je infield-outfield. Als de wedstrijd dan begint dan mag de tegenpartij beginnen met slaan. Na negen innings is de wedstrijd voorbij en dan ga je nog even uitlopen.
Batting-Practice: Voor de wedstrijd wordt er vaak batting practice gehouden, waarbij de slagmensen oefenen met slaan.
Lees ook: Wanneer is het hands?
Leeftijdscategorieën: Honkbal wordt gespeeld door jongens vanaf 10 jaar. Meisjes spelen softbal.
- Senioren: 18 jaar en ouder.
Tactieken en Strategieën
- Opofferingsstootslag: Een tactiek waarbij de slagman zichzelf opoffert om een loper een honk verder te helpen.
- Verrassingsstootslag: Een onverwachte stootslag om de verdediging te verrassen.
- Hit and run: Een tactiek waarbij de loper gaat lopen en de slagman de bal moet slaan, zelfs als het een wijdbal is.
Honkbal Wereldwijd
Honkbal is wereldwijd verreweg de meest beoefende sport. In de Verenigde Staten is het de belangrijkste buitensport, met professionele competities zoals de American League en de National League. De winnaars van deze competities strijden aan het eind van het seizoen in de World Series om het kampioenschap van de Verenigde Staten en Canada.
Lees ook: Sinterklaas hockey surprise