Volleybal is een dynamische en complexe sport die wereldwijd wordt beoefend. Het vereist niet alleen fysieke vaardigheid en tactisch inzicht, maar ook een goed begrip van de speelveld specificaties. Dit artikel biedt een uitgebreid overzicht van de afmetingen en andere belangrijke kenmerken van een volleybalveld, zodat zowel spelers als toeschouwers een helder beeld hebben van de setting waarin het spel zich afspeelt.
Introductie tot het Volleybalveld
Bij volleybal staat er op iedere helft een team van 6 spelers. Bij volleybal is er een speelveld opgedeeld in twee helften, gescheiden door een net. Het doel van het spel is simpel: probeer een punt te scoren door de bal op de grond van de tegenstander te krijgen. Hoe hoog het net hangt, is afhankelijk van de sekse en het niveau waarop gespeeld wordt. Er wordt gespeeld in sets, waarbij het team dat als eerste 25 punten bereikt een set wint, met een verschil van minimaal twee punten. Op de hoogste niveaus wordt het best-of-five principe gehanteerd. Iedere speler in het veld heeft zijn of haar positie, zoals spelverdeler, passer/loper of libero.
Standaard Afmetingen van een Volleybalveld
Het totale veld bedraagt 9 bij 18 meter. Het speelveld bij volleybal is een rechthoek van 18 meter lang en 9 meter breed. Deze afmetingen zijn vastgesteld door de internationale volleybalbond, de Fédération Internationale de Volleyball (FIVB), en worden wereldwijd gehanteerd voor officiële wedstrijden.
Belijning van het Veld
De belijning van het volleybalveld hoort bij het speelveld. De belijning van het veld is cruciaal voor het bepalen van de grenzen van het speelveld en de verschillende zones. De markeringslijnen moeten licht van kleur zijn en contrasteren met de vloer en eventuele andere lijnen. Nationaal is de belijning geel, internationaal wit. Markeringslijnen van hard materiaal zijn verboden.
- Zijlijnen en Achterlijnen: Twee zijlijnen en twee achterlijnen begrenzen het speelveld.
- Middenlijn: De as van de middenlijn verdeelt het speelveld in twee gelijke delen van 9m bij 9m. De middenlijn loopt onder het net van de ene tot de andere zijlijn. De middenlijn geldt voor beide speelhelften.
- Aanvalslijn (3-meterlijn): Op iedere speelhelft geeft een aanvalslijn, die op een afstand van 3m van de as van de middenlijn wordt getrokken, de voorzone aan. Vanaf deze lijn moet een aanvaller met zijn aanvalspassen beginnen om de bal goed te kunnen smashen. Bij wereldcompetities en officiële competities van de FIVB wordt de aanvalslijn verlengd door het toevoegen van streeplijnen vanaf de zijlijnen. Deze streeplijnen bestaan uit vijf lijntjes van 5cm bij 15cm. Ze hebben een onderlinge afstand van 20cm en zijn doorgetrokken tot een totale lengte van 1,75m. Het eerste lijntje staat op een afstand van 20cm van de zijlijn, in het verlengde van de 3m lijn.
- Voorzone: Op iedere speelhelft wordt de voorzone begrensd door de as van de middenlijn en de op 3 m afstand daarvan getrokken aanvalslijn.
- Opslagzone: De opslagzone is een 9m brede strook achter de achterlijn. De opslagzone wordt zijdelings begrensd door twee lijntjes, elk 15cm lang en, in het verlengde van de zijlijnen, op 20cm afstand van de achterlijn getrokken. De beide lijntjes vallen binnen de breedte van de zone. De opslagzone loopt in diepte door tot aan het eind van de vrije zone.
De Net Specificaties
Het net is een essentieel onderdeel van het volleybalspel.
Lees ook: KNVB Nationale Teams: Een gedetailleerd overzicht
- Hoogte: De hoogte van het net verschilt per geslacht en niveau. Bij mannen hangt het net op een hoogte van 2,43 meter, bij vrouwen op 2,24 meter. Bij de jeugd hangt het net ongeveer op 2,10 meter.
- Antennes: Aan de buitenkant van elke zijband is een antenne bevestigd. Deze is gemaakt van glasfiber, of ander buigzaam materiaal. De antenne is gekleurd met twee verschillende contrasterende kleurstroken: rood en wit.
- Volleybalzuilen: Aan weerszijden van de middellijn staat een volleybalzuil voor de ophanging van het volleybalnet. Een volleybalzuil is voorzien van netspanners. Het net kan worden opgehangen op de hoogte die past bij het niveau. Bij de eredivisie, superdivisie en topdivisie zijn veiligheidskussens (paddings) aan de palen verplicht. Voor de eerste divisie en lager is dat een aanbeveling. Volleybalzuilen moeten onwrikbaar vast gezet kunnen in een vaste grondpot. Er mogen geen spandraden aan de zuilen zitten.
Belang van de Vrije Zone en Obstakelvrije Hoogte
Rondom elk speelveld ligt een veiligheidszone: de uitloopruimte. Obstakelvrije uitloop is 3 m rondom het veld. Voor Nederland geldt een dispensatie van 2 m. Deze ruimte moet altijd vrij blijven van obstakels, dus ook de spelersbanken en tafel voor de tellers. Aan één lange zijde van het veld moet rekening zijn gehouden met de opstelruimte voor een jury/teltafel en de zitplaatsen voor staf en wisselspelers.
De obstakelvrije hoogte van de wedstrijdruimte verschilt per niveau. De vrije speelruimte is de ruimte boven het speelterrein, die vrij van enig obstakel is. Zij moet - gemeten vanaf de vloer - ten minste 7 m hoog zijn. De voorgeschreven vrije hoogte geldt zowel voor het speelveld, als voor de minimaal verplichte vrije zone om het veld.
Belijning Details
- Breedte: De belijning is 50 mm breed. De belijning van velden voor CMV-jeugd is ten minste 35 mm breed.
- Kleur: De kleur van de belijning contrasteert voldoende met het speelveld en met de lijnen van de andere sporten in de accommodatie. De kleur van de belijning is geel. Mits goed gemotiveerd mag hiervoor van worden afgeweken. Als er een centrecourt volleybal wordt aangebracht in combinatie met sidecourts dan is de kleur van de lijnen van het centrecourt wit. De kleur van de belijning van velden voor CMV-jeugd wijkt altijd af van de kleur van de belijning van het reguliere veld.
- 7-meterlijn: Op een standaard speelveld van 18 x 9 meter is een 7-meterlijn aangebracht, indien het veld gebruikt wordt door jeugd in de tweede en derde klasse C. De 7-meterlijn bestaat uit 2 smalle lijnen en een tussenruimte of de enkelvoudige 7-meterlijn heeft een totale breedte van 35 mm. Beide opties voor de belijning van de 7-meterlijn zijn toegestaan.
Volleybal op de Olympische Spelen
Op het hoogste niveau, zoals bij de Olympische spelen, gelden strengere en nauwkeurige spelregels. Deze zijn vastgesteld door de internationale volleybalbond, de Fédération Internationale de Volleyball (FIVB). Hoewel de basisregels overeenkomen met die in andere wedstrijden is er bij de volleybal regels op de Olympische spelen extra aandacht voor fair play en nauwkeurigheid in beslissingen. Een belangrijk verschil is het gebruik van technologie, zoals de videoref. Deze videoreferee kan de beelden terugkijken om te controleren of een beslissing van de scheidsrechter juist was. Op deze wijze voorkom je fouten in het spel, waardoor de wedstrijd eerlijker verloopt. Ook zorgt het ervoor dat de wedstrijd betrouwbaar is, wat essentieel is op zo'n belangrijk internationaal podium. De wedstrijden worden standaard gespeeld met het systeem best-of-five. Dit houdt in dat een team drie sets moet winnen. Staat het gelijk na vier sets, dan wordt de beslissende vijfde set gespeeld. Die set is, net als bij de standaardregels van het volleybal, 15 punten, met minstens 2 punten verschil om te winnen. De scheidsrechters bij de Olympische Spelen zijn zeer ervaren en handhaven de regels strikt. Zo verloopt het spel op het allerhoogste niveau zo eerlijk mogelijk.
Het Belang van Sportverenigingen en Accommodaties
Een sportvereniging is meer dan een plek waar mensen sporten. Naast het faciliteren van trainingen en wedstrijden is een volleybalvereniging ook een plek waar mensen elkaar ontmoeten, vrienden maken, vrijwilligerswerk doen, leren hoe met elkaar om te gaan en normen en waarden leren. Het sociale aspect van een vereniging is enorm belangrijk en zorgt daarmee voor sociale cohesie in een buurt, wijk en stad. Om dat sociale aspect te stimuleren is in een indoor sportaccommodatie meer nodig dan alleen een goede sportvloer, kleedkamers en sportmaterialen. Een kantine/horecagelegenheid in een sporthal mag niet ontbreken. Er zijn nog veel meer zaken waarmee je rekening moet houden als je een sporthal gaat bouwen en inrichten. Hoe plaats je de velden bijvoorbeeld naast elkaar? Denk verder aan ruimte voor de toeschouwers, scheidsrechters, transport voor materialen, scheidingswanden, grondpotten etc. NISAV is opgericht door de sportbonden voor badminton, basketbal, handbal en volleybal en beheert de sporttechnische eisen voor die sporten.
Verschillen in Speelniveaus en Reglementen
De volleybalbond onderscheidt een groot aantal speelniveaus en in de meeste sporthallen passen meerdere velden. Derde divisie, promotieklasse & eerste klasse. In de komende seizoenen wordt CMV vervangen door Volley Stars. Omdat de voorschriften afhangen van het speelniveau, is het bij het ontwerpen en inrichten van een sportaccommodatie van belang om te weten op welk niveau er gespeeld gaat worden en wat het ambitieniveau van de vereniging is. Het aantal speelvelden en de wijze waarop deze worden geplaatst in de wedstrijdruimte is dus maatwerk. Het aantal benodigde speelvelden is bepalend voor de afmetingen van een sportaccommodatie. Wij maken optimale indelings- en belijningsplannen voor nieuwe en bestaande sporthallen.
Lees ook: Volleybal: Alles over winnen
Spelregels en reglementen van competitiesporten lijken vaak helder. Toch ontstaat regelmatig discussie over de toepassing in de praktijk. Voor welk competitieniveau gelden welke regels, hoe zit het met maatvoering en wanneer moeten spelinstallaties aangepast worden na een regelwijziging? De nethoogte bij badminton is nog wel eens een punt van discussie. De bovenkant van het net moet in het midden van de baan 1.524 m en bij de zijlijnen voor dubbelspel 1.55 m boven de vloer hangen. Er mag geen ruimte zitten tussen de zijkant van het net en de palen. Bij zitbadminton is de paalhoogte 1.20 m. Nationale bonden hebben de bevoegdheid om voor hun competities, bestaande speelvelden met minimum afmetingen van (l x b) 26 x 14 m goed te keuren. Mini basketbal (voor kinderen tot 12 jaar) wordt op eenzelfde veld gespeeld als senioren basketbal. De ringhoogte is echter 2.60m en de bordmaat is 0.9 x 1.20 m.
Zaalhoogte en Wedstrijdnetten
Is een zaal die 7 meter hoog is geschikt voor wedstrijdvolleybal? De regels zijn daarin zeer helder. Het gaat niet om de hoogte van de zaal, maar om de obstakelvrije hoogte boven het speelveld: “De vrije speelruimte is de ruimte boven het speelterrein, die vrij van enig obstakel is. Zij moet - gemeten vanaf de vloer - ten minste 7 m hoog zijn.” De voorgeschreven vrije hoogte geldt zowel voor het speelveld, als voor de minimaal verplichte vrije zone om het veld. Met ingang van seizoen 2018 - 2019 gelden de volgende eisen. Bij regiowedstrijden zijn wedstrijdnetten met houten stokken toegestaan. Bij tweede-, eerste- en topdivisie zijn houten stokken niet toegestaan. Als er gekozen wordt voor een versteviging van de zijband, dan moet deze van buigzaam materiaal/glasfiber zijn.
De Rol van de Scheidsrechter
De regels zeggen het volgende: "De eerste scheidsrechter vervult zijn taken zittend, of staand op een stoel / platform die / dat bij één van de uiteinden van het net is geplaatst. Er is voor ieder veld een scheidsrechtersplatform voor wedstrijden beschikbaar.
Lees ook: Alles over zand sokken en volleybal