In het Nederlandse hockey wordt vaak de nadruk gelegd op spectaculaire acties en doelpunten. Echter, een solide verdedigende basis is cruciaal voor succes. Dit artikel duikt diep in het 4-3-3 spelsysteem, met een speciale focus op de verdedigende aspecten en de rol van de "vrije man".
Inleiding: Het Belang van een Sterke Verdediging
Hoewel de aanvallende acties in hockey vaak de meeste aandacht trekken, is een solide verdediging essentieel voor het behalen van resultaten. Veel jonge spelers hebben een ondermaatse en onderbelichte beheersing van de essentiële verdedigingstechnieken. Dit artikel beoogt een beter inzicht te geven in dit belangrijke facet van het spel.
Verdedigende Principes: De Basis voor Succes
Als trainer kun je verdedigen op verschillende manieren benaderen. De principes die je hanteert, de inhoud daarvan en de keuzes die je maakt, zijn cruciaal. Het doel is niet om alle mogelijke situaties te bespreken, maar om de uitgangspunten te begrijpen die leiden tot een beter begrip van het verdedigen.
Een principe is een uitgangspunt om van daaruit verdedigende keuzes te maken. Deze keuzes zijn gebaseerd op die principes. Het belangrijkste verdedigende principe is het voorkomen van een tegengoal. Dit overkoepelende principe kan op verschillende manieren worden uitgevoerd, zoals ruimtedruk en baldruk.
- Ruimtedruk: Het beschermen van een bepaald gebied en druk geven op een tegenstander in dat gebied.
- Baldruk: Directe druk geven op de balbezittende tegenstander.
Het maakt voor je verdedigende principe niet uit of je zone- of mandekking speelt. In beide situaties blijven de principes overeind. Zowel binnen zone- als mandekking is er sprake van ruimtedruk en baldruk.
Lees ook: Een diepgaande blik op de historische prestaties van het Duitse Dames Hockeyteam.
Situatieherkenning en Einddoel
Het is van groot belang dat trainers hun spelers leren herkennen wat er in een situatie aan de hand is en waar het om gaat bij het verdedigen. De essentie hiervan moet helder zijn. Verdedigingstechnieken zijn belangrijk, maar ze moeten tactisch passen bij de situatie. Het herkennen van de situatie en het einddoel in het vizier houden, moeten ten grondslag liggen aan het verdedigend handelen.
De prioriteit van de gebruikte sub-principes kan enorm verschillen, afhankelijk van je doel op dat moment. Wil je snel in balbezit komen, tijdwinst boeken, of een counter forceren? Deze middelen bepalen je mogelijkheden en hebben invloed op je doel.
De middelen kunnen verschillen per team, afhankelijk van de specifieke kwaliteiten van de spelers. In het ene team kan eerder van een sub-principe worden afgestapt dan in het andere, omdat een speler iets op zijn eigen manier kan oplossen.
Het Leren Herkennen van Situaties
Als trainer/coach is het de kunst om je spelers de situaties te leren herkennen, zodat ze de juiste principes kunnen toepassen. Dan pas kan er een juiste keuze worden gemaakt voor wat betreft technische of tactische oplossingen. Leer je spelers eerst de spelsituatie herkennen en ga vervolgens verder met hoe ze de situaties kunnen oplossen.
Oefeningen en spelvormen met keuzemogelijkheden zijn essentieel. Spelers moeten bedenken hoe ze een veranderende situatie met elkaar oplossen. De principes zijn dan handige kapstokjes waaruit gekozen kan worden.
Lees ook: De evolutie van hockey: een gedetailleerde analyse
Als spelers de situaties herkennen, zal de uitvoering van techniek en timing nog regelmatig fout gaan. Hier kan je in de training gericht aan werken, waarbij de uitvoering van de techniek centraal staat.
Bewustzijn en Prioriteiten
Bewustzijn betekent dat je spelers aanleert te herkennen wat er in een situatie aan de orde is: wat zijn de prioriteiten? Wat zijn de afspraken? Bijvoorbeeld: bij het voorin druk zetten in een half court-situatie, speelt de tegenstander de bal ver terug. Is dit gevaarlijk? Wat gebeurt er als we achter de bal aanlopen en dus hoger druk gaan spelen? Wat past er binnen de afspraken?
Verder is het belangrijk om te bepalen wat je persoonlijk verdedigt: het doel bij een doelpoging, een tegenstander met de bal, of een tegenstander die (nog) niet de bal heeft? Daarbij komen de teamafspraken over hoe de boel verdedigd wil hebben, zoals de keuzes van zone- en mandekking.
Verdedigen in de Eigen 23-Meter Zone
In de eigen 23-meter zone neemt de druk toe, omdat de tegenstander dichter bij het doel is. In dit gebied, en vooral in de cirkel, verdedig je niet alleen het doel, maar ook de voeten van de tegenstander. Dit maakt het verdedigen complexer, omdat een verdediger moet kiezen wanneer hij prioriteit geeft aan het beschermen van het doel (baldruk) en wanneer aan het beschermen van de voeten.
Het is belangrijk dat trainers hun spelers deze extra druk laten ervaren en dat ze leren de juiste keuze te maken. Laat ze ook ervaren wat er gebeurt als de verkeerde keuzes worden gemaakt.
Lees ook: Een overzicht van de carrière van Chloe Hockey en haar bijdrage aan het Nederlandse hockey.
De 1-4-3-3 Formatie: Mogelijkheden en Variaties
Zowel nationaal als internationaal is de 1-4-3-3 formatie al lange tijd gangbaar. Dit betekent: een keeper, twee centrale verdedigers, twee backs, drie middenvelders, twee buitenspelers en een centrumspits. Tegelijkertijd kan dit op veel verschillende manieren worden ingevuld.
Punt naar Voren of Achteren
In Nederland wordt de term 1-4-3-3 vooral gebruikt voor twee formaties:
- 1-4-3-3 met de punt naar achteren op het middenveld.
- 1-4-3-3 met de punt naar voren op het middenveld.
De 'punt' verwijst naar de denkbeeldige driehoek die je kunt tekenen als je de drie middenvelders met elkaar verbindt. Internationaal doelt men met 1-4-3-3 doorgaans op 'met de punt naar achteren'. De variant met de punt naar voren heet 1-4-2-3-1.
Misvattingen over 1-4-3-3
Er bestaan nogal wat misvattingen over 1-4-3-3:
- 1-4-3-3 is niet 'beter' of 'slechter' dan andere formaties. Het gaat vooral om de uitvoering binnen de formatie.
- De formatie 1-4-3-3 is niet per definitie aanvallend.
- Binnen het aanvallen spelen teams veel vaker 1-4-3-3 dan tijdens het verdedigen.
- Binnen 1-4-3-3 heb je niet per se te maken met klassieke buitenspelers.
Variaties in de Aanvallende Veldbezetting
Vanuit 1-4-3-3 kun je op verschillende manieren variëren in de aanvallende veldbezetting:
- Opbouwen in 3+1: Dit kan bijvoorbeeld vanuit 1-4-3-3 met de punt naar voren op het middenveld door met één van de twee centrale middenvelders uit te zakken naast of tussen het centrum.
- Wisselwerking tussen back en buitenspeler: Er zijn diverse patronen die kunnen zorgen voor automatismes.
- Overtal creëren op het middenveld: Dit kan bijvoorbeeld door met een buitenspeler een vierkant te creëren op het middenveld, of door met de spits wat in te zakken.
Verdedigen in 1-4-3-3
Het is ook mogelijk om vanuit 1-4-3-3 te verdedigen:
- Mandekking +1 achterin: Op het middenveld en aan de zijkanten koppeltjes maken. Achterin sta je in overtal tegen de spits, voorin met de spits in ondertal tegen de centrale verdedigers van de tegenstander.
- Vlakke 1-4-4-2: Een team dat in balbezit 1-4-3-3 met de punt naar voren op het middenveld speelt, kan tijdens het verdedigen met de 9 en 10 naast elkaar voorop spelen.
- In de zone: Vanuit 1-4-2-3-1 (punt naar voren) of 1-4-1-4-1 (punt naar achteren). De onderlinge afstanden zijn leidend voor de manier waarop je positie kiest.
Trainen op de 1-4-3-3 Formatie
De makkelijkste vorm om op 1-4-3-3 te trainen is natuurlijk om in een partijspel 11:11 voor die formatie te kiezen. Moeilijker maak je het voor jezelf als trainer als je hierbinnen in kleinere aantallen traint, zodat spelers meer herhalingen maken door vaker in relevante situaties te komen. Denk bijvoorbeeld aan de wisselwerking tussen de back en de buitenspeler in 1-4-3-3.
De Rol van de "Nummer 6"
De "nummer 6" is het verbindingsstuk tussen de verdediging en de aanvallend ingestelde spelers. Hij/zij moet ervoor zorgen dat de aanvallend ingestelde spelers op de juiste momenten, op de juiste manier bediend worden. De manier waarop de 6 gebruikt wordt, is afhankelijk van de manier waarop de tegenstander drukzet, en vanuit welke formatie de tegenstander dit doet.
Ondersteuning van de Verdediging
- Als de buitenspeler drukzet op de centrale verdediger vanuit een 1-4-3-3 formatie, komt de ruimte te liggen bij de back aan de balkant. De nummer 6 moet in dit geval ervoor zorgen dat hij/zij de centrale verdediger zo ondersteunt, dat de bal bij de vrije back kan komen.
- Als de tegenstander met de spits drukzet vanuit een 1-4-3-3 formatie, kan de 6 ervoor zorgen dat de centrale verdedigers ruimte krijgen om het middenveld in te dribbelen.
- Als de tegenstander drukzet vanuit een 1-4-4-2 formatie, kan de nummer 6 uitzakken tussen de centrale verdedigers of in de rug van de twee spitsen gaan spelen.
Rol bij Inzakkende Tegenstanders
- Als de tegenstander inzakt op de eigen helft, kan de nummer 6 uitzakken tussen de twee centrale verdedigers om het tempo hoger te houden.
- Door de 6 vlak achter de spits van de tegenstander te positioneren, kan de spits worden meegelokt.
- De nummer 6 kan contra bewegen ten opzichte van de bal om ruimte te creëren voor de aanvallende middenvelder.
Rol op de Helft van de Tegenstander
Op de helft van de tegenstander is de nummer 6 de spelverdeler die in verbinding staat met alle andere spelers. Daarnaast moet de nummer 6 de restverdediging bewaken door zich steeds "onder de bal" te positioneren.
SHH en het 1-4-3-3 Systeem
SHH hanteert het 1-4-3-3 systeem. Goede voortzetting door middel van pass, uitworp, uittrap, doeltrap. Verplaatsen van het spel; naar voren denken en doen. Bij aanvallen aan andere kant in het eindstadium opduiken in strafschopgebied (kopkracht). Niet te veel gaan lopen met de bal (uit positie lopen + veel risico balverlies). Middenvelder dienend ten opzichte van centrale spits (10). Goed positiespel in opbouwaanval. Rendement voorzetten belangrijk. Als andere spelers gevaarlijker zijn dan eigen directe tegenstander dan taak overnemen. In nauwe samenwerking met de beide vleugelspitsen de opbouw van de tegenstander storen/niet laten uitspelen. Goed het moment kiezen voor aanval op de bal. Altijd eerst aanvallend denken. Snel diepte zoeken. Druk zetten op de speler met de bal. Bij een overtal situatie op het middenveld, schuift de laatste man in en zet druk op de speler met bal.