Het Nederlands hockeymannenteam heeft een rijke historie, gekenmerkt door memorabele overwinningen en een constante zoektocht naar perfectie. Van de eerste Olympische gouden medaille in Atlanta 1996 tot de triomf in Sydney 2000, en uitkijkend naar de EK in Mönchengladbach 2025, dit artikel belicht de successen, de sleutelmomenten en de uitdagingen van dit iconische team.
Olympisch Goud in Atlanta 1996: Een Historisch Moment
De Olympische Spelen van Atlanta in 1996 markeerden een historisch moment voor het Nederlandse hockey. Het team, onder aanvoering van ervaren spelers, was vastbesloten om goud te winnen. In de finale tegen Spanje, die met 3-1 werd gewonnen na een aanvankelijke achterstand van 0-1, schreef Oranje geschiedenis.
Floris Jan Bovelander, ondanks dat hij niet volledig fit was, ontpopte zich tot de held van de wedstrijd met twee cruciale doelpunten uit strafcorners. Bram Lomans voegde daar nog een doelpunt aan toe met een korte hoekslag. Deze overwinning was extra bijzonder, omdat het de eerste keer was dat het Nederlands mannenteam goud won op een Olympisch toernooi.
Nederland begon de finale als favoriet, gezien de indrukwekkende reeks van zestig wedstrijden tegen Spanje sinds 1928, waarin ze slechts zes keer verloren hadden. Echter, de Spanjaarden boden fel weerstand. Het eerste schot op doel van Nederland kwam pas in de tiende minuut, van invaller Remco van Wijk.
De Spaanse ploeg verdedigde sterk, waardoor het voor Nederland moeilijk was om te combineren. Doelman Ronald Jansen voorkwam met een cruciale redding een vroege achterstand. Ondanks de druk wist Spanje in de 45e minuut te scoren via invaller Pujol, na een dekkingsfout.
Lees ook: Duik in de geschiedenis van het Nederlandse tophockeyteam.
Bovelander bracht Nederland terug in de wedstrijd met een succesvolle schuiver uit een strafcorner, en scoorde niet veel later nogmaals op identieke wijze. Ondanks zijn gebrek aan topfitheid, werd Bovelander de gevierde man van de wedstrijd.
Sydney 2000: Een Gouden Generatie Zwaait Af
De Olympische Spelen van Sydney in 2000 waren het toneel van een gouden afscheid van een bijzondere hockeygeneratie. Spelers als Stephan Veen, Ronald Jansen, Jacques Brinkman en Wouter van Pelt speelden hun laatste interland. De finale tegen Zuid-Korea werd een zwaarbevochten zege (3-3 en 5-4 na strafballen), waarmee de zevende hoofdprijs aan de indrukwekkende erelijst van Veen werd toegevoegd.
Veen, de aanvoerder, was de absolute uitblinker en nam alle Nederlandse doelpunten voor zijn rekening. Zijn beslissende strafbal bezegelde de overwinning. Het succes in Sydney kwam niet zonder de nodige spanning. Na een teleurstellende nederlaag tegen Pakistan in de groepsfase leek uitschakeling nabij. Echter, dankzij een verrassende overwinning van Groot-Brittannië op Duitsland bereikte Nederland alsnog de halve finales.
In de halve finale werd Australië na strafballen verslagen. Bondscoach Maurits Hendriks benadrukte na de wedstrijd de belangrijke rol van de Britse psycholoog John Syer, die het team had geholpen om beter met de stress van de strafballenserie om te gaan. In de finale tegen Zuid-Korea demonstreerde Nederland niet altijd het surplus aan kwaliteit dat van hen verwacht werd. Vijf minuten voor tijd leidde Nederland nog met 3-1, maar Zuid-Korea kwam terug tot 3-3 door twee succesvolle strafcorners.
Uiteindelijk toonden Lomans, Geeris, Van Pelt, Eikelboom en Veen stalen zenuwen in de strafballenserie. De selectie bestond uit een mix van ervaren krachten en jong talent, onder leiding van bondscoach Maurits Hendriks.
Lees ook: Een diepgaande blik op de historische prestaties van het Duitse Dames Hockeyteam.
Europees Kampioenschap 2025: De Ambities
Van 8 tot en met 17 augustus 2025 vinden de EK hockey voor mannen en vrouwen plaats in Mönchengladbach, Duitsland. De vraag is of de Nederlandse hockeyteams, naast de Olympische titel, ook de Europese titel kunnen veroveren.
Bondscoach Jeroen Delmée staat voor de uitdaging om een team samen te stellen dat in staat is om te presteren op het hoogste niveau. De selectie bestaat uit een mix van bekende namen en nieuwe talenten. Na de Olympische Spelen van Parijs zijn er nieuwe spelers ingestapt en aangehaakt bij Oranje. De trainingsgroep is teruggebracht tot een eindselectie van 18 spelers, waarbij een aantal afvallers als reserve meetrainen.
Delmée benadrukt dat er tot de start van het EK nog van alles kan gebeuren. In geval van blessures moeten er direct spelers kunnen worden ingeschoven. Bij de keepers wordt er op dit moment geen keuze gemaakt voor een echte nummer één. Beide keepers, Derk Meijer en Maurits Visser, zullen in actie komen op het EK.
Delmée wil geen voorkeur uitspreken, omdat de verschillen tussen beide keepers minimaal zijn. Het EK biedt de mogelijkheid om beide keepers op een titeltoernooi te laten zien wat ze waard zijn, wat waardevolle informatie oplevert in aanloop naar het WK volgend jaar in eigen land.
Lees ook: De evolutie van hockey: een gedetailleerde analyse