Olympische Hockey Heren Selectie: Op Jacht naar Goud in Parijs

De Olympische Spelen van Parijs 2024, die plaatsvinden van 27 juli tot en met 9 augustus, beloven een sportief spektakel te worden. Het hockeytoernooi, gehouden in het historische Stade Yves du Manoir, een locatie die al in 1924 tijdens de Spelen werd gebruikt, is een van de meest verwachte evenementen. Voor de Nederlandse hockeymannen is er maar één doel: goud.

Een Terugblik op Olympisch Hockey

Al in 1908 werd er voor het eerst gehockeyd op de Olympische Spelen in Londen. Nederland deed twintig jaar later voor het eerst mee, toen het zelf de Spelen organiseerde in Amsterdam. Ondanks diverse medailles duurde het tot 1996 voor de mannen van TeamNL voor het eerst de titel grepen. Vier jaar later werd het goud in Sydney geprolongeerd. Bij die twee titels is het vooralsnog gebleven.

De Selectie van de Oranjeheren

Bondscoach Jeroen Delmee heeft de selectie van de Oranjeheren bekendgemaakt. De basisselectie bestaat uit vijftien spelers en één keeper. De selectie speelt van 22 tot en met 30 juni de FIH Pro League als voorbereiding op de Olympische Spelen, waarin tweemaal wordt gespeeld tegen zowel Duitsland als België. Later volgen twee uitzwaaiwedstrijden tegen India (op 16 en 18 juli), waarna de groep naar Parijs afreist.

De definitieve selectie:

  • Doelman: Pirmin Blaak
  • Verdediging: Lars Balk, Justen Blok, Jip Janssen, Joep de Mol, Floris Wortelboer
  • Middenveld: Seve van Ass, Jorrit Croon, Jonas de Geus, Floris Middendorp, Derck de Vilder
  • Aanval: Koen Bijen, Thierry Brinkman, Thijs van Dam, Tjep Hoedemakers, Duco Telgenkamp
  • Reserves: Derk Meijer, Stijn van Heijningen, Tijmen Reyenga

Opvallende afwezigen en terugkeerders:

Terrance Pieters, met 56 interlands de speler met de meeste optredens onder Delmée, is de opvallendste afwezige in de selectie. De spits van Kampong maakte het gouden EK in Mönchengladbach en het bronzen WK in India mee. Hij is daarmee de enige speler die deze grote toernooien allebei speelde, maar nu thuis blijft. Ook Tijmen Reyenga (Oranje-Rood) en Steijn van Heijningen (Rotterdam) waren er op het EK en WK bij. Zij gaan wel mee naar Frankrijk, maar zijn aangewezen als reservespelers. Beide spelers waren tijdens de tweede seizoenshelft geblesseerd.

Terrance Pieters liep in maart een ingescheurde binnenband van zijn knie op, maar trainde deze week weer mee bij Oranje. Derk Meijer is de verrassende reserve-goalie. De keeper van Rotterdam stond in de pikorde steevast achter Maurits Visser. De doelman die, ook vanwege de afwezigheid van Pirmin Blaak, eerste keus was op het EK moet nu thuisblijven. Beins is de meest ervarene van dit kwartet met 46 interlands en een WK-deelname. Hij blijft samen met Pieters en de olympische reserves meedraaien in de vier Pro League-duels van Oranje, komende week tegen Duitsland en België.

Lees ook: Een diepgaande blik op de historische prestaties van het Duitse Dames Hockeyteam.

Jorrit Croon staat op z’n 25ste straks al op zijn derde Olympische Spelen. Dan de spelers die er wel bij zijn. De 32-jarige Van Ass dus, die opgaat voor zijn derde Spelen. Ook in Rio de Janeiro (2016) en Tokio (2021) was de technische middenvelder erbij. Dat geldt ook voor Jorrit Croon, nog altijd pas 25 jaar. Pirmin Blaak, Jonas de Geus, Thijs van Dam, Joep de Mol, Thierry Brinkman, Lars Balk, Justen Blok en Jip Janssen staan aan de vooravond van hun tweede olympische deelname.

Van Ass werd in 2023 niet opgenomen in de succesvolle ploeg die in Duitsland Europees kampioen werd. Na een jaar vol blessures was hij volgens bondscoach Delmee niet fit genoeg om het EK te spelen. Jonge talenten als Floris Middendorp en Derck de Vilder kwamen daar bovendrijven, waarmee de dagen van Van Ass in Oranje geteld leken. Dit seizoen verdwenen de blessures. Maar op het veld was de ellende des te groter voor de 32-jarige middenvelder: zijn ploeg HGC degradeerde voor het eerst in de geschiedenis van de club uit de hoofdklasse. Het heeft 12 jaar geduurd: eindelijk zullen vader en zoon Van Ass voor het eerst samen op de Spelen staan. Zoon Seve was erbij in Rio 2016 en Tokio 2020. Vader Paul, huidig bondscoach van de Oranje-vrouwen, was bondscoach van de mannen in Londen 2012. Van Ass senior liet zijn zoon in 2010 debuteren in Oranje, maar selecteerde toptalent Seve in 2012 niet voor de Olympische ploeg.

Blaak was met 'geboorteverlof' tijdens het EK afgelopen jaar. Zijn vervanger Maurits Visser vervulde een hoofdrol in de finale tegen Engeland. De doelman van Bloemendaal pakte twee strafballen. Opmerkelijk genoeg is Visser voor de Spelen niet eens als reserve aangewezen. Die plek is voor Derk Meijer van Rotterdam. Rampjaar Pieters Een andere opvallende afwezige is Terrance Pieters. De aanvaller was nog basisspeler op het afgelopen EK en WK, maar valt nu buiten de boot. Hij raakte in maart geblesseerd aan zijn knie. Zonder Pieters werd zijn club Kampong kampioen en speelde het een Europese finale, die het verloor van Pinoké. Pieters sloot recent weer aan bij het Nederlands team, maar de tijd bleek te kort om zich nog in het team voor Parijs te spelen. Verder ontbreekt een aantal routiniers dat bij de Olympische Spelen in Tokio nog wel aanwezig was. Voormalig aanvoerder Billy Bakker stopte namelijk na dat toernooi als international, net zoals bijvoorbeeld Mink van der Weerden. Andere bekende namen zaten in de zogenoemde 'on-hold groep.' Zij werden enkele maanden niet opgeroepen, waarna bondscoach en spelers met elkaar beoordeelden of een interlandloopbaan er nog in zat. Uit die on-hold groep hadden Jeroen Hertzberger en Sander de Wijn nog doorgewild, maar zij werden niet meer opgeroepen.

Hofleverancier Kampong

Landskampioen Kampong is met vijf spelers hofleverancier van de olympische selectie. Rotterdam en Bloemendaal volgen met drie spelers en Oranje-Rood vaardigt twee spelers af. Amsterdam, HGC en Den Bosch moeten genoegen nemen met één speler. Voor Kampong-aanvaller Terrance Pieters zullen de druiven zuur zijn. Hij ziet vijf teamgenoten naar Parijs vertrekken, terwijl zijn eigen seizoen grotendeels verstoord werd door een knieblessure. Pieters was er op het EK en WK wel bij en speelde al 74 interlands. Delmee gaf dan ook aan dat Pieters de moeilijkste keuze van het proces was.

Tactische overwegingen

Bij het kijken naar de selectie valt een aantal dingen op. Delmee kiest ervoor om in elke linie vijf spelers mee te nemen. Dit betekent dat Nederland, dat normaal gesproken in een 4-3-3 speelt achterin slechts één wissel heeft. Dit is niet ongebruikelijk aangezien middenvelders en aanvallers meer meters maken en dus sneller doorwisselen. Bovendien zal Nederland verdediger Jip Janssen zo veel mogelijk minuten willen geven. Janssen is de strafcornerspecialist van Oranje en moet dus niet op de bank zitten als Nederland een dergelijke kans krijgt. Daarmee komt direct een ander pijnpunt naar boven, want achter Janssen is de spoeling dun op het gebied van spelers met een goede sleeppush. Seve van Ass kan een bal van de kop van de cirkel pushen, maar een corner van topniveau heeft hij nooit gehad. Het is dus de vraag of er wellicht varianten uit de hoge hoed getoverd worden als Janssen op de bank zit.

Lees ook: De evolutie van hockey: een gedetailleerde analyse

De weg naar goud

"Het was voor mij een week waarin ik de lastigste beslissingen van de afgelopen drie jaar moest nemen", stelt Delmée in een persbericht van de KNHB. "Jongens waar ik in de afgelopen tijd intensief mee heb samengewerkt, vallen nu helaas buiten de boot. Dat hoort bij topsport en bij mijn baan als bondscoach."

Om optimaal voorbereid te zijn op de Spelen, speelt de selectie van 22 tot en met 30 juni de FIH Pro League, waarin ze tweemaal tegen Duitsland en België spelen. Daarna volgen nog twee oefenwedstrijden tegen India op 16 en 18 juli, voordat de reis naar Parijs begint.

Historisch perspectief en de druk om te presteren

De Nederlandse hockeyers hebben bij de Olympische Spelen woord gehouden. Ze wilden in Atlanta 1996 historie schrijven. Oranje won in de finale met 3-1 van Spanje, na een achterstand van 0-1. Floris Jan Bovelander, spelend op halve kracht, was de grote man met twee treffers uit strafcorners. Ook Bram Lomans scoorde uit een korte hoekslag. Nooit eerder pakte het Nederlands mannenteam goud bij het olympisch toernooi. Nederland begon als onbetwiste favoriet aan de laatste wedstrijd van het olympische hockeytoernooi. De cijfers tegen Spanje logen immers niet: in een reeks van zestig wedstrijden sinds 1928 verloor Nederland slechts zes keer, tegen veertig overwinningen en veertien remises. De laatste nederlaag stamt uit 1986 bij het WK in Londen (1-4).

Prins Willem-Alexander Nederland, bekeken door bijna het halve kabinet en prins Willem-Alexander, startte in de beproefde opstelling. Veel ruimte om te combineren kreeg Oranje aanvankelijk niet. Spanje verdedigde hecht en fel. Het eerste schot op doel viel pas in de tiende minuut en kwam op naam van invaller Remco van Wijk. Hij mocht even aanvoerder Marc Delissen vervangen, die een schaafwond op zijn schouder moest laten behandelen. Kort nadat Nederland de eerste strafcorner had verprutst (Delissen stopte verkeerd), kreeg Spanje een droomkans. Floris Jan Bovelander verloor de bal aan Juan Escarre, die meteen een vrij veld had. Met een fraaie redding voorkwam doelman Ronald Jansen een vrijwel zekere achterstand. De ervaren sluitpost van Den Bosch moest tot aan de rust nog drie keer ingrijpen. Hij was de enige speler in het Nederlandse team die in het eerste helft een ruime voldoende haalde.

Na de rust verbeterde Nederland zich amper. Aanvallend kreeg de ploeg van Oltmans meer mogelijkheden, maar defensief bleef Oranje kwetsbaar. In de 45e minuut profiteerde invaller Pujol van een dekkingsfout van libero Erik Jazet. Het amechtige Nederland leek verslagen. Een succesvolle schuiver van Floris Jan Bovelander uit de derde strafcorner bracht Oranje terug in de wedstrijd. Drie minuten later scoorde het kanon van Bloemendaal opnieuw en op identieke wijze: 2-1. Het waren misschien wel de enige echt geslaagde acties van de niet topfitte routinier in de enerverende finale. Maar niemand die van het lome spel van Bovelander een punt maakte. Dankzij 'Flop' schreef Oranje hockeygeschiedenis in Atlanta.

Lees ook: Een overzicht van de carrière van Chloe Hockey en haar bijdrage aan het Nederlandse hockey.

Het zou eens tijd worden… hebben de Nederlandse hockeymannen op weg naar goud misschien wel gedacht. Misschien ook niet, maar een gouden Olympische plak was inmiddels 24 (!) jaar geleden. Hoe dan ook: goud is binnen! Bij voetbal hoor je vaak ’22 mannen rennen 90 minuten achter een bal aan en op het einde wint Duitsland’. Duco Telgenkamp schiet Nederland naar olympisch goud! Velen denken waarschijnlijk dat Oranje met hockey, of het nou de mannen of de vrouwen zijn, altijd wint. Dat is niet raar, Nederland is nu eenmaal een onvervalst hockeyland en wint veel, heel veel. Maar voor goud bij de mannen moesten we toch echt terug naar de eeuwwisseling, de Olympische Spelen van Sydney in 2000. Een aantal hockeyers van nu waren toen nog niet eens geboren. Nog een mooi feitje: de vrouwen en mannen van Nederland wonnen op de Spelen nog nooit allebéi goud.

Met ogenschijnlijk gemak had Oranje in de halve finale Spanje verslagen (4-0). Zo mochten de mannen van bondscoach Jeroen Delmee vanavond voor goud aantreden tegen Duitsland. En winnen van Duitsers… dat vinden wij Nederlanders altijd nét even leuker dan tegen welk andere land dan ook. De Duitse keeper Jean-Paul Danneberg gooide vooraf over de finale wat olie op het vuur: „We komen daar met een hele brede borst naar voren binnen, omdat ik denk dat de Nederlanders echt bang voor ons zijn. Wij winnen vaker van hen dan zij van ons. Ze weten heel goed dat we de kwaliteit hebben om ze te verslaan, net als in de groepsfase.” Duitsland versloeg Nederland vorige week met 1-0. Na de finale legde Duco Telgenkamp zijn vinger tegenover keeper Danneberg nog even op z’n lippen. Over die dekselse Duitsers gesproken: de laatste finale die Nederland tijdens de Olympische Spelen speelde, was tegen Duitsland. In 2012 waren onze oosterburen in Londen met 2-1 te sterk. Vandaag stond er daarom sowieso een mooi revanche-potje op het programma.

Tijdens de eerste drie kwarten was er nauwelijks krachtsverschil en zagen de kijkers eerlijk gezegd zo’n typische niet-zoveel-aan-finale. In het laatste kwartier ging het los. Aanvoerder Thierry Brinkman, wiens vader Jacques twee gouden Olympische plakken won, maakte 1-0. De Duitsers kwamen echter terug en dat betekende shoot-outs nemen. Bij dit zenuwslopende alleen op de keeper afgaan waren de keepers uitstekend op dreef, met de absolute hoofdrol voor Oranjes Pirmin Blaak. Hij is 36 jaar en hield drie shoot-outs uit zijn doel. Weer Thierry Brinkman, Thijs van Dam en Duco Telgenkamp scoorden wel en dus… goud!

Conclusie

De Nederlandse hockeymannen gaan met een sterke selectie naar Parijs, vastbesloten om voor het eerst sinds 2000 weer olympisch goud te winnen. De mix van ervaren spelers en jong talent, onder leiding van bondscoach Jeroen Delmee, biedt perspectief. De voorbereiding is cruciaal, en de wedstrijden in de FIH Pro League en de uitzwaaiwedstrijden tegen India zullen bepalend zijn voor de vorm waarin de ploeg naar de Spelen afreist. De druk is hoog, maar met de juiste mentaliteit en teamgeest is alles mogelijk.

tags: #hockey #heren #olympische #spelen #selectie