De Geschiedenis van het Dameshockey in Duitsland en België

Het Europees Kampioenschap hockey staat weer voor de deur, een moment waarop de schijnwerpers gericht zijn op de teams die hun vaardigheden en strategieën tonen. Dit artikel duikt in de geschiedenis van het hockey, met een specifieke focus op de ontwikkeling van het dameshockey in Duitsland en België, en de rivaliteit tussen Nederland en Duitsland.

De Oorsprong van Hockey: Een Eeuwenoude Sport

Hockey is een sport met een rijke en lange geschiedenis. Al in de tijd van de Perzen bestond er een spel dat sterk leek op het huidige polo, waarbij spelers met lange stokken en te paard achter een bal aangingen. Omdat niet iedereen zich een paard kon veroorloven, ontstond er een variant waarbij korte stokken werden gebruikt en het spel op de grond werd gespeeld.

Er is zelfs bewijs van een balsport die al in de oudheid werd gespeeld. Op een marmeren reliëf uit circa 510 tot 500 voor Christus, gevonden op een begraafplaats in het oude Athene, zijn twee hockeyspelers te herkennen. Men vermoedt dat de Romeinen deze balsport naar de Britse eilanden brachten, waar het spel zich in de loop der eeuwen verder ontwikkelde.

De Ontwikkeling van Modern Hockey

De voorloper van het moderne hockey ontstond op de Britse eilanden. In Ierland werd het Hurling genoemd, in Engeland Kappan en in Schotland Shinty. Aanvankelijk werd het op ijs of op het strand gespeeld, en stond het bekend als Bandy on Ice, later als Hockey on Ice. Toen de sport populairder werd, begonnen atleten ook in de zomermaanden op gras te trainen, wat leidde tot de geboorte van het veldhockey.

De sport verspreidde zich met name in Engeland en haar kolonies, zoals India. In 1891 introduceerde Pim Mulier hockey in Nederland, waar de eerste wedstrijd in Haarlem werd gespeeld. Het Nederlands Kampioenschap werd voor het eerst georganiseerd in 1895. Het eerste Europees Kampioenschap voor mannen vond plaats in 1970 in Brussel, met negentien deelnemende landen. De vrouwen streden voor het eerst om de Europese titel in 1984.

Lees ook: Een diepgaande blik op de historische prestaties van het Duitse Dames Hockeyteam.

Hockey in Duitsland en België: Leden en Structuur

In Duitsland zijn er ongeveer 70.000 hockeybeoefenaars. De Belgische hockeybond meldde in januari 2020 dat de grens van 50.000 geregistreerde leden was bereikt, waarvan ongeveer 12% niet actief is. Ter vergelijking: de Nederlandse hockeybond (KNHB) heeft ongeveer 244.000 leden. Nederland heeft gunstige omstandigheden voor topsport, zoals voldoende financiële middelen, relatief korte reistijden en georganiseerde sportverenigingen en bonden, wat het tot een belangrijk hockeyland maakt.

Rivaliteit tussen Nederland en Duitsland

Nederland en Duitsland hebben een lange en intense rivaliteit op sportgebied, waaronder hockey. Deze rivaliteit begon in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw, toen de twee landen vaak tegen elkaar speelden in voetbal- en hockeywedstrijden. De eerste internationale hockeywedstrijd tussen Nederland en Duitsland was in 1974 tijdens het Europees Kampioenschap hockey in Madrid, die Nederland met 1-0 won.

Sindsdien hebben Nederland en Duitsland regelmatig tegen elkaar gespeeld op internationale toernooien, zoals de Olympische Spelen en het Wereldkampioenschap hockey, evenals in vriendschappelijke wedstrijden en clubwedstrijden.

Enkele belangrijke wedstrijden tussen Nederland en Duitsland zijn:

  • Finale Olympische Spelen 1996: Nederland - Duitsland 1-3. Duitsland won het goud, wat een teleurstelling was voor het Nederlandse hockey.
  • Halve finale Olympische Spelen 2004: Nederland - Duitsland 2-1. Nederland won en ging door naar de finale, waar ze zilver wonnen.
  • Finale Europees Kampioenschap 2015: Nederland - Duitsland 6-1.

De Oranje Dames: Een Dominante Kracht

De Nederlandse hockeyvrouwen, ook wel bekend als de Oranje Dames, hebben een indrukwekkende prestatie geleverd door op dezelfde Spelen als de Oranje heren de gouden medaille te winnen. In de finale werd China verslagen na shoot-outs, waarbij keepster Anne Veenendaal een cruciale rol speelde.

Lees ook: De evolutie van hockey: een gedetailleerde analyse

Sinds de gewonnen WK-finale van 2014 zijn de Nederlandse hockeyvrouwen bijna onverslaanbaar. Ze hebben alle grote titeltoernooien gewonnen, met uitzondering van de zilveren medaille op de Spelen van Rio de Janeiro, waar Groot-Brittannië te sterk was.

De Oranje Dames staan bekend om hun fitheid en mentaliteit. Gemakzucht komt niet voor in hun vocabulaire. Ondanks de druk om te presteren, weten ze keer op keer te leveren.

Talentontwikkeling in Hockey

Het succes van talentherkenning- en ontwikkelingsprogramma’s is moeilijk meetbaar te maken. Er zijn diverse wetenschappelijke publicaties over dit onderwerp, maar het is nog niet gelukt om een allesomvattende formule te vinden. Er zijn veel verschillende wegen die naar de top leiden, en diverse factoren bepalen of een jonge sporter succesvol wordt.

Longitudinaal onderzoek is nodig om goed inzicht te krijgen in het verloop van een succesvol traject richting de top. Een bekend model is het piramidemodel, dat de verschillende fases van een sportloopbaan weergeeft. Dit model gaat ervan uit dat een sporter jong begint met zijn sport en via een steile route naar de top gaat. Dit blijkt passend te zijn voor sporten zoals zwemmen, atletiek en turnen. Echter, een sporter kan ook buiten het talentontwikkeling-systeem om doorgroeien naar de top. Dit komt vaker voor bij sporten zoals roeien, fietsen en kanoën. Voor teamsporten is het piramidemodel minder passend, en bewandelen sporters vaak een mix van beide routes.

Onderzoek heeft aangetoond dat de meeste sporters beginnen met sporten rond hun 8e jaar en hun eerste competitieve wedstrijd spelen als ze iets ouder zijn dan 10 jaar. Het overgrote deel van de sporters is in hun jeugd actief geweest in meerdere sporten, voordat ze zich op latere leeftijd gingen specialiseren.

Lees ook: Een overzicht van de carrière van Chloe Hockey en haar bijdrage aan het Nederlandse hockey.

De Sportloopbaan van Hockeyers: Duits Onderzoek

Onderzoek van Guellich (2014) naar het loopbaanverloop onder leden van het Duitse Olympische mannen hockeyteam van de Olympische Spelen van 2012, vergeleek hun resultaten met spelers die in de hoogste competitie speelden maar niet geselecteerd waren voor nationale senioren teams. De gemiddelde leeftijd waarop de eerste internationale medaille gewonnen werd, was 22 jaar.

De Olympiërs begonnen iets eerder met georganiseerd sporten en kwamen vroegtijdig in aanraking met hockey. Ze kozen gemiddeld pas op hun 15e levensjaar exclusief voor hockey en hadden dan ongeveer 10 jaar ervaring in zowel hockey als andere sporten. De niet-selectie leden kozen rond hun 9e levensjaar exclusief voor hockey en hadden slechts 3,9 jaar aan ervaring in zowel hockey als andere sporten. De toekomstige Olympische spelers hadden dus een veel grotere ‘motorische’ bagage dan de niet-selectie leden.

De toekomstige Olympiërs kwamen gemiddeld iets later op de radar van de nationale jeugdteams, namelijk 16,2 jaar oud, terwijl de niet-selectie leden gemiddeld op 14,9 jaar oud voor het eerst geselecteerd werden. Het aantal trainingsuren is geen goede voorspeller of je wel of niet de top behaald in het hockey.

Vroege Specialisatie: Een Risico?

In Nederland lijkt door de populariteit van sporten zoals voetbal en hockey, de trend te ontstaan dat ouders hun kinderen zo vroeg mogelijk die sport laten beoefenen. Deze trend wordt ook wel ‘vroege specialisatie’ genoemd. Jonge sporters die meer dan acht maanden per jaar binnen één sport trainen én daarnaast geen andere sport beoefenen, hebben een ruim tweemaal grotere kans op blessures door overbelasting dan hun leeftijdgenoten die meerdere sporten beoefenen.

Vroege specialisatie leidt er waarschijnlijk ook toe dat een jonge sporter een minder divers aanbod van motorische vaardigheden tot zich kan nemen en veelal bezig is met eenzijdige, repeterende bewegingen. Daardoor rust het lichaam onvoldoende uit en mist een jonge sporter ook de motorische vaardigheden om mogelijke blessures effectief te voorkomen.

Om de gevolgen van vroeg specialiseren te beperken, zouden jonge sporters nooit meer uren per week moeten trainen dan hun kalenderleeftijd, en het totaal aantal trainingsuren zou niet hoger moeten zijn dan 16 uur per week.

tags: #hockey #dames #duitsland #belgie #geschiedenis