Hockey, een sport die wereldwijd door miljoenen mensen wordt beoefend, kent een rijke en gevarieerde geschiedenis. Vanaf het ontstaan van de sport tot nu heeft hockey vele veranderingen doorgemaakt. Hoewel de exacte oorsprong moeilijk te achterhalen is, zijn er aanwijzingen dat de sport al duizenden jaren geleden werd beoefend. In dit artikel belichten we de evolutie van deze sport tot het spel dat we vandaag de dag kennen, van de vroege vormen in oude beschavingen tot de moderne varianten die we nu kennen. Hockey is niet op een specifieke plek op de wereld ontstaan. Op meerdere plekken werden sporten gespeeld die op hockey lijken.
Vroege vormen van hockey in oude beschavingen
In oude beschavingen zoals bij de Grieken, Romeinen en Azteken werden sporten gespeeld die leken op hockey, waarbij spelers een bal met een gebogen stok moesten slaan. Meer dan 5000 jaar geleden speelden rijke Perzen een spel dat veel lijkt op polo, een soort hockey te paard. De minder rijke mensen wilden dit spel ook graag spelen, maar hadden geen geld om een paard te kopen. Zij maakten kortere stokken, zodat ze het spel zonder paarden gewoon op de grond konden spelen met een stok en een varkensblaas. De Grieken namen het spel over van de Perzen en speelden 478 v.C. het spel Horn. Dit spel speelden ze ook met takken uit een boom en een bal.
Deze vroege vormen van hockey waren op veel punten echter anders dan de sport die we tegenwoordig kennen. De Romeinen in Italië gebruikten geen ballen om tegen aan te slaan, maar mensenschedels. Zij leerden het spel aan andere volken, ook aan de Engelsen. In Afrika werd in de 17e eeuw het spel Thepu gespeeld, waarbij takken uit palmbomen werden gebruikt om een rubberen bal in het doel te slaan. In het oude Egypte speelden ze het spel Hocksha, ook met takken uit palmbomen, dat nu nog steeds wordt gespeeld in Egypte. Desondanks hebben ze de basis gelegd voor de ontwikkeling van het moderne hockey.
De ontwikkeling van modern hockey in Engeland
In de 17e eeuw ging men in Engeland Bandy spelen, Bandy werd gespeeld op ijsvlakten. Bandy dat op ijs werd gespeeld, heette ook wel ice hockey.In de 18e eeuw waren verschillende spellen verboden omdat ze te gevaarlijk waren. In de 19e eeuw begon hockey zich te ontwikkelen tot de moderne sport die we nu kennen. De vorm van hockey die we nu kennen ontstond in Engeland. In Engeland werd er eerst op ijs gehockeyd. Maar in de zomer smolt het ijs dus besloten ze om in de zomer op het gras te hockeyen. En zo ontstond veldhockey.
De Engelsen maakten tijdens het spel heel veel ruzie met elkaar en speelden heel ruw. Ongeveer 150 jaar geleden werden daarom spelregels uitgevonden, bijvoorbeeld hoeveel spelers er mee mochten doen. Als stick werd een kromme stok gebruikt. Die was vreselijk hard. Daardoor konden ze niet zo ver slaan want dat deed pijn aan hun handen. En werd bepaald dat de stick helemaal van hout moest zijn zonder metaal. Gewicht en lengte daar waren geen regels over. Het Engelse woord voor krom is “hook’’. Het spel heette dan ook”hoockie’’. Later werd dat “hockey”. Toen gingen ze ook een mooie gladde bal gebruiken die rolde ook goed. Daardoor konden ze beter spelen.
Lees ook: Korfbal: Van Nederlandse bodem tot internationale sport
In Engeland waren in de 18de eeuw verschillende spellen verboden omdat ze te gevaarlijk waren. Later in de 19e eeuw werden allerlei spullen ontwikkeld om spelers te beschermen tegen verwondingen. Daardoor konden de spelen weer worden beoefend. Vooral op scholen en universiteiten in Engeland werd toen (en nu nog steeds) veel aan sport gedaan. Hockey was een van die sporten. De naam Hockey is volgens velen afgeleid van het Engelse woord hook (haak). Zij brachten de sport over naar Australië, Nieuw-Zeeland, India en Pakistan.
In Engeland werd er eerst op ijs gehockeyd. Maar in de zomer smolt het ijs dus besloten ze om in de zomer op het gras te hockeyen. En zo ontstond veld hockey. In de 19e eeuw begon hockey zich te ontwikkelen tot de moderne sport die we nu kennen. In Engeland werden de eerste officiële hockeyregels opgesteld en ontstonden de eerste hockeyclubs. Het spel werd gespeeld met een houten bal en een houten hockeystick, en de regels waren nog erg eenvoudig. Geleidelijk aan verspreidde de sport zich over de rest van Europa en naar andere delen van de wereld. Deze periode markeerde het begin van de gestandaardiseerde hockeyregels en de oprichting van officiële hockeyorganisaties.
De introductie van hockey in Nederland
In 1891 is het dan eindelijk zover. In Nederland wordt het eerste potje hockey gespeeld. In 1891 bracht Pim Mulier het veldhockey van Engeland naar Nederland. Hockey in Nederland is door Pim Mulier mogelijk gemaakt. Hij heeft de sport van Engeland naar Nederland weten te halen en sindsdien doet Nederland volop mee aan de mooie sport. Haarlem was de stad waar in Nederland voor de eerste keer hockey op natuurgras werd gespeeld. Het waren de Bandyspelers (soort ijshockeyers) die buiten het winterseizoen - als er geen ijs lag - veldhockey gingen spelen.
De eerste hockeyclub in Nederland volgde al snel na het introduceren van de sport in Nederland. De eerste club die werd opgericht was Amsterdam (A.H.&B.C.). In 1895 werd al gespeeld om het kampioenschap van Nederland. In 1898 richtten vijf clubs de Nederlandsche Hockey en Bandy Bond (NHBB) op. Vlak na de oprichting verlieten de bandyspelers de bond en gingen ze hun eigen weg. In 1909 waren 11 verenigingen lid van de NHBB, 10 jaar later waren dit er al 29.
Begin 20e eeuw waren de Nederlandse hockeyers nogal eigenzinnig in hun spel. Zo speelden ze met een zachte bal (veel te gevaarlijk zo’n harde bal), waren de teams vaak gemengd en had de stick twee platte kanten. Nederland speelde in het begin met een aantal eigen regels. Zo had de stick twee platte kanten en was de bal gemaakt van gevlochten touw en canvas. De bal was groter en veel lichter dan nu en omdat hij een oranje kleur had, werd hij de sinaasappel genoemd. Spelers mochten de bal met de voet stoppen en de tegenstander met de stick haken. Dat verandert met de Olympische Spelen van 1928. Om mee te kunnen doen aan de Spelen in eigen land, werden de regels aangepast naar de internationale standaarden. Voor het oog van 35.000 toeschouwers wordt Nederland tweede achter India. Hockey is in één klap populair in Nederland. Oprichting van de eerste Nederlands hockeyclub A.H.&B.C.
Lees ook: Een blik op de voetbalhistorie
Hockey als olympische sport
Een belangrijke mijlpaal in de geschiedenis van hockey was de introductie van de sport op de Olympische Spelen in 1908. Hoewel hockey al eerder op de Spelen was verschenen als demonstratiesport, was dit de eerste keer dat het een officieel onderdeel was van het programma. Sindsdien is hockey een vast onderdeel gebleven van de Olympische Spelen, met uitzondering van een korte onderbreking in 1924. De olympische status van hockey heeft bijgedragen aan de wereldwijde erkenning en groei van de sport.
Technologische ontwikkelingen in hockey
In de loop der jaren heeft hockey ook op technologisch vlak grote ontwikkelingen doorgemaakt. Waar de eerste hockeysticks nog van hout waren gemaakt, worden tegenwoordig geavanceerde materialen zoals carbon en fiberglas gebruikt. Ook de hockeyballen zijn sterk verbeterd, met betere gripoppervlakken en aerodynamica. Deze technologische vooruitgang heeft bijgedragen aan de snelheid en dynamiek van het moderne hockeyspel. Bovendien hebben innovaties op het gebied van kunstgras de speelomstandigheden en de algehele beleving van de sport verder verbeterd.
Hockey in de moderne tijd
In de moderne tijd is hockey uitgegroeid tot een van de meest populaire sporten ter wereld, met internationale competities en Olympische Spelen. De sport wordt in verschillende varianten gespeeld, waaronder veldhockey, ijshockey en inline hockey.
In Nederland is hockey een heel bekende sport. In de tussentijd is er enorm veel gebeurd met de sport hockey. Hockey wordt nu door heel Nederland gespeeld en ook zeker met succes. Nederland heeft een van de beste hockeyploegen van de wereld. Zo heeft het vrouwenteam al heel wat prijzen in de prijzenkast staan. Waaronder vier gouden medailles op de Olympische Spelen, zeven Champions Trophys en ook twee prijzen van de Hockey World League. Ook de mannen zijn enorm goed in de sport. Zo hebben zij al twee gouden medailles op de Olympische Spelen weten te halen, zijn ze drie keer wereldkampioen en zijn ze al zes keer Europees kampioen.
Spelregels en uitrusting
Hockey is een sport die wordt gespeeld met een kleine harde bal en een hockeystick. De bedoeling is dat de harde kleine bal in het goal van de tegenstander komt. Je mag pas scoren als je in de halve cirkel bent. Het is belangrijk dat je goed beschermt bent. Je kan al vanaf 6 jaar op hockey en je kan dit doen tot je oud bent.
Lees ook: Ontdek de rijke geschiedenis van volleybal
Bij hockey heb je verschillende soorten teams. Als je hockeyt heb je verschillende spullen nodig. Je hebt een tenue met de kleuren van de hockeyclub. Een hockeytenue bestaat voor meisjes uit een T-shirt en een rokje. Voor jongens is er een broekje in plaats van een rokje. Je hebt om je gebit te beschermen een bitje. En om je schenen te beschermen heb je scheenbeschermers. Je hebt ook hockeyschoenen, die hebben net zo als bij voetbalschoenen noppen alleen zijn die van hockeyschoenen kleiner en zijn er meer noppen. Je hebt voor vóór en ná de wedstrijd, en voor als je wissel bent ook een sweater dat is een warme trui die er voor zorgt dat je het niet koud krijgt. Je hebt hockeysokken, die zien er ongeveer hetzelfde uit als voetbalsokken. Om te hockeyen heb je een hockeystick en een bal nodig. De hockeybal is vaak wit maar sommige ballen worden versiert met een kleurtje. De hockey bal is bijna altijd van kunststof. Hij moet de omtrek hebben van 22,4 cm tot en met 23,5 cm. De bal moet tussen de 156 en honderd 163 gram zijn.
Een hockeystick: vroeger was een stick altijd van hout, maar nu heb je ook sticks van kunststof. Een stick heeft een bolle (een ronde) en een platte kant. Tijdens een wedstrijd en tijdens een training mag je alleen de platte kant gebruiken. Met de bolle (ronde) kant mag je de bal niet raken. De stick heeft onderaan een krul. Dat is een soort haak. De rest van de stick noem je de steel. Hockeysticks hebben verschillende lengtes. Voor volwassenen zijn er maar twee maten. Een gewone maat waar bijna iedereen mee speelt. En er is een verlengde (lange) maat speciaal voor lange mensen. Mensen in een winkel waar je een stick kan kopen gebruiken meestal een trucje: je moet je stick onder je oksel houden en dan moet hij net onder je knie zijn. Jeugdsticks zijn van 69 tot 89 cm. Voor volwassenen zijn er van 91 tot 97 cm. Als je een hockeystick met de platte kant naar beneden legt, mag het maximaal 25mm hoog zijn.
Een hockeyveld wordt gebruikt om hockey op te spelen. De afmetingen van een hockeyveld zijn 91,4 meter lang en 55 meter breed. Het veld heeft dus een rechthoekige vorm. Een hockeyveld is dus zeker kleiner dan een voetbalveld. Je hebt verschillende soorten hockeyvelden. Een zandveld bestaat alleen maar uit zand met kunstgras. Een semi-veld bestaat uit zand en uit water, dus dat kunstgras moet ook gesproeid worden. En als laatste heb je nog een waterveld, dat bestaat alleen uit water en kunstgras. Ook dit laatste veld moet gesproeid worden. Het hockeyveld heeft meestal een groen kleur. Op een hockeyveld heb je verschillende lijnen staan. De lijn in het midden heet de middenlijn. Je hebt aan beide kanten van de middenlijn nog twee lijnen lopen van de ene naar de andere kant. Deze twee lijnen heten de 23-meter lijn. Tussen de middenlijn en de 23-meter lijn zit een afstand van 22,8 meter. Je hebt ook twee cirkels op het veld, als je in deze cirkel staat mag je scoren. De cirkel heet ook wel een halve cirkel. Ongeveer in het midden van de cirkel heb je nog een stip staan, deze stip heet de strafbalstip. Deze stip stat in het midden van elk doel, op 6,4 meter afstand vanaf het doel. Deze stip heeft een diameter van 15 centimeter. Tussen de 23-meter lijn en de achterlijn zit een afstand van 22,9 meter. De zijlijnen zijn 7,5 centimeter breed. De lange lijnen op een veld heten zijlijnen en de korte lijnen heten achterlijnen (deze lijnen lopen rond het veld, dus bakenen het veld af). Het doel is 3,66 meter breed en 2,14 meter hoog.
Als jongen heb je natuurlijk je eigen clubshirt. Daaronder een broekje van je eigen team of gewoon een normaal sportbroekje. Je moet bij hockey ook ter bescherming een bitje in je mond. Dat is een plastic ding in de vorm van jouw gebit. Dat is voor als je een hockeybal of stick tegen je mond aan krijgt. Als je geen bitje in hebt, mag je eigenlijk dus niet hockeyen. Je moet ook scheenbeschermers om als je gaat hockeyen. Dat zijn twee harde beschermers die je om je scheenbenen bindt. Dat is voor als je een bal tegen je scheenbeen krijgt. Als meisje heb je bij hockey ook een eigen clubshirt. Daaronder meestal een rokje van je club of een eigen rokje, tegenwoordig mogen meisjes ook een broekje aan . Voor de rest is het allemaal het zelfde als bij de jongens.
Als keeper hoef je geen bitje in. Daarvoor heb je een grote helm over je hoofd. Je hebt een speciale keepersbroek, dat is een hardere broek dan normaal. Daaronder hebben de mannen een tok dat is ter bescherming van het mannelijk geslachtsdeel. Ook hebben de keepers een soort bescherming voor zijn of haar bovenlijf. Verder heb je schouderbladen die dienen als bescherming voor je schouders. En je hebt legguards, dat zijn een soort supergrote beenbeschermers.
Bij hockey zijn best veel spelregels. Als de bal tegen je voet aan komt is dat shoot, dat betekent in het Engels : schiet met de voet. Je mag de bal niet met de bolle kant spelen, dan wordt de slag afgefloten. Als een verdediger de bal expres over de achterlijn speelt, wordt dat bestraft met een strafcorner. Er is ook een strafcorner als iemand in de eigen cirkel shoot maakt. Hoe werkt een strafcorner: er staan 3 mensen op kopcirkel (de rand van de cirkel) er wordt afgesproken wie de bal aan gaat nemen. Een van de verdedigers gaat met de bal op het 2de streepje staan en zodra er wordt gefloten mag hij of zij de bal pushen (zeg: poesjen), flatsen of slaan. Je mag geen hoge push (zeg:poesj) of hoge flats gebruiken. Er staan 4 tegenspelers en een keeper in het doel. Zodra de al is genomen mogen die uitrennen. De partij die de strafcorner heeft gekregen mag de bal buiten de cirkel pas aannemen. De verdedigende partij probeert er voor te zorgen dat de aanvallende partij de bal niet krijgt.
Bij veldhockey heb je bepaalde regels. Als de bal door de tegenpartij over jouw achterlijn wordt gespeeld krijg je een vrije bal, op een bepaalde plek in het veld. Dit is wel altijd op je eigen helft. Dat verschilt per plek. Bij de lagere teams is dit best dichtbij maar vanaf de D1 is het best wel ver. Ook heb je vanaf de D8 een strafcorner. Die krijg je als je aanvalt en de bal in de cirkel tegen een voet van een tegenspeler komt. Of als de keeper de bal expres over de achterlijn speelt. Als de bal uit gaat langs de lijn, krijg je gewoon een vrije bal mee op de plek waar hij uit ging. De bal mag soms hoog gespeeld worden. Dat mag alleen als hij op goal gaat, of als het geen gevaarlijk spel veroorzaakt.
Bij hockey heb je drie basis slagen. Als eerst leer je de push die gaat niet zo hard. De push gebruiken ze wel voor de strafcorner. In de E leer je de flats die gaat al wat harder en deze slag gebruiken ze het vaakst. In de E of D leer je de slag die gaat het hardst maar vaak minder vlak. Dat is de shot.
De meeste mensen denken bij hockey direct aan veldhockey. Maar er is ook nog zaalhockey. Er zitten best wel wat verschillen tussen deze twee. Zaalhockey speel je meestal vanaf D. F of E. Maar je speelt dan nog geen competitie. Bij zaalhockey heb je balken. Dat is een hulpmiddel. Als je de bal er tegen aan speelt kaatst de bal zo terug. Eigenlijk is de balk dus een tweede persoon. Bij zaalhockey kun je ook een speciale zaalhockeystick gebruiken. Die is wat platter en is makkelijker in de zaal. Ook kun je in de zaal blokken. Dat is als je je stick met een hand op de grond legt. Als er dan iemand tegen aan speelt, krijg je een vrije bal mee. De bal mag bij zaalhockey niet hoog gespeeld worden, behalve als hij richting het doel gaat. Zaalhockey speel je altijd 6 tegen 6 (1 keeper en 5 veldspelers). En de tijd is bij de zaalhockeycompetitie ook maar twee keer 20 minuten.
Je hebt kleine en grote toernooien. Soms zijn grote toernooien alleen in Nederland, maar soms zijn het internationale toernooien en als je daar kampioen bent geworden dan speel je sowieso Europa cup 1 als je tweede wordt dan speel je Europa cup 2. De nummers 1 2 en 3 spelen EHL euro hockey league. Dat is een toernooi voor alle nummers 1 2 en 3 van Europa het is een zeer groot evenement. Als je in het Nederlands team zit kan je het WK en het EK spelen en daarna de Olympische spelen. Het grootste evenement is het WK. Daar speelt bijna de hele wereld. Daarna heb je de Europacup 1 en 2. De Europacup 1 is voor alle nummers een van Europa, en de Europacup 2 is voor alle teams die 2 zijn geworden. Er zijn ook toernooien voor de jeugd. Die toernooien zijn voor de e,d,c,b en de a. Bij de e toernooien krijg je vaak een kleine beker,een gratis bakje patat of anderen kleine dingen. bij de d toernooien krijg je een normalen beker,of een grote taart die je met je team kan delen. bij de c,b en a toernooien krijg je altijd een grote beker. Bij kleine toernooien is het soms maar op 1 club of uit 1 provincie. Je hebt ook grotere toernooien die geen internationale toernooien zijn. Dat zijn dan landelijke toernooien.
Natuurlijk moet je om beter te worden ook goed trainen. Een hockeytraining kan bestaan uit verschillende soorten oefeningen en spellen. Bijvoorbeeld: passen, dribbelen, balcontrole, tactiek, spelletjes, conditie (atletische training), keepers, verdedigen, aanvallen en scoren op doel. Als je nog niet zo lang op hockey zit train je 1 keer per week. Bij de mini’s train je op zaterdagochtend om 10 uur. Maar zit je in de F-jes en soms ook nog in de E-tjes train je 1 keer in de week op een doordeweekse avond. In de D-, C-, B-, A-tjes en in de Senioren train je vaker. Het ligt er aan of je in de E-tjes al achttal speelt. Zo ja, dan train je 2 keer per week en anders gewoon 1 keer. Een hockeywedstrijd van een elftal duurt twee keer 35 minuten en er zijn twee scheidsrechters. Elke scheidsrechter begeleidt 1 helft van het veld. Maar ze mogen voor overtredingen over het hele veld fluiten, behalve in de cirkel van jou collega een overtreding is gemaakt. De scheidsrechters fluiten als team en helpen elkaar zoveel mogelijk door aan tegen wie de bal mag nemen. Na de eerste 35 minuten is het rust. De rust duurt 5 tot 10 minuten aan het begin van de wedstrijd wordt er getost vanaf het midden van het veld. De partij die de tos wint, mag uitnemen. Na de rust mag het andere team beginnen. Na elk doelpunt wordt het spel weer gestart in heet midden.
Aansprakelijkheid bij hockey
Hockey is een populaire sport en is tegelijkertijd niet zonder risico's. Op het hockeyveld kunnen diverse situaties ontstaan waarbij aansprakelijkheid een belangrijk onderwerp wordt. Het is belangrijk om op de hoogte te zijn van de spelregels en de verantwoordelijkheden van spelers, coaches, verenigingen en zelfs toeschouwers.
De aansprakelijkheid bij hockey wordt bepaald door enerzijds een verhoogde aansprakelijkheidsdrempel en anderzijds door een complexe mix van regels die inherent zijn aan de sport. Net als bij andere sporten is er bij hockey een verhoogde drempel voor de aansprakelijkheid, wat betekent dat niet elke actie tijdens het spel automatisch leidt tot juridische consequenties. Spelers worden verondersteld een zekere mate van risico te accepteren.
Letselschade en smartengeld: Hockey is een sport waarbij snelheid en kracht belangrijke factoren zijn. Dit zijn meteen ook factoren die soms leiden tot letselschade. In gevallen waarin deze blessures resulteren in mentaal leed, speelt smartengeld een cruciale rol. Dit smartengeld dient als compensatie voor immateriële schade, zoals emotionele pijn en verlies van levensvreugde.
Wie slachtoffer wordt van een ongeval waarvoor iemand anders aansprakelijk is, heeft mogelijk niet alleen materiële schade. Soms is er namelijk ook sprake van immateriële schade. Ook dergelijke immateriële schade moet worden vergoed door de aansprakelijke partij of diens verzekeraar. We spreken dan van smartengeld.
tags: #het #ontstaan #van #hockey #geschiedenis