IJshockey is een van de snelste teamsporten ter wereld, beoefend door bijna 2 miljoen spelers van alle leeftijden wereldwijd. Het is een sport die vaardigheid, snelheid, discipline en teamwork combineert. IJshockey vereist snelle besluitvorming en een goed reactievermogen van de spelers. De sport biedt tal van voordelen, vooral voor kinderen, zoals de ontwikkeling van behendigheid, spierkracht en coördinatie. Het spelen van ijshockey kan ook het zelfvertrouwen en het zelfrespect van een kind vergroten en hen leren samenwerken in een team. IJshockey is niet alleen een geweldige sport om naar te kijken, maar ook fantastisch om zelf te spelen.
Waarom Kinderen IJshockey Spelen
Uit onderzoek is gebleken dat kinderen ijshockey spelen en blijven spelen om verschillende redenen:
- Betrokkenheid: Kinderen willen graag sterke relaties opbouwen en onderhouden met teamgenoten en coaches. Ze willen deel uitmaken van een groep die hen accepteert en waardeert, en ze willen samen plezier beleven.
- Sensatie: Kinderen genieten van de snelheid en spanning die ijshockey biedt. Ze vinden het ook opwindend om een unieke en enigszins onbekende sport te beoefenen.
- Uitblinken: Kinderen willen uitblinken door ijshockey te spelen. Ze willen de vaardigheden van de sport leren en een goede ijshockeyspeler worden.
- Succes: Kinderen willen erkenning en waardering voor hun prestaties. Ze willen beloond worden en bekend staan als ijshockeyspelers.
De steun van de hele familie is cruciaal voor de betrokkenheid van kinderen bij ijshockey. Ouders, grootouders en andere familieleden spelen een sleutelrol in het succes van de kinderen. Het is belangrijk dat de betrokkenheid van ouders positief, ondersteunend en bemoedigend is. De vaardigheden die kinderen op de ijsbaan leren, vullen de vaardigheden aan die ze thuis en op school ontwikkelen. Fair play en respect zijn waarden die hoog in het vaandel staan bij de Nederlandse IJshockey Bond (NIJB) en de Internationale IJshockey Federatie (IIHF). Beide organisaties verwachten dat deze waarden worden benadrukt en uitgedragen door alle betrokkenen bij de sport, inclusief tegenstanders, teamgenoten, coaches, scheidsrechters, ouders en toeschouwers. Ouders en verzorgers spelen ook een belangrijke rol in de veiligheid van de kinderen.
Basisvaardigheden
Om van ijshockey te kunnen genieten, is het belangrijk om de basisvaardigheden te beheersen:
- Schaatsen: Schaatsen is de basis van ijshockey en maakt de sport uniek. Het is vergelijkbaar met rennen in voetbal. Spelers van alle niveaus blijven hun schaatsvaardigheid verbeteren.
- Puckcontrole: Het voortbewegen van de puck aan de stick (puck handling) is wellicht de moeilijkste basisvaardigheid om te leren. Goede puckcontrole stelt spelers in staat om met de puck over het ijs te schaatsen en tegenstanders te omspelen, waardoor scoringskansen worden vergroot.
- Passen: Het toespelen van de puck (passing) maakt ijshockey tot een echte teamsport. Door de puck naar elkaar toe te spelen, wordt iedereen bij het spel betrokken en wordt het maken van een doelpunt een teamprestatie. Samenwerken met teamgenoten en succes behalen is essentieel.
- Schieten: Op doel schieten is het eindresultaat van aanvalsspel en moet leiden tot een doelpunt. Veel spelers besteden veel tijd aan het oefenen van schietvaardigheden, omdat ze denken dat het maken van een doelpunt het meeste plezier oplevert. Statistieken tonen echter aan dat spelers vaak minder dan zes keer per wedstrijd op doel schieten.
Uitrusting
De juiste uitrusting is essentieel voor de veiligheid en prestaties van een ijshockeyspeler. Hier is een basisadvies voor het kiezen van de juiste uitrusting:
Lees ook: Complete Hockey Gids
- Stick: Met de schaatsen aan moet het blad van de stick op de grond staan en de steel tot aan de kin komen. Jongere spelers moeten 'junior sticks' gebruiken, omdat deze lichter zijn.
- Elke speler zal door een leerproces heen moeten om zich de basisvaardigheden van het ijshockey eigen te maken. Basisvaardigheden die spelers laten genieten van het opwindende aan ijshockey en die het plezier in het spelen van ijshockey verhogen. De eerste stap in het leerproces is de belangrijkste, omdat de speler dan voor het eerst kennis maakt met ijshockey en hem of haar het juiste gevoel geeft. Kinderen kunnen de basisvaardigheden van ijshockey leren door ‘cross-ice’ (over de breedte van de ijsbaan) te spelen. Dit is een variant op het ‘echte’ ijshockey en speciaal bedoeld om het leerproces te versnellen.
Als een uitrustingsstuk kapot is gegaan, vervang het dan meteen of laat het onmiddellijk repareren door een professional. Telkens nadat de uitrusting gebruikt is, dient deze uit de tas gehaald te worden, zodat deze kan drogen. Vraag na welke uitrusting uw kind nodig heeft om het ijs op te gaan.
De IJshockeybaan
IJshockey wordt gespeeld op een ijsoppervlak van ongeveer 60 bij 30 meter. Het speelveld, met afgeronde hoeken, is omgeven door een 'boarding' van 1.22 meter hoogte. Naast het speelveld bevinden zich aan de lange zijde twee spelersbanken en aan de zijde daar tegenover twee strafbanken, gescheiden door een ruimte voor wedstrijdofficials. Op 4 meter afstand van de korte zijden bevinden zich de doellijnen, met in het midden daarvan de goal. Het ijsoppervlak tussen de doellijnen is verdeeld in drie gelijke stukken door twee 30 cm brede blauwe lijnen. Het speelveld is ook verdeeld door een 30 cm brede rode lijn in twee helften. Het vak gevormd door een korte zijde van de boarding en een blauwe lijn is het verdedigingsvak van het team dat het doel in dat vak verdedigt. Voor de tegenstander is dit het aanvalsvak.
- Afmetingen: Een ijshockeybaan is 30 meter breed en 60 meter lang. Er zijn twee standaard formaten voor een hockey rink, één dat voornamelijk wordt gebruikt in Noord Amerika en één dat wordt gebruikt in de rest van de wereld. 200 ft × 85 ft (60,96 m × 25,90 m), waarbij de hoeken een straal hebben van 28 ft (8,7 m).
- Zones: Het speelveld is verdeeld in drie zones: de defensive zone (verdedigingsvak), de neutral zone en de offensive zone (aanvalsvak). De defensive zone is het verdegingsvak, de neutral zone en de offensive zone is het aanvalsvak.
- Lijnen: De ijsbaan is gemarkeerd met verschillende lijnen:
- De middellijn: De rode lijn in het midden van het speelveld.
- De blauwe lijnen: De blauwe lijnen op de aanvallende en verdedigende helften.
- De doellijnen: De lijnen waar de goals staan.
- Face-off cirkels: De cirkels op het ijs waar face-offs plaatsvinden.
Team Samenstelling
Een ijshockeyteam bestaat uit maximaal 20 spelers en 2 doelverdedigers. Zes spelers bevinden zich op het ijs: een doelverdediger, een linker verdediger (left defense), een rechterverdediger (right defense), een rechter vleugelspeler (right winger), een linker vleugelspeler (left winger) en een midvoor (center). Zowel gedurende het spel als bij spelonderbrekingen mogen spelers gewisseld worden. Scheidsrechter en linesmen zien toe op regelementaire spelerswissels. Elk team beschikt over een aanvoerder (captain) en maximaal 2 assistenten (alternates). De spelersstick mag maximaal 1.63 m lang zijn. De verdedigers en aanvallers worden verdeeld over vier zogenaamde 'lijnen'. en een center). De eerste twee lijnen zijn meestal de sterkste lijnen met de beste spelers. De coach bepaald welke lijn op welk moment het ijs op gaat. ca 60 seconden zuivere speeltijd (een shift) en wordt dan gewisseld. In de regel wordt er gewisseld als het spel door de scheidsrechter is stilgelegd, maar ook tijdens het spel mag gewisseld worden.
Spelregels en Spelhervattingen
Speeltijd
Een ijshockeywedstrijd duurt 60 minuten zuivere speeltijd, onderverdeeld in 3 periodes van 20 minuten. Tussen de periodes wordt er 15 minuten gepauzeerd. Elke spelonderbreking wordt, net zoals het begin van elke periode, hervat met een ingooi van de puck. Elke spelonderbreking wordt, net zoals het begin van elke periode, hervat met een ingooi van de puck. Dit wordt face-off genoemd. dat bij elke spelonderbreking de klok wordt stilgezet. De speeltijd bedraagt 3 x 20 minuten zuivere speeltijd. Bij elke onderbreking wordt de klok stop gezet. Het kan dus zomaar zijn dat een periode van 20 minuten speeltijd in werkelijkheid langer duurt.
Face-off
Elke spelonderbreking wordt hervat met een face-off. Hierbij wordt de puck door de linesmen op de face-off stip gegooid en proberen beide teams de puck te bemachtigen. Na elke onderbreking wordt het spel hervat met een face-off.
Lees ook: WK Cricket Spelen 2011: Een nostalgische blik
Offside
Er is sprake van offside als een aanvallende speler eerder over de blauwe lijn van zijn aanvalsvak gaat dan de puck. De speler is met beide schaatsen in het aanvalsvak, voordat een teamgenoot de puck in het aanvalsvak brengt of passt. Heeft de aanvaller de puck aan de stick, dan wordt door de linesman onmiddellijk afgefloten. Heeft de aanvaller de puck niet in zijn bezit en komt de puck ook niet bij een medespeler, dan wordt gesproken over een uitgestelde offside (delayed offside). De linesman steekt zijn arm omhoog en het verdedigende team krijgt de kans uit te verdedigen, terwijl spelers van het aanvallende team zich uit het aanvalsvak moeten terugtrekken. Als deze zich weer onside gereden hebben, dan wordt de uitgestelde offside opgeheven. Wordt er afgefloten voor een offside, dan wordt de eerstvolgende face-off genomen op één van de inwerppunten in het neutrale vak, net buiten het aanvalsvak van het in overtreding zijnde team. Wordt er afgefloten voor een offside pass, dan wordt de eerstvolgende face-off genomen op de plaats waar de pass vandaan komt. Vanuit het aanvalsvak kan er gescoord worden. Daarbij is het belangrijk om te weten dat de puck altijd éérst over de blauwe lijn van het aanvalsvak gaat. Pas als de puck in het aanvalsvak is, mogen ook de spelers van de aanvallende partij de lijn over en het aanvalsvak betreden. Tot die tijd moeten ze achter de blauwe lijn in het neutrale vak blijven. De verdedigende partij mag altijd in dit vak, want voor hen is het aanvalsvak bij de goal aan de andere kant. Gaat een speler van de aanvallende partij de blauwe lijn over vóór de puck, dan heet dat offside. Oftewel: buitenspel. Gaat de puck weer de andere kant van het veld op, het aanvallende vak uit, dan moeten de spelers van de aanvallende partij ook weer de blauwe lijn over en het aanvallende vak verlaten.
Icing
Een icing ontstaat doordat de puck van voor de rode middenlijn over de doellijn van de tegenstander wordt geschoten en het verdedigende team de puck als eerste aanraakt. de eindzone racen om de puck te achterhalen. Wanneer de puck vanuit de eigen helft over de doellijn van de tegenstander wordt geschoten met een gelijk spelersaantal en de verdedigende speler de puck niet kan spelen, is er sprake van icing. Vervolgens wordt de face-off genomen in het verdedigingsvak van het in overtreding zijnde team. Wanneer de verdediger de puck kan spelen maar dit niet doet, of de aanvallende speler naar oordeel van linesmen eerder bij de puck kan zijn, is er geen sprake van icing en gaat het spel gewoon door. Als de doelman uit zijn doelgebied is, is er geen sprake van icing Een team in de numerieke minderheid kan geen icing veroorzaken Indien de tegenstander redelijkerwijze de puck kan spelen, dan kan de linesman besluiten om niet voor icing te fluiten.
Scheidsrechters en Linesmen
Op het hoogste niveau (bijvoorbeeld NHL en wereldkampioenschappen) wordt het spel geleid door twee scheidsrechters (referees) en twee linesmen. rode banden die zij dragen op beide armen. Op lager niveau (bijvoorbeeld Eredivisie in Nederland) is er één scheidsrechter en twee linesmen. Bij de jeugd fluiten in principe twee scheidrechters, die ook als linesmen fungeren (en geen rode banden dragen). Tijdens het spel is er een duidelijk verschil tussen de acties van de referees en de linesmen. van straffen indien regels worden overtreden. De linesmen zijn primair verantwoordelijk om de regels rond de lijnen correct toe te passen, zoals offside en icing (zie verder op deze pagina). Ook voeren zij de face-offs (spelhervattingen) uit en kunnen zij de referees op gemaakte straffen attenderen. Bij ijshockey staan er 3 of 4 scheidsrechters op het ijs. Eentje bij elke blauwe lijn, de linesmen, die op buitenspel letten. Eén of twee hoofdscheidsrechters letten op de overige overtredingen.
Hervatten van het spel na weigering
Er kunnen situaties ontstaan waarbij een team weigert het spel te hervatten. De procedures hiervoor zijn als volgt:
- Team op het ijs: Als beide teams zich op het ijs bevinden en één van de teams weigert te spelen, krijgt het team een waarschuwing om binnen 15 seconden het spel alsnog te beginnen. Weigert het team na die 15 seconden nog steeds om te spelen, dan wordt een bench minor opgelegd voor ‘Delaying the Game’ (DELAY). Als het team daarna nog steeds blijft weigeren om het spel te hervatten, dan wordt een laatste waarschuwing gegeven om binnen 15 seconden te beginnen. Als het team vervolgens blijft weigeren dan wordt nogmaals een bench Minor opgelegd voor DELAY en de Head Coach (HC) krijgt een Game Misconduct Penalty (GMP) voor REFUSE. Als duidelijk is dat het team niet verder wil spelen dan wordt de wedstrijd beëindigd. In Egrep wordt bij ‘Opmerkingen’ genoteerd dat het team weigerde verder te spelen met daarbij de wedstrijdtijd. Bij de straffen eindigen we dus met 2x bench minor voor DELAY en een GMP aan de HC voor REFUSE. Het incident wordt tevens gerapporteerd aan de bevoegde instanties.
- Team niet op het ijs: Als een team zich niet op het ijs bevindt en het voor de scheidsrechter duidelijk is dat het team niet het ijs op wil komen om de wedstrijd te beginnen/hervatten, dan zal de scheidsrechter, via aanvoerder, manager of coach, het team maximaal vijf (5) minuten de tijd geven om de wedstrijd te beginnen/hervatten en wordt er tevens een bench minor voor ‘Delaying the Game’ (DELAY) opgelegd. Komt het team alsnog binnen de 5 minuten terug op het ijs, dan wordt het spel hervat en de bench minor voor DELAY wordt uitgezeten. Als na de 5 minuten het team nog steeds niet op het ijs is gekomen dan wordt de wedstrijd beëindigd. In Egrep wordt bij ‘Opmerkingen’ genoteerd dat het team weigerde verder te spelen met daarbij de wedstrijdtijd. Bij de straffen eindigen we met een bench minor voor DELAY. Het incident wordt tevens gerapporteerd aan de bevoegde instanties.
- Gevolgen: Het team dat weigert een wedstrijd te spelen of dat weigert een wedstrijd verder te spelen, verliest die wedstrijd reglementair met 0-5, of in het geval het doelsaldo van de betreffende wedstrijd op het moment van staken groter is dan vijf, reglementair met nul doelpunten voor en het doelsaldo tegen. De competitiecommissie bepaalt of dit team nog een additionele straf krijgt opgelegd op basis van artikel 4 lid b. en c.
Straffen
IJshockey is een fysieke sport, maar niet alles is toegestaan. De hoofdscheidsrechter kan straffen geven voor overtredingen. Wanneer er een straf wordt gegeven speelt het bestrafte team met een veldspeler minder, dit wordt penaltykill genoemd. Het team dat met een veldspeler meer speelt, heeft dan een powerplay. Bij een kleine overtreding leggen ze een penalty van 2 minuten op. De speler die de straf krijgt moet dan het veld verlaten en 2 minuten op de strafbank wachten. Deze speler mag niet worden gewisseld, het team speelt tijdelijk met een speler minder. Bij een zwaardere overtreding vertrekt de speler voor 5 minuten naar de strafbank. Wordt er tijdens de 2 of 5 minuten wachttijd gescoord dan mag de speler weer het veld in.
Lees ook: warming-up spelletjes voor handbal
Hieronder staan een aantal veel voorkomende straffen:
- Minor penalty: Een twee minuten tijdstraf. De overtreder moet voor 2 minuten op de strafbank plaatsnemen. Zijn team mag geen vervangende speler op het ijs brengen (zie voor uitzonderingen: cooncident penalties). Deze straf staat op de wat lichter overtredingen zoals tripping, clipping, hooking, holding, slashing,enz.
- Bench minor penalty: Eveneens een twee minuten straf.
- Major penalty: Een vijf minuten tijdstraf. De overtreder moet voor 5 minuten op de strafbank plaats nemen. Zijn team mag geen vervangende speler op het ijs brengen. Vaak gaat een major penalty echter gepaard met een automatische game misconduct penalty. De major penalty wordt opgelegd voor de wat zwaardere overtredingen zoals bijv. die waar een verwonding uit ontstaat of kan ontstaan. Spearing en butt-ending bijv. leveren een major en een automatische game misconduct penalty op; charging, boarding, tripping, hooking bijv.
- Misconduct penalty: Een 10 minuten tijdstraf. De overtreder moet voor 10 minuten naar de kant, maar mag op het ijs door een teamgenoot vervangen worden. We spreken hier van een persoonlijke straf. Deze straf wordt opgelegd als gevolg van bijv. wangedrag. Echter ook op andere overtredingen kan een misconduct penalty staan: een poging tot spearing bijv.
- Game misconduct penalty: Een kleedkamer verwijzing. De bestrafte speler mag op het ijs onmiddellijk door een teamgenoot vervangen worden.
- Match penalty: Eveneens een kleedkamer verwijzing, echter ernstiger van aard. Bovendien: het team van de overtreder moet voor 5 minuten een vervangende speler op de strafbank laten plaatsnemen en er mag gedurende die straftijd geen vervanger op het ijs. Deze straf wordt opgelegd aan een speler die een tegenstander opzettelijk verwondt of probeert te verwonden.
- Penalty shot: Geen tijdstraf maar meer te vergelijken met een strafschop in het voetbal. De speler die het penalty shot neemt, krijgt de gelegenheid om vanaf de middenstip vrij op de doelman van de tegenpartij af te schaatsen. Een penalty shot wordt toegekend aan de tegenpartij in bijv. de volgende gevallen: een tegenstander bij een break away (geen tegenstander meer te passeren dan alleen de doelman van de tegenpartij) van achteren onrechtmatig aanvallen, opzettelijk het eigen doel verplaatsen in de laatste 2 minuten van de wedsrijd of gedurende de volledig, eventuele overtime of bij het gooien van de stick in de richting van de puck in het eigen verdedigingsvak.
- Coïncidentie penalties: Als op hetzelfde moment aan beide teams straffen worden opgelegd, dan mogen straffen van gelijke duur zgn. tegen elkaar worden weggestreept.
Deze straffen moet door de scheidsrechter gerapporteerd worden aan de Nederlandse IJshockey Bond.
Voorbeelden van overtredingen en straffen:
- Holding: Straf voor het vasthouden van de stick van een tegenstander. Standaard 2 minuten straf.
- High-sticking: Een tegenstander een check geven met een stick die met beide handen wordt vastgehouden en waarbij de stick geen enkel deel van het ijs raakt. Straf: Minor penalty of major + game misconduct. Bij verwonding: Major + game misconduct of match penalty.
- Roughing: Het gebruik van overdreven ruwheid. Straf: Minor, dubbele minor, major + game misconduct of match penalty.
- Hand pass: De puck wordt met de hand naar een medespeler gepasst. In het verdedigingsvak is het toegestaan om met de hand een pass te geven naar een medespeler, mits deze de puck ontvangt voor deze het neutrale vak ingaat. Straf: Hier staat in principe geen tijdstraf op.
- Tripping: Straf voor het haken of trippen van een doorgebroken tegenstander. Straf: Alle spelers moeten zich terugtrekken bij hun eigen spelersbank. De aanvallende speler mag vanaf de middenstip vrij op de doelverdediger van de tegenstander afschaatsen. De puck moet zich voorwaarts blijven bewegen.
Doelpunt
De puck wordt op legale wijze over de doellijn gebracht, d.w.z. via de stick. Er kan niet gescoord worden als de puck geschopt of gegooid wordt, zelfs niet als deze daarna via een speler, doelverdediger of scheidsrechter in het doel verdwijnt.
Teken van de scheidsrechter
Een teken voor spelers, coaches en toeschouwers m.b.t. Een manier om aan te geven dat scheidsrechter of linesman zaken hebben opgemerkt, maar dat deze niet bestraft worden. Ook een manier om aan te geven dat er geen doelpunt is gemaakt. Teken: De scheidsrechter brengt beide armen met open hand zijwaarts.
Einde van de wedstrijd
De wedstrijd is voorbij als er 3x 20 minuten is geseeld. Tussendoor is er 15 minuten rust. Een wedstrijd eindigt nooit in gelijkspel. Is de stand gelijk, dan wordt de wedstrijd verlengd met 5 minuten. Dit wordt overtime genoemd. Het team dat tijdens deze 5 minuten als eerste scoort, wint. De wedstrijd is dan alsnog direct afgelopen. Scoort er tijdens overtime niemand, dan volgen er penaltys. In het ijshockey noemen we dit shoot-outs. Van elk team mogen 5 spelers om de beurt proberen de puck in de goal te schieten. De speler krijgt de puck en krijgt acht seconden om een doelpunt te maken van binnen de cirkel. Het team dat na in totaal 10 shoot-outs het meest heeft gescoord, wint. Staat het nog steeds gelijk, dan volgen er sudden death shoot-outs.
Bully
Een bully wordt genomen om het spel te hervatten wanneer de wedstrijd is onderbroken wegens een blessure of voor enige andere reden, waarbij geen straf wordt opgelegd. Daarmee is de bully te vergelijken met de face-off in een ijshockeywedstrijd. Bij een bully staan twee spelers tegenover elkaar met de hockeysticks op de grond rechts van de bal. Vervolgens tikken ze één keer boven de bal met de platte kant van de stick tegen de stick van hun tegenstander waarna beide spelers de bal mogen spelen. Er gelden wel een aantal voorwaarden voor een bully. De bully mag niet binnen 15 meter van de achterlijn en niet binnen vijf meter van de cirkelrand worden genomen.
Overige Regels en Functies
- Goalie vervangen: De goalie mag altijd vervangen worden door een speler om zo met een 6 tegen 5 situatie overwicht te creëren (dit gebeurt meestal bij een achterstand kort voor het einde van de wedstrijd).
- Official scorer: Deze persoon is verantwoordelijk voor het invullen van het wedstrijd formulier. Voor aanvang van de wedstrijd worden hierop vermeld de namen van de deelnemende spelers, coaches, begeleiders, scheidsrechter en linesmen.
- Scorekeepersbench: Links en rechts van de Scorekeepersbench bevinden zich de 'Penalty benches', waar de teams de straftijden moeten uitzitten.