De Geschiedenis van het Hans Witteveen Toernooi en RKSV Wilhelmus

De voetbalvereniging Wilhelmus, tegenwoordig bekend als v.v. Wilhelmus, kent een rijke historie die teruggaat tot het begin van de 20e eeuw. De club is opgericht in een tijd waarin sport nog niet de vanzelfsprekendheid was die het nu is.

De Oprichting van RKSV Wilhelmus

In de zomer van 1913, aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog, besloten pastoor John M. van Houten en Monseigneur Van Stee in Voorburg om een voetbalvereniging op te richten. Op 1 augustus 1913 was de geboorte van RKSV Wilhelmus een feit. De Rooms Katholieke Sportvereniging (RKSV) zou later, in de jaren zestig, plaatsmaken voor de meer algemene Voetbalvereniging (v.v.) Wilhelmus.

Monseigneur Willem van Stee, geboren in 's Heer Arendskerke (Zeeland) op 22 januari 1846, speelde een cruciale rol in de oprichting. Hij was een sociaal bewogen man, die zich inzette voor de arbeidende klasse en stond bekend als de 'rode pastoor'. Van Stee richtte een jongelingenvereniging op, de Pancratiusvereniging, en was betrokken bij de oprichting van een jongensschool, een afdeling van de rooms-katholieke Volksbond, en diverse verenigingen en fondsen. Uit deze afdeling ontstonden onder meer het zieken- en uitkeringsfonds ‘St. Joannes de Deo’, de harmonie ‘St.Caecilia’, de coöperatie Bakkerij en Verbruiksver. ‘Onderling Vertrouwen’, en het Maria-gesticht aan het Oosteinde annex naaischool. De sportclub Wilhelmus werd naar hem vernoemd. In 1913 nam hij afscheid als pastoor en werd rector van het door hem gestichte ‘Gesticht voor Pension op deftige stand: oude mannen en oude echtelieden en ziekenverpleging met wijkverpleging’, dat St.Antoniushove ging heten. Vanwege zijn grote verdiensten werd hij benoemd tot buitengewoon kamerheer van Z.H. en mocht hij zich sindsdien met de titel ‘Monseigneur’ tooien. Op 29 juli 1930 overleed hij op 84-jarige leeftijd.

De oprichting van een sportvereniging was geen eenvoudige opgave, aangezien het belang van sport in die tijd nog niet breed werd erkend. De heren J. v.d. Akker (voorzitter), C. van Gerwen (secretaris) en P. v.d. Akker (penningmeester) namen deze uitdaging op zich. Ze werden bijgestaan door een clubcommissie bestaande uit P. de Graaf, G. Meeuwisse, S. van Oosten en Chr. Starrenburg.

De Eerste Jaren en Sportieve Uitdagingen

Wilhelmus begon met ongeveer 15 jongeren onder de leiding van Pastoor Houtman, een technisch leider met uitzonderlijke kwaliteiten. Zijn doel was om het spelpeil te verhogen en de vereniging naar een hoger niveau te tillen. In de beginjaren speelde Wilhelmus voornamelijk vriendschappelijke wedstrijden tegen clubs als ADO, VUC en Sparta, die al in de competitie van de N.V.B. uitkwamen. De successen in deze wedstrijden leidden ertoe dat Wilhelmus al snel werd opgenomen in de 1e Klasse van de Haagse Voetbal Bond.

Lees ook: Hans Kroes: Een diepgaande biografie

Een Wilhelmus-elftal omstreeks 1920 op het eerste terrein, naast het toenmalige ziekenhuis Antoniushove aan het Oosteinde, vlakbij de Wijkerbrug waar nu Vlietwijck is. Het team hoopte spoedig op een promotie naar de 2e Klasse. Echter, in 1920 trad de club toe tot de Katholieke Bond R.K.F., wat sportief gezien een minder gunstige periode inluidde. In plaats van te worden ingedeeld in de 3e Klasse N.V.B., kwam Wilhelmus nu in de 2e Klasse van de R.K.F. terecht. Dit viel de spelers zwaar. Aangezien de Katholieke voetbalbond uit veel minder verenigingen bestond, moesten er verre reizen gemaakt worden. I.v.m. die verre reistijden besloot menig lid om als lid te bedanken, waaronder een aantal prominenten voetballers.

Een historische wedstrijd in de 1e Klasse, tegen Graaf Willem II, zou een rampzalig einde kennen met verstrekkende gevolgen voor Wilhelmus. Een onrechtvaardig gegeven, en na gestopt te zijn, weer overgenomen strafschop was het sein voor de spelers om het veld voortijdig te verlaten. Deze desillusie en de mening dat het met de R.K.F. nooit wat zou worden, deed menigeen besluiten om met bloedend hart de vereniging te verlaten. Er bleven slechts 14 leden over om Wilhelmus in stand te houden.

De R.K.F. voetbalbond zou nooit echt sportief glorieuze tijden kennen. Echter de klinieken van het pension St. Antoniushove, er was inmiddels ook een oogheelkundige kliniek, waren niet meer berekend op een toevloed van meer dan 1300 mensen in een jaar. Uitbreiding werd dus noodzakelijk en in 1926 ging men daarmee van start. Door deze uitbreiding moest Wilhelmus zijn gezellige veld verlaten om op een ander veld opnieuw te beginnen. Ondanks dat dit terrein afgelegen lag en bijna niet geschikt was voor voetbal kostte het toenmalige bestuur nog veel moeite om de hand te leggen op dit stukje grond. Uiteindelijk kon men beginnen om met man en macht keihard te werken om van dit nieuwe terrein een volwaardig voetbalcomplex van te maken. Maar ondanks al het harde werken deed de verhuizing naar dit terrein de vereniging niet goed en kwam er qua ledental een periode van inzinking. Met de spelers hadden ook vele bestuursleden bedankt. De heer F. Thoms werd bereid gevonden om Wilhelmus uit de put te helpen, hij werd de opvolger van voorzitter V. d. Akker. Na het rampjaar 1927 bezat Wilhelmus nog slechts één voetbalelftal. In deze moeilijke tijd vervulde de heer Jac. Zaat de taak van secretaris, een functie die hij tot 1943 zou vervullen. Na een korte periode nam de heer Wehn, eind jaren twintig, de voorzittershamer over van dhr. Thoms.

Sportieve Successen in de Jaren '30

Na alle tegenspoed kwam er eindelijk goed nieuws. De bisschop van Haarlem stelde kapelaan J. In die tijd viel ook de overgang van het Haagse E.D.O.H, een sterke 2e Klasser uit de R.K.F. naar Wilhelmus, wat de Voorburgers enkele zeer trouwe leden oplevert. Er kon weer een stevig elftal gebouwd worden. Het hoogtepunt was in 1929 met het winnen van de Bisschopsbeker. Alle Katholieke verenigingen binnen het bisdom Haarlem streden om deze fel begeerde prijs. Wilhelmus stond in de finale tegenover H.B.C.. Voor deze finale werd er afgereisd naar Heemstede. Na dit succes volgde er meer. Onder de bezielende leiding van het bestuur werd ongeslagen het kampioenschap van de 2e Klasse D.H.V.B. Een jaar later werd bijna dezelfde ploeg, na een nek aan nek race met het Poeldijkse P.F.C. kampioen van de 1e Klasse D.H.V.B. en deed Wilhelmus zijn intrede in de I.C.V.B. (de voormalige R.K.F.). De eerste jaren in de I.C.V.B. ging alles goed. Wilhelmus was een gevreesde tegenstander en speelde telkens mee om de bovenste plaatsen. Echter het spelen in de I.C.V.B. stelde zware eisen aan de portemonnee van de spelers want er moesten verre reizen gemaakt worden. Zo werden er bijvoorbeeld wedstrijden gespeeld in Haarlem, Lisse, Sassenheim, Woerden en Gouda. Alle reisgelden moest door de spelers zelf betaald worden.

In een relatief korte tijd volgde de ene voorzitter de andere voorzitter op. Na de heer Wehn werd C. de Vette voorzitter van Wilhelmus en daarna volgde wederom Wehn. In 1933 kwam er een einde aan zijn tweede periode als voorzitter en werd Wehn opgevolgd door F. In de jaren dertig kwam de bloeiperiode van buurtgenoot TONEGIDO. Dit trok niet alleen veel publiek bij Wilhelmus weg, ook de minder trouwe leden veranderde hierdoor van club. In de tweede helft van de dertiger jaren (1935-1939) was het een kleine groep getrouwen in het eerste seniorenelftal van Wilhelmus die de eer van de club hoog hielden. Het was een voortdurend geworstel om de fatale laatste plaats (degradatie) in de 2e Klasse van de I.C.V.B. (met succes) te ontlopen. Zoals eerder aangegeven, er waren in de dertiger jaren niet meer zoveel mensen die Wilhelmus financieel ondersteunde. Omdat er dus bijna geen geld meer beschikbaar was werden alle voorkomende werkzaamheden door de leden zelf verricht.

Lees ook: Rijntjes' Invloed op Handbal

De Tweede Wereldoorlog en de Noodcompetitie

Na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd er overal in Europa de algehele mobilisatie afgekondigd, zo ook in Nederland. Dit had natuurlijk ook zijn weerslag op het reilen en zeilen in de sportwereld. Praktisch alle clubs zagen veel leden naar kazernes vertrekken waardoor vele voetballers tot aan de meidagen van 1940 voor het vaderland moesten strijden. Hierdoor kwamen veel clubs met incomplete teams te zitten. De KNVB besloot daarom een noodcompetitie in te stellen waarin geen promotie of degradatie aan waren verbonden. Het eerste elftal van Wilhelmus was uit de volgende spelers samengesteld; L. Gordijn (keeper), B. Kokshoorn, Fr, van der Kleij, S. de Hartog, P. Hillenaar, B. Barnhorn, W. van der Meer, C. van de Ham, G. de Water, G. Zalmé, J. de Water, F. Maessen, J. Hooijmans en A.

In verband met de Tweede Wereldoorlog had het voetballen om begrijpelijke redenen niet de hoogste prioriteit. Toch ging het voetbalwereldje, na de capitulatie van Nederland, gewoon weer verder. De Duitse bezetter bracht naast een hoop ellende toch ook nog iets goeds want in juli 1940 werden alle bestaande voetbalbonden in Nederland samengevoegd tot één grote bond, de N.V.B. (het predicaat “Koninklijk” was door de bezetter ontnomen). De Katholieke voetbalbond hield hiermee dus op met bestaan. Een besluit dat warempel in het voordeel van Wilhelmus uitpakte en de Voorburgse club werd zodoende in het seizoen 1940-1941 in de 4e Klasse van de N.V.B. geplaatst. Omdat de teams in de 4e Klasse N.V.B. zwakker waren dan in de I.C.V.B. hoefde Wilhelmus niet meer voortdurend te worstelen om degradatie te voorkomen. Sterker nog, er kon weer meer aandacht besteed worden aan de opbouw van een nieuw team. Zo zagen we in het eerste elftal de nieuwe namen van de jongere leden zoals A. Boting, gebroeders Cabooter, P. v.d. Ham, S. de Hartog, gebroeders Heijnen, P. Hillenaar, J. Hooijmans, F. v.d. Klei en leden van de diverse families Kokshoorn, Van Steenbrugge, In ‘t Veen en G.

Volgens het clubblad van 12 september 1941 beschikte Wilhelmus nog over 3 senioren- en twee junioren-elftallen, met de intentie van de elftalcommissie om spoedig een extra senioren- en junioren-elftal voor de competitie in te schrijven. Op 9 januari 1942 meldde het clubblad dat het 2e seniorenelftal van Wilhelmus kampioen was geworden. Het terrein van Wilhelmus werd op een gegeven moment door de Duitsers ook gevorderd. Toch mocht Wilhelmus echter van de bezetter wel gebruik blijven maken van haar terrein. Dit was mede te danken aan de vicevoorzitter F. De training werd vanaf seizoen 1942-1943 verzorgd door oud-International J. de Bruijn. Uit de moeilijke periode van de Tweede Wereldoorlog zijn nog elf weekberichten bewaard gebleven. Deze bladen verschenen onder de titel “Wilhelmus-Nieuws”, weekbericht van de R.K. Sportvereniging Wilhelmus. Secretariaat: Westeinde 89 te Den Haag. Van het seizoen 1943-1944 is van de R.k.s.v.

Na de gebeurtenissen in Nederland op 6 september 1944, beter bekend als “Dolle Dinsdag”, kon onder meer de voetbalcompetitie, die op 10 september zou beginnen wel worden vergeten omdat deze in zijn geheel door de bezettende macht werd verboden. Ook de jaarvergaderingen werden door de nazi-politiepresident verboden. De “Dolle Dinsdag” luidde weliswaar het begin van het einde van de oorlog in maar voor Nederland kwam eerst nog de ellendige periode van de bezettingstijd, gekenmerkt door enorme schaarste, vreselijke honger en bittere kou. Op 5 mei 1945 kwam dan eindelijk de onvergetelijke Bevrijdingsdag, de dag die voor allen, die hem bewust beleefden, nimmer zal worden vergeten.

De Naoorlogse Periode en de Zilveren Burcht Bokaal

Gedurende het seizoen 1945-1946 had de v.v. Wilhelmus het genoegen om de voetbalvereniging Archipel te morgen herbergen. “Ome Nelis” Wesseling wilde na de oorlog een vervolg maken van de seriewedstrijden van voor de oorlog en bedacht “De Zilveren Burcht” bokaal. In 1946 werd het eerste “Burchttoernooi” gehouden, waarvan Wilhelmus de winnaar van werd. Het eerste elftal van Wilhelmus, sinds 1942 getraind door oud-international J. de Bruin, verkeerde in het seizoen 1946-1947 in een zodanige conditie dat er met RKAVV gestreden kon worden om de eerste plaats. Helaas verloor Wilhelmus op 19 februari 1947 met 3-2 van R.K.A.V.V. Van de 17 competitiewedstrijden (de laatste wedstrijd tegen ESDO werd niet meer gespeeld) wist Wilhelmus er 10 te winnen, 4 gelijk te spelen en 3 te verliezen. Met 24 punten, en een doelsaldo van 47-32, eindigde men op de tweede positie van de ranglijst.

Lees ook: De carrière van Hans van Breukelen

In het seizoen 1948-1949 lukte het dan toch! In eerste instantie werd er in de kampioenswedstrijd nog met 0-1 verloren, treurnis alom dus aan het Oosteinde. Een week later kon Wilhelmus alsnog gehuldigd worden. De benodigde beslissingswedstrijd tegen hetzelfde DSO werd, op het terrein van DHC, met maar liefst 5-0 gewonnen en zodoende was het kampioenschap van de 4e klasse D alsnog binnen. Na al die jaren bleek toch wel enigszins dat het eerste elftal van Wilhelmus nog niet de mentaliteit bezat die nodig was om in het voetbal successen te boeken. Het scenario van het seizoen 1948-1949 werd herhaald in het seizoen 1950-1951. Wilhelmus werd wederom kampioen, ditmaal van de zondag 4e klasse B maar liep weer de promotie mis. Op het Archipel-terrein werd een ongelukkige wedstrijd gespeeld. Voor het seizoen 1951-1952 werd Wilhelmus 1 ingedeeld in de zondag 4e Klasse A, d…

Jurrie Koolhof: Een Ode aan "Billy the Kid" en Zijn Link met Hans Witteveen

Slechts enkele dagen nadat PSV en FC Groningen elkaar voor het laatst ontmoet hadden, overleed één van de meest sympathieke oud-aanvallers van beide clubs: Jurrie Koolhof.

Het Begin van een Carrière

Op 10 januari 1960 wordt Jurrie Koolhof geboren in het Groningse dorp Beerta. Zijn profcarrière begint 16,64 kilometer verderop, in het stadion aan De Langeleegte in Veendam. Na een paar seizoenen klopt Vitesse bij hem aan. Koolhof is geïnteresseerd en verkast naar Arnhem. Al na één seizoen in het geel-zwart klopt PSV op de deur. Voor de Groninger is het belangrijk dat de club buiten het veld met hem meedenkt, en zo valt de keuze uiteindelijk op PSV.

"Billy the Kid" bij PSV

Koolhof stroomt in bij PSV op een moment dat het niet lekker loopt bij de club. Berry van Aerle had net zijn eerste seizoen bij PSV achter de rug toen Koolhof bij PSV kwam. Van Aerle vond hem een prettig mens. “Hij was een voorbeeldig prof en een goede voetballer. Wij noemde hem altijd Billy the Kid omdat hij altijd zo snel kon uithalen. Hij fietst sneller dan Kid zeiden wij dan.” Willy van de Kerkhof vult aan: “Het was een scherpe spits. In het voetbal eiste hij alles op."

In het seizoen 1983-1984 vormden Thoresen en Koolhof een gouden koppel. Beide spitsen troffen 23 keer het doel. Naast dat ze elkaar op het veld gemakkelijk konden vinden, was er ook buiten het veld een goede klik. Bovendien konden de vrouwen van beide voetballers goed met elkaar overweg. Koolhof betrok een woning in Oirschot waar hij samen met zijn vrouw in alle rust kon wonen.

Persoonlijkheid en Speelstijl

Op de vraag wat voor persoonlijkheid Koolhof had, zeggen Van de Kerkhof en Van Aerle allebei hetzelfde: Jurrie was een rustige, bescheiden man. Van de Kerkhof herinnert zich nog een verjaardag van Koolhof. “Hij was jarig en wij gaven hem toen een bal. Omdat hij altijd een bal bij zich had. Dat kon hij wel waarderen.” In het veld was Koolhof iemand die boos werd maar eigenlijk niet boos kon worden, aldus Van de Kerkhof. Van Aerle vond het een prettige speler om in het team te hebben. “Hij straalde de rust uit en bleef met twee benen op de grond staan. Dat deed ik eigenlijk ook wel. Ik kon altijd goed met hem opschieten. Ik kan hem alleen maar prijzen om zijn voetbalkwaliteiten en als mens.”

Waar Koolhof geroemd werd om zijn fantastische harde schoten, vonden sommigen hem egoïstisch. “Hij ging vaak voor zichzelf”, beaamt Van de Kerkhof. “Sommigen konden daar niet zo goed tegen.” Van de Kerkhof zag het niet persé als een nadeel. Ook Van Aerle vond dit niet negatief: “Ik denk dat een spits soms egoïstisch moet zijn. Hij was een echte spits. Wanneer hij de kans had, schoot hij op doel. Dat zie ik meer als een kwaliteit dan een nadeel.”

De Blessure en de Impact op Zijn Carrière

In de tijd dat hij voor PSV uitkwam wist hij 69 keer te scoren in 106 wedstrijden. Toch hadden dat er veel meer kunnen zijn. We gaan terug naar 23 april 1984. PSV speelt in het Philips Stadion tegen Go Ahead Eagles. Het is een eenvoudige wedstrijd voor de ploeg van trainer Jan Reker. Voor Jurrie Koolhof wordt het een wedstrijd om nooit te vergeten, maar dan in negatief opzicht. Michel Valke geeft een dieptepass die tegen de rug van Go Ahead verdediger Hans Witteveen aan komt. De bal maakt daardoor een rare beweging. Koolhof probeert de bal nog in bezit te houden. Tevergeefs. Zijn knie begeeft het. Pas een jaar later wordt bekend wat er met de knie van Koolhof aan de hand is. Zijn voorste kruisband is gescheurd.

Van de Kerkhof heeft zelf ook een knieblessure gehad. Hij praatte daar wel over met Koolhof. “Je hebt het daar als spelers onderling wel over. Je zegt tegen elkaar dat het goed komt. Dat is misschien wel de reden dat hij zolang deed over de revalidatie. Om zo goed mogelijk terug te komen.” Toch denkt Van de Kerkhof dat de blessure van Koolhof beslissend geweest is voor het verdere verloop van zijn carrière: “Als hij niet zo lang geblesseerd was, had het een topspits kunnen worden.” Ook Van Aerle sprak met Koolhof over de blessure. “Je spreekt daar over met elkaar. Door die blessure kon hij lange tijd niet spelen en heeft hij echt stilgestaan. Ook voel je jezelf op zo’n moment geen onderdeel van de groep. Hij wilde graag terug komen en dat is hem gelukt. Als groep hebben we er ook voor gezorgd dat het echt een team bleef. We pepten elkaar in positieve zin op in zulke momenten.”

Scout bij FC Groningen

Koolhof werd scout bij FC Groningen en was mede verantwoordelijk voor het halen van Dušan Tadić, Virgil van Dijk en Filip Kostić naar Groningen. Wanneer hij en Van Aerle op toernooi waren of in het buitenland voor het werk trokken ze met elkaar op. “Soms reden we dan samen naar het stadion toe. Ook hebben we regelmatig met elkaar gegeten als we op pad waren."

tags: #hans #witteveen #toernooi #geschiedenis