Handbal voor dames onder 20: Een complete gids voor regels en spel

Handbal is een dynamische en snelle teamsport die wereldwijd wordt beoefend. Het is een sport voor mensen die van actie houden, dynamisch, snel en flitsend. Daarnaast is teamspirit erg belangrijk bij deze sport. Om te winnen moet je namelijk erg goed samenwerken met je teamgenoten. Het doel is natuurlijk om meer doelpunten te maken dan de tegenpartij, één punt meer is al voldoende. Wil je deze sport gaan beoefenen, dan moet je wel tegen een stootje kunnen. Lichamelijk contact is in deze sport namelijk gewoon toegestaan. Vooral als zaalsport vereist het de beschikbaarheid van sporthallen, wat de verspreiding ervan beïnvloedt. Anders dan oudere sporten zoals voetbal, heeft handbal zich in relatief korte tijd ontwikkeld en een positie verworven. Deze gids biedt een overzicht van de belangrijkste aspecten van handbal, van de juiste balmaten voor verschillende leeftijden tot de basisregels van het spel, met speciale aandacht voor de regels die gelden voor dames onder de 20 jaar.

Geschiedenis van handbal

Volgens de Nederlandse overlevering komt handbal oorspronkelijk uit Duitsland. Het was de Duitser Max Heiser die handbal voor het eerst spelregels gaf. Deze regels werden in 1917 officieel vastgelegd door de turnbond onder de officiële naam: ‘Bestimmungen für die Abhaltung des Handbalspieles für die Damenabteilungen des Berliner Turnrathes’. Je ziet dus dat handbal in eerste instantie alleen door meisjes werd beoefend en als tweede zie je dat het gebruikt werd door de Berlijnse Turnraad. Aan het begin van de 20ste eeuw wilde men de sporttak gymnastiek verbreden door ook balspelen aan het scenario toe te voegen, aangezien voetbal een mannensport was en tennis alleen voor de elite, was handbal uitermate geschikt voor de meisjes. Later voegden de heren zich ook toe. De Duitse speelwijze is uiteindelijk de basis geworden voor het internationale handbal. De spelregels waren een combinatie van basket-, korf- en voetbalregels. Via een uitwisseling tussen Hamburgse- en Berlijnse turnverenigingen kwam handbal in Groningen terecht waar de basis werd gelegd voor het Nederlandse handbal. In die tijd werd handbal nog op aangepaste voetbalvelden gespeeld en (ook opvallend) met elf spelers. De eerste competities werden in de jaren ‘20 gespeeld. Het doelgebied was vierkant (afgeleid van het voetbal) en er mocht vanaf 5 meter geschoten worden. Ballen waren voor de keeper vrijwel niet te houden. Het waren de kleine mankementjes van een beginnende sport in opkomst. In 1930 vond de eerste strijd om het landskampioenschap plaats en in 1935 werd in Den Haag de eerste interland tegen Duitsland gespeeld. Er werd kansloos verloren met 15-2. In 1935 kreeg handbal zijn eigen bond, het Nederlands Handbal Verbond. Momenteel heeft de bond ruim 50.000 leden. Om praktische redenen werd handbal met zijn elfen afgeschaft en vervangen door het huidige handbal, met zijn zevenen. Ook het gras was verleden tijd en werd vervangen door ons eigen veldhandbal. Veldhandbal wordt vaak gespeeld op asfalt of op kunstgras. Later deed eindelijk ook het zaalhandbal zijn intrede in Nederland. Op 17 juli 1947 werd in de Houtrusthallen in Den Haag de eerste demonstratie gegeven door de heren.

Handbalvormen

Er bestaan een aantal vormen van handbal: zaal- en veldhandbal, beachhandbal, straathandbal, mini-handbal, studentenhandbal en recreantenhandbal. Iedere vorm heeft zijn eigen regels. In de zomermaanden wordt steeds vaker Beach Handball gespeeld. Voor deze stoere handbalvorm zijn aparte regels opgesteld. Elk jaar spelen de nationale teams kwalificatiewedstrijden om zich te kwalificeren voor een Europees kampioen- schap (EK handbal) of voor het wereldkampioenschap (WK handbal). Er vindt afwisselend een EK en dan een WK plaats. De basisregels van handbal gelden allemaal bij deze vorm van handbal. De teams bestaan uit 7 spelers, met 7 wisselspelers op de bank. Het speelveld bestaat uit twee helften die beiden een eigen doel hebben.

De spelers en speeltijd

Een handbalteam bestaat uit zeven spelers; zes veldspelers en één keeper. Een team kan bestaan uit maximaal 14 spelers. Zeven spelers staan op het veld (6 veldspelers en 1 doelverdediger) terwijl de overige 7 spelers van het team optreden als wisselspelers. Tussen de veld- en wisselspelers is een vliegende wissel mogelijk. De spelerswissel mag alleen worden uitgevoerd via de wissellijn. Deze definieert de wisselzone buiten het speelveld, waar zich de wisselspelers ophouden en verloopt aan de langszijde van het speelveld, steeds vanaf de middellijn 4,5 m naar links en rechts. Als een speler ongeoorloofd de wissellijn overschrijdt, begaat hij een wisselfout. Deze wordt bestraft door de overtredende speler van het veld te sturen en de tegenpartij een vrije worp toe te kennen. Bij de hogere handbaldivisies vervangen sommige ploegen bij aanvallen soms de doelverdediger voor een extra veldspeler zodat er in totaal 7 veldspelers zijn om de aanval uit te voeren. Als de ploeg de bal verliest, wordt de doelverdediger weer ingewisseld. Deze tactiek wordt hoofdzakelijk toegepast bij landelijke competitiewedstrijden. Bijvoorbeeld, als de stand vlak voor het einde van de wedstrijd nog steeds gelijk is en alles op een kaart wordt gezet.

Normaal gesproken bestaat een handbalwedstrijd uit twee speelhelften die ieder 30 minuten duren. Bij jeugdhandbal wordt er ook vaker voor een kortere speeltijd gekozen, maar dat varieert nogal. Een handbalwedstrijd bestaat gewoonlijk uit twee speelhelften van 30 minuten. Bij de jeugd kiest men deels ook voor kortere speeltijden. Wanneer er bij bepaalde wedstrijden sowieso een winner uit de bus moet komen (bijvoorbeeld bekerwedstrijden) en het na 60 minuten nog steeds gelijkspel is, vinden er twee verlengingen van steeds 5 minuten plaats. Als de tweede verlenging ook geen winnaar oplevert, wordt deze bepaald door 7-meterworpen. Uitgesloten, gediskwalificeerde spelers en spelers die van het veld zijn gestuurd, mogen hieraan niet deelnemen. Ieder team wijst 5 spelers aan die beurtelings een doelworp uitvoeren.

Lees ook: Plezier en Groei in Handbal

Het speelveld

Handbal wordt gespeeld op een speelveld van 40 meter lang en 20 meter breed. Bij de F en H jeugd is het veld kleiner. Het veld bestaat uit twee speelhelften met aan beide kanten een doel van 3 meter lang en 2 meter hoog. Het doel is afgeschermd door een halve cirkel waar alleen de keeper mag komen. Deze halve cirkel is 6 meter rond. Het speelveld meet 40 x 20 meter en wordt door talrijke lijnen begrensd en doorsneden.

  • De zijlijnen en de achterlijnen omsluiten het veld.
  • De middenlijn loopt door het midden van het speelveld.
  • Het doelgebied wordt door een ononderbroken halve cirkel met een straal van 6 meter gedefinieerd. Dit gebied mag alleen door de doelverdediger worden betreden.
  • De gestippelde vrijeworplijn ligt negen meter voor het doel.
  • Tussen de doelcirkel en de vrijeworplijn ligt de 7-meterlijn.
  • Aan een van de zijlijnen ligt de wissellijn die vanaf de middenlijn steeds 4,5 m naar rechts en links loopt.

De bal

De bal die gebruikt wordt bij handbal is altijd gemaakt van kunststof en leer. De handbal is gemaakt van kunststof of leer. De diameter van de bal varieert al naargelang geslacht en leeftijd van de teams. Een handbal voor herenteams heeft een omvang die ongeveer 10 cm kleiner is dan een voetbal, maar hetzelfde weegt. Daardoor kunnen handballers hem beter grijpen en harder gooien dan een voetbal. Vaak wordt de bal behandeld met hars zodat de spelers hem beter met één hand kunnen vangen en vasthouden. Hoe groot de bal is, varieert nogal. Dit wordt afgestemd op de leeftijd en het geslacht van de spelers. De handbal die gebruikt wordt door herenteams heeft een omvang van ongeveer 10 cm kleiner dan een voetbal. De bal weegt echter hetzelfde als een voetbal. Hierdoor is hij beter vast te pakken en kan hij harder worden gegooid dan een voetbal. Een handbal wordt meestal behandeld met hars, zodat het makkelijker is voor de spelers om hem met één hand vast te houden en te vangen. Dit is echter niet altijd toegestaan in speelhallen, aangezien hars plakkerige sporen op de vloer kan achterlaten.

Spelregels en overtredingen

Wanneer een speler de bal krijgt, mag hij deze slechts drie seconden vasthouden als hij stilstaat. Je mag met de bal lopen, maar wel maar maximaal drie stappen. Na iedere derde stap moet de bal een keer op de vloer stuiten, dan mogen spelers ermee rond blijven lopen. Staande mogen de spelers de bal slechts drie seconden vasthouden. Met de bal in de hand mogen zij slechts drie stappen doen.

Wat je allemaal mag doen met de bal, is een stuk minder streng dan bij voetbal. De bal mag met de handen, armen, hoofd, bovenbeen, romp of knie worden geworpen, opgevangen of gestopt worden door de spelers en hij mag met de hand of vuist worden geslagen. Contact met de onderbenen en voeten is dan juist weer niet toegestaan. De spelers kunnen de bal overpakken van de tegenpartij als het hen lukt om de bal met open hand af te pakken. De bal uit de hand van een tegenspeler slaan is niet toegestaan en wordt gezien als fout. De bal mag met de handen, armen, hoofd, romp, bovenbeen of knie worden geworpen, opgevangen, gestopt en met hand of vuist worden geslagen. Contact met onderbenen en voeten is niet toegestaan. Een speler kan in balbezit komen als het hem lukt de bal op de tegenspeler met open hand te veroveren.

Bij een foul is er sprake van het onsportief belemmeren van het vermogen van een speler om de bal te werpen door middel van vastgrijpen, omklemmen, stoten en vasthouden. Een foul wordt meestal bestraft met een vrije worp voor het belemmerde team. Als een speler er door vastgrijpen, omklemmen, stoten en vasthouden op een onsportieve manier aan wordt gehinderd de bal te werpen, wordt dit gezien als een foul en wordt doorgaans bestraft met een vrije worp. Het kan zijn dat de scheidsrechter de belemmerende speler een gele kaart geeft. Dit is vooral bedoeld als waarschuwing en heeft nog geen invloed op het verdere verloop van de wedstrijd. Als de scheidsrechter een speler de gele kaart toont, is dit een waarschuwing die geen onmiddellijke uitwerking heeft op het verloop van de wedstrijd. Mocht de speler een tweede overtreding begaan waarvoor hij of zij een gele kaart ontvangt, dan wordt dit bestraft met een uitsluiting van de wedstrijd van 2 minuten. Een tweede overtreding van de speler, die de gele kaart rechtvaardigt, wordt bestraft met een 2-minuten uitsluiting. Het team moet dan verder spelen met een speler minder. Wanneer een speler na zo’n uitsluiting een tweede keer een 2 minuten uitzondering krijgt, is dit een rode kaart en wordt de speler gediskwalificeerd voor die wedstrijd. Als een speler voor de tweede keer wordt bestraft met een 2-minuten uitsluiting, wordt hij gediskwalificeerd met de rode kaart en mag voor de verdere rest van de wedstrijd niet meer worden ingewisseld. Die speler mag dan ook niet gewisseld worden. In sommige gevallen kunnen spelers bij handbal na 1 overtreding al een rode kaart krijgen, bijvoorbeeld bij agressief of ernstig onsportief gedrag.

Lees ook: Alles over het WK Handbal voor Vrouwen

In principe heeft handbal geen buitenspel zoals we dat kennen bij voetbal. Aangezien de regels van voetbal en handbal erg op elkaar lijken, zijn er ook mensen die vinden dat buitenspel bij voetbal afgeschaft zou moeten worden.

Worpen en Time-out

Beginworp > Dit is de eerste worp van de wedstrijd, waarmee hij officieel begint. De beginworp wordt na het beginsignaal van de scheidsrechter in het midden van het speelveld uitgevoerd. Daarbij moet de speler met één voet de middenlijn aanraken, terwijl de andere voet op de eigen helft moet staan. Spelers van de tegenpartij moeten op een afstand van 3 meter van de speler blijven die de beginworp uitvoert.

Vrije worp > Een vrije worp wordt gegeven als de tegenpartij een fout begaat. De vrije worp wordt uitgevoerd als gevolg van overtredingen, bijvoorbeeld als een speler van de aanvallende ploeg binnen de doelcirkel komt. De vrije worp wordt uitgevoerd op de plek waar de overtreding werd begaan. Overtredingen die met een vrije worp worden bestraft op een afstand van minder dan 9 meter van het doel van de tegenpartij worden genomen aan de vrijeworplijn.

Inworp > De inworp is de worp waarmee een nieuwe periode in de wedstrijd ingaat, of wordt uitgevoerd na het scoren van een doelpunt. Als de bal buiten het speelveld komt, wordt de inworp uitgevoerd.

Uitworp > Deze worp wordt uitgevoerd door de doelverdediger, wanneer de bal over de lijn is gegaan en daarom uit is. De uitworp wordt uitgevoerd door de doelverdediger en vindt plaats als de bal over de doellijn het speelveld verlaat en voor het laatst werd aangeraakt door de aanvallende ploeg of de doelverdediger van de verdedigende ploeg of wanneer de bal in het doelgebied blijft liggen. Anders dan bij voetbal, waarbij de keeper bij de doellijn moet blijven, mag de keeper bij handbal maximaal 4 meter voor zijn doel staan.

Lees ook: Oliveo Handbal Heren 1: Alles wat je moet weten

7-meterworp > Bij de 7-meterworp gaat een speler voor de 7-meterlijn staan en probeert hij of zij na het fluitsignaal te scoren. Als een duidelijke doelkans wordt verhinderd door een foul of door het betreden van het doelgebied, wordt de gelijkheid van kansen weer hersteld door een 7-meter worp. De werpende speler gaat voor de 7-meter staan en probeert na het fluitsignaal een doelpunt te scoren. Zo lang de speler de bal vasthoudt, mag hij de 7-meter lijn niet aanraken of overschrijden.

Een time-out is bij handbal in een aantal situaties verplicht: een tijdelijke uitsluiting van 2 minuten, een diskwalificatie na een rode kaart, een fluitsignaal door de tijdwaarnemer of andere waarnemer, overleg tussen scheidsrechters bij een verschil in mening, een wisselfout of wanneer er een speler te veel op het veld is. Daarnaast kan een scheidsrechter er in bepaalde situaties voor kiezen om een time-out te geven: bij invloeden van buitenaf, een geblesseerde speler, een bal die het plafond raakt, het vertragen van de uitvoering van een worp, of wanneer een speler de bal weggooit of hem niet afgeeft.

Wisselen

Een team bij handbal bestaat uit maximaal 14 spelers, waarvan er 7 op het veld staan en de andere 7 op de bank zitten als wisselspelers. Over het algemeen komen alle spelers altijd op het veld in een wedstrijd. Tussen de veldspelers en de wisselspelers mag een vliegende wissel plaatsvinden. Dit mag alleen worden uitgevoerd via de wissellijn op het speelveld. De speler die het veld in gaat, wacht in de wisselzone. Het komt in hogere wedstrijd wel eens voor dat een team ervoor kiest om tijdelijk hun doelverdediger te wisselen voor een extra veldspeler, zodat ze actiever kunnen aanvallen.

Acties, overtredingen en straffen

Stuiten en tippen: Wanneer je de bal vangt, mag je hierna onbeperkt tippen. Pak je de bal na het tippen weer met één of twee handen vast, dan ben je hierna verplicht hem te spelen. Wanneer je de bal hebt, is het toegestaan om drie passen te zetten. In principe is dit een duidelijke regel, maar in de praktijk kan hij nog wel eens lastig zijn. Door je snelheid of het gebruiken van bijzondere technieken, lijkt het al snel alsof je meer passen maakt dan toegestaan. Het tellen van de passen begint pas als je de bal vangt en op de grond staat. Mocht je de bal vangen in een sprong, dan heb je volgens de regels nog geen pas gemaakt. Daarnaast is er een 3-secondenregel bij handbal. Deze regel houdt in dat je de bal 3 seconden vast mag houden, daarna moet je hem spelen, een stuit maken of de bal tippen.

Persoonlijke straf: Een persoonlijke straf krijgt een speler wanneer hij of zij tijdens de wedstrijd een overtreding maakt die op het lichaam van een tegenstander is gericht. Er bestaan vier soorten persoonlijke straffen, namelijk een waarschuwing met een gele kaart, een uitsluiting van 2 minuten, een diskwalificatie na een rode kaart zonder schriftelijk rapport of een diskwalificatie na een rode kaart met schriftelijk rapport.

Passief spel: Passief spel is een overtreding waarvoor je geen persoonlijke straf krijgt. Voorbeelden van passief spel zijn dat een team de laatste minuten van de wedstrijd vertraagd omdat ze een kleine voorsprong hebben, dat een team de wedstrijd vertraagd omdat één van hun spelers een 2-minuten uitsluiting heeft waardoor ze met 6 spelers op het veld staan, dat het aanvallende team niet goed kan aanvallen omdat de verdediging van de tegenpartij erg sterk is, dat de spelers op het midden van het veld wachten tot ze hebben gewisseld, of dat een speler de uitvoer van een inworp, uitworp, vrije worp of een beginworp vertraagd of de bal opzettelijk terugspeelt naar de keeper van zijn of haar eigen team. Als de scheidsrechter ziet dat er sprake is van passief spel, moet hij een waarschuwingssignaal geven. Dit betekent dat het aanvallende team actie moet ondernemen, bijvoorbeeld door het tempo te versnellen of een schot op het doel van de tegenstander te doen. Doen ze dit niet, dan krijgen ze een vrije worp tegen.

Jeugdhandbal: Spelplezier en Ontwikkeling

In het jeugdhandbal staat spelplezier en een veilige sportomgeving centraal. Kinderen moeten de mogelijkheid hebben om fouten te maken zonder dat hier direct een tactisch nadeel uit voortkomt. Er zijn diverse documenten ontwikkeld, zoals spelregels en infographics, om de spelers, teambegeleiders en ouders te informeren.

Jeugdcategorieën en Spelwijze

  • H-jeugd (5-6 jaar): Kennismaking met de basisvaardigheden door middel van spelletjes.
  • F-jeugd (7-8 jaar): Toernooien op een klein veld met een klein doel en een zachte bal (maat 0). Spelplezier staat voorop.
  • E-jeugd (9-10 jaar): Spelen op een groter veld met een verkleind doel en een harde bal (maat 0). Leren vrijlopen en de bal veroveren.
  • D-jeugd (11-12 jaar): Spelen op een groot veld met een groot doel en een harde bal (maat 1). Verdediging is gericht op het veroveren van de bal.
  • C-jeugd (13-14 jaar): Speelt op een groot veld en ook met een groot doel. De bal is iets groter dan bij de F- en E-jeugd, namelijk maat 1 (hard). Bij de D-jeugd mag je over het hele veld de bal proberen te veroveren. De verdediging is altijd gericht op het veroveren van de bal. Op de cirkel staan met je armen omhoog mag niet.
  • B-jeugd (15-16 jaar):
  • A-jeugd (17-18 jaar):

De Juiste Handbal voor de Juiste Leeftijd

Het kiezen van de juiste handbal is cruciaal voor de ontwikkeling van jonge handballers. De grootte en het gewicht van de bal moeten passen bij de leeftijd en de handgrootte van de speler. Dit zorgt voor betere balcontrole, meer spelplezier en minder blessures.

Overzicht van Handbalmaten per Leeftijd

LeeftijdscategorieBalmaatMateriaal (aanbevolen)
H-jeugd (5-6 jaar)MiniZacht
F-jeugd (7-8 jaar)0-KIDSZacht
E-jeugd (9-10 jaar)0-KIDSHard
D-jeugd (11-12 jaar)1Hard
C-jeugd (13-14 jaar)1Hard
B-jeugd (15-16 jaar)2Hard
A-jeugd (17-18 jaar)2Hard
Dames (B, A & Senioren)2Hard
Heren3Hard

0-KIDS Handbal: De Eerste Stap

Voor de allerjongste handballers is er de maat 0-KIDS handbal. Deze bal is speciaal ontworpen voor kinderen tot en met 10 jaar. De criteria voor een 0-KIDS handbal zijn:

  • Omtrek: Tussen 46 en 48 cm
  • Gewicht: Maximaal 260 gram

Deze bal is ideaal voor de F-jeugd (7-8 jaar), waar spelplezier voorop staat en de eerste wedstrijden worden gespeeld. De zachte bal is makkelijk vast te pakken met kleine handen en maakt het leren stuiteren eenvoudiger.

Ook voor de E-jeugd (9-10 jaar) wordt de 0-KIDS handbal gebruikt, al wordt hier geadviseerd om te leren handballen met een hardere bal. De wedstrijden voor deze leeftijdscategorie worden gespeeld op een groter veld met een verkleind doel. De handballen hebben een goede grip, waardoor de balbeheersing beter geleerd kan worden.

Beachhandbal Junior

Beachhandbal wint aan populariteit onder de jeugd. Voor deze variant is er een speciale beachhandbal in maat 0-KIDS, geschikt voor kinderen van 9 en 10 jaar.

Trainingen en blessurepreventie

Tijdens de veldperiode vinden de trainingen plaats op de verharde velden naast de sporthal, terwijl de zaaltrainingen in de beide sporthallen worden verzorgd. Bij verhindering verwachten wij dat je dit aan de trainer/ster bekend maakt. Ook een trainer/ster bereidt een trainingsprogramma voor, en het aantal aanwezigen is daarbij een belangrijk gegeven. Van de leden wordt verwacht dat zij op tijd op de training aanwezig zijn. Dit wil zeggen 5 minuten voor aanvang zodat de training op tijd kan aanvangen. Trainen moet gebeuren in correcte sportkleding, dus niet in een spijkerbroek. Het dragen van goed schoeisel is verplicht. In de zaal mogen de sportschoenen niet vooraf op straat gedragen zijn en ook zwarte zolen zijn niet toegestaan. Tijdens de trainingen buiten in de open lucht is het dragen van een trainingspak aan te raden om bij wisselende omstandigheden afkoeling te voorkomen. Ben je geblesseerd, dan kan je natuurlijk wel naar de training komen kijken. Bovendien weet het team dan hoe het met je blessure gaat. Afhankelijk van de soort blessure is het misschien mogelijk toch in een aangepaste vorm mee te trainen.

Voor een wedstrijd of een training is het opwarmen van het lichaam erg belangrijk. Deze "warming-up" gebeurt door 5 minuten in rustig tempo in te lopen gevolgd door rek- en strekoefeningen. Tot slot enkele balworpen op de keeper. Na de wedstrijd is het verstandig om rustig uit te lopen "Cooling down" gevolgd door rek- en strekoefeningen. Hierdoor wordt voorkomen dat men spierpijn c.q. stijfheid krijgt. Voor een handballer is de keuze van de sportschoenen heel belangrijk. Een handbalschoen moet een vlakke zool hebben, waarbij het profiel het draaien toelaat. De hiel moet stevig zijn en enige schokdemping is, in verband met het vele springen, ook gewenst. Koop altijd een schoen die goed om de voet past. Op het buitenveld is het aan te bevelen om kniebeschermers te dragen, waardoor bij valpartijen de knieën zijn beschermd tegen blessures. Let wel: door kniebeschermers te dragen kunnen de knieën niet goed bewegen. Bij loopscholing en in de zaal zo min mogelijk kniebeschermers dragen.

Fairplay en Sportiviteit

Fairplay en sportiviteit staan hoog in het vaandel bij handbalverenigingen. Schuttingtaal, alcohol en roken zijn niet acceptabel. Een goede zelfbeheersing van de spelers is essentieel om blessures te voorkomen. Je eigen bijdrage en houding is bepalend. Schuttingtaal door spelers, coaches en aanwezige ouders is niet acceptabel. Alcohol en roken gaan niet samen met sport. Overtredingen kunnen ernstige blessures veroorzaken, daarom is een goede zelfbeheersing van de spelers van belang. In dit verband zijn normen en waarden heel belangrijk. Wij verwachten dan ook van onze spelende leden, kaderleden en supporters correct en sportief gedrag.

tags: #handbal #dames #onder #20 #regels