De voetbalgeschiedenis van Graaf Willem VAC is een verhaal van samensmelting, overtuigingen en gestage ontwikkeling. Van de oprichting gedreven door religieuze verschillen tot de uiteindelijke fusie en de groei na de Tweede Wereldoorlog, de club heeft een rijke en complexe achtergrond.
De Oprichting van Graaf Willem II: Een Katholieke Start
Op 10 maart 1912 werd Graaf Willem II opgericht, op initiatief van leden van de parochie van de Onze Lieve Vrouwe van Goeden Raad-kerk in het Bezuidenhout. Geïnspireerd door Rooms-Katholieke gemeenschappen in andere steden, werd de club opgericht op "Roomse grondslag". F. Nieuwenhuizen werd de eerste voorzitter, en J. de Vlieger, een voorvechter van de Rooms-Katholieke sport in Den Haag, werd de geestelijk adviseur.
De toetreding tot de Haagsche Voetbalbond verliep niet zonder problemen. De bond zag een Katholieke vereniging die zich wilde aansluiten bij een eventuele Rooms-Katholieke voetbalbond als een indringer. Na rumoerige vergaderingen werd Graaf Willem II toch toegelaten. De spelers kregen de taak om goede prestaties te leveren en te bewijzen dat de club terecht was toegelaten.
In 1912 huurde Graaf Willem II het terrein Duindigt van de heer W. Jochems. Aanvankelijk kregen ze de "Paddocks" bij de tribune als kleedruimte, maar door "onbehoorlijk gedrag" moesten ze verhuizen naar een houten tentje dat voorheen werd gebruikt voor de totalisator bij wedrennen. De eerste jaren waren de prestaties van het eerste elftal niet opzienbarend. In 1916 kreeg Graaf Willem II een stenen clubgebouw, waar mevrouw en meneer Maas en de heer v.d. werkten.
De Afsplitsing en de Oprichting van V.A.C.
Het jaar 1920 was onrustig in de Haagse voetbalwereld. De Diocesaan Haarlemsche Voetbalbond (D.H.V.B.), een Rooms-Katholieke voetbalbond, was opgericht. Graaf Willem II besloot, trouw aan zijn statuten, met zijn selectie-elftallen over te stappen naar deze bond. De lagere elftallen en jeugdelftallen bleven tot het seizoen 1922-1923 in de neutrale bond spelen, waarna alle elftallen overgingen naar de R.K. Bond. Er werd ook een korfbalafdeling toegevoegd, maar deze tak van sport verdween na enkele jaren. De gymnastiekafdeling daarentegen overtrof de voetbalafdeling in ledenaantal.
Lees ook: Overzicht Handbalteam
De oprichting van V.A.C. in 1922 was een direct gevolg van de oprichting van de D.H.V.B. Tijdens een Buitengewone Algemene Ledenvergadering van Graaf Willem II in 1921, waarin werd besloten om tot de R.K. Bond toe te treden, verlieten een aantal jeugdleden uit protest de vergadering. Ze wilden een Rooms-Katholieke vereniging oprichten die wel tegen "neutrale clubs" mocht spelen, omdat ze van mening waren dat dit anders de ondergang zou worden van alle Rooms-Katholieke verenigingen.
De jeugdleden zochten contact met de paters van het Aloysiuscollege, die hun standpunt steunden. Vooral pater Jansen, een leraar Frans, was enthousiast. Binnen korte tijd werd V.A.C. opgericht. De naam was afgeleid van het Ignatiuscollege in Amsterdam, dat al een voetbalclub met de naam VIC had. De eerste voorzitter werd de heer de Beij, een leraar lichamelijke oefening. Op het Aloysiuscollege werd het verplicht voor voetballende leerlingen om voor V.A.C. te spelen. Voetballen in een andere vereniging was verboden.
V.A.C. had geen eigen veld en speelde niet in competitieverband. De club speelde waar een veld gehuurd kon worden, eerst op Waalsdorp en de Haagsche Volksspeelterreinen aan de Beyersstraat, daarna aan de Loosduinseweg en achter het Belgisch Park.
De Fusie van Graaf Willem II en V.A.C. in 1927
Voor zowel Graaf Willem II als V.A.C. was een fusie noodzakelijk. Graaf Willem II kon weer vrijer ademhalen en V.A.C. kon over eigen velden beschikken en aan de competitie deelnemen. Bij Graaf Willem II speelden senioren en bij V.A.C. junioren. Als een junior senior werd, kon hij doorstromen naar een van de elftallen van Graaf Willem II. De fusie in 1927 bleek een gouden greep.
Een foto van het eerste elftal van Graaf Willem II VAC dat op zondag 3 april 1927 kampioen werd, toont de voorzitter P.A. v.d. Heuvel, scheidsrechter Salfischenbergen, kapelaan E. Pronk en de spelers A. Wolf, L. van Heumen, H. v.d. Loos, A. Bouwens, J. van Rijn, W. Goorse, W. van Rijn, S. Leeuwens, G. Kemperman, A. v.d. Waarden en H. v.d.
Lees ook: Aaron de Graaf: een lokale korfbalheld
De Jaren na de Fusie: Sportieve Successen en Veranderingen
In 1930 werd de huur van Duindigt opgezegd door de heer Jochems. De jaren die volgden verliepen relatief rustig, en de voetbalprestaties tot 1938 waren uitstekend. De training onder leiding van B. Donker vond plaats in het parochiehuis van de Agnesparochie. De club maakte veel publiciteit voor belangrijke thuiswedstrijden.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog had het voetballen niet de hoogste prioriteit, maar het voetbal ging ondanks alles door. De D.H.V.B. regelde dat de Katholieke verenigingen op zondagochtend niet hoefden te spelen en dat de lagere elftallen in speciale afdelingen van de R.K. Bond werden ondergebracht.
In 1941 vond er een belangrijke gebeurtenis plaats: de fusievorm tussen Graaf Willem II en VAC werd opgeheven en er kwam een volledige integratie. Na "Dolle Dinsdag" in 1944 werd de voetbalcompetitie stilgelegd. Na de bevrijding in 1945 begonnen de herstelwerkzaamheden.
De Periode na de Tweede Wereldoorlog: Herstel en Groei
Na de Tweede Wereldoorlog waren de opstallen op ‘de Roggewoning’ in slechte staat. VAC had niet de middelen om een nieuwe tent te bouwen. Twee enthousiaste Graaf Willemmers zagen hierin een kans om zowel VAC als Graaf Willem II te helpen door middel van een volledige fusie. VAC kon gebruik maken van een nieuwe tent en Graaf Willem II zou de noodzakelijke aanwas van spelers krijgen. De Graaf Willemmers stonden erop dat hun naam gehandhaafd bleef, eventueel met VAC eraan toegevoegd. De heren kwamen tot overeenstemming op twee voorwaarden: de junioren bleven onder verantwoording van het Aloysiuscollege en Jan van Oorschot moest de nieuwe voorzitter worden. Van Wijk, W. Goorse en E. Nieuwenhuis kregen de taak om het verenigingsleven op “De Roggewoning” weer op gang te krijgen.
In mei 1946 verscheen voor het eerst na de oorlog het clubblad van Graaf Willem II VAC, ‘De Ridder’, genoemd door moeder Nieuwenhuis. Vader Eep Nieuwenhuis was de redacteur. Het blad verscheen tweemaal per maand in een oplage van zo’n 200 exemplaren.
Lees ook: Wedstrijdverslagen PSV - Willem II
Ondanks de inspanningen van het bestuur deed zich een nieuw probleem voor: bijna twintig man werden opgeroepen voor militaire dienst om naar Nederlands-Indië te vertrekken, waardoor er twee elftallen uit de competitie moesten worden teruggetrokken. Hoewel het eerste elftal zich in deze moeilijke periode wist te handhaven in de 1e Klasse, was promotie naar de KNVB nauwelijks haalbaar. De club wachtte op de doorstroming van talentvolle jeugd uit de groeiende jeugdafdeling.
In het seizoen 1949-1950 verbeterden de prestaties van Graaf Willem II VAC 1. De meeste militairen waren terug uit Nederlands-Indië en werden niet meer uitgezonden. In de beslissende kampioenswedstrijd verloor Graaf Willem II VAC uit bij ESDO met 2-1. Toch won het vlaggenschip van Graaf Willem II VAC dit seizoen de HVB-beker door RAVA met 5-2 te verslaan.
Promotie naar de KNVB en de Jaren Vijftig
In het seizoen 1950-1951 werd Graaf Willem II VAC 1 kampioen van de zondag 1e klasse B HVB en promoveerde naar de KNVB. De jeugdafdeling stond onder leiding van een geestelijke elftalsecretaris, een jonge pater van het Aloysiuscollege. Onder de leiding van de paters Jeuken, van Kempen, Boelens en Schonk groeide de jeugdafdeling naar maar liefst 12 elftallen.
De promotie naar de 4e Klasse van de KNVB was een verademing. Graaf Willem II VAC werd ingedeeld in de 4e Klasse A, de zogenaamde ‘Bollenstreekklasse’. Van de 24 competitiewedstrijden won Graaf Willem II VAC er 9, speelde 2 gelijk en verloor 13. Mede door de promotie naar de KNVB was de publieke belangstelling bij de thuiswedstrijden groter dan voorheen. Ondanks de inkomsten van de entreegelden was het voor het bestuur financieel onmogelijk om een trainer van buitenaf aan te trekken.
De Jaren Zestig: Nieuwe Generatie en Accommodatieproblemen
In het seizoen 1956-1957 werd het eerste elftal van Graaf Willem II VAC ingedeeld in de zondag 4e Klasse C van de KNVB. In het seizoen 1957-1958 ging de selectie voor het eerst trainen bij kunstlicht, op een veld van Quick. Tevens werd er voor het eerst in de geschiedenis van de club een trainer voor het hele seizoen vastgesteld. Bovendien mochten vanaf dit seizoen alleen de heer Pijlen en de bestuursleden nog in de kleedkamer komen tijdens wedstrijden van het eerste elftal.
Het eerste elftal, met bekende spelers als Jan en Kees van Rijn, Peter Palstra, Theo van Bladeren, Piet en Paul Smeele, Ton en Cees van Rooijen, Alex, Emiel en Theo Borsboom, Baren, Morshuis en Wanders, beleefde enkele succesvolle jaren. Graaf Willem II VAC eindigde twee maal achter elkaar op de tweede positie in de 4e Klasse KNVB.
In 1958 werd de spoorlijn Den Haag-Scheveningen opgeheven en kwamen er plannen voor een autoweg (de Landscheidingsweg) die dwars over de velden van Graaf Willem zou komen.
Op zaterdagavond 5 september 1959 vond de Algemene Ledenvergadering plaats op het Aloysius College. Van het oude bestuur stelden de heren Bierens, Nieuwenhuis, Hermsen en Zonneveld zich niet meer verkiesbaar. Het nieuwe bestuur werd samengesteld uit Th. van Zwieteren (voorzitter), M. Castenmiller (secretaris), J. van Rijn (penningmeester), A. Borsboom (materialen), Rene Smeets (Ridder-redactie en elftal-secretaris), P. van Zwieteren (2e penningmeester) en Th. Snelders (2e secretaris).
Voor het seizoen 1959-1960 werden 5 seniorenelftallen ingeschreven. Halverwege het seizoen wilde Graaf Willem II VAC een zesde elftal inschrijven, maar dit verzoek werd door de KNVB geweigerd. De jeugdafdeling was dit seizoen met 11 jeugdteams en 2 pupillenteams fors gegroeid. De jeugdafdeling werd geleid door Pater Heldens, die Pater Linthorst had opgevolgd. Op de velden van Quick werden de wekelijkse trainingen verzorgd door de heer Van Pijlen. Het tweede elftal voerde dit seizoen met DSO en DWO een spannende strijd om het kampioenschap.
De inkomsten van de vereniging bestonden destijds voornamelijk uit contributies en de opbrengsten van de voetbalpool. De accommodatie op de Roggewoning liet te wensen over. Er was geen elektrisch licht en drinkwater. Op het veld diende zich een nieuwe generatie aan met spelers als L. Borsboom, P. en H. Vos, A.vd. Wiel en M.
Het eerste elftal presteerde naar behoren. Van de 20 competitiewedstrijden werden er 7 gewonnen, 6 gelijk gespeeld en 7 verloren. Graaf Willem II VAC had nog steeds geen eigen trainingsaccommodatie en trainde bij andere verenigingen zoals Quick, sv Wassenaar en HVV. Cees Schulten had ondertussen voorzitter Frans Nieuwenhuis opgevolgd. Het bestuur schreef voor dit seizoen 6 seniorenelftallen en 10 jeugdteams in voor de competitie.
Het eerste elftal van Graaf Willem II VAC speelde al vanaf begin jaren vijftig in de 4e Klasse KNVB. Soms eindigde men in het linker rijtje, maar vaker in het rechter rijtje en werd regelmatig degradatie voorkomen. Voorafgaande aan het seizoen 1966-1967 was er een ontwikkeling te zien dat er bij het eerste elftal een aanlevering kwam van getalenteerde jeugdspelers. In de competitie ging Graaf Willem II VAC uitermate goed van start en kwam voor de winterstop via het oude puntensysteem op 13 punten uit 8 wedstrijden. De tweede seizoenshelft ging het toch wel wat moeilijker met het team van trainer Morshuis. De krachtsverhoudingen in deze klasse waren bijzonder gering.
Graaf Willem II - VAC: Een Vereniging met een Rijk Verleden
Graaf Willem II - VAC is als honderdjarige een vereniging met een groots verleden. Over die meer dan 100 jaar zijn vele mooie verhalen te vertellen, zijn heel veel leuke en prachtige foto’s en filmpjes te zien en zijn er talloze trofeeën te showen: van grote bekers die gewonnen zijn op kleine toernooien, tot attributen die de historie van de club illustreren. Kampioensfoto’s uit het verleden, kampfoto’s van vorig jaar.
De club is begonnen met het vastleggen van de verhalen van de oudere Graaf Willemers. Het eerste bezoek was aan Niek Schepman, 93 jaar en 80 jaar lid van de club. Sport is voor Niek altijd een rode draad in zijn leven geweest en hij komt nog graag op sportvelden. Hij is in 1939 lid geworden van VAC, Voetbal Aloysius College. Hij vond het heerlijk. Pater Leijen noemde hem een ‘straatvoetballertje’. Een snelle rechtsbuiten. Niek heeft na zijn jaren in de jeugd, tien jaar in het eerste gevoetbald. Na zijn jaren op de zondag, is Niek overgestapt naar de zaterdag, waar hij tot het laatste heeft gespeeld. Ook is Niek naast het voetballen actief geweest op de club.
tags: #graaf #willem #vac #voetbal #geschiedenis