Leuke voetbaltraining voor U13: Een complete gids

Voetbaltraining geven aan U13-teams is een uitdagende maar lonende taak. Het is cruciaal om trainingen te ontwerpen die zowel leuk als effectief zijn, de spelers gemotiveerd houden en tegelijkertijd hun vaardigheden verbeteren. Dit artikel biedt een uitgebreid overzicht van verschillende aspecten van voetbaltraining voor U13, van warming-ups tot 1v1 situaties en complete trainingssessies.

Warming-up: De basis voor een succesvolle training

Een goede warming-up is essentieel om blessures te voorkomen en de spelers klaar te stomen voor de training. Voor O13-spelers is het belangrijk om de warming-up te beginnen met dynamische loopvormen zonder bal, gevolgd door oefeningen met bal.

Dynamische loopvormen zonder bal

Dynamische loopvormen, zoals hakken, billen en knieheffen, zorgen voor een goede doorbloeding van de spieren, wat vooral belangrijk is voor spelers in de groeispurt. Het is van belang dat de spelers deze oefeningen goed uitvoeren om blessures te voorkomen.Voorbeelden van dynamische loopvormen zijn:

  • Heupen naar buiten
  • Springen met schoudercontact

Beperk deze fase tot ongeveer vijf minuten om de spelers niet te vermoeien voordat de training echt begint.

Warming-up met bal

Na de dynamische loopvormen kan de warming-up worden vervolgd met balgevoel oefeningen. Dit helpt de spelers om de bal te voelen en hun coördinatie te verbeteren.

Lees ook: De beste voetbal trainingsspullen voor jonge voetballers

Variaties binnen de warming-up:

  • Maak 5 lijnen en nummer deze van 1 tot en met 5. De spelers staan allemaal op één lijn. De trainer noemt een nummer en spelers moeten zo snel mogelijk naar deze lijn rennen.
  • Dezelfde oefening als hierboven maar dan elke speler met bal.
  • Dezelfde oefening als oefening 1 en 2 maar de laatste die bij de lijn komt valt steeds af.

(Bijzondere) spelregels:

Laat spelers die af zijn niet stilstaan tot het einde van een spel maar geef ze een opdracht.

Andere warming-up variaties:

  • Maak 3 groepjes van 5 en maak 3 gelijke parcours. Ieder parcours heeft hetzelfde aantal pionnen, de kleur van de pionnen verschilt per parcours.
  • Je maakt 3 groepjes van 5 en zet 4 gelijke vierkanten neer. Elk groepje komt in een vak te staan en één vak blijft leeg. Op het teken van de trainer moeten de groepjes zo snel mogelijk naar een ander vak dat nog leeg is.
  • Dezelfde als oefening 1 maar dan iedereen met bal.
  • Dezelfde als oefening 2 maar dan met één bal die in het vierkant wordt rondgespeeld. Tijdens het spelen roept de trainer het nummer van een vak.

Warming-up voor verschillende teamfuncties

De warming-up kan ook worden afgestemd op de specifieke doelstellingen van de training. Hieronder staan voorbeelden van warming-ups gericht op aanvallen, verdedigen en omschakelen.

  • Warming-up gericht op aanvallen: Deze warming-up is gericht op trainingen met de doelstelling aanvallen.
  • Warming-up gericht op omschakelen: Deze warming-up is gericht op trainingen met de doelstelling omschakelen.
  • Warming-up gericht op verdedigen: Deze warming-up is gericht op trainingen met de doelstelling verdedigen.

De drie warming-up voorbeelden dienen als variatie en kunnen dus apart van elkaar gebruikt worden.

1 tegen 1 situaties: De basis voor individuele ontwikkeling

1 tegen 1 situaties zijn cruciaal in voetbal, zowel aanvallend als verdedigend. Het uitspelen van een 1 tegen 1 is een effectieve manier om tot kansen te komen en het verdedigen te oefenen. De meeste situaties in een voetbalwedstrijd bestaan uit 1 tegen 1 situaties. Hierbij komt het neer op het domineren van je tegenstander. Dit kan zowel als aanvaller, maar ook zeker als verdediger.

Voorbeelden van 1 tegen 1 trainingsvormen:

  • 1 tegen 1 met omschakeling (van aanvaller naar verdediger)
  • 1 vs 1 en 2vs1 - Aanvallende techniektraining
  • 1 tegen 1 oefening - Rug naar de goal en snelheid + reflex
  • Van 1 tegen 1 naar 1 tegen 2 en 2 tegen 2 - Shaun Green / Aanvallen en verdedigen

Voetbal oefeningen voor de jeugd: Spelenderwijs leren

Het maken van een goede, uitdagende training, waarbij spelers ook echt iets leren, kan een hele lange en tijdrovende klus zijn. Je bent voetbaltrainer geworden of bent op zoek naar nieuwe inspiratie, maar bent overal op internet aan het zoeken naar de juiste oefeningen. Dit neemt erg veel tijd in beslag, terwijl je die tijd liever in andere dagelijkse bezigheden wilt stoppen. Eenmaal oefeningen gevonden blijken ze in de praktijk te moeilijk te zijn en helemaal niet uitvoerbaar voor jouw leeftijdsgroep. Je spelers vinden je voetbal oefeningen saai en worden niet uitgedaagd en gaan daardoor negatief gedrag voorkomen. Kortom een echte misser!

Lees ook: Effectieve voetbaltrainingen

Gelukkig zijn er overzichten beschikbaar waar je eenvoudig je training kunt samenstellen. Deze voetbal oefeningen voor de jeugd kun je direct toepassen op je volgende voetbaltraining. Je kunt met de filter oefeningen selecteren voor jouw doelgroep, grootte van het veld, aantal spelers en hoelang je een oefening wilt laten duren. De oefeningen voor de jeugd zijn spelenderwijs ingericht. Dat wil zeggen dat we trainers, coaches, ouders of welke betrokkenen dan ook, in staat stellen om vanuit een spel(er) gecentreerde benadering de spelers het voetbalspel eigen te maken. Spelers ervaren plezier, leren nieuwe tactische vaardigen, keuzes maken en technische vaardigheden.

Bij het samenstellen van je volgende voetbaltraining is het belangrijk om te kiezen voor de juiste voetbal oefeningen. Er zijn verschillende factoren waar je rekening mee kunt houden. Zo is de leeftijd ontzettend belangrijk, zodat je oefeningen op maat kunt aanbieden. Het handige aan het overzicht met voetbal oefeningen is dat de oefeningen eenvoudig te filteren zijn op basis van leeftijd, duur, categorie, veldgrootte of op aantal spelers. Hierdoor heb je ongeacht de groepsgrootte, het niveau van de spelers en de leeftijd altijd oefeningen welke bij je passen. Bovendien geven we tal van variaties welke je kunt toepassen op een oefening.

Voorbeelden van voetbal oefeningen

Hieronder staan enkele voorbeelden van voetbal oefeningen die geschikt zijn voor U13-teams.

Ruit oefening

  • Ruit van 17m x 17m.
  • 1 kegel in het midden.
  • Max. 10 spelers per ruit.
  • Speler A speelt de bal in op speler B.
  • Vervolgens gaat speler B achter de kegel door bewegen en de andere bal inspelen op speler C.
  • 2 x 3' (2' gaan enkele de centrale spelers explosief en snel de oefening uitvoeren, laatste minuut gaat iedereen versnellen, ook de spelers met de bal aan de voet).
  • Na 3' wisselen van inspeelzijde.

Coaching punten:

  • Krachtig aanspelen.
  • Zorg ervoor dat de bal genoeg snelheid heeft.
  • Sta op je tenen.
  • Ontvang de bal in de ruimte (alleen de lijn van de rechthoek).
  • Houd je hoofd omhoog.
  • Communiceren.
  • Maak de juiste beslissing.

Rechthoek oefening

  • Speler A speelt de bal in speler B.
  • Speler A loopt vervolgens naar de beschikbare ruimte aan de zijkant van het vak.
  • Speler B moet de bal controleren en in speler C spelen.
  • Nogmaals, Speler B loopt in de beschikbare ruimte aan de zijkant van de rechthoek.
  • Laat de oefening alleen doorgaan om belangrijke punten te coachen.

Kegel oefening

  • 4 Spelers en 2 ballen.
  • Een gaat naar B en loopt naar de beschikbare kegel.
  • B ontvangt bal, en speelt het uit naar C (die niet over de tweede bal).
  • D Speelt de bal in B en loopt naar de beschikbare kegel, terwijl B tegelijkertijd speelt de bal naar A.

Coaching punten:

  • Bewegen om de juiste lichaamspositie aan te nemen om bal te ontvangen.
  • Ontvang de bal met je lichaam open.
  • Beschikbare ruimte in beslag nemen.
  • Communiceren.
  • Controlebal met achtervoet.
  • Pasjes nauwkeurig maken.

Afwerkingsoefening

  • Eerste controle, schot op doel, baloverheersing, voorzet, 1v1 en specifieke weerstand.
  • Het ontwikkelt 4 werkstations voor 4/8 spelers plus twee keepers.
  • Het materiaal dat op de grond moet worden geplaatst zijn: kegels, pinnen, palen, overs en ballen.
  • 1 korte dribbel en speelt 4 aan, en krijgt dan voorzetten van 2. Na de afwerking van 1, speler 3, slalom, en staat tegenover de keeper in een 1v1. Speler 2 en 4 leiden de bal door de kegeltjes en horden en sluiten aan bij groep 1 en 3.
  • 1 gaat naar station 2 2 na richtingsveranderingen en hoge intensiteit bij 3, 3 na het schot loopt naar station 4. 4 na de aanname slalomt hij met de bal, en dan met de bal in de hand maakt hij 3 sprongen en rent naar 1.
  • Een dubbele afwerkingsoefening met veel snelheid, korte passing en looplijnen.

Leeftijdscategorie: U12 tot U21 en 1ste elftal

Doorloop oefening

  • We maken gebruik van ongeveer een dubbele 16m lijn of iets groter.
  • Er wordt altijd gestart bij A, als de oefening goed verloopt kan A sneller starten.
  • A speelt de bal in op C die zich aanspeelbaar maakt (1), C kaatst af op B (2) die de bal in de ruimte steekt voor A (3).
  • C gaat na zijn kaats richting 2de paal en D loopt richting 2de paal. Op ditzelfde moment gaat A de bal meenemen om een voorzet te kunnen geven (4,5).
  • D of C scoren (6). Na het doelpunt gaat C zich diagonaal aanspeelbaar maken voor E (7) waarop E de bal inspeelt (8).
  • C draait door (9) en speelt de bal in op vragende F. Op datzelfde moment gaat E versnellen richting doel (10).
  • F kaatst de bal in 1 tijd af op inlopende E (11) die afwerkt op doel (12).
  • De spelers schuiven door A-B-C-D-E-F-A.

Opmerking: Zoals ik daarnet zei, kan je de afwerkingsoefening sneller starten bij A. Dit kan je doen wanneer C de bal diagonaal gaat vragen bij E. Na een aantal minuten doe je dezelfde oefening aan de andere kant starten.

Lees ook: Kracht, Snelheid en Herstel in Voetbal

Duel oefening 1 tegen 1

Een dueloefening 1 tegen 1 waarin men de snelheid, traptechniek, omschakelingen en pressing kan verwerken. Het is tevens leuk en men kan meerdere acties uitvoeren. Het 1 tegen 1 duel is reeds bij verschillende leeftijden gegeven. Gelijk op welk niveau is dit duel toe te passen. Het 1 tegen 1 duel kan met uitvoeren op verschillende afstanden. Hoe groter, hoe ouder de groep, hoe kleiner hoe jonger. Maar ook bij de oudere groepen kan men soms kleine ruimtes gebruiken.

De oefening is heel simpel. Aan beide eindlijnen staan 3 kegels met op elke kegel een bal. De bedoeling is dat de bal eraf getrapt wordt. De trainer staat met extra ballen uit het veldje. Blauw leidt de bal tot voor het poortje van rood (1) waar hij de bal met de voetzool stil legt (2). Rood loopt in de bal en blauw gaat rond het poortje eerst om dan in het veld te komen (2,3). Rood maakt snelheid met de bal om een andere bal van de kegel te trappen. (4), blauw probeert de bal te onderscheppen. Als blauw de bal kan afnemen gaat hij aan de overzijde ook proberen een bal van de kegel te trappen. Het duel eindigt niet na 1 bal. Als rood mist, krijgt blauw een bal toegespeeld. Als rood toch een bal omver trapt krijgt rood een nieuwe bal toegespeeld. De trainer heeft uiteindelijk maximum 3 ballen bij zich om in te spelen. Wie trapt de meeste ballen van de kegel?

Dit duel vergt veel snelheid, inzet, overzicht, omschakelingen en pressing. Ook technische bewegingen kunnen belangrijk zijn. Vooral de FUN-factor is ook aanwezig.

Waaraan voldoet een goede voetbaltraining?

Voetbaltraining geven staat aan de basis van het trainersvak. Natuurlijk zijn de wedstrijden het beste meetmoment, maar juist op het trainingsveld maakt een goede trainer het verschil. Hoe richt je als trainer je trainingen zo in dat spelers fitter én beter worden en tegelijkertijd met veel plezier trainen?

Een goede voetbaltraining voldoet in grote lijnen aan de volgende aandachtspunten:

  1. Ontwikkel de speelwijze
  2. Zorg voor wedstrijdechte vormen
  3. Laat de spelers veel herhalingen maken
  4. Zorg voor veel variatie

1. Ontwikkel de speelwijze

‘Voetbaltraining geven is eigenlijk niets anders dan spelers overtuigen van de manier van spelen waar je als technische staf in gelooft.’ - Arne Slot tijdens een seminar bij AZ Alkmaar

Uiteraard kun je ook je speelwijze overbrengen in wedstrijdbesprekingen, tijdens individuele gesprekken en met wedstrijdbeelden. Maar voetbaltrainingen blijven hiervoor toch het meest geschikte middel, omdat spelers hetgeen er gevraagd wordt ook echt zelf ervaren.

Wil je met je team kort in de mandekking spelen? Zie je graag de wisselpass terug in de opbouw? Wil je dat er veel vroege voorzetten worden gegeven? Vraag je van de verdediging dat ze op het juiste moment de diepte eruit halen? Maak dit dan trainbaar de voetbaltraining en zorg dat deze accenten vaak terugkomen.

2. Zorg voor wedstrijdechte vormen

‘Voetbaltraining is het continu verbeteren van de koppeling tussen perceptie en actie.’ - Bas van Baar (trainer NEC Onder 13) in De Voetbaltrainer 232

Elke voetbalactie bestaat uit waarnemen (perceptie), analyseren, beslissen en uitvoeren (actie). Dat is waarin je ze wilt ontwikkelen. Oftewel: je wilt niet alleen dat ze voetbalacties goed uitvoeren (zoals een voorzet op maat) maar ook de juiste keuzes maken (het kiezen van het meest geschikte moment voor de voorzet) op basis van de informatie die ze verzamelen (kijken of de bezetting voor de goal in orde is voordat je een voorzet geeft).

In een pass- en trapvorm of een kap- en draaivorm tussen pylonen door maken spelers niet of nauwelijks keuzes. Ze zijn vooral bezig met de uitvoering van passes en dribbels en niet met ‘op welk moment doe ik wat?’ Zo’n voetbaltraining is dan ook niet echt wedstrijdecht. Ze kunnen wel een ander doel dienen (zoals de spieren opwarmen) maar om echt beter te leren voetballen, is het effectiever om trainingsvormen te kiezen die dichter bij de wedstrijdsituatie liggen.

Hoe maak je een vorm wedstrijdecht?

  • Bouw weerstand in (van tegenstanders)
  • Zorg voor richting in de vorm (één kant op spelen)
  • Maak winnen en verliezen mogelijk (een puntentelling)

3. Laat de spelers veel herhalingen maken

‘Het geheim van een goede voetbaltraining zit ‘m in het isoleren van het voetbalgedrag dat je wilt terugzien.’ - João Tralhão (trainer Benfica Onder 19) in De Voetbaltrainer 233

Hoe vaker elementen uit de speelwijze terugkomen in een voetbaltraining, hoe sneller het team stappen maakt. Een partijspel 11:11 op een heel veld is weliswaar wedstrijdecht, maar de accenten die je wilt terugzien komen niet vaak terug. Het beïnvloeden van 22 spelers op een veld van ruim 600 vierkante meter is simpelweg erg lastig.

Om beter te worden in mandekking, de wisselpass, vroege voorzetten of het opsluiten als laatste linie moeten juist dié elementen heel vaak terugkomen. Door verkleinde vormen te verzinnen waarin dit centraal staat, komen spelers heel vaak in die situatie terecht. Ze worden telkens uitgedaagd om keuzes te maken en oplossingen te verzinnen en nemen die ervaring mee naar wedstrijden.

4. Zorg voor veel variatie

‘De mens is een geboren aanpasser.’ - Erik ten Hag (trainer Ajax) in De Voetbaltrainer 220

Steeds meer trainers kiezen voor een voetbaltraining met steeds nieuwe regels, methodische stappen, extra weerstanden, andere ballen en wisselende ondergronden. Spelers kunnen een oefening niet op de automatische piloot uitvoeren, maar moeten zich steeds aanpassen aan de situatie.

De gedachte hierachter is dat ook in de wedstrijd geen situatie gelijk is. Door het denkvermogen van spelers te verbeteren, gaan ze uiteindelijk beter handelen. Ze leren om sneller oplossingen te verzinnen in alle situaties waarin ze zich bevinden. Wie op de automatische piloot traint, bereikt dit effect veel minder snel.

Lager niveau

Ben je trainer op een lager niveau, dan gelden deze uitgangspunten ook, maar zijn ze minder belangrijk. Cruciaal is dan dat een voetbaltraining veel plezier biedt. Zorg voor vormen waarin de volgende dingen terugkomen.

  • Veel balcontacten per minuut voor iedere speler (kleine vormen)
  • Weinig stilstaan (geen rijtjes, maar doorlopende vormen)
  • Veel scoren (dat vindt elke speler leuk, op welk niveau dan ook)
  • Korte uitleg (leren door te doen, niet door te luisteren)

Wat voor oefenstof kun je gebruiken?

Tijdens wedstrijden wordt er 11:11 gespeeld. Of, bij de jongere jeugd, in kleinere aantallen. Om variatie aan te brengen, en ook om de belasting wat lager te houden, is het een goed idee om tijdens de voetbaltraining niet alleen maar partijspelen te doen. Andere vormen bieden variatie én zorgen voor meer herhalingen per speler. Hieronder staan wat verschillende typen trainingsvormen genoemd.

Warming-up

Begin een voetbaltraining altijd met een goede warming-up. Sommige trainers doen dit in uitgebreide loopvormen, andere in vormen met bal waarin de belasting niet direct te hoog ligt, zoals een rondo of een korte passvorm.

Funvormen

In funvormen staat plezier maken centraal. Ze kunnen ook goed als verlengde warming-up worden gebruikt, om de spieren beter op te warmen en tegelijkertijd de teamsfeer te verbeteren en het enthousiasme van de groep aan te wakkeren.

Passvormen en afwerkvormen

Een voordeel van het toevoegen van een passvorm aan de voetbaltraining is dat spelers veel balcontacten per minuut hebben. Door de bal vaak aan de te nemen en te passen, worden ze hierin nauwkeuriger. Een nadeel is wel dat ze niet of nauwelijks keuzes hoeven te maken, waardoor ze in tactisch opzicht weinig leren. Een (geïsoleerde) afwerkvorm vormt in feite een uitbreiding van een passvorm. Zo’n oefening begint met passes en mondt dan uit in een schot.

Positiespelen

Het doel van een positiespel is de bal in bezit houden. Helemaal wedstrijdecht is dat niet, want in wedstrijden staat doelpunten maken en voorkomen centraal. Toch kan een positiespel nuttig zijn om in een relatief kleine ruimte tot veel handelingen te komen, onder weerstand van tegenstanders. Vrijlopen, om je heen kijken, aannemen, passen en doorbewegen zit allemaal in de vorm, net als verdedigende aspecten zoals drukzetten en een passlijn blokkeren.

Aanvalsvormen

In aanvalsvormen is er meestal sprake van een overtal en een ondertal. Een voorbeeld is een aanvalsvorm 3:2 + K, waarbij drie aanvallers op twee verdedigers afstormen en proberen om tot scoren te komen. Een ander voorbeeld is 6:5 + K op een half speelveld. Het zestal (drie middenvelders en drie aanvallers) proberen te scoren bij het vijftal plus keeper (vier verdedigers en één middenvelder). Een aanvalsvorm is een ideale manier om de voetbaltraining te voorzien van een leuke én leerzame vorm.

Partijspelen

Een partijspel komt het dichtst bij de wedstrijd, maar is ook behoorlijk intensief. Met partijspelen wordt een training meestal afgesloten. Dit kan variëren van groot (zoals 9:9 of 11:11) tot klein (zoals 4:4 of 5:5). Die variatie is goed, omdat dit een andere belasting oplevert. Grote vormen verbeteren vooral de duurconditie, terwijl kleine partijvormen (in kortere series en met meer rust) vooral intervalconditie opbouwen.

Combineren

Veel trainers bouwen een voetbaltraining als volgt op:

  1. Warming-up
  2. Passvorm, afwerkvorm, positiespel of aanvalsvorm
  3. Passvorm, afwerkvorm, positiespel of aanvalsvorm
  4. Partijspel

Hoe bereid je een voetbaltraining voor?

Om de kwaliteit van de training die je geeft te verhogen, is het belangrijk om een training goed voor te bereiden. Dat zit hem in verschillende dingen.

Wie zijn er aanwezig?

Om vormen uit te denken, is het nuttig om te weten hoeveel spelers (en hoeveel keepers) je tot je beschikking hebt. Geef bijvoorbeeld aan dat iedereen zich maximaal tot twee uur voor de training kan afmelden. Houd in de planning rekening met uitvallers tijdens de training.

Over welke faciliteiten beschik je?

Zorg dat je voorafgaand aan de voetbaltraining weet welk stuk veld je tot je beschikking hebt, hoeveel doeltjes je kunt gebruiken, waar de sleutel van de lichtmasten te vinden is, hoe laat een ander team op hetzelfde stuk veld komt trainen, enzovoort. Zo hoef je vlak voor de training minder te improviseren.

Welke vormen wil je doen?

Denk na over de vormen die je wilt geven. Beïnvloedende factoren zijn onder meer het aantal spelers dat aanwezig is, de belangrijkste verbeterpunten voor het team, de eerstvolgende tegenstander en de gewenste belasting (in relatie tot de belastbaarheid).

Door de oefenvormen binnen de voetbaltraining vooraf uit te tekenen, en daarbij op te schrijven welke materialen je nodig hebt, creëer je meer overzicht. Een handig programma om dit mee te doen, is Tactics Manager.

Extra oefeningen

Pas oefening

  • Om de bal nauwkeurig te passen.
  • Om goede controle over de bal te hebben.
  • Om een gerichte controle in beweging te oefenen.
  • Van beide kanten uitvoeren.

De pass wordt gespeeld naar de andere speler aan de rechterkant. Dit wordt gevolgd door de pass naar de gestarte speler in het midden. De ontvanger van de pas past bij de speler aan de overkant en rent dan achteruit naar zijn startpositie. Nu begint het proces opnieuw vanaf de andere kant. Na een paar rondes wisselen de passerende spelers aan de zijkant van positie met de starters. De eerste pas is aan de linkerkant. De acties komen overeen met reeks A. De startspeler en de zijpasser wisselen na de actie voortdurend van positie. De eerste pass wordt naar links gemaakt, de positie verandert dienovereenkomstig. Nog moeilijker: we beginnen met twee ballen tegelijk, de posities moeten nog sneller worden verwisseld. Nog moeilijker: na de pass naar de overkant nemen de startspelers niet de positie over van de speler die als eerste werd gespeeld, maar de positie van de andere speler.

Leeftijd: U12.Spelers: 10.Duur: 10 minuten.Materiaal: Ballen, markeringshoedjes, hesjes.

Dribbel oefening

  • Veld van 20x20m.
  • 4 blauwe spelers zonder bal in het midden van elke kant van het speelveld.
  • 6 roden hebben elk een bal en leiden deze het veld in.
  • De oefening evolueert volgens de instructies van de coach.
  • Verander de rollen.
  • Ren met de bal en laat het aan een blauwe over en neem zijn plaats in.
  • Drijf met de bal en geef hem dan door aan een blauwe en neem zijn plaats in.
  • Als je een blauwe speler tegenkomt, pass de bal terug en neem zijn plaats in.
  • Andere instructies.
  • Het uitvoeren van een actie op het signaal van de coach.

Leeftijd: U12.Spelers: 10.Duur: 10 minuten.Materiaal: Ballen, markeringshoedjes, hesjes.

Balcontrole oefening

Men kan werken in 2 groepen of meerdere groepen. Afstand van A en B is ongeveer een 10 a 15m. Ruimte tussen de potjes kan u zelf bepalen naargelang de moeilijkheidsgraad dat u wenst. A speelt de bal in op B (1), na de pas gaat A diagonaal aanspeelbaar komen waarop B de bal inspeelt (2), A draait open met het gezicht richting het poortje (3) en speelt de bal in op C (4). Daarna sluit A aan bij B en gaat B aansluiten bij C (5). C gaat daarop volgt de bal inspelen naar A. Zo kan je continue spel doen bij deze balcontrole oefening.

tags: #leuke #voetbaltraining #u13