Livius, geboren in 64 v.C. in Patavium, een welvarend handelscentrum bekend om zijn degelijke moraal, beschreef de geschiedenis van Rome in zijn Annales. Zijn werk, dat samenviel met de overgang van de Republiek naar de Keizertijd, weerspiegelde de hoop op een betere toekomst na de bloederige burgeroorlogen. Livius' historiografie kenmerkt zich door een verhalende vorm, redevoeringen, herinneringen aan glorieuze daden, politieke inslag, moraliserende tendens en concentratie op Rome.
Livius' leven en werk
Titus Livius (64 v.C. - ca. 17 n.C.) werd geboren in Patavium, een welvarend handelscentrum dat bekend stond om zijn ouderwetse en degelijke moraal. Hij leefde in een cruciale periode van de Romeinse geschiedenis, namelijk de overgang van de Republiek naar de Keizertijd. Livius maakte twee bloederige burgeroorlogen mee: de oorlog tussen Caesar en Pompeius in 49-48 v.C. en de oorlog tussen Marcus Antonius en Octavianus. In 31 v.C. behaalde Octavianus de overwinning, wat het einde van de Republiek betekende. In 27 v.C. kreeg Octavianus de eretitel Augustus van de senaat.
Livius beschreef de geschiedenis van Rome, waar hij vanaf ongeveer 29 v.C. woonde, in zijn Annales. Over deze boeken is weinig met zekerheid bekend. Het werk hing samen met de hoop op een betere toekomst na de bloedige burgeroorlogen. Augustus werd gezien als een tweede Romulus. De Annales omvatten 142 boeken (boekrollen, equivalent aan 60-70 pagina's van een modern boek). Traditioneel worden ze ingedeeld in decaden (onderdelen van 10 boeken), maar waarschijnlijk werden ze in pentaden (5 boeken) gepubliceerd, waarvan vele ontbreken. De bewaard gebleven boeken behandelen de periode vanaf het begin van de Tweede Punische Oorlog tegen Carthago (Hannibal) in 218 v.C., de Macedonische en Syrische Oorlogen tot de onderwerping van Macedonië in de slag bij Pydna in 167 v.C. De inhoud van de verloren boeken is bekend door fragmenten en uittreksels uit de 4e eeuw n.C.
Historiografie voor Livius
De Grieken waren de eersten die aan geschiedschrijving deden. Historiografie is onderzoek gebaseerd op eigen waarnemingen en die van anderen. De kenmerken van de historiografie zijn:
- Verhalende vorm: Dit is sterk aanwezig bij Herodotus, de "vader van de geschiedenis" (aldus Cicero).
- Groot aandeel redevoeringen: Deze werden gebruikt voor variatie en waren niet letterlijk zo uitgesproken. Herodotus verzon speeches, omdat hij de betreffende mensen nooit had gekend. Andere historici baseerden zich op gehoorde speeches of gelezen verslagen, maar niet letterlijk.
- Herinnering aan glorieuze daden: Herodotus zegt dit letterlijk. Dit kon als voorbeeld dienen. Bovendien beloofden grootse daden onsterfelijkheid, ook voor degene die ze had geboekstaafd.
- Politieke inslag: Vooral politieke geschiedenis, beschrijving van beleid en intriges die het beleid hebben bepaald; oorlogen, gedrag van bestuurders, levenswandel van keizers, spanningen tussen senaat en keizer.
- Moraliserende tendens: Het nut van geschiedschrijving ligt vooral in de opvoedende waarde. De tijd van de schrijver werd gezien als verdorven en verstoken van oude Romeinse deugden en waarden.
- Concentratie op Rome.
Doel en moraal van Livius' werk
Livius' voornaamste doel was het bekendmaken van de Romeinse prestaties: de opkomst van Rome en het vestigen van heerschappij over Italië en de rest van de mediterrane wereld. Daarnaast had hij een morele bedoeling: inspirerende en waarschuwende exempla om deugdzaam gedrag en moraal van voorouders tot voorbeeld te nemen op individueel en nationaal niveau. Deugden die hij benadrukte waren fortitudo (moed), sapientia (wijsheid), iustitia (rechtvaardigheid) en clementia (mildheid). Hij had een sterke neiging het Romeinse verleden en de oude Romeinse moraal te idealiseren.
Lees ook: Europa League Play-offs: Utrecht - Zenit
Cicero (106-43 v.C.) bespreekt in De Oratore de eisen van een goede redenaar. Hij bekritiseerde oude annalisten die te veel verfraaiden. Cicero's eisen waren: moed hebben geen onwaarheid te spreken en de waarheid niet verzwijgen; dus bij het schrijven alle verdenking van sympathie of antipathie vermijden, oftewel nastreven van objectiviteit. Cicero kende het werk van Livius niet, andersom wel.
Bronnen en werkwijze
Livius putte zijn informatie uit verschillende bronnen, waaronder de annales (jaarboeken), familiearchieven en ambtelijke stukken. Hij controleerde zijn bronnen echter niet zelf en bezocht ook niet de plaatsen die hij beschreef. Hij maakte zich weinig zorgen om precieze details en gebruikte vooral secundaire bronnen, zoals het werk van andere geschiedschrijvers vanaf de 3e eeuw v.C. Voor de vierde decade, waarin hij de confrontatie tussen Rome en Griekenland bespreekt, gebruikte hij vooral Polybius (200-120 v.C.). Hij volgde Polybius nauwgezet, maar beoordeelde het gedrag van de Romeinse senaat, het leger en de aanvoerders positiever dan Polybius (idealiserende tendens, feiten anders weergegeven dan bron). Ook vertaalfouten kwamen voor, maar over het algemeen was hij eerlijk in zijn behandeling van het materiaal.
Stijl en verteltechnieken
Livius' schrijfstijl kenmerkt zich door lange volzinnen, bestaande uit een hoofdzin en enkele bijzinnen. Deze zinnen lopen soepel, zijn goed geconstrueerd en dus overzichtelijk. Quintilianus (ca. 35-100 n.C.) beschrijft Livius' stijl als lacta ubertas (overvloedigheid van melk, romige overvloedigheid). Hij dramatiseerde militaire en politieke geschiedenis door veel aandacht te besteden aan de gevoelens, motieven en reacties van de deelnemers. Hij gebruikte vaak visualisering of enargeia: levendig beschrijven, veel details om de lezer te boeien en het gevoel te geven dat de lezer het zelf ziet gebeuren. De tekst van Ab Urbe Condita is narratief: als verhaal gepresenteerd. Soms gaf hij tussendoor zijn eigen mening, bijvoorbeeld als hij twijfelde aan de betrouwbaarheid van zijn bron. Redevoeringen geven oorzakelijke verbanden (Livius' visie) en openbaren karakter, principes, motieven en plannen van de politieke leiders en generaals, gemoedstoestand van het volk en het leger (karakteriseren). Hij maakte gebruik van dramatische ironie: de lezer heeft meer informatie, waardoor de woorden van een personage een andere lading hebben voor de lezer. Als Livius een samenvatting van gebeurtenissen gaf of een sprong in de tijd maakte, werd de verteltijd korter dan de vertelde tijd. Karakterisering maakt de verteltijd langer dan de vertelde tijd.
Livius' perspectief op religie
De teksten over Livius benadrukken de invloed van goden en godsdienstige handelingen op de geschiedenis van Rome. De overtuiging lijkt te zijn dat het op de juiste manier vereren van de goden een positieve invloed had op de Romeinse samenleving. Voortekenen en orakeluitspraken werden gezien als manieren waarop de goden handelden. Godsdienst en staat waren sterk met elkaar verweven. De Romeinse godsdienst was gericht op het in stand houden van een goede relatie tussen goden en gemeenschap (pax deorum). Rituelen moesten heel precies worden uitgevoerd volgens het do ut des-principe: met offers, gebeden en beloften iets van de goden gedaan krijgen. De goden zouden tekens gebruiken om boodschappen uit te zenden. Oorspronkelijk kende de Romeinse godsdienst geen antropomorfe (mensvormige) goden, maar numina in de natuur (geheimzinnige krachten). Onder invloed van de Etrusken en Grieken kregen de goden een menselijke gestalte. Belangrijke Romeinse goden waren Jupiter, Juno en Minerva, evenals Mars (ook vader van Romulus en Remus), Janus (verpersoonlijking van begin en einde) en Vesta (godin van haard en gezinsleven). In haar tempel zorgden de Vestaalse maagden voor het vuur, symbool van het bestaan van Rome, dat altijd moest branden. Goden van de Grieken werden overgenomen, zoals Apollo, Ceres, Hercules en Saturnus. De voornaamste twaalf goden waren Juno, Vesta, Minerva, Ceres, Diana, Venus, Mars, Mercurius, Jupiter, Neptunus, Vulcanus en Apollo. De senaat had oppertoezicht op de toepassing van godsdienst in staatsverband. Priesters waren staatsambtenaren.
Een ongewone wedstrijd: Lucretia's eer
Livius vertelt het verhaal van Lucretia, een Romeinse vrouw wier eer werd geschonden door Sextus Tarquinius, de zoon van de koning. Deze gebeurtenis speelde een cruciale rol in de val van de Romeinse monarchie en de stichting van de Republiek. De context van het verhaal is een militaire campagne waarbij de Romeinen de stad Ardea belegerden. In het legerkamp ontstond een wedstrijd tussen de officieren over wie de meest deugdzame echtgenote had. Collatinus Tarquinius, Lucretia's echtgenoot, daagde de anderen uit om hun vrouwen te verrassen en te zien hoe ze hun tijd besteedden.
Lees ook: Voetbalregels verenigingswissel
De prinsen, waaronder Sextus Tarquinius, brachten hun vrije tijd door met maaltijden en drankpartijen. Tijdens een van deze gelegenheden bij Sextus Tarquinius, waar ook Collatinus Tarquinius dineerde, kwamen hun vrouwen ter sprake. Iedereen prees zijn eigen vrouw op buitengewone wijze. Collatinus stelde voor om de paarden te bestijgen en met eigen ogen de karakters van hun vrouwen te bekijken. De dronken mannen stemden in en vlogen in galop weg naar Rome en vervolgens naar Collatia.
Daar troffen ze Lucretia laat in de nacht bezig met wol temidden van bij lamplicht werkende slavinnen, gezeten midden in het huis. De andere vrouwen waren hun tijd aan het verdoen tijdens de maaltijd en in overdaad met leeftijdgenoten. De eerste prijs van de vrouwenwedstrijd viel Lucretia ten deel. De zegevierende echtgenoot nodigde de prinsen vriendelijk uit.
Sextus Tarquinius werd overweldigd door een slechte wellust om Lucretia met geweld te verkrachten. Zowel haar schoonheid als haar bewezen kuisheid spoorden hem aan. Enkele dagen later keerde Sextus Tarquinius terug naar Collatia, waar hij door Lucretia gastvrij werd ontvangen. 's Nachts, toen iedereen sliep, sloop hij naar haar slaapkamer en bedreigde haar met de dood als ze zich verzette. Hij dwong haar tot seksuele gemeenschap.
De volgende ochtend stuurde Lucretia een boodschap naar haar vader en echtgenoot, waarin ze hen opriep om onmiddellijk naar haar toe te komen. Toen ze arriveerden, vertelde ze hen wat er was gebeurd en zwoer dat ze niet langer kon leven met de schande. Ze eiste dat ze haar dood zouden wreken en zichzelf niet zouden laten overheersen door Tarquinius. Met een dolk stak ze zichzelf dood.
De dood van Lucretia leidde tot een opstand onder leiding van Lucius Junius Brutus, die de Romeinen opriep om de monarchie af te schaffen en een republiek te stichten. De Tarquinii werden verbannen en Rome werd een republiek.
Lees ook: KNGU Broekjesregels Uitgelegd
Morele lessen en vertalingen
Het verhaal van Lucretia is een krachtig voorbeeld van Romeinse deugden zoals eer, kuisheid en moed. Het benadrukt ook de gevaren van machtsmisbruik en de noodzaak om tirannie te weerstaan. De vertalingen van Livius' werk, waaronder het verhaal van Lucretia, speelden een belangrijke rol in de verspreiding van deze waarden en ideeën in de Renaissance. Vertalers worstelden met de vraag hoe ze de antieke kunstwerken konden weergeven zonder de toenmalige begrippen van geloof, zedelijkheid en fatsoen te schenden. Ze streefden ernaar om de Spaansche uitdrukkingen te vervangen door overeenkomstige Nederlandsche, en zooveel mogelijk tot een Nederlandsch werk te maken. De zedelijke en didactische strekking der vertaling blijkt, waar de vertaler zijn voorbeeld een ‘spiegel der verdoolder amoureuser Joncheyt’ noemt en ‘een onderwijs ende leeringe allen menschen van wat state dat sij wesen moghen.’
Andere verhalen: Camillus en de schoolmeester, Papirius' list
Livius vertelt ook andere verhalen die inzicht geven in de Romeinse moraal en cultuur. Het verhaal van Camillus en de schoolmeester illustreert de Romeinse opvattingen over eerlijkheid en oorlogvoering. De schoolmeester, die zijn leerlingen wilde uitleveren aan de Romeinen, werd door Camillus gestraft voor zijn verraad. Camillus weigerde de jongens als pressiemiddel te gebruiken, omdat hij vond dat de Romeinen niet met jongens, maar met soldaten vochten.
Het verhaal van de verstandige jongen Papirius laat zien hoe belangrijk zwijgplicht was in de Romeinse samenleving. Papirius, die een geheim van de senaat had gehoord, wist zijn moeder af te wimpelen met een list. Toen de vrouwen in opstand kwamen, onthulde Papirius zijn list aan de senaat, die hem prees voor zijn trouw en verstand.
Rome bedreigd: Galliërs en de oude senatoren
Het verhaal over de Galliërs die Rome innamen, benadrukt de moed en waardigheid van de oude senatoren. Terwijl veel burgers de stad ontvluchtten, bleven de senatoren in hun huizen wachten op de dood. Ze zaten in toga gekleed op hun zetels en weigerden zich te laten aanraken door de vijand. Hun waardige dood maakte indruk op de Galliërs en toonde de Romeinse vastberadenheid.