Keepers staan in principe opgesteld om doelpunten te voorkomen, niet om ze te maken. Toch zijn er keepers die af en toe mogen juichen om een doelpunt dat ze zelf gemaakt hebben. Sommige keepers zijn al blij als ze tijdens hun loopbaan eenmaal scoren. Voor een select groepje keepers in de voetbalgeschiedenis ligt dat echter anders. Dit artikel belicht een aantal van deze opmerkelijke doelmannen die, tegen alle verwachtingen in, regelmatig het net wisten te vinden.
De Zeldzaamheid van een Doelpunt uit een Vrije Trap
Een doelpunt uit een vrije trap is zeldzaam in het topvoetbal. Ga na wat er allemaal perfect moet gaan om een vrije trap tot doelpunt te promoveren, en de zeldzaamheid van een ‘free kick’-goal wordt al duidelijker. De bal moet - in het merendeel van de gevallen - over de muur heen gaan, maar onder de lat blijven. De bal moet hard ingeschoten worden, maar niet zó hard dat het niet meer mogelijk is een curve aan de baan van het schot mee te geven. De timing en plaatsing van het schot moet op de centimeter nauwkeurig zijn: de keeper weet immers dat je hoogstwaarschijnlijk de vrijgelaten hoek gaat opzoeken, en beschikt over het atletisch vermogen en de reactiesnelheid die hem tot profdoelman hebben gemaakt. Neem dan ook nog eens het statistische feit mee dat de vrije trapnemers met de meeste pogingen gemiddeld hooguit op één poging per wedstrijd uitkomen, en redelijkerwijs beland je op een- en dezelfde conclusie. Het is moeilijk, nagenoeg onmogelijk, om meermaals deze perfectie te bereiken in één seizoen. Messi’s 4 gescoorde vrije trappen in 22 competitieduels voelen als een komeetinslag: een specialisme dat eigenlijk te moeilijk is om een echt specialisme te zijn.
Juninho Pernambucano: De Meester van de Dwarrelbal
Met deze nuance en cijfers in gedachten kunnen we pas écht inschatten hoe briljant de beste vrije trap-nemer in de geschiedenis van het topvoetbal was. Want Juninho Pernambucano kwam in zijn illustere spelersloopbaan (1993-2013) tot 75 gescoorde vrije trappen. Gedurende twintig profseizoenen schoot Juninho gemiddeld eens per acht wedstrijden een vrije trap binnen.
Juninho is de koning van een soort traptechniek die zo zeldzaam is dat we er nog altijd geen woord voor hebben bedacht in de Nederlandse taal. De Braziliaan beheerste de knuckle ball tot in perfectie. In onze taal komt het woord ‘dwarrelbal’ het dichtst in de buurt, maar ‘dwarrelen’ is een te negatieve omschrijving voor de schoonheid van Juninho’s vrije ballen. De in Recife geboren spelmaker was een rechtspoot. Bij een ‘normale’ vrije trappen-specialist verwacht je dus een scheepslading aan curve (of spin) op de bal die van rechts naar links draait, omdat de trapnemer immers met de rechterwreef een effect meegeeft aan de genomen bal, en een neerwaartse boog - aangezien de bal eerst over de muur moet, alvorens hij onder de lat moet belanden. Maar een vrije trap van Juninho nam een geheel eigenzinnig pad naar het doel.
Een perfecte Juninho-freekick kent drie unieke elementen. (1) Een bal van Juninho is allereerst hard ingeschoten. Waar de rest van het spel van de Braziliaan op finesse en een superieure techniek leunde, zat er in de vrije trappen van Juninho altijd een enorme dosis power op het moment van raken. (2) Als zijn vrije bal eenmaal in de lucht is, valt er meteen nog iets afwijkends op: van een verticale boog in het schot is bij Juninho nauwelijks sprake; de bal stijgt gestaag aan hoogte - nèt hoog genoeg om over de muur heen te gaan, maar op geen enkel moment meer dan twintig centimeter boven het verlengde van de doellat - als een rondvormig zweefvliegtuig. (3) In de laatste meters richting doellijn doemt opeens het ‘knuckle’-element van zijn vrije trap op: pas dan begint de bal even subtiel als desoriënterend van links naar rechts, van boven naar onder, te zwabberen. Écht te zwabberen. De initiële kracht van het schot, gevolgd door de afwijkende en zwevende hoogtebaan van de bal, afgesloten door de late zwabber: de perfecte cocktail om een keeper, hoe dominant die ook mag zijn, op het moment sûpreme volledig te doen twijfelen aan zijn split-second beslissing hoe hij op de vrije trap zou reageren.
Lees ook: Braziliaans voetbal nader bekeken
Kijk een willekeurige vrije trappen-compilatie van Juninho terug op YouTube, en na een paar minuten ontdek je een trend. De keeper zit vaker dan niet precies in de juiste hoek en op de juiste hoogte met zijn duik. Maar met één subtiel doch belangrijk probleempje: nèt een paar milliseconden te laat om de bal te pareren. Waar een doelman doorgaans anticipeert op een vrije trap, moet hij op Juninho’s even schone als vreemde plofballen reageren.
De knuckle ball van Juninho heeft, nu hij zo’n tien jaar niet meer in de Europese top uitkomt, gaandeweg alleen maar een mythischer status gekregen. Met Andrea Pirlo, Didier Drogba, Gareth Bale en (vooral) Cristiano Ronaldo als voorbeelden van topspelers die Juninho’s hyper-specifieke traptechniek hebben geprobeerd na te bootsen, valt des te meer op hoe complex zijn kunstvorm was. Hoe fijnbesnaard de techniek in de voet van de trapnemer ook is, hoe imposant ook de schotkracht, de juiste balans vinden bij een inzet die én niet in de derde ring van het stadion belandt, én niet zacht in de handen van de keeper ploft, én de onvoorspelbare zwabber behoudt, én met precisie in de open hoek (of hoge bovenhoek) eindigt, is zelfs voor de grootste trap-specialisten in het huidige topvoetbal te moeilijk gebleken om op Juninho-esque wijze te repliceren.
Het enige nadeel van zijn perfecte vrije trap ondervindt Juninho, inmiddels technisch directeur bij Olympique Lyon - de club waar hij tussen 2001 en 2009 zijn hoogtijdagen beleefde - nu hij een tijdje gestopt is. Want laat zijn naam vallen in een gesprek met een andere voetballiefhebber, en het zal ongetwijfeld gaan over zijn vrije trappen. Tot aan de laatste alinea van dit stuk is het uitsluitend over zijn vrije trappen gegaan. Hij was zó goed als specialist, dat we dikwijls vergeten dat hij ook ‘gewoon’ een topvoetballer was op momenten dat het spel niet stil lag. Juninho was als stijlvolle passer, intelligente vrijloper en hardwerkende teamspeler de belangrijkste kracht op het middenveld - ‘op 10’ of als hangende rechtsbuiten - van een oppermachtig Lyon, dat tussen 2001 en 2008 zeven landstitels op rij veroverde, en jaarlijks kon wedijveren met de absolute grootmachten van Europa in de Champions League. En Juninho was geen ‘onontdekt pareltje’ toen hij op 26-jarige leeftijd in Frankrijk arriveerde. Als spelmaker bij Sport do Recife en Vasco da Gama won hij acht hoofdprijzen op Braziliaanse bodem. Voor het nationale team kwam hij, op een positie waar hij moest wedijveren om speelminuten met ‘s werelds beste creatievelingen, tot veertig interlands. Juninho was een uitblinker op momenten dat het spel vloeiend verliep. Maar hij was simpelweg ongeëvenaard als het spel eenmaal stil kwam te liggen.
Rogério Ceni: De Legende met 131 Doelpunten
Hij mag gerust een legende worden genoemd: Rogério Ceni. De Braziliaanse doelman van São Paulo besloot zijn loopbaan na meer dan elfhonderd wedstrijden en 131 doelpunten. Rogério Ceni is officieel erkend als de keeper die de meeste doelpunten aller tijden scoorde in het betaalde voetbal. Toen hij op 42-jarige leeftijd stopte, stond de teller op 132 doelpunten, waarvan 61 uit vrije trappen, zeventig benutte strafschoppen en één velddoelpunt.
In de ruim twintig jaar die Ceni aaneengesloten speelde voor São Paulo eiste hij vanaf 1997 steeds meer de penalty's en vrije trappen voor zichzelf op. Hoe dat kwam? Ooit spoorde een trainer hem aan zijn traptechniek te verbeteren. En dat deed Ceni, duizenden vrije trappen oefende hij. Vaak wel tachtig per dag. Het wierp zijn vruchten af. Uiteindelijk werd hij aangewezen als vaste man voor de vrije trappen in kansrijke positie.
Lees ook: Van Marta tot de nieuwe generatie: het Braziliaanse vrouwenvoetbal
Ceni speelde, op de eerste twee jaar van zijn voetballoopbaan na, zijn hele carrière voor dezelfde club: het Braziliaanse São Paulo. Bij die club staat hij in de top tien van de topscorers aller tijden. Tussen 1990 en 2015 verdedigde hij liefst 25 jaar lang in meer dan twaalfhonderd wedstrijden het doel van de Braziliaanse club. Dat doet tegenwoordig ook geen speler hem nog na. Sterker, er is geen enkele speler die meer duels voor één club speelde op het hoogste niveau.
Na een glanzende carrière, waarin Ceni wereldkampioen werd en twee keer de Copa Libertadores won, is hij er op 41-jarige leeftijd klaar mee. Na zijn afscheid als speler werd hij in 2016 trainer van de club. Dat hield hij veel minder lang vol, na zes maanden werd hij ontslagen. In zijn lange periode als keeper won Ceni meerdere landstitels en vele andere prijzen waaronder de wereldbeker voor clubs. In 2006 en 2007 werd hij in Brazilië verkozen tot Speler van het Jaar. Dat was de periode waarin hij ook het meest scoorde. Hij droeg achttien maal het keepersshirt voor de nationale ploeg, waarin hij geen goals produceerde.
Legendarisch in Brazilië is de wedstrijd op 20 augustus 2006 tegen Cruzeiro. São Paulo stond met 2-0 achter toen Ceni een penalty stopte, iets wat hij ook met grote regelmaat deed. Het seizoen 2005 was zijn hoogtepunt, waarin hij maar liefst tien competitiedoelpunten wist te maken en nog eens elf in andere competities. Dat leverde hem een plekje op in de top 10 topscorers van dat jaar.
José Luis Chilavert: De Irritante Bulldog met een Hattrick
De irritantste: José Luis Chilavert. Deze Paraguayaanse goalie stond bekend om zijn irritante gedrag én om de vele doelpunten die hij als doelman scoorde. Chilavert (1965) keepte onder meer voor het Spaanse Real Zaragoza en het Argentijnse Velez Sarsfield en kwam in zijn loopbaan tot het imposante aantal van 67 doelpunten, het merendeel uit vrije trappen en penalty’s. Hij speelde 74 interlands, waarin hij acht keer het net deed bollen.
Onder de lat was hij een zuiger eerste klas. Spugen, slaan; Chilavert deed het allemaal. Ook maakte hij er een sport van politici en andere bekendheden te beledigen. Het leverde hem de bijnaam Bulldog op. Hij is de enige keeper ooit die een hattrick maakte in een wedstrijd. In 1999 schoot hij voor Velez Sarsfield in een wedstrijd drie penalty’s binnen. José Luis Chilavert werd drie keer verkozen tot de beste keeper ter wereld. Zo werd hij tijdens het WK van 1998 verkozen tot beste keeper van het toernooi, waar hij de aanvoerder was van Paraguay. Daarmee liet hij onder meer Fabian Barthez en Edwin van der Sar achter zich. De goals van Chilavert kwamen voort uit penalty's en vrije trappen en het zijn met name de vrije trappen die hem beroemd maakten. Hij scoorde lang niet altijd, maar schoot vrijwel altijd op doel. Niet zelden was dat van meer dan twintig meter afstand. Een beroemde vrije trap nam hij tijdens het WK van 1998 tegen Bulgarije.
Lees ook: Essentiële keepersuitrusting
Andere Opmerkelijke Scorende Keepers
René Higuita: Deze Colombiaanse doelverdediger was tussen 1985 en 2010 actief en wist 41 maal het doel te treffen, met name via vrije trappen en strafschoppen. Higuita stond bekend als "El Loco" vanwege zijn onorthodoxe speelstijl.
Dimitar Ivankov: De Bulgaar scoorde in zijn carrière 42 doelpunten, allemaal uit strafschoppen. Hij maakte furore in Bulgarije en Turkije.
Jorge Campos: Deze Mexicaanse keeper speelde ook als spits en scoorde 46 doelpunten. Hij begon duels vaak als keeper en werd later in de wedstrijd als spits ingezet.
Edwin van der Sar, misschien wel de beste Nederlandse keeper ooit, scoorde ooit de 8-0 tegen De Graafschap en de Deense keeper Jensen van ADO Den Haag scoorde twee jaar geleden een legendarisch hakdoelpunt tegen PSV, maar verwend worden we op dit gebied niet.
tags: #Braziliaanse #keeper #vrije #trappen