De Geschiedenis van Duitse Bondscoaches in het Voetbal: Van Wonder van Bern tot Tactische Vernieuwing

Duitsland, met zijn rijke voetbalhistorie, heeft door de jaren heen een reeks van invloedrijke bondscoaches gehad. Deze coaches hebben niet alleen de tactische aanpak van het Duitse voetbal gevormd, maar ook bijgedragen aan het succes en de identiteit van 'Die Mannschaft'. Dit artikel duikt in de geschiedenis van de Duitse bondscoaches, met speciale aandacht voor Joachim Löw en de evolutie van de Duitse voetbalstijl.

De Vroege Jaren en het 'Wonder van Bern'

Het wereldkampioenschap voetbal van 1954 in Zwitserland was voor de Bondsrepubliek Duitsland het eerste grote sportieve succes. De BRD was vijf jaar eerder opgericht en had tot dusver nauwelijks aansprekende sportresultaten geboekt, totdat het onverslaanbaar geachte Hongarije in de finale het onderspit moest delven. Deze overwinning, bekend als het 'Wonder van Bern', markeerde een keerpunt en legde de basis voor de toekomstige successen van het Duitse voetbal.

De Gloriejaren van de Jaren '70

In de jaren zeventig was het West-Duitse voetbalelftal zeer succesvol. Het nationale elftal werd Europees kampioen in 1972 en klopte Oranje in de finale van het WK '74 in München. Deze periode werd gekenmerkt door een sterke nadruk op discipline, wilskracht en strijdlust, eigenschappen die lange tijd als typisch Duits werden beschouwd. In deze periode beleefde het Duitse voetbal een succesvolle periode met het winnen van het EK in 1972 en het WK in 1974.

De Jaren '90 en de Hereniging

In 1990 schreef het Duitse elftal, vlak voor de vereniging van Oost- en West-Duitsland, voor de derde keer het wereldkampioenschap op haar naam. Het won in de finale van Argentinië met 1:0, een doelpunt uit een penalty vlak voor het eindsignaal. Tijdens het toernooi maakte de latere bondscoach Rudi Völler zich in Nederland zeer impopulair door zijn ruzie met Frank Rijkaard. Laatstgenoemde spuugde Völler tot twee keer toe in zijn haren.

De Opkomst van Joachim Löw

Joachim Löw, een figuur die een cruciale rol heeft gespeeld in de recente geschiedenis van het Duitse voetbal, nam na vijftien jaar afscheid van zijn job als bondscoach van de Duitse nationale ploeg. Hij hoopte dat in stijl te doen tijdens het EK 2021. Löw vernieuwde de Duitse voetbalstijl, op basis van ‘verborgen waarden’ uit het verleden en droomde van ‘het perfecte spel’. Dat bracht hij in de praktijk met de ‘Gouden Generatie van 2009’. Toen won Duitsland het EK -21. Met onder meer doelman Neuer, verdedigers Boateng, Höwedes, Hummels, middenvelders Khedira en Özil. Tussen 2006 en 2021 coachte hij de Mannschaft 189 keer. Gewonnen 120, gelijk 38 en verloren 31. Doelpuntenverhouding: 448 voor en 189 tegen. Geen enkele bondscoach deed ooit beter. Terwijl hij in 2005 als ‘werkloze’ coach onverwacht door de toenmalige nationale trainer Jürgen Klinsmann tot zijn assistent werd gepromoveerd. Van Löw werd verteld dat hij het tactische brein was geweest achter de door Klinsmann ingezette omwenteling op het WK 2006 in eigen land.

Lees ook: De rijke historie van de Duitse bondscoaches.

Löw's Beginselen en de Samenwerking met Klinsmann

Löw wist wat hij wilde op het moment dat bondscoach Jürgen Klinsmann hem in 2004 aanklampte voor de job van assistent-coach. Hij bundelde dat in drie beginselen: altijd blijven voetballen en druk zetten; elke speler ondergaat intelligentietests en persoonlijkheidsscholing; voortdurende analyse van de informatiestroom via de laptop.

Klinsmann ijverde, tegen de achtergrond van de wereldbeker 2006 in eigen land, voor een andere voetbalcultuur voor de Mannschaft. Hij ageerde tegen de achterhaalde countertactiek en tegen het Duitse pessimisme. Een nieuwe vorm voor het Duitse voetbal die aansloot bij de tijdgeest van het vrolijke en creatieve land. Klinsmann kwam op de proppen met het grote wervende verhaal maar zocht iemand naast zich die in de luwte kon werken om hetgeen hij voor de camera uitbazuinde in de voetbalpraktijk om te zetten. Löw is het prototype van de hardwerkende ambachtsman in zijn atelier. Het begint bij het automatisme, niets dan het automatisme: het balgevoel corrigeren. Als het automatisme echt automatisch wordt uitgevoerd, dan is het tijd voor het tempo. Löw let niet op het aantal kilometers maar wel op de snelheid van de beweging. Vergeet de duurloop, dat is niets voor een voetballer. Gebruik geen overbodige energie, maal geen domme kilometers. Daarom bant hij strijd, lange ballen, inzet en volle verdedigingen. En pleit hij voor het lichaamsloze duel. Zijn stelling is vastomlijnd: grofheden zijn niet productief, zogenaamde ‘professionele fouten’ schaden het eigen elftal. Bij het verdedigen kijkt hij uit naar het winnen van de bal in plaats van naar het ontregelen van de tegenstrever.

Löw's Filosofie en Tactische Vernieuwing

Joachim Löw veranderde het spelsysteem van het Duitse voetbal. De jongen Joachim raakte in de ban van de creatieve Spielmacher Günter Netzer en de Mannschaft bij ‘das Wunder von Brüssel’ in 1972. West-Duitsland versloeg de Sovjet-Unie met 3-0 in de finale van het Europees Kampioenschap. De fabuleuze bewegingen van de flower powerachtige Netzer - met rondom hem Beckenbauer, Müller en Heynckes - ontlokte de internationale pers lyrische uitspraken omtrent ‘totaalvoetbal of de wedergeboorte van het aanvallende spel’. De man Joachim bewonderde het zogeheten hoge pressievoetbal van het AC Milan van coach Arrigo Sacchi in 1990. Later verdiepte hij zich beroepshalve in het werk van Ernst Happel bij Hamburg, Johan Cruijff bij Barcelona, Arsène Wenger bij Arsenal en van enkele…Zwitserse jeugdcoaches die het verdedigende uitvoetballen methodisch onderzochten.

De Duitse voetbalbond DFB houdt de huidige generatie de spiegel voor van ‘Traumteam 1972’ en heeft de meest avontuurlijke strekking uit haar verleden als te volgen voorbeeld neergezet voor heden en toekomst. Löw wil de tegenstander door goede spelsituaties verrassen en vrolijke emoties losweken bij het publiek. De oude Duitse deugden van wilskracht, strijdlust en kadaverdiscipline? Löw acht ze voorbijgestreefd. Hij gelooft in de door de DFB sinds 2000 uitgestippelde weg, het is voornamelijk zijn weg: een rigoureuze keuze voor een hoogstaande, gevarieerde voetbalcultuur. Het offensieve grondidee laat hij tot in detail bestuderen. In het voetbal van Löw hoort lichtvoetigheid en esthetiek. Joachim Löw filosofeert graag…over voetbal. Hij laat niet morrelen aan de principes: offensief voetbal, spelculturele complentatie, het optreden als waagstuk. Hij verwerpt de afwachtende houding. De Mannschaft zal dominant zijn of niet zijn. Tot in uitwedstrijden toe. Daar hoort een foutmarge bij, dat geloof draagt hij uit. Hij formuleert alles in concrete doelstellingen. Hij praat in zelfbewuste termen over de missie van de Mannschaft: ‘We willen een positief, sympathiek imago en we proberen attractief voetbal te spelen.’ Hij vertaalt dat tegenwoordig ook naar zichzelf: ‘Ik ben een esthetische trainer die goed voetbal wil zien.’ Hij verfoeit het ‘winnen tot elke prijs’. Voor hem is de stilistische opvoering wezenlijk belangrijker dan het gebeuk: ‘de kunst om zonder titel te behagen’.

WK 2014: Het Hoogtepunt

In 2014 werd Duitsland wederom wereldkampioen onder leiding van bondscoach Joachim Löw. Mario Götze besliste de finale tegen Argentinië door te scoren in de verlenging. Deze overwinning was niet alleen een sportieve triomf, maar ook een bevestiging van de vernieuwde Duitse voetbalstijl die Löw had geïntroduceerd.

Lees ook: Analyse van het conflict tussen bondscoach en speelster

Teleurstellingen en Kritiek

Na het succes van 2014 volgden echter ook teleurstellingen. Duitsland werd in Rusland al in de groepsfase uitgeschakeld. Het land verloor van Mexico en Zuid-Korea, waardoor de winst tegen Zweden - die pas in de laatste minuut van de extra tijd tot stand kwam - niet voldoende was voor een vervolg op het mondiale eindtoernooi. Löw zelf sprak zich na de uitschakeling niet uit over zijn toekomst. De selectie van Duitsland is inmiddels terug in West-Europa en binnenkort volgen gesprekken tussen Löw en de Duitse voetbalbond. Volgens het Duitse persbureau DPA hebben alle leden van het presidium van de Duitse voetbalbond ingestemd om Löw (58) niet te ontslaan. De Duitse coach heeft nog een contract tot eind 2022 bij de bond. Ondanks deze tegenslagen bleef Löw vasthouden aan zijn filosofie en probeerde hij het team verder te ontwikkelen. De baan van Joachim Löw heeft in de afgelopen jaren aan een zijden draadje gehangen. Na een aantal zeer succesvolle jaren onder de geprezen bondscoach ging het opeens een stuk minder. Duitsers eisten verandering na de pijnlijk uitschakeling in de groepsfase van het WK in 2018.

Top 10 Beste Duitse Voetballers Ooit

Met vier Wereldbekers en drie Europees kampioenschappen op hun naam, is Duitsland een van de beste voetballanden aller tijden. Deze prijzen zijn vooral te danken aan de geweldige voetballers die ons buurland hebben voortgebracht. Hieronder een overzicht van de top 10 beste Duitse voetballers ooit:

  1. Franz Beckenbauer: Ook wel Der Kaiser genoemd, wordt beschouwd als de grootste voetballer die Duitsland kende.
  2. Gerd Müller: Na Miroslav Klose de all-time topscorer van Duitsland.
  3. Miroslav Klose: Heeft het record voor de meeste doelpunten op een WK én is hij topscorer aller tijden van het Duitse nationale elftal.
  4. Lothar Matthäus: Wordt beschouwd als een van de beste middenvelder ooit.
  5. Karl-Heinz Rummenigge: Werd twee keer uitgeroepen tot Europees Voetballer van het Jaar: in 1980 en 1981.
  6. Philipp Lahm: Was aanvoerder van het Duitse team dat de wereldbeker in 2014 won.
  7. Oliver Kahn: Werd op het WK in 2002 uitgeroepen tot de beste doelman van het toernooi.
  8. Bastian Schweinsteiger: Werd door de Duitsers zelf gezien als ‘het kloppende hart’ van het Duitse middenveld tussen 2004 en 2016.
  9. Thomas Müller: Een schoolvoorbeeld van het Duitse begrip ‘Raumdeuter’.
  10. Jürgen Klinsmann: Won als aanvaller het WK in 1990 en in 1996 het EK.

De beste oud-spelers van Duitsland samenstellen in één beste elftal aller tijden is geen gemakkelijke klus, maar we hebben het toch gedaan. Helemaal achterin, onder de lat, is er plek voor Manuel Neuer als beste keeper. Een wereldkampioen, die erg goed kan meevoetballen. Hij wordt in de defensie gesteund door verdedigers Andreas Brehme, Franz Beckenbauer en Philipp Lahm. We kiezen voor een viermans middenveld met van links naar rechts Bastian Schweinsteiger, Lothar Matthäus, Günter Netzer en Helmut Rahn als beste middenvelders. Voorin is er alleen ruimte voor de topspitsen uit de Duitse geschiedenis. De beste en misschien wel populairste Duitse voetballer uit de jaren ’50 was Fritz Walter. Hij had een cruciale rol tijdens het winnen van het WK van 1954, de eerste wereldtitel van de Duitsers. Mede door het winnen van het WK is Walter één van de vier ereaanvoerders van het Duitse nationale elftal. De andere drie in dit legendarische rijtje zijn Uwe Seeler, Franz Beckenbauer en Lothar Matthäus. Helmut Rahn was een Duitse aanvaller uit de jaren vijftig, die ook wel bekend stond als Der Boss. Hij speelde met name in Duitsland, maar kwam ook een periode uit voor SC Enschede. Rahn speelde 40 interlands voor Duitsland en scoorde daarin 21 keer. In 1954 werd de aanvaller wereldkampioen met het Duitse nationale team. Rahn had zelfs een hoofdrol in de WK-finale door twee goals te maken in de gewonnen wedstrijd tegen Hongarije (3-2). Uwe Seeler is zoals benoemd ook één van de ere-aanvoerders van het Duitse nationale elftal. Hij is een legendarische speler in de Duitse voetbalgeschiedenis, die zijn stempel heeft gedrukt op zowel het nationale team als in zijn clubcarrière. Seeler vertegenwoordigde het Duitse nationale team van 1954 tot 1970 en speelde een cruciale rol in verschillende internationale toernooien. Hij werd echter nooit wereldkampioen. Zijn hoogtepunt was het bereiken van de WK-finale in 1966, waar Duitsland nipt verloor van Engeland. Seeler scoorde 43 keer in 72 interlands. Op clubniveau noteerde hij nog betere cijfers. Seeler bracht bijna heel zijn carrière door bij Hamburger SV, waar hij tussen 1953 en 1972 speelde. Als clubicoon scoorde Seeler meer dan 400 keer voor HSV. Josef Dieter ‘Sepp’ Maier staat bekend als één van de grootste Duitse doelmannen aller tijden. Hij was tijdens zijn indrukwekkende carrière uiterst succesvol bij zowel het Duitse nationale team als Bayern München. Maier’s hoogtepunt met het Duitse nationale elftal kwam tijdens de jaren 70, waar hij een sleutelrol speelde in het winnen van het EK in 1972 en het WK in 1974. Maier speelde zijn hele carrière voor Bayern München (van 1962 tot 1979). Hij hielp de club successen te behalen zoals drie opeenvolgende Europacup I-titels in 1974, 1975 en 1976. Günter Netzer zal niet bij iedereen meteen een licht doen branden, maar hij is toch echt een succesvolle voetballer uit de Duitse geschiedenis. Hij speelde 37 interlands waarin hij goed was voor zes goals. Hoewel hij niet de meeste interlands heeft, werd hij wel wereldkampioen en Europees kampioen met zijn land. Op clubniveau is hij met name bekend uit zijn tijd bij Borussia Mönchengladbach, waar hij zo’n 300 wedstrijden voor speelde en meer dan honderd goals maakte. Franz Beckenbauer is een icoon in de voetbalwereld, zowel op nationaal als clubniveau. Voor het Duitse nationale elftal, bekend als “Der Kaiser,” was Beckenbauer een pilaar tijdens de grootse zeges in de jaren ’70. Als speler leidde hij West-Duitsland naar de WK-titel in 1974 en de Europese titel in 1972. Gerd Müller staat bekend als een van de grootste doelpuntenmakers in de geschiedenis van het voetbal. Müller speelde een cruciale rol in het Duitse nationale team gedurende de jaren 60 en 70. Hij was de onbetwiste topscorer tijdens het WK van 1970, waar Duitsland de halve finale bereikte. Het absolute hoogtepunt van zijn internationale carrière kwam in 1974, toen Müller belangrijke doelpunten maakte en West-Duitsland hielp de wereldbeker te winnen. Paul Breitner stond bekend om zijn kapsel en daarom werd hij ook Der Afro genoemd. Hij was een controversiële speler die wel veel voor Duitsland heeft betekend. Zo werd hij in 1972 Europees kampioen en twee jaar later wereldkampioen. Breitner speelde 48 interlands voor de Duitsers. Karl-Heinz Rummenigge heeft net als de vorige namen een glansrijke carrière achter de rug, zowel internationaal als op clubniveau. Hij speelde als aanvaller en was één van de meest gerespecteerde spelers van zijn tijd. Met Die Mannschaft won Rummenigge het Europees Kampioenschap in 1980. Andreas Brehme was ook erg succesvol. Hij speelde een lange periode voor het nationale elftal en kwam in totaal tot 86 interlands. In 1990 kwam zijn hoogtepunt toen hij wereldkampioen werd met het Duitse team. Lothar Matthäus was onderdeel van het Duitse nationale team dat de wereldbeker van 1990 won. Sterker nog, hij was de aanvoerder van het team. Tien jaar eerder werd hij ook al Europees Kampioen met Die Mannschaft. Jürgen Klinsmann is een Duitse voetballegende die als speler en coach grote successen heeft behaald. Als speler vertegenwoordigde Klinsmann Duitsland in 108 interlands en speelde hij een belangrijke rol bij het winnen van het WK in 1990. Miroslav Klose sloot zijn carrière namelijk af als de topscorer aller tijden van Die Mannschaft. Zijn hoogtepunt kwam tijdens het WK van 2014 in Brazilië, waar hij ook nog eens de topscorer aller tijden werd van het WK. Klose maakte in totaal 16 doelpunten op wereldkampioenschappen, een record dat voorheen in handen was van de Braziliaan Ronaldo. Philipp Lahm is één van de meest gerespecteerde Duitse voetballers van zijn generatie. Gedurende zijn carrière speelde Lahm 113 interlands voor Duitsland. Net als Klose beleefde Lahm zijn hoogtepunt met Die Mannschaft tijdens het WK van 2014. Hij was de aanvoerder van het Duitse nationale team tijdens dat eindtoernooi en mocht dus de wereldbeker optillen. Bastian Schweinsteiger is ook zo’n speler die eigenlijk alles heeft gewonnen wat er maar te winnen valt. Hij behoorde ook tot het succesteam van Bayern dat bijna ieder jaar met gemak kampioen werd en ook nog eens de Champions League won. Daarnaast pakte hij met Duitsland ook nog het WK van 2014.

Lessen uit het Duitse Voetbal

In tijden van crisis leerde het Duitse voetbal van Nederland. Het is hoogste tijd dat Nederland kijkt wat de Duitsers beter doen. Een van de aspecten waar Duitsland in uitblinkt, is het vermogen om zich aan te passen en te vernieuwen. Dit blijkt onder meer uit de filosofie van Julian Nagelsmann, een jonge en ambitieuze trainer die in Duitsland furore maakt. Nagelsmann hecht geen waarde aan een vaste speelwijze, maar past zijn tactiek aan op basis van de tegenstander en de beschikbare spelers.

Nagelsmanns Principes:

  • Geen Vaste Speelwijze: Nagelsmann ziet het nut niet van een vaste speelwijze. Als je steeds op dezelfde manier speelt, zo redeneert hij, word je een makkelijk doelwit voor een creatieve tegenstander.
  • Spelprincipes: Vastigheid komt bij Nagelsmann niet uit het systeem, maar uit zogenoemde ‘spelprincipes.’ Een van die principes is een klassieker: speel nooit breed.
  • Verrassing en Aanpassing: Nagelsmann verrast zijn opponenten graag met onverwachte opstellingen en past zijn tactiek voortdurend aan.
  • Vermijden van Automatisme: Het inslijpen van patronen vormt een risico. Elke training is dan ook anders bij Nagelsmann om automatismen te voorkomen en verveling tegen te gaan.
  • Cognitieve Snelheid: De echte winst zit hem in het vergroten van wat hij ‘de cognitieve snelheid’ noemt.

Terugblik op Eerdere EK-Toernooien

Na het WK 1978 houdt Helmut Schön het voor gezien als bondscoach. Jupp Derwall is de logische opvolger, want hij was vanaf 1970 de assistent van Schön. Hij begint succesvol, want West-Duitsland bleef tot aan het EK in Italië ongeslagen. West-Duitsland was ondanks het beschamende gelijkspel tegen Malta duidelijk een van de favorieten voor de eindronde. Er werd op het EK in Italië gespeeld in twee poules van vier landen waarbij de poulewinnaars direct naar de finale gingen. De tendens van het toernooi was gezet in de eerste wedstrijd van het toernooi: slechts 11.000 toeschouwers in Rome zagen West-Duitsland en Tsjecho-Slowakije de herhaling van de EK-finale van 1976 spelen. Tegen Nederland, de eerste van vijf onderlinge ontmoetingen op een Europees kampioenschap, greep Derwall succesvol in ten opzichte van het openingsduel. Bernd Schuster, ‘de Blonde Engel’, verving krachtpatser Hans-Peter Briegel en het middenveld van Nederland werd compleet overlopen. Zijn ploeggenoot bij 1. FC Köln, Klaus Allofs, scoorde drie keer, twee keer na een voorzet van Schuster. Opvallend was dat de nog jonge invaller Lothar Matthäus zijn debuut maakte en een strafschop veroorzaakte. Ook die was zeer omstreden: Ben Wijnstekers werd namelijk buiten het zestienmetergebied neergelegd. West-Duitsland was door de zege geplaatst voor de finale en speelde de laatste groepswedstrijd doelpuntloos gelijk tegen Griekenland. West-Duitsland komt in de finale al snel op voorsprong via een doelpunt van Horst Hrubesch na een weergaloze pass van Schuster. Een kwartier voor tijd komen de Rode Duivels vanaf de strafschopstip langszij door René Vandereycken, terwijl de overtreding buiten het strafschopgebied plaatsvindt. En dat was geen toeval, want Hrubesch stond in Europa bekend als ‘Das Kopfball-Ungeheuer’: het kopbalmonster. Hrubesch was de held van de finale, maar de beste speler van het toernooi was Schuster. Pijnlijk is wel dat dit z’n eerste en laatste grote toernooi zou zijn voor West-Duitsland. Het WK 1982 in Spanje moet hij vanwege een blessure aan zich voorbij laten gaan en begin 1984 stelt hij zich niet meer beschikbaar na een ruzie met bondscoach Derwall. Schuster komt slechts tot 21 interlands en scoort daarin vier keer.

Lees ook: De Chinese hockeydroom van Alyson Annan

West-Duitsland heeft een tumultueus WK 1982 achter de rug, waar schandalen welig tierden, maar wel de finale werd gehaald tegen Italië (3-1 verlies). Het begin van de kwalificatie is heel slecht, voor de eerste keer sinds 1967 verliest de ploeg een EK-kwalificatieduel: 1-0 in Belfast tegen Noord-Ierland. Ook deze wedstrijd is weinig verheffend, het blijft 0-0 en halverwege de kwalificatie heeft Oostenrijk een ruime voorsprong, maar de Oostenrijkers moesten alle zware uitwedstrijden nog spelen. Kwalificatie kan West-Duitsland nauwelijks nog ontgaan, vooral omdat de derde kandidaat Noord-Ierland onnodige punten verloor tegen de kleinere landen. De Duitsers spelen nog twee thuiswedstrijden, waarvan één overwinning genoeg is voor kwalificatie. Ook in Saarbrücken komt de titelverdediger op een beschamende achterstand tegen Albanië, het land dat ervoor zorgde dat West-Duitsland ontbrak op het EK in 1968. Pas elf minuten voor tijd scoort Gerd Strack namens Die Mannschaft het bevrijdende doelpunt en eindigt zodoende op doelsaldo boven Noord-Ierland. Het EK is dus bereikt, maar West-Duitsland wordt niet gezien als titelfavoriet. Daarbij speelt mee dat bij de titelverdediger vooral de komst van doelman Harald Schumacher met spanning tegemoet wordt gezien, na de botsing met Fransman Patrick Battiston op het WK in 1982. Dat was ook hard nodig, want met name op het middenveld ontbeert West-Duitsland elke vorm van creativiteit. Door gebrek aan alternatief wordt topaanvaller Karl-Heinz Rummenigge op het middenveld geposteerd en neemt Rudi Völler zijn plaats over in de aanval. De Duitsers zijn ingedeeld in een poule met Spanje, Portugal en Roemenië. Het eerste groepsduel tegen Portugal eindigt in 0-0. In de laatste groepswedstrijd heeft West-Duitsland vooraf genoeg aan een gelijkspel tegen Spanje. De Duitsers spelen hun beste wedstrijd en hebben pech: Hans-Peter Briegel en Andreas Brehme schieten op paal en lat. Schumacher blijft in vorm en stopt een strafschop. Daardoor moet Spanje winnen om zich te plaatsen voor de knock-outfase. In de laatste minuut zorgt Maceda voor Spaanse vreugde en is West-Duitsland onttroond als titelhouder. Bij terugkomst op het vliegveld in Frankfurt hangt er een spandoek: Derwall raus!

Beckenbauer beschikt niet over een trainerslicentie en daarom wordt de functie teamchef bedacht. Tijdens zijn eerste eindronde in 1986 bereikt West-Duitsland de finale in Mexico tegen Argentinië. Tijd voor revanche op het desastreus verlopen EK vier jaar eerder en de verloren WK-finale in Mexico. West-Duitsland plaatst zich als gastland automatisch, terwijl titelhouder Frankrijk al in de kwalificatiefase wordt uitgeschakeld. Politiek gezien was de status van West-Berlijn in de jaren ’80 omstreden. Om zijn kandidatuur voor het EK niet in gevaar te brengen, zag de Duitse voetbalbalbond af van West-Berlijn als speelstad. In Hamburg, Hannover, Gelsenkirchen, Düsseldorf, Keulen, Frankfurt, Stuttgart en München worden de EK-duels afgewerkt. Het land had na het WK in Mexico afscheid genomen van spelers als Karl-Heinz Rummenigge en Harald Schumacher. Centrale man is nu middenvelder Lothar Matthäus, een speler met een voorbeeldige mentaliteit, maar niet geliefd bij de tegenstander vanwege zijn provocatieve gedrag. Op 10 juni 1988 treft West-Duitsland in het Rheinstadion in Düsseldorf Italië. Het gastland stelt teleur en maakt vaak een hulpeloze indruk. In de tweede helft komt West-Duitsland op achterstand door het eerste interlanddoelpunt van Roberto Mancini. De Duitsers worden gered door scheidsrechter Keith Hackett; hij geeft een vrije trap in het strafschopgebied door een nalatigheidje van doelman Walter Zenga, die vier stappen met de bal in het strafschopgebied maakt, terwijl er drie zijn toegestaan. Vier dagen later rekent West-Duitsland, in het Parkstadion in Gelsenkirchen, in een weinig enerverend duel af met Denemarken. Het wordt 2-0 door doelpunten van Klinsmann en Olaf Thon. Voor de laatste groepswedstrijd is er veel stemmingmakerij in de Duitse pers om de falende spits Rudi Völler te vervangen tegen Spanje. Franz Beckenbauer blijft zijn vertrouwen uitspreken in Völler en dat betaalt zich uit: Völler scoort twee keer. Matthäus is de absolute uitblinker op het veld, alle aanvallen lopen via hem en West-Duitsland lijkt op tijd in vorm te zijn na een stroeve start. Met vijf punten uit drie duels plaatst West-Duitsland zich ongeslagen voor de halve finale tegen Nederland.

tags: #bondscoach #Duitsland #voetbal #geschiedenis