Boeken over Korfbal: Geschiedenis, Tactiek en Training

Korfbal, een unieke en dynamische teamsport, kent een rijke geschiedenis en vereist een doordachte tactiek en effectieve training om succesvol te zijn. Er zijn diverse boeken beschikbaar die inzicht bieden in de verschillende aspecten van het korfbal, variërend van de basisprincipes tot geavanceerde strategieën. Dit artikel geeft een overzicht van belangrijke thema's binnen het korfbal en relevante literatuur.

Jeugdopleiding en Trainingsmethoden

Een goede jeugdopleiding is cruciaal voor de toekomst van elke korfbalvereniging. Het "Jeugdopleidingsplan C.K.V. H.H.V." is een voorbeeld van een document dat trainers helpt bij het structureren en geven van trainingen aan de jeugd. Dit plan, onderdeel van het Technisch Beleid HHV, biedt een uitwerking van techniek en tactiek, maar laat ruimte voor de trainer om zelf oefenstof te bedenken of aan te passen.

Het opleidingsplan benadrukt het belang van een goede en gerichte training, waarbij de trainer kennis en vaardigheden moet bezitten om een team op verantwoorde wijze te trainen en coachen. De hoofdbedoeling van het korfbal, het winnen van wedstrijden door scoren, opbouwen tot scoren en het voorkomen van scoren (SOV-structuur), staat hierbij centraal.

Structuur van een Training

Een training moet altijd een relatie hebben met de SOV-structuur en korfbalspecifiek zijn. Het doel is het bevorderen van de prestatie in de wedstrijd. De basis korfbalvaardigheden, zoals vangen, werpen en schieten, zijn essentieel en moeten technisch correct worden uitgevoerd.

Een voorbeeld van een trainingsindeling is:

Lees ook: FC Barcelona tickets: Alles wat je moet weten

  • Welkom en warming-up (5-10 minuten)
  • Herhaling van de vorige training (10-15 minuten)
  • Nieuwe oefenstof / toevoeging (10 minuten)
  • Partijspel (10-15 minuten)
  • Afsluiting (5 minuten)

De inhoud van de training hangt af van de doelen en wordt bepaald door de oefenstof, die gericht is op scoren, opbouwen tot scoren of voorkomen van scoren. De moeilijkheidsgraad van de oefenstof moet aangepast zijn aan het niveau van de selectie.

Didactische Tips voor Trainers

Bij het geven van trainingen is het belangrijk om de oefeningen voor te doen ("plaatje-praatje-daadje"), overzicht te houden over de spelers, en te zorgen voor voldoende herhaling. Corrigeren moet kort en duidelijk gebeuren, met niet te veel aanwijzingen tegelijk. Veiligheid en verantwoordelijkheid zijn essentieel, waarbij de trainer moet letten op mogelijke blessures en de juiste opstelling van de korven.

Planning en Evaluatie

Aan het begin van het seizoen maakt de trainer een planning in overleg met de trainingscoördinator. De planning omvat doelstellingen, trainingsonderwerpen en evaluatiemomenten. Op deze momenten wordt bepaald of de doelstellingen zijn gehaald en of de planning moet worden aangepast.

Basistechnieken: De Fundering van Korfbal

Een goede techniek is de basis voor succes in het korfbal. Vanaf de jongste jeugd moet er veel aandacht besteed worden aan het aanleren van de juiste technieken.

Scoren

  • Bovenhands-stilstaand: Voeten in kleine spreidstand, bal op borsthoogte, duimen achter/onder de bal, vingers gespreid, armen gebogen, ellebogen niet naar buiten, doorveren, nastrekken na het schot, laatste balcontact met middel- en wijsvinger (zwanenhals), beide armen dezelfde kracht, ontspannen.
  • Doorloopbal: Snelheid en timing zijn cruciaal, de bal moet op de juiste plek en moment ontvangen worden. De beweging moet vloeiend zijn, met de blik gericht op de korf. De bal wordt bovenhands losgelaten.
  • Schieten uit de beweging: Zie bovenstaande punten, maar dan in beweging.
  • Uitwijkbeweging: Grote startsnelheid, loopbaan recht naar de korf, stopbeweging met de rechter voet voor, kruispassend weglopen op snelheid.
  • Kijkrichting: Gericht op de korf, met de mogelijkheid om medespelers te zien.
  • Strafworp: Afzet met één been (bijv. rechts), bal in volle hand, armen licht gebogen, 'loopsprong' met de linkerknie omhoog, armen recht voor het lichaam en strekken naar de korf, bal op het hoogste punt loslaten, landing op de linker voet.
  • Vrije bal: De nemer gooit de bal naar de aangever en schiet. De nemer kan kruispassend/snel achteruitlopen. De aangever staat onder de korf en aan de twee zijkanten in een ruitopstelling, in balans en gooit de bal snel terug op ooghoogte van de nemer.

Werpen en Vangen

  • Werpen met 1 hand (strekworp): Stilstand en uitbeweging, rechts gooien met de linker voet voor (schredestand), bal met gestrekte arm naar achteren op 1 hand vasthouden, knieën licht gebogen, bal langs je hoofd naar voren brengen, nastrekken met de vingers, kijkrichting gericht op de medespeler.
  • Vangen met 1 hand: Naar de bal toe bewegen, vinger gespreid, ontspannen blijven, balcontact met de vingers, armen gebogen.

Historische Boeken en Korfbalarchieven

Er zijn diverse archieven en historische overzichten die de geschiedenis van het korfbal beschrijven. Zo is er een overzicht van belangrijke ontwikkelingen in de sport, waarin de invoering van microkorfbal (zaalkorfbal) wordt genoemd. Ook zijn er jubileumboeken, zoals die van KV Blauw Wit, die een inkijk geven in de oprichting, de uitdagingen en de successen van de vereniging door de jaren heen.

Lees ook: De wereld van voetbal lezen

Tactische Boeken en Spelontwikkeling

Tactiek is een belangrijk aspect van het korfbal, vooral bij oudere selecties. Het gaat om het begrijpen van de spelprincipes en het toepassen van de juiste strategieën om de tegenstander te verslaan. De handelingstheoretische benadering baseert zich op de wisselwerking tussen een individu en zijn omgeving. Het menselijk bewegen en dus ook het spelen, is een wijze van zinvol betrokken zijn op de wereld om ons heen. Van daaruit ontstaat een relationeel bewegingsconcept waarin het spelend leren hockeyen centraal staat.

De KNHB stelt dat “we de klassieke trainingsmethodiek voor het aanleren en verbeteren van technische vaardigheden - waarbij we de bal van A naar B, van B naar C en van C naar D spelen - moeten loslaten. De manier van trainen hangt namelijk sterk af van de omgeving waarin een sport beoefend wordt. In het hockeyspel bijvoorbeeld staat de omgeving vast. De balk blijft staan waar die staat en de mat blijft liggen waar die ligt. In het turnen worden dan ook voornamelijk gesloten vaardigheden getraind. Dit zijn vaardigheden waarbij de omgeving onveranderlijk is. Topturners als Epke Zonderland en Sanne Wevers weten vóórdat ze een oefening beginnen al precies wat ze gaan doen en proberen de oefening zo perfect mogelijk uit te voeren. Het hockeyspel daarentegen bestaat voornamelijk uit open vaardigheden en tijdens dit spel gebeurt nooit twee keer exact hetzelfde. Door de tegenstanders, het weer, type veld en medespelers moet er voortdurend ingespeeld worden op datgene wat de omgeving vraagt. Het gaat dus niet zozeer om de perfecte beweging, maar om het zoeken naar oplossingen in voortdurend wisselende situaties. Dit betekent dat het houden van overzicht, het maken van de juiste keuze en deze keuze uitvoeren met een passende techniek belangrijke factoren zijn om speluitdagingen in het hockeyspel te kunnen oplossen. Het hockeyspel is te vereenvoudigen tot balbezit (BB), niet-balbezit (NBB) en omschakelen (OS: BV= balverlies en BW= balwinst). Tevens is er altijd sprake van een doel en een richting. Het doel van het hockeyspel is het maken en voorkomen van een doelpunt. Het Schema Doelspel Hockey is verdeeld in vier zones. In zone 1 staat de goal die je met jouw team verdedigt. In zone 4 staat de goal waarin je met jouw team wilt scoren. Dit betekent dat je in balbezit uitverdedigt/opbouwt in zone 1.

Lees ook: Korfbalgedichten voor 5 december

tags: #boeken #over #korfbal #geschiedenis #tactiek #training