De Geschiedenis van Blauw-Wit Korfbal: Van Drankbestrijding tot Landskampioenschappen

Inleiding

Korfbal, een sport met een uniek Nederlands karakter, kent een rijke historie die nauw verbonden is met de maatschappelijke ontwikkelingen en de opkomst van sportverenigingen in de 20e eeuw. Van de eerste schoolclubs in Amsterdam tot de landelijke populariteit die de sport later verwierf, korfbal heeft een interessante reis doorgemaakt. Dit artikel duikt in de oorsprong van korfbal, de rol van pioniers zoals Nico Broekhuijsen, en de geschiedenis van de Amsterdamse korfbalclub Blauw-Wit, evenals een blik op Wit-Blauw uit Kampen en Blauw-Wit uit Heerenveen.

Het Ontstaan van Korfbal in een Veranderend Nederland

Rond de eeuwwisseling van de 19e naar de 20e eeuw worstelde Nederland met aanzienlijke maatschappelijke problemen. Werkloosheid en armoede waren wijdverspreid, met name in de grote steden. De lichamelijke conditie van veel kinderen was zorgwekkend, wat vooral in het onderwijs opviel. Leraar Grasé stelde voor om openluchtspelen verplicht te maken op scholen om de lichamelijke gesteldheid van scholieren te verbeteren. De Amsterdamse Bond voor Lichamelijke Opvoeding (ABLO), opgericht door burgemeester Van Leeuwen, bepaalde dat deze spelen geschikt moesten zijn voor zowel meisjes als jongens.

Nico Broekhuijsen: Een Sleutelfiguur in de Ontwikkeling van Korfbal

Nico Broekhuijsen, een onderwijzer en lid van de ABLO, speelde een cruciale rol in de ontwikkeling van korfbal. Tijdens een studiereis naar Zweden in 1902 kwam hij in aanraking met een spel dat "ringboll", "basketboll" of "handboll" genoemd werd. Broekhuijsen nam het spel mee naar Amsterdam en paste het aan. Hij verving de ijzeren ring door een rieten korf zonder bodem en ontwikkelde spelregels. Zo ontstond een nieuwe sport, die hij met zijn leerlingen speelde en korfbal noemde. In september 1902 vond de wereldprimeur van het korfbal plaats op een braakliggend terrein in Amsterdam, op de hoek van de Jan Luijkenstraat en de Van De Veldestraat.

Hoewel Nico Broekhuijsen niet per se de uitvinder van korfbal was, is zijn rol van onschatbare waarde geweest. Hij was energiek, ambitieus, welbespraakt en een organisatietalent. Hij introduceerde het korfbalspel bij diverse maatschappelijke instellingen, ook buiten Amsterdam. In 1902 publiceerde zijn directeur, de heer Vrij, een artikel over het nieuwe spel in het "Handelsblad". Broekhuijsen was minder een spelregelkenner, maar meer een promotor en organisator van het korfbal.

De Nederlandse Korfbalbond: Een Vroegtijdige Organisatorische Stap

De eerste korfbalclubs ontstonden, waaronder OSCA (Openluchtspelclub Amsterdam) en "Wit en Schotsch". Op 2 juni 1903 richtten ze samen de Nederlandse Korfbalbond op. Ook Amsterdamse schoolclubs zoals DEAK (De Eerste Amsterdamse Korfbalclub), DEV (De Eerste Vijfjarige) en DTV (De Tweede Vijfjarige) waren betrokken bij de oprichting. De bond fungeerde als een stabiliserende factor in de beginjaren, waarin de sport nog onevenwichtig was en ervaring ontbrak. Nico Broekhuijsen was de eerste voorzitter van de bond.

Lees ook: Blauwe Adidas hockeyschoenen: jouw ultieme gids

De Amsterdamse Korfbalclub Blauw-Wit: Van Geheelonthouding tot Sportief Succes

De Amsterdamse korfbalclub Blauw-Wit kent een rijke geschiedenis, die teruggaat tot de beweging tegen drankmisbruik. Op 6 december 1916 werd de club opgericht als onderdeel van de jeugdgroep van een drankbestrijdersorganisatie onder de naam Geheel-Onthouders Korfbal-Club (GOKC). Mevrouw Lies Simonis-Pieters was de oprichter. Er werd iedere zondagmorgen om 10.00 uur op het terrein van Ons Huis aan de Rozenstraat gekorfbald.

In 1918 werd de GOKC zelfstandig en in september 1921 liet de club het geheelonthoudingsprincipe achter zich, wat de ledenwerving ten goede kwam. Tegelijkertijd werd de naam veranderd in Blauw-Wit. De eerste speelplek was het Staringplein in de Kinkerbuurt. Vanaf 1941 speelt Blauw-Wit op terreinen aan de Joos Banckerweg in Bos en Lommer: het eerste veld daar werd door de eigen leden aangelegd. In de jaren '60 was Blauw-Wit de grootste korfbalvereniging van Nederland.

Sportieve Hoogtepunten en Maatschappelijke Discussies

In de jaren '20 begon Blauw-Wit sportief mee te tellen. In 1933, 1936, 1937 en 1938 werd de club landskampioen, met topspelers als Cock van Delweynen, Stien Tiggelaar en Henk en Siska Helden.

In de beginjaren was er weerstand tegen het gemengde karakter van korfbal. Sommigen vreesden dat het samenspelen van mannen en vrouwen tot onzedelijkheid zou leiden. K. Rijndorp betoogde in 1966 in het jubileumboekje Vijftig dat het vormende van een gemengde sport juist van groot belang is: "In gemengde gezelschappen behoedt de vrouw het samenlevingspatroon voor verruwing. De kazerne is een sprekend voorbeeld van een te eenzijdig mannelijke samenleving. De omgangsvormen in het gemengde gezelschap zijn milder en beschaafder.'

Blauw-Wit Vandaag: Een Actieve Vereniging in de Buurt

Tegenwoordig telt Blauw-Wit 290 leden en een tennisafdeling met ruim 250 leden. Door deelname aan het landelijk project 'Meedoen alle jeugd door sport' heeft de club ook (opnieuw) een buurtfunctie gekregen.

Lees ook: Blauw-Wit Korfbal live kijken

Wit-Blauw uit Kampen: Een Eeuw van Korfbal

De korfbalvereniging Wit-Blauw uit Kampen werd opgericht op 14 september 1920. De club is ontstaan dankzij de KNAU, die sportinstuiven organiseerde op Hemelvaartsdag. Leden van de Kamper sportvereniging THOR besloten een korfbalafdeling op te richten, die vanwege de clubkleuren van THOR Blauw-Wit genoemd werd. Joh. D. Pap was de eerste voorzitter. In 1935 ging Blauw-Wit in de eerste klasse spelen, maar omdat er al een ploeg uit Amsterdam met dezelfde naam was, werd de naam veranderd in Wit-Blauw.

In 1929 werd Wit-Blauw Overijssels kampioen en in 1931 promoveerde de club naar de landelijke eerste klasse. In 1941 werd een doorstart gemaakt door zes trouwe leden. In 1946 werd Wit-Blauw weer kampioen en promoveerde naar de eerste klasse. In 1970 promoveerde de selectie in de zaal naar de overgangsklasse. In 1985 werd de eerste klasse bereikt.

Korfbal in Heerenveen: Blauw-Wit's Verhaal

De korfbalvereniging BLAUW-WIT in Heerenveen werd opgericht op 9 juli 1930 in de garage van de familie Simons, wonende aan de Iepenlaan 4 te Heerenveen. De contributie werd vastgesteld op 10 cent per week. In 1943 werd het kampioenschap van de 2e klas FKB behaald. Tijdens de jaarvergadering van 2 mei 1945 protesteerden de leden uit Oranjewoud, omdat het bestuur dan alleen uit leden uit Heerenveen zou bestaan.

De Jaren '20 en '30: Groei en Uitdagingen voor Blauw-Wit Amsterdam

Al kort na de “oprichting” van Blauw-Wit in 1921 werden er plannen gesmeed om aansluiting te zoeken bij een speeltuinvereniging. Een dergelijke aansluiting bood velerlei voordelen. Zo kreeg men een speelveld, nog immer een probleem dat nu moest worden opgelost door het huren van het IJsclubterrein op het Museumplein. In 1923 sloot Blauw-Wit zich als onderafdeling aan bij de Westerspeeltuin, waarvan net de korfbalclub “de Wester” was opgeheven. Gespeeld werd er sindsdien aan het J.J. Cremerplein in het Van Lennepkwartier. De club telde in 1926 112 leden, terwijl de eerste sportieve successen werden behaald. In september 1927 werd er daarom aansluiting gezocht (als onderafdeling) bij de speeltuinvereniging “PlanWest”. De meeste leden gingen mee, een klein deel bleef kwaad achter en richtte “de Wester” op. Op het terrein aan de Van Speijkstraat (‘het Park”) begon de bloeiperiode van Blauw-Wit, onder leiding van de voorzitter Joop Westerweel. Op deze plek groeide Blauw-Wit uit tot een echte volksclub, met een almaar groeiende aanhang. De club telde bijna 260 leden en kwam uit met 19 twaalftallen. Het speelterrein lag midden in de wijk, in een gesloten bouwblok, en op ieder moment van de dag trokken er buurtkinderen naar het veldje om er te oefenen.

Joop Westerweel: Een Charismatische Leider

Dé personificatie van dit beschavingsoffensief binnen Blauw-Wit was wel de voorzitter, Joop Westerweel. Het was een zeer charismatische, dominante man. Hij werd in 1927 voorzitter, een functie die hij in 1932 neer moest leggen toen hij verhuisde naar Bilthoven waar hij een betrekking aan de idealistische en toen moderne Kees Boekeschool aanvaardde. Westerweel verwachtte zeer veel van de korfbalsport: “Korfbal zuivert onze persoonlijke gevoelens, m.a.w. bevordert mensenkennis. Een spel dat zulke hoge eisen stelt aan het moreel van zijn beoefenaars, leert ons vroeg of laat hun karakter kennen. (..) Wat een ogenschijnlijk hechte vriendschappen heb ik zien stranden, nadat korfbal bepaalde waarheden had blootgelegd “. Dat klinkt wat pessimistisch, maar hij ging er vanuit dat die vriendschappen door korfbal juist zouden groeien. De “eenheidsgeest”, daar draaide het allemaal bij hem om. Onder zijn leiding groeiden de Pinksterkampen in de jaren dertig uit tot de gebeurtenis van het jaar, waarbij bijna de gehele club een week uit kamperen ging en seriewedstrijden speelde.

Lees ook: Korfbal: Een blik op het verleden

Discipline en Sportiviteit

Het bestuur hield een stevige greep op haar leden. Menigmaal moesten leden zich ten huize van de voorzitter vervoegen, om verantwoording af te leggen over wangedrag. A1 deze ruzies en discussies binnen de club werden minutieus genotuleerd, zodat we bijvoorbeeld nog steeds kunnen lezen dat ene S. Werker in 1933 “Ik zal je een klap op je smoel geven” heeft geroepen. Ook leden die niet op de wedstrijd verschenen werden krachtig aangepakt, met enige regelmaat lees je over geschorste leden. Als Blauw-Wit tegen Westerkwartier moest spelen, werden de spelers bij de voorzitter thuis toegesproken zich vooral netjes te gedragen. Hiervoor noemde Westerweel Blauw-Wit al een succesvolle club.

De Oorlogsjaren: Stilstand en Verzet

Na enige moeite kon BlauwWit in 1941 met 3 andere clubs een terrein achter de markthallen (Jan van Galenstraat) gebruiken. Dat beviel toch niet echt en al snel kon men een stuk grond achter de Admiraal de Ruyterweg betrekken, dat in het Amsterdams Uitbreidings Plan al als een terrein voor recreatieve doeleinden was bestempeld. De leden hebben toen met een hoop graaf en spitwerk het terrein zelf in een speelveld veranderd: ” de machtige populieren zijn er nog altijd het symbool van”, zoals een lid het later uitdrukte. Het verenigingsleven kwam langzaam stil te liggen: door deportaties, door de honger, door het onderduiken. Een aantal joodse leden is in de oorlog omgekomen. Enkele BlauwWitters waren actief in het verzet, waaronder Joop Westerweel. Bij de ingang van de Blauw-Wit hal hangt een plaquette ter nagedachtenis aan Joop Westerweel. ‘TER HERINNERING AANJO WESTERWEELGEFUS. 11 AUG.

tags: #blauw #wit #korfbal #geschiedenis