Het bijtanken in de Formule 1 is een onderwerp dat al jaren tot discussie leidt. Voorstanders zien het als een manier om de races spannender en tactischer te maken, terwijl tegenstanders wijzen op de veiligheidsrisico's en de kosten die ermee gemoeid zijn.
Een blik op het verleden: Bijtanken en de gevolgen
De herinnering aan de Grand Prix van Duitsland in Hockenheim in 1994 staat bij veel autosportliefhebbers nog scherp in het geheugen gegrift. Jos Verstappen, vader van de huidige Formule 1-ster Max Verstappen, zag zijn Benetton in de brand vliegen tijdens een pitstop. Door een fout bij het bijtanken sproeide een grote hoeveelheid benzine over de auto, met een gigantische brand tot gevolg. Verstappen hield er gelukkig slechts lichte brandwonden in het gezicht aan over, maar het incident maakte wel pijnlijk duidelijk hoe gevaarlijk bijtanken kan zijn. Sindsdien is het verplicht om het vizier van de helm gesloten te houden tijdens de pitstop.
Niet alleen fouten van de pitcrew kunnen tot gevaarlijke situaties leiden. Christijan Albers liet in 2007 op het circuit van Magny Cours zien dat ook de coureur zelf een risicofactor kan zijn. Hij reed na zijn pitstop weg met de brandstofslang nog aan de auto vast, waarbij enkele teamleden van Spyker geraakt werden. Albers gaf aanvankelijk zijn teamgenoot de schuld, maar erkende later zijn fout: “Ik dacht dat de lollipop omhoog ging. En ik weet niet waarom, maar ik reed gewoon weg.”
Ook andere coureurs, zoals Felipe Massa en Kimi Räikkönen, hebben in het verleden te maken gehad met tankfouten. In 2008 reed Massa in Singapore weg met de slang nog aan zijn Ferrari, terwijl Räikkönen in 2009 in brand vloog nadat een collega-coureur met de slang en al was weggereden en de brandstof over zijn auto sproeide.
Het verbod op bijtanken: Veiligheid en kostenbesparing
In 2010 werd het bijtanken in de Formule 1 verboden. De voornaamste redenen hiervoor waren de veiligheid en de kostenbesparing. De FIA wilde een einde maken aan de gevaarlijke situaties in de pitstraat en tegelijkertijd de teams minder kosten laten maken. Door het verbod op bijtanken hoefden de brandstofinstallaties niet meer te worden meegetransporteerd naar de races. Bovendien werd beoogd de teams te stimuleren om energiezuinige motoren te ontwikkelen.
Lees ook: Aanpassingen korfbal bij zwangerschap
De huidige regels omtrent brandstof in de Formule 1
Sinds het verbod op bijtanken zijn de regels omtrent brandstof in de Formule 1 aanzienlijk veranderd. Teams mogen per race maximaal 110 kilogram aan benzine verstoken en het verbruik mag nooit meer bedragen dan 100 kilogram per uur. Overtreding van deze regels leidt tot diskwalificatie. Alle benzine moet aan de start van de race in de auto aanwezig zijn. De benzinetank is een integraal onderdeel van de veiligheidscel en bevindt zich direct achter de coureur en voor de motor. De tanks worden gemaakt van rubber dat is verstevigd met kevlar, waardoor ze nagenoeg onbreekbaar zijn. Meerdere elektrische pompjes onderin de tank zorgen ervoor dat de brandstof naar de motor wordt gestuurd.
De mogelijke terugkeer van bijtanken: Argumenten voor en tegen
FIA-voorzitter Jean Todt opperde in het verleden het idee om het bijtanken weer in te voeren. Hij argumenteerde dat de technieken inmiddels verbeterd zouden zijn en dat de kosten beperkt zouden blijven tot ongeveer 50.000 euro per jaar. Een bijkomend voordeel zou zijn dat de raceteams hun motoren meer pk's zouden kunnen geven.
Echter, veel teams en coureurs zijn tegen de terugkeer van het bijtanken. Ze wijzen op de veiligheidsrisico's en de extra kosten. Bovendien zou het de races minder spannend maken, omdat coureurs minder zouden hoeven letten op hun brandstofverbruik.
Brandstofmanagement en de strategie
Sinds het verbod op bijtanken is brandstofmanagement een essentieel onderdeel van de racestrategie geworden. Coureurs moeten liften en coasten om brandstof te besparen, wat betekent dat ze het gaspedaal loslaten voor het rempunt. Dit heeft geleid tot kritiek, omdat coureurs niet meer constant met het mes tussen de tanden zouden rijden. Romain Grosjean stelde in 2019 voor om bijtanken tijdelijk terug te brengen om het gewicht van de auto's te verminderen en zo de banden te sparen.
De brandstoftank van een Formule 1-auto
De brandstoftank in een Formule 1-auto is een hightech brandstofzak, ook wel fuel bladder genoemd. Deze flexibele zak is gemaakt van lagen Kevlar en rubber en bevindt zich tussen de motor en de monocoque. De tank heeft een capaciteit van ongeveer 110 liter. Teams starten zelden met een volle tank, omdat elke extra liter kostbare tijd betekent.
Lees ook: Tips voor snellere wedstrijden
Brandstof in de Formule 1: Een overzicht
Jaar | Max. brandstof per race | Tankcapaciteit | Brandstofsoort | Opmerkingen |
---|---|---|---|---|
2024-2025 | 110 kg (~140 liter) | ~110 liter | E10 (90% fossiel, 10% bio) | Max. In het seizoen 2024-2025 rijden F1-auto’s op E10-brandstof: 90% fossiele brandstof en 10% ethanol uit hernieuwbare bronnen. |
Vanaf 2026 | 70 kg | Nog niet bekend | 100% duurzaam | Brandstof wordt 100% duurzaam, met ingrediënten uit afval, non-food grondstoffen of zelfs CO₂ uit de lucht. |
Conclusie
Het bijtanken in de Formule 1 blijft een complex en controversieel onderwerp. Hoewel het de races spannender en tactischer zou kunnen maken, zijn de veiligheidsrisico's en de kosten niet te negeren. Voorlopig lijkt het er niet op dat de FIA het bijtanken zal herintroduceren. De focus ligt nu op brandstofmanagement en de ontwikkeling van energiezuinige motoren. De toekomst zal uitwijzen of het bijtanken ooit nog terugkeert in de Formule 1.
Overige Formule 1 regels
Naast de regels omtrent brandstof zijn er nog tal van andere regels in de Formule 1. Zo zijn er regels over het aantal motoren en hybride onderdelen dat een coureur mag gebruiken tijdens een seizoen, de versnellingsbak, testdagen, en de straffen die coureurs kunnen krijgen voor overtredingen. Vanaf 2025 zijn er enkele nieuwe regels, zoals een verhoging van het minimumgewicht van de coureurs en meer kansen voor rookies in de vrije trainingen.
De puntentelling in de Formule 1
Binnen het F1-kampioenschap zijn er twee kampioenschappen: een wereldkampioenschap voor de Formule 1-coureurs en een wereldkampioenschap voor de F1-teams. De Formule 1-coureurs die in de top tien van een race finishen krijgen WK-punten. De winnaar krijgt 25 punten, de nummer twee 18 en de nummer drie 15 punten. Aan het einde van het seizoen is de coureur met het meeste WK-punten wereldkampioen. Vanaf 2025 wordt het extra punt voor de snelste ronde afgeschaft, waardoor coureurs maximaal 25 punten per race kunnen verdienen en teams maximaal 43 punten.
Het Formule 1 weekend
Een Formule 1-weekend begint op vrijdagochtend met de eerste vrije training, gevolgd door een tweede training in de middag. Op zaterdagochtend is er een laatste vrije training. Zaterdagmiddag is er de kwalificatie die de startopstelling voor de race van zondag bepaald. Zondag wordt de Formule 1-race (Grand Prix) verreden.
De Formule 1-pitstop en -bandenreglement
Alle Formule 1-teams maken gebruik van banden die aan worden geleverd door Pirelli. Voorafgaand aan een Grand Prix-weekend bepaalt de bandenleverancier welke type banden er mee worden genomen. Het Formule 1-reglement schrijft voor dat de coureurs minstens twee verschillende soorten banden gebruiken tijdens een wedstrijd. Bijtanken is sinds 2010 verboden, daardoor starten de Formule 1-coureurs tijdens elke Grand Prix met een loodzware wagen omdat ze brandstof voor de hele race mee moeten nemen.
Lees ook: Volleybal regels overzicht
F1 Vlagsignalen rond de baan
Om gevaar te indiceren of een bepaalde situatie op het circuit kenbaar te maken, hebben de baancommissarissen die rond het circuit staan meerdere vlaggen tot hun beschikking. Deze worden gezwaaid als de coureur volgens de wedstrijdleiding informatie nodig heeft om zijn race te kunnen voortzetten.