Softbal is een populaire sport die veel lijkt op honkbal, maar met enkele belangrijke verschillen. Het is een teamsport die tactiek, strategie en fysieke vaardigheden combineert. In Nederland is softbal een bekende sport, en het wordt op verschillende niveaus beoefend. Dit artikel legt de belangrijkste regels van softbal uit, zodat je de sport beter kunt begrijpen en er zelf van kunt genieten.
Wat is Softbal?
Softbal is een balspel dat sterk lijkt op honkbal. De belangrijkste verschillen zijn dat de bal bij softbal groter en zwaarder is, en dat de bal onderhands wordt aangegooid. Softbal wordt op de Olympische Spelen alleen door damesteams gespeeld. De hoogste competitie in Nederland heet de 'Softbal Golden League'.
De Basis van het Spel
Softbal wordt gespeeld door twee teams van negen spelers. Het doel is om meer punten te scoren dan de tegenstander. Dit gebeurt door lopers veilig over de honken te laten gaan en uiteindelijk de thuisplaat te bereiken.
Het Veld
Het softbalveld bestaat uit een vierkant met ruimte eromheen. Op de hoekpunten van dit vierkant liggen de honken:
- Thuisplaat: Een vijfhoekige witte rubberplaat waar de slagman staat.
- Eerste honk, Tweede honk, Derde honk: Platte witte kussens die de loper moet aantikken.
De afstand tussen de honken is 18,30 meter. De lijnen van de thuisplaat naar het eerste en derde honk vormen de begrenzing van het speelveld. Het speelveld eindigt met een achterlijn, het buitenveldhek, dat gemiddeld op ongeveer 70 meter afstand staat.
Lees ook: Leer de basketbalregels
Uitrusting
De basisuitrusting voor softbal bestaat uit:
- Softbalknuppel: Om de bal mee te slaan. De keuze van de knuppel is afhankelijk van de lengte, het gewicht, de kracht en de snelheid van de speler. Een vuistregel voor beginners is om eerst die knuppel te kiezen die je nog gemakkelijk kan hanteren en vervolgens een iets lichtere knuppel te gebruiken.
- Softballen: De bal is groter dan bij honkbal en weegt tussen 178 en 198 gram. De diameter is ongeveer 9 cm en de omtrek 30,5 cm.
- Slaghelmen: Verplicht voor spelers die aan slag komen.
- Softbalhandschoen: Voor het vangen van ballen. De handschoen vormt zich naar de hand en naar de manier waarop een speler hem gebruikt. De catcher gebruikt een grote en dikkere handschoen.
- Beschermende kleding voor de achtervanger (catcher): Bestaat uit een helm, masker, body protector en beenkappen.
Spelverloop
Het spel is verdeeld in innings. Elke ploeg is een keer slagpartij en een keer veldpartij per inning. Alleen de slagpartij kan punten scoren.
De Slagbeurt
De werper gooit de bal onderhands naar de slagman, die de bal probeert weg te slaan. De werper moet de bal zodanig gooien dat deze het thuishonk passeert binnen de 'strike-zone'. De strike-zone is het gebied boven de thuisplaat, begrensd door de breedte van de plaat en de schouders en knieën van de slagman.
De slagman krijgt drie pogingen om de bal te slaan (mits de aangegooide bal correct is). Als de bal buiten de strike-zone wordt gegooid, is dit een 'foutbal'.
Na het slaan probeert de slagman zo snel mogelijk via de honken terug naar de thuisplaat te rennen. Hij kan op een honk blijven staan en bij een volgende slagbeurt verder rennen. Als hij in één keer terug naar de thuisplaat kan rennen, is dat een 'homerun'.
Lees ook: De belangrijkste hockey aspecten
De Veldpartij
De veldpartij probeert te voorkomen dat de slagpartij punten scoort. Dit kan op verschillende manieren:
- Uitmaken: Een speler kan worden uitgemaakt door hem met de bal aan te tikken terwijl hij geen contact heeft met een honk.
- Vangen: Als een veldspeler de bal uit de lucht vangt, is de slagman uit. Alle lopers moeten dan terugkeren naar het honk vanwaar ze vertrokken zijn.
- Gedwongen loop: Als een honkloper gedwongen wordt naar het volgende honk te rennen (bijvoorbeeld omdat het vorige honk bezet is), kan hij worden uitgemaakt door de bal naar het volgende honk te gooien voordat hij daar aankomt.
Uits en Inning Wisselen
Als een ploeg drie 'uits' heeft, wisselt de beurt naar de tegenpartij. Een softbalwedstrijd duurt in principe 7 innings.
Belangrijke Spelregels
Slag en Wijd
De slagzone is bepalend voor of een worp een slag of wijd is. Een bal is "slag" als enig deel van de bal door enig deel van de slagzone gaat. Een slagman die naar de bal slaat maar mist, krijgt een slag achter zijn naam. Het afroepen van de ‘count’ gaat altijd in de volgorde: aantal wijd en daarna aantal slag, dus “two balls, one strike”.
Foutbal
Een foutbal is een geslagen bal die buiten de lijnen van het veld komt. Bij een foutbal is het spel dood, tenzij de bal wordt gevangen.
Vangbal
Een vangbal is het vangen van een bal in vlucht, zonder dat deze eerst iets of iemand raakt. Bij een vangbal is de slagman uit en moeten de honklopers terug naar hun honk. Om een bal te vangen mag een velder over een hek of iets dergelijks leunen, hij mag er zelfs op klimmen.
Lees ook: Floorball regels uitgelegd
Homerun
Een homerun is een slag waarbij de bal over het buitenveldhek vliegt, waardoor de slagman in één keer alle honken kan passeren en een punt kan scoren.
Gedwongen Loop
Er is sprake van een gedwongen loop wanneer een honkloper gedwongen wordt op te schuiven naar het volgende honk, omdat het honk waarop hij staat bezet is door een andere loper.
Honkloper is uit
Een honkloper is uit wanneer:
- Hij meer dan 1 meter afwijkt van zijn honkpad om tikken te ontwijken.
- Hij opzettelijk een velder hindert die een geslagen of aangegooide bal tracht te spelen.
- Hij wordt getikt terwijl hij geen contact heeft met een honk.
- Hijzelf, of het honk waar hij vandaan kwam, wordt getikt voordat hij dat honk opnieuw heeft aangeraakt (‘tag up’) na een vangbal.
Binnenhoog (Infield Fly)
De binnenhoog-regel is bedoeld om te voorkomen dat de veldpartij opzettelijk een makkelijke vangbal laat vallen om een dubbelspel te forceren. Als er lopers op het eerste en tweede honk (of alle honken) staan met minder dan twee uit, en een binnenvelder kan een hoge bal (infield fly) vangen, dan wordt de slagman automatisch uit verklaard.
Posities in het Veld
De negen spelers van de veldpartij hebben elk een specifieke positie:
- Werper (Pitcher): Gooit de bal naar de slagman.
- Achtervanger (Catcher): Vangt de ballen die de werper gooit en geeft aanwijzingen aan het team.
- Eerste honkman, Tweede honkman, Derde honkman: Bewaken de honken en proberen honklopers uit te maken.
- Korte stop: Staat tussen het tweede en derde honk en stopt ballen die daar geslagen worden.
- Linkerveld, Middenveld, Rechterveld: Vangen ballen die over het binnenveld geslagen worden.
Tactiek en Strategie
Softbal is niet alleen een fysieke sport, maar ook een tactische sport. Teams gebruiken verschillende strategieën om punten te scoren en de tegenstander te verslaan. Enkele voorbeelden:
- Honk stelen: Een honkloper probeert naar het volgende honk te rennen terwijl de werper de bal gooit.
- Offerstoot: Een slagman stoot de bal opzettelijk zachtjes om een honkloper de kans te geven een honk op te schuiven.
- Tekens: De coach en de catcher geven tekens aan de spelers om aan te geven wat ze moeten doen.
tags: #belangrijkste #regels #softbal