Basketbal is een dynamische en veelzijdige teamsport die wereldwijd wordt gespeeld. Het combineert snelheid, behendigheid en teamwork om de bal in de basket van de tegenstander te scoren. Om succesvol te zijn in basketbal, is een goede dribbeltechniek essentieel. Dribbelen is immers een fundamentele vaardigheid die je balbeheersing, hand-oogcoördinatie en wendbaarheid helpt verbeteren. Dit artikel biedt een uitgebreid overzicht van dribbelen in basketbal, inclusief oefeningen, spelregels en het belang van deze vaardigheid.
Het Belang van Dribbelen in Basketbal
"Dribbelen is het belangrijkste in basketbal," zegt Oz Martin, voorzitter en oprichter van Legacy Youth Sports. Ashleigh Edwards, mede-eigenaar van Iconic Sport Performance, benadrukt dat dribbelen "extreem belangrijk en noodzakelijk is voor het algehele succes van een team." Matt Wilson, sportprestatiecoach, voegt eraan toe dat dribbeloefeningen je uiteindelijk kunnen helpen de bal met meer gemak te beheersen en je zelfvertrouwen op het veld te verbeteren. Zelfs professionele spelers doen nog regelmatig dribbeloefeningen, wat aantoont dat dribbelen een vaardigheid is waar je continu aan kunt blijven werken.
Basisprincipes van Dribbelen
Dribbelen is de bal laten stuiteren zonder de bal vast te houden of te dragen. Je kunt op je plaats blijven dribbelen of al lopend dribbelen en de bal 'meenemen'.
Dribbeloefeningen om je basketbalspel te verbeteren
Om je dribbelvaardigheden te verbeteren, zijn er verschillende oefeningen die je kunt doen:
- Poolse Break: Bij de oefening Poolse break leren de spelers met de bal om het overzicht te bewaren. Iedere aanvallende speler krijgt bij ieder balcontact maximaal 2 dribbels en dan moet er een vervolgactie plaatsvinden (schot of pass). Deze oefening kan zowel 3 tegen 3 als 3 tegen 2 worden uitgevoerd op het hele veld.
- Lay-ups over het hele veld: De eerste speler vangt de bal vanaf het backboard en geeft een pass naar de volgende speler. Deze speler dribbelt naar de andere basket en maakt een lay-up. Deze oefening is geschikt voor jongere spelers (O10).
- Tegenstander passeren tussen pionnen: De aanvallende speler met bal probeert dribbelend de verdedigers tussen de pionnen te passeren met schijnbewegingen en richtingsveranderingen. Na de laatste verdediger mag de aanvallende speler scoren. Deze oefening is geschikt voor spelers O14.
Spelregels met betrekking tot dribbelen
Naast de basistechniek zijn er ook specifieke spelregels verbonden aan dribbelen:
Lees ook: Basketbal taart versieren
- Lopen met de bal: Spelers mogen niet lopen met de bal in hun handen. Om zich te verplaatsen, moeten ze dribbelen (de bal laten stuiteren).
- Dubbel dribbel: Zodra een speler stopt met dribbelen en de bal vasthoudt, mag hij niet opnieuw beginnen met dribbelen. Zodra een aanvaller na het dribbelen de bal opgepakt heeft, mag hij niet opnieuw aan een dribbel beginnen (vandaar: dubbele dribbel).
- Pivoteren: Een speler mag de bal pivoteren, waarbij één voet (de pivotvoet) op de grond blijft terwijl de andere voet kan bewegen. De pivotvoet mag worden opgetild om te schieten of te passen, maar niet opnieuw worden neergezet voordat de bal de hand heeft verlaten.
- Einde van de dribbel: Een dribbel begint wanneer de speler de bal loslaat en eindigt wanneer de bal in de hand(en) tot rust komt. Na het einde van de dribbel mag de speler niet opnieuw dribbelen, tenzij hij eerst een schot op doel neemt of de bal naar een medespeler passt.
- 5-secondenregel: Tijdens het spel moet een speler, die nauw bewaakt wordt, uiterlijk na vijf seconden beginnen met dribbelen, of een worp op doel wagen. Bij het overtreden van deze regel krijgt de tegenstander een inworp.
Andere Basisvaardigheden in Basketbal
Naast dribbelen zijn er nog andere basisvaardigheden die essentieel zijn voor basketbal:
- Passen: Met passen speel je de bal naar een andere speler. Bovenhandse en onderhandse passes doe je met één hand, borst-, bounce- en overhead passes doe je meestal met twee handen. Een bouncepass is een pass waarbij je de bal naar je medespeler speelt door de bal een keer op de grond te laten stuiteren.
- Snijden: Snijden doe je wanneer je met de bal door de verdediging door kunt dringen en zo dichter bij de basket komt.
- Stealen: Bij een steal ‘steel’ je bal van de tegenstander.
- Screenen: Bij een screen ga je als aanvallende speler dicht bij een verdedigende speler staan en voorkom je dat je tegenstander de bal kan afpakken van je medespeler. Je mag je tegenstander alleen hinderen door stil te blijven staan, met je handen op je lichaam (je mag je handen dus niet omhoog houden).
- Dunken: Als je de bal opvangt met een hoge sprong en dan in de basket slaat, heb je een dunk gemaakt. Dat is een prachtig gezicht.
- Rebounden: Als de bal tegen het board of de ring stuitert en niet door de basket gaat maar terug komt in het speelveld dan heet dit een rebound. Beide partijen proberen dan zo snel mogelijk de bal weer in bezit te krijgen. Als het aanvallende team de bal weer in bezit krijgt heet dit een offensieve rebound. Bij basketbal zijn rebounds van groot belang, een offensieve rebound kan vaak alsnog tot een doelpunt leiden.
Algemene Spelregels en Overtredingen
Basketbal is een sport met veel regels, die ervoor zorgen dat het spel eerlijk en gestructureerd verloopt. Hieronder volgen enkele belangrijke spelregels:
- 24-secondenregel (shot clock): Een team heeft maximaal 24 seconden om een poging te wagen om te scoren. Als de bal de ring raakt, het balbezit wisselt of er een overtreding plaatsvindt, wordt de klok opnieuw gestart.
- 8-secondenregel: Een team dat de bal in bezit krijgt, moet binnen 8 seconden de eigen speelhelft verlaten.
- 3-secondenregel: Een verdediger mag niet langer dan 3 seconden in de bucket (het gebied onder de basket) van de tegenstander verblijven, tenzij hij de bal actief verdedigt.
- Voetbal: Als de bal expres of per ongeluk in aanraking komt met de voet of het onderbeen van een speler, wordt dit beschouwd als een overtreding (voetbal). Bij voetcontact door een aanvaller krijgt de tegenpartij de bal. Wanneer een verdediger een voetcontact maakt, word de Shot Clock op 14/24 seconden gezet, als er op dat moment al meer dan tien seconden verstreken zijn.
- Goaltending: Een verdediger mag een bal die in dalende lijn richting de basket gaat niet aanraken, zolang de bal de ring nog niet heeft geraakt. Een bal die richting basket geworpen word, die zich in neerwaartse richting beweegt, en de ring van de basket nog niet aangeraakt heeft, mag niet door een verdediger aangeraakt of geblokkeerd worden.
- Persoonlijke fout: Een persoonlijke fout wordt toegekend bij ongeoorloofd lichamelijk contact met een tegenstander. Bij een fout op een schietende speler krijgt deze meestal twee vrije worpen. Bij vijf persoonlijke of technische overtredingen wordt een speler uitgesloten van de lopende wedstrijd.
- Technische fout: Technische fouten of ongedisciplineerd spel (bijv. Een verdediger mag een aanvaller met balbezit maar op beperkte manieren afweren. Een aanvaller met balbezit begaat een overtreding wanneer hij of zij in contact komt met een verdediger die zich op zijn legitieme verdedidingspositie bevindt, of die zich achteruit beweegt.
Het Spel en de Spelers
Een basketbalwedstrijd wordt gespeeld op een speelveld met twee teams, elk bestaande uit vijf spelers. Het doel is om de bal in de basket van de tegenstander te krijgen, die zich aan de korte zijden van het veld op een hoogte van 3,05 meter bevindt. De teams zijn normaal gesproken opgesteld als twee Forwards, twee Guards en een Center (middenvelder). Bij begin van de wedstrijd nemen de basisspelers, de zogenaamde starting five, hun posities in.
Puntentelling
De puntentelling in basketbal is als volgt:
- Vrijworp: 1 punt
- Normale worp (binnen de driepuntslijn): 2 punten
- Worp achter de driepuntslijn: 3 punten. Een bal die door de basket gaat levert twee punten op. Maar als de bal van buiten het driepuntengebied geworpen is (de driepuntenlijn ligt 6,25 meter vanaf het midden van de basket) levert dit drie punten op.
Speeltijd
Een basketbalwedstrijd is verdeeld in periodes, ook wel kwarten genoemd. Bij de FIBA (internationale basketbalfederatie) bestaat een wedstrijd uit vier kwarten van elk tien minuten. In de NBA (Amerikaanse basketbalcompetitie) duren de kwarten 12 minuten. Tussen de eerste en tweede, en tussen de derde en vierde periode is er een korte pauze van twee minuten. De rust tussen de tweede en derde periode is langer: tien minuten in een afdelingscompetitie en vijftien minuten in een landelijke competitie. Als de stand na de reguliere speeltijd gelijk is, wordt de wedstrijd verlengd met een extra periode van vijf minuten.
Lees ook: Specificaties Wilson Basketbal Maat 6
Om te zorgen dat alle spelers mee doen
Om te zorgen dat alle spelers mee doen wordt bij de jongste teams (tot en met U12) het slangensysteem toegepast. Hierbij wisselen de spelers met een vast schema, waardoor iedereen even vaak aan het spel meedoet.
Spelregelbewijs
Wil je competitie spelen? Dan vraagt de Nederlandse Basketball Bond je het ‘Spelregelbewijs’ te halen. Daarmee laat je zien jezelf in de regels verdiept te hebben. Dat helpt spelers, scheidsrechters én toeschouwers van een veilige sportomgeving waarin ze nog meer van de sport genieten. Vanaf 13 jaar krijg je een uitnodiging van FlowSparks om je spelregelbewijs te halen. Je leert dan alles regels en maakt een toets.
Lees ook: Marijkesingel Barendrecht basketbal