Het doel van keeperstraining is het aanleren en inslijpen van alle belangrijke keeperstechnieken. Als een keeper goed functioneert, kan hij of zij punten pakken voor het team, terwijl een fout juist puntenverlies kan opleveren. Daarom is het essentieel om de juiste basistechnieken aan te leren en te blijven ontwikkelen.
Wat is 'Correcte' Keeperstechniek?
De letterlijke woordenboekdefinitie van ‘correct’ is ‘zonder fouten’. Maar in de praktijk van het keepen is het niet zo zwart-wit. Er bestaat niet zoiets als één 'correcte' keeperstechniek, omdat je geen gedefinieerde techniek hoeft te hebben om zonder fouten te kunnen keepen. Als de gekozen methode om een redding te maken betekent dat de bal uit het net blijft, dan is de techniek in zekere zin correct, niet? Wat in het ene land als de juiste techniek wordt beschouwd, kan in een ander land anders zijn, omdat de techniek van de keepers is afgestemd op de manier van spelen in dat land. Toch zullen de basisprincipes hetzelfde zijn, maar wat wordt verwacht/’aanvaardbaar’ is van uitvoering zou anders kunnen zijn per land.
Omdat het onmogelijk is om alle keeperstechnieken per land uit te leggen, baseren we ons op de richtlijnen van de FIFA. Deze organisatie staat boven alle landen en zou een algemene keepershandleiding hebben. Toch zal je merken dat er enkele technieken voor verwarring en discussie kunnen zorgen.
Het Belang van de Basispositie
Een goede basis begint bij de juiste houding. Sta altijd licht gebogen door je knieën, met je gewicht iets naar voren. Je voeten staan op heupbreedte en je handen zijn op schouderhoogte, klaar om te reageren.
De 'Sprong' of 'Zetstap'
Net voor je een speler ziet aanleggen om op doel te trappen, maak je een lichte sprong voorwaarts op de tippen van beide voeten. Op deze manier kan je snel schakelen om elke kant op te gaan. Je kan bij een slechte controle veel sneller vertrekken om de bal te onderscheppen nog voor de speler opnieuw de kans krijgt, je kan meteen afduwen om een mooie redding te maken of je kan sneller en met meer kracht omhoog springen om die bal net onder de lat uit te tikken.
Lees ook: Passie en Kritiek NAC Breda Ultras
De ‘sprong’ heeft al een hoop discussie veroorzaakt in de keepers gemeenschap. Velen vinden dat het de reactietijd voor een schot verkort, en verder een onevenwicht in momentum creëert voor de keeper bij de landing, wat gevolgen heeft voor het vermogen van de keeper om naar voren te bewegen bij een redding.
Duiktechniek
In de gebruikelijke methode wordt de keeper aangeleerd om bij ballen die vrij dichtbij het lichaam komen met beide armen gebogen naar de bal toe te gaan en bij ballen die verder gespeeld worden de onderste arm door te strekken. In mijn visie werkt de keeper altijd vanuit de onderste arm en strekt hij deze altijd door, dus ook bij schoten die dichterbij het lichaam komen. De bovenste arm kan dan op het laatst worden bijgesloten. Het voordeel hiervan is dat wanneer de onderste arm gestrekt naar voren wordt gebracht, de rest van het lichaam vanzelf meegaat en de keeper de bal dus altijd zal insnijden en aanvallen en hij de ruimte onder zich altijd dicht gemaakt. Bij ballen waar een onverwachte stuit in zit heeft de keeper ook altijd nog de mogelijkheid om te corrigeren met de bovenste arm.
Een goede duiktechniek vereist dat je landt op je zij. Benadruk het voorwaarts aanvallen. Te vaak zien we keepers die (half) op hun buik landen bij het duiken. Vaak heeft dit te maken met een stukje angst bij het vallen op de zij.
Handpositie: De 'W-Vorm'
Bij het vangen van een bal op borsthoogte vorm je met je handen een W. Je duimen wijzen naar elkaar en je vingers staan gespreid. Zo kun je de bal stevig opvangen en beter controleren. Let op: Vermijd stijve handen.
Vangen met het Hele Lichaam
Gebruik je lichaam als tweede vangnet. Kom de bal altijd iets tegemoet met je bovenlichaam naar voren.
Lees ook: Kleding en benodigdheden Uganda
Lage Schoten
Bij lage ballen is het belangrijk dat je door je knieën zakt en je lichaam laag houdt. Je handen vormen nu een soort schep, met je pinken dicht bij elkaar. Aangezien er veel spitsen zijn die graag een lage bal direct langs het lichaam schieten, is het als keeper dus zaak hierop te trainen.
Blijf Kijken tot je de Bal Echt Vast Hebt
Veel keepers maken de fout om al weg te kijken voordat ze de bal stevig vast hebben. Blijf met je ogen op de bal gefocust totdat je hem helemaal onder controle hebt.
Variatie in Techniek: Wanneer is het Acceptabel?
Om te begrijpen waarom keepers überhaupt een ‘techniek’ nodig hebben, moeten we bespreken hoe ver van de ‘norm’ een techniek mag afwijken. Er kan variatie in een techniek zijn, maar deze variatie moet leiden tot wenselijke resultaten in alle omstandigheden van het gebruik ervan. Met andere woorden, we willen technieken onderwijzen en zien dat de kans op het maken van fouten wordt geminimaliseerd.
Als een jonge keeper (we hebben het hier over kindervoetbal) de ‘Kasper Schmeichel’ techniek zou gebruiken, dan is dat een acceptabele techniek die gebruikt wordt om een specifiek resultaat te bereiken, in dit geval is dat het vangen van de bal tussen de borst en de bovenkant van het hoofd. Dit is een VARIATIE van een techniek. Indien correct uitgevoerd, is er niets dat erop wijst dat de redding niet gemaakt zal worden.
Maar als een jonge keeper een redding maakt, maar met zijn lichaam veel te veel achteruit valt terwijl hij de redding maakt, en uiteindelijk de bal vangt met een gebogen rug, dan is dit gewoon een INCORRECTE techniek. Waarom? Omdat deze eigenschap onvermijdelijk zal leiden tot een ander en ongewenst resultaat, omdat schoten sneller en harder worden naarmate de keeper door de leeftijdsgroepen gaat en je met deze techniek niet de maximumcapaciteit of reikwijdte van je lichaam benut.
Lees ook: Steun het Nederlands Elftal met stijl
De Keeper als Veldheer: Communicatie en Organisatie
Als een echte veldheer heeft de keeper op het veld het beste overzicht van iedereen. Dat is het allergrootste voordeel van keeper zijn. Rust in je hoofd als keeper is daarbij essentieel. Dat geldt ook voor je gedrag. Wees onverstoorbaar. Daarmee straal je ook zelfvertrouwen uit. Dit is een enorm belangrijke basis tip. Je ploeggenoten hebben er niets aan als ze een opgefokte keeper achter zich hebben staan. Het is ook niet nodig om zenuwachtig te zijn. Zoals gezegd, vanuit je goal heb je het beste overzicht.
Een keeper heeft vanuit zijn doel het beste overzicht. Hij overziet alle 21 andere spelers, de bal, het veld en zichzelf. In verdedigend opzicht kan een keeper dus het beste zien waar het gevaar vandaan komt. Van een goede keeper mag je dus verwachten dat hij zijn defensie organiseert. Dat geldt zeker ook voor standaardsituaties zoals corners en vrije trappen. De defensieve organisatie is in deze gevallen in handen van de keeper. Als keeper moet je dan ook kunnen denken als een verdediger.
Het Gebruik van Voeten
Als keeper gebruik je natuurlijk het liefst je handen. Daar ben je het meest op getraind en in je handen heb je ook het meeste gevoel en controle. Dat is ook logisch. In bepaalde situaties is een keeper sneller met zijn voeten bij de bal, dan met zijn handen. Het gaat dan vooral om laag geschoten ballen, die vlak langs het lichaam van de keeper worden geschoten. Maar ook lage ballen die iets verder naast de keeper worden geschoten, zijn vaak beter met de voet dan met de hand te stoppen.
Uitlopen en Één-op-Één Situaties
Bij het uitlopen kom je als keeper nogal eens in een 1 tegen 1 situatie met een veldspeler terecht. Cruciaal hierbij is dat je zolang mogelijk overeind blijft en pas naar de bal duikt op het moment dat de speler wil schieten. Zodra je als keeper op de grond ligt, heb je geen controle meer over de situatie. Controle is dan ook het sleutelbegrip in de 1 tegen 1 tussen keeper en speler. Als je in deze ideale positie bent gekomen, dan begint het ‘psychologische spel’. Je wacht net zolang tot de speler schiet of een actie maakt en reageer je razendsnel. Bij het uitkomen van je doel, zorg je er voor dat je stil staat als men gaat schieten, zo niet dan is het bijna altijd een doelpunt. Vanuit stilstand kan men goed reageren, als je licht beweegt ben je vaak te laat.
De Extra Stap voor een Duik
Vaak zie je keepers vanuit stand naar de hoek duiken om een bal te pakken. Dat is een natuurlijke reactie. Een probleem hierbij kan zijn, dat je niet ver genoeg kunt duiken waardoor je de bal (net) mist. Het zetten van een extra stap, voordat je duikt, kan hierbij zeker helpen. Het hoeft maar een klein stapje opzij te zijn.
Meevoetballen
Van een moderne keeper wordt verwacht dat je regelmatig meevoetbalt. Onder meevoetballen wordt dan verstaan dat de eerste opbouw bij de keeper begint. Door op traptechniek en spelhervattingen te trainen, verbeter je je meevoetballende capaciteiten. Maar juist door af en toe op een training met bijvoorbeeld een partijspel mee te voetballen, leer je beter een bal onder druk te verwerken.
Positionering in het Doelgebied
Regelmatig komt het voor dat een keeper, tijdens een situatie op of achter de doellijn belandt. Dat is onwenselijk. Het positioneren binnen het doelgebied is ook onderdeel van het keepersvak. Waar stel je je op in het doel? Als keeper wil je je hoek verkleinen. Mee bewegen met de situatie. Zodra er bijvoorbeeld aan je linkerzijde een dreigende situatie ontstaat, draai je als keeper mee naar de linkerkant. Dat doe je door op zij te stappen richting de linkerpaal, waardoor je de korte hoek afschermt. Daarbij moet je je altijd bewust zijn wat er in je rug gebeurt, en dus niet teveel naar de voorste paal bewegen.
Keeperstraining voor de Jeugd
Vanaf O11 en zeker vanaf O13, wordt het duidelijk wie van de spelers graag keept. Sommigen willen niet meer anders. Op jonge leeftijd is het belangrijk dat jeugdspelers de mogelijkheid wordt geboden om kennis te maken met alle aspecten van het voetbalspel en dus met alle posities en bijbehorende taken binnen het team.
Jeugdspelers kunnen op basis van hun praktijkervaring (voetballen én keepen) een duidelijke en weloverwogen keuze maken: veldspeler en/of keeper zijn. Ook als jeugdspelers vanaf de junioren kiezen om ‘vast’ als doelverdediger te gaan spelen, zijn zij reeds bedreven in voetbalvaardigheden die van hen worden gevraagd in de rol als keeper in het opbouwen, omschakelen en voorkomen van doelpunten.
Voor de motorische ontwikkeling van het kind is het essentieel op diverse manieren te leren bewegen: rennen, dribbelen, passen en duelleren, maar ook vangen, vallen en balanceren. Dit past goed bij de doelstellingen die binnen de jongste leeftijdscategorieën gesteld zijn.
Organisatie van de Keeperstraining
Voetbal is een teamsport. Je kunt samenwerken om te scoren of een doelpunt te voorkomen. Ook de keeper maakt deel uit van een team en moet zijn/haar voetbalvaardigheden aanspreken in de context van het voetbalspel, onder andere door samen te werken met verdedigers om doelpunten te voorkomen en om het spel van achteruit op te bouwen.
Voetbalvormen zijn geënt op wat er in een wedstrijd van een keeper wordt gevraagd en dat kan worden vereenvoudigd tot aan 1 tegen 1. Het kan zijn dat een keeper moeite heeft met het uitvoeren van een specifieke keepersvaardigheid net of zonder bal, of dat deze keepersvaardigheid in de trainingen met het team onvoldoende vaak aan de orde komt (te weinig gevarieerde wedstrijdechte herhalingen). Dan kan het zinvol zijn dit afzonderlijk met een groepje keepers te trainen, maar probeer ook dan de voetbalvormen zoveel mogelijk te relateren aan wedstrijdechte situaties. Het is belangrijk om daarbij altijd te zorgen voor een wedstrijdelement, tegenstander, een bepaalde ruimte, tegengestelde belangen en bepaalde spelregels.
Het Belang van Gespecialiseerde Keeperstraining
De doelverdediger is een volwaardige speler, maar op de gewone training hangt hij er vaak een beetje bij als schietschijf, voetbalcoaches bemoeien zich vaak niet met hem. De keeper heeft echter een niet te onderschatten rol. Keeperstraining is belangrijk om optimaal in het doel te functioneren. De keeper vervult binnen het voetbal een sleutelpositie. Zijn of haar werk bestaat niet alleen maar uit springen, vliegen en vangen. Vandaag de dag wordt er qua prestatie en niveau steeds meer van een keeper gevraagd. Een reden daarvoor is bijvoorbeeld dat tegenwoordig de keeper eigenlijk de eerste spelmaker van het veld is. Met zijn spelopening kan hij of zij een offensief snel opbouwen. De keeper moet daarom ook in toenemende mate geschoold zijn in de tactische grondbeginselen. De specifieke lichamelijke eisen die aan een keeper gesteld worden vereisen een specialistische en doelgerichte voorbereiding.
Individuele Aandacht en Kleine Groepen
Het is belangrijk dat de trainer zich tijdens de training persoonlijk op zijn leerlingen kan richten. De trainingssessies vinden daarom in kleinere groepen plaats. Het voordeel is hierbij dat de individuele trainingsbehoeften van de leerling-keepers centraal staan. De enige manier om op een gedetailleerde manier feedback te geven is door de groepen klein te houden. Er ontstaat daardoor ook automatisch een beter en intensiever contact tussen de deelnemers.
De Opbouw van een Goede Keeperstraining
Voor wat betreft de keuze uit passende oefeningen, dienen de oefeningen qua coördinatie complex te zijn, maar ook op techniek gericht te zijn. Een trainingseenheid bestaat uit drie pijlers: een warming-up, een hoofdcomponent met individuele aandacht, en een afsluiting met variatie en rompstabiliteitsoefeningen.
Inspiratie uit Andere Sporten
Het is aan te raden om ook eens een blik op andere sporten te werpen. Ervaringen delen met collega-trainers uit andere disciplines kan helpen om 'out of the box' te denken.
Technische Vaardigheden: Duiken, Voetenwerk en Sprongkracht
De juiste oefeningen zijn essentieel voor een voetbaltraining. Duiken vereist oefening, dus train met de juiste keepersoefeningen. In de warming-up dienen al bepaalde basisoefeningen van het keepen geïntegreerd te worden. Om de coördinatievaardigheden van een keeper te trainen en daarmee succes te bereiken in de wedstrijd, dient het verscherpen van de coördinatie een hoofdbestanddeel van keeperstraining te zijn.
Kan de bal vanuit stand niet meer gehaald worden, dan moet de keeper duiken. Om dat te laten lukken, dienen het voetenwerk, de sprongtechniek, het uitstrekken van het lichaam en de valtechniek allemaal op elkaar afgestemd te zijn. Om de bal effectief af te stoppen, dient de keeper altijd licht voorwaarts te duiken. Ook de sprongkracht en explosiviteit van een keeper moeten flink getraind worden.
Mentale Voorbereiding en Omgaan met Fouten
Het hebben van kracht en techniek alleen maakt een keeper nog niet goed. Een sterke concentratie en een goede manier van met fouten omgaan zijn net zo belangrijk. Elke keeper moet zijn eigen wedstrijdvoorbereiding kunnen doorlopen. De dag en avond ervoor zijn daarbij even belangrijk als de speeldag zelf. Het is optimaal als zowel team als keeper voor de wedstrijd een gezamenlijke warming-up uitvoeren. Dat helpt de keeper om zijn concentratie op te bouwen.
Ook tijdens de wedstrijd moet een keeper het hoofd koel houden. Er sluipen fouten in op het moment dat je ongeconcentreerd bent, je teveel wil, of simpelweg verkeerde inschattingen maakt. De keeper moet voorkomen dat hij na een tegendoelpunt zijn kop in het zand steekt. Heb je een fout gemaakt, moet je daarmee leren omgaan. Het belangrijkste is, dat je door kleine succesvolle acties weer kracht opdoet , en vastberaden tegen jezelf zegt: "ik ga dit fixen!" In bepaalde situaties kan het ook nodig zijn dat de keeper een soort van gesprek met zichzelf voert. Soms helpt dat gewoon om in het spel te blijven, of op een goede manier 1-op-1 situaties aan te gaan.
Precisie boven Snelheid
Bij het trainen is de juiste houding van doorslaggevend belang. Het is niet belangrijk hoe snel een oefening uitgevoerd wordt. Liever doe je de oefening langzaam, en met 100% precisie, dan dat je de oefening snel doet, en daarmee afraffelt.
Motivatie en Plezier
Naast goed trainen is het natuurlijk belangrijk dat keeperstraining niet als kwelling wordt gezien, maar dat deze de keeper op een motiverende manier verder brengt. Het is belangrijk dat de keeper met een goed gevoel voor het spel naar de training gaat.
De Keeper als Eerste Aanvaller
De rol van de keeper blijft niet beperkt tot het tegenhouden en verwerken van de bal. Hij helpt ook mee bij het verstoren van de opbouw van de tegenpartij. Beschouw de keeper als de eerste aanvaller. Nadat hij de bal heeft veroverd of na een spelhervatting start de opbouw bij hem. Hij kan kiezen voor het spelen van de lange bal, omdat hij een mogelijkheid ziet om snel een kans te creëren of omdat een oplossing via de laatste linie of het middenveld hem risicovol lijkt. Maar hij kan ook kiezen voor een opbouw via de laatste linie of het middenveld. Belangrijk is dat hij risicoloos opbouwt en geen gedekte spelers aanspeelt. Na de start van de opbouw heeft hij de taak de opbouw op gang te houden door achter de bal aanspeelbaar te blijven.
Conditietraining en Voetbalechte Vormen
Speciale conditietraining is voor pupillen en O15 niet nodig. Lekker en enthousiast trainen met de bal is voldoende. Pas vanaf de O17, als de groeispurt achter de rug is, kun je spelers blootstellen aan voetbalconditionele prikkels. Houd echter rekening met laatbloeiers. Vanaf de O17 gaat het op de training niet meer alleen om beter leren voetballen, maar ook om het beter voetballen langer vol te houden, en het volhouden explosief te zijn. Blijf ook nu trainen in voetbalechte vormen, van rondjes om het veld rennen gaan je spelers het voetballen niet beter volhouden. Hebben ze moeite om de laatste tien minuten van de wedstrijd goed te blijven spelen, zorg er dan voor dat ze het voetballen zelf langer kunnen volhouden. Dat kan door ze in een opbouw van kleine partijvormen met korte rustperiodes steeds wat langer te laten doorspelen.
Specifieke Keepersoefeningen
Er zijn verschillende oefeningen speciaal gericht op keepers. Van reactietraining en duiktechnieken tot het verbeteren van spelinzicht en uittraptechniek, elke training helpt keepers om hun vaardigheden verder te ontwikkelen. Daarnaast leren keepers hoe ze effectief communiceren met hun verdediging en hoe ze zich positioneren bij schoten en voorzetten.
Plezier en Motorische Ontwikkeling voor Jonge Keepers
Jonge keepers moeten vooral plezier hebben in het spel en mogen niet onder druk worden gezet om zich vroeg te specialiseren. Omdat moderne keepers goed moeten kunnen meevoetballen, is het belangrijk dat ze eerst algemene voetbalvaardigheden ontwikkelen. Vroege keeperstraining kan nuttig zijn, zolang deze gericht is op motorische ontwikkeling, techniek en plezier. Tegelijkertijd hebben veel succesvolle keepers pas later voor deze positie gekozen, waardoor er geen haast is om een definitieve keuze te maken.
Balans tussen Individuele en Teamtraining
Het juiste trainingsniveau is cruciaal om jonge keepers gemotiveerd en uitgedaagd te houden zonder dat ze ontmoedigd raken. Het is belangrijk om als onderdeel van het team ook deel te nemen aan voetbal training, maar individuele keeperstraining samen met een keeperstrainer en andere keepers is ook van onschatbare waarde. Het biedt de mogelijkheid om specifieke vaardigheden te verfijnen en te werken aan sterke en zwakke punten. Een combinatie van beide is dan ook de ideale manier om je als keeper te ontwikkelen.
Tijdens teamtrainingen kan er bijvoorbeeld aandacht worden besteed aan de voetballende vaardigheden van de keeper en de samenwerking met de medespelers. Zo kan de keeper tijdens de teamtraining meedoen aan een positie spel, waarin hij leert snel beslissingen te maken wie hij moet aanspelen onder druk. Hierbij worden zijn handelingssnelheid, aanname en pass getraind, en wordt de samenwerking tussen spelers en keeper verbeterd. Naast de teamtraining is ook de individuele keeperstraining belangrijk. Hierbij kan de keeper zich richten op persoonlijke vaardigheden die extra aandacht behoeven, zoals de aanname of pass.
Een Voorbeeld Oefening: Verdedigen van Één tegen Één Situatie
- Spelers: 4 - 8
- Leeftijd: O13
- Duur: 15 minuten
- Doelstelling: Verdedigen van één tegen één situatie verbeteren
- Afmetingen: Lengte: 25 meter, Breedte 15 meter
Spelregels:
De aanvaller wordt vanaf de zijkant ingespeeld en neemt de bal mee richting het doel met keeper. De verdediger mag verdedigen / druk zetten op het moment dat de pass wordt gegeven. De aanvaller mag pas schieten als hij/zij voorbij de lijn met gele pionnen is. De keeper start op de lijn en mag uitkomen zodra de bal wordt meegenomen door de aanvaller. Als de keeper of de verdediger de bal veroverd mag er gescoord worden op het andere doel. Hierna doordraaien van functie, waarbij het andere doel wordt gebruikt: bij oranje wordt de keeper wissel, de verdediger passer, de wissel wordt aanvaller.
Opbouw van Achteruit: Risico-Afweging en Tactische Opties
Weinig onderdelen binnen het voetbal geven zoveel voldoening - voor spelers én trainers - als een geslaagde opbouw van achteruit. Wat zijn de do’s en dont’s binnen opbouwen van achteruit? Welke accenten kun je als trainer leggen? En hoe maak je dit trainbaar?
Voetbal is in feite een spel van risico-afwegingen. Een cruciaal startpunt in het spelen van de opbouw van achteruit is: hoeveel risico ben je bereid te nemen? Dit hangt onder meer af van onderstaande factoren:
- Leeftijd: Bij jonge spelers, voor wie vooral ontwikkeling belangrijk is, neem je eerder fouten in de opbouw op de koop toe dan bij senioren, waarbij het resultaat boven alles gaat.
- Kwaliteit: Hoe beter je spelers de opbouw van achteruit al onder de knie hebben, hoe meer risico je hierin kunt nemen.
- Situatie: Soms leent een bepaalde situatie in het veld zich ervoor om kort op te bouwen. Als er een overtal is, bijvoorbeeld. Soms is het verstandiger om lang te spelen.
Doeltrap:
Tot enkele jaren geleden moest de eerste pass na een achterbal vanuit het doelgebied búiten het strafschopgebied worden gespeeld. Nu dat niet meer hoeft, is opbouwen vanuit de doeltrap gemakkelijker geworden. De ontvangende speler heeft altijd wat tijd en ruimte om oplossingen te verzinnen. Idealiter neemt de keeper de doeltrap en zijn de centrale verdedigers het eerste mikpunt. Bij teams die in een formatie spelen met twee centrale verdedigers, zie je vaak dat zij beiden aan een kant naast de keeper starten. Teams die met drie centrale verdedigers starten, schuiven de middelste van de drie vaak door naar voren, zodat hij de keeper niet in de weg loopt. De vier spelers vormen nu samen een ruit. De backs kiezen vaak aan de zijlijn positie, soms wat hoger, een andere keer wat lager. Zij zoeken vooral naar ruimtes. De middenvelders kunnen naar de bal toe komen om extra opties te creëren. Soms is het echter verstandiger weg te blijven. De aanvallers loeren op een lange bal of zelfs een dieptepass achter de verdediging, die vaak in een hoge lijn speelt.
tags: #basistechnieken #voetbal #keeper #uitleg