De Olympische Spelen hebben een rijke en complexe geschiedenis, en het Amerikaanse Olympisch voetbalelftal is daar een onderdeel van. Om de context van dit team te begrijpen, is het belangrijk om terug te gaan naar de oorsprong van de moderne Olympische Spelen en de rol van voetbal daarin.
De Heropleving van de Olympische Spelen
In april 1896 vonden in Athene de eerste moderne, internationale Olympische Spelen plaats. Dit was het resultaat van decennialang lobbywerk. Hoewel er slechts een kleine 250 amateursporters deelnamen, kwamen toeschouwers van over de hele wereld naar Griekenland, de traditionele locatie van de Spelen.
Baron Pierre de Coubertin (1863-1937) was een sleutelfiguur in de organisatie. Aanvankelijk werd de organisatie geleid door de Griekse voorzitter van het Internationaal Comité (IC), Demetrius Vikelas (1835-1908), maar door gezondheidsproblemen nam De Coubertin steeds meer taken op zich. Na de Spelen van 1896 werd er druk uitgeoefend om de Spelen permanent in Athene te houden, maar De Coubertin hield vast aan het plan om de Spelen elke vier jaar in een andere stad te organiseren. De Spelen van 1900 waren immers al aan zijn thuisstad Parijs beloofd.
In 1898 werd het organiserend comité omgedoopt tot Internationaal Olympisch Comité (IOC). Twee jaar eerder had De Coubertin de zieke Vikelas al vervangen als voorzitter.
Parijs 1900: De Olympische Spelen als Bijzaak
Parijs zou in 1900 voor de vijfde keer (na 1855, 1867, 1878 en 1889) een universele wereldtentoonstelling organiseren. Deze tentoonstelling, die op de drempel van de nieuwe eeuw plaatsvond, beloofde grootser en drukker bezocht te worden dan ooit tevoren. De wereldtentoonstelling zou de ruimte en het geld hebben om de Spelen te huisvesten, en bovendien werden er ook medailles uitgedeeld op dit evenement.
Lees ook: Winnaars van de Amerikaanse basketbal competitie
Toen Parijs de Spelen voor 1900 definitief kreeg toegewezen, wendde De Coubertin zich eerst tot de Franse overheid en particuliere geldschieters voor subsidies. Mogelijk wilde het IOC liever zelfstandige Spelen organiseren. Dat lukte echter niet, en De Coubertin sloot alsnog een overeenkomst met de organisatie van de wereldtentoonstelling.
De Exposition Universelle van 1900, ook wel Expo 1900 genoemd, vond plaats van 15 april tot 12 november. Het motto was de viering van de prestaties van de afgelopen eeuw en het promoten van verdere technologische en maatschappelijke ontwikkelingen in de nieuwe eeuw. In een tijd waarin de media nog niet zo ontwikkeld was als nu, waren tentoonstellingen dé manier om nieuwe producten en ideeën aan de wereld te tonen. Meer dan 50 miljoen mensen bezochten de paviljoens en uitstallingen van 76.000 exposanten, verspreid over een gebied van 1,12 km² in het centrum van Parijs.
De organisatoren van de wereldtentoonstelling gaven de Olympische Spelen weinig prioriteit. Ze zagen de sportonderdelen vooral als een leuk extraatje voor de bezoekers, niet als een belangrijk evenement op zichzelf. Er was geen Olympisch stadion en er vonden geen overkoepelende openings- en sluitingsceremonies plaats. De winnaars van de sportonderdelen kregen geen medailles, maar een andere prijs en een 'ereplaats'.
Veel locaties stelden weinig voor. Sporten vonden plaats op het terrein van lokale sportclubs of op een veldje ergens op het evenemententerrein. Het belangrijkste stadion was het Velodroom van Vincennes, dat naast het wielrennen ook enkele andere sporten mocht huisvesten. Het publiek bestond voornamelijk uit bezoekers van de expo. De sportonderdelen werden regelmatig onder andere benamingen dan Olympische Spelen gepresenteerd.
Incidenten waren er ook. Zo was het niet de bedoeling om wedstrijden op zondag te organiseren, omdat christelijke atleten er dan niet aan mee konden doen. De organisatie van de wereldtentoonstelling had echter besloten om alle evenementen op zaterdag 14 juli, de Franse feestdag, op te schorten naar een dag later om geen publiek weg te trekken bij het grootste militair defilé. De Spelen werden tussen 20 mei en 28 oktober uitgesmeerd, waardoor er geen onderlinge samenhang was.
Lees ook: Het Amerikaans voetbal: Een gedetailleerd overzicht
Omdat er geen overkoepelende organisatie plaatsvond, werden allerlei zaken per discipline bepaald. Dit was te zien aan de prijzen en prijsuitreikingen. Winnaars kregen een beker, een beeld of een medaille. Ook luxe voorwerpen als zilveren tabaksdozen, botervloten of haarspelden kwamen voor. Geldprijzen waren er ook, maar die waren vooral bedoeld voor onderdelen waar professionals aan meededen en tellen deze onderdelen niet als olympisch. Een aantal disciplines had een ceremoniële opening van hun toernooi. Het turnen was kampioen eigen ceremonies, met in ieder geval een openingsceremonie en een prijsuitreiking. Deelnemers aan het turntoernooi werden ondergebracht in het stadion van Vincennes, dat ook voor hen de locatie was.
Deelname van Vrouwen en Gemengde Teams
Ondanks de onverschillige organisatie maakten de Spelen een fikse schaalvergroting door in vergelijking met Athene 1896. Zowel het aantal disciplines voor amateursporters als het aantal onderdelen daarbinnen werd fors uitgebreid. Atleten waren afkomstig uit 24 tot 28 landen, minstens tien meer dan in Athene. Afgezien van de wedstrijden voor amateurs stonden er 71 onderdelen speciaal voor scholieren en 92 voor militairen op het programma. Verder was er een onbekend aantal onderdelen voor professionals en kon men bij sommige onderdelen ereplaatsen bemachtigen in speciale klassen voor senioren of junioren.
Pierre de Coubertin was geen voorstander van vrouwen die aan sport deden. Hij vond dat de belangrijkste rol voor vrouwen in de sport was om voor de mannelijke atleet te zorgen, hun 'zonen' aan te moedigen en van applaus te voorzien. Gelukkig zag de organisatie van de wereldtentoonstelling het anders en organiseerde onderdelen voor vrouwen bij tennis en golf, twee sporten waarin vrouwen al langer op niveau meededen.
Een aantal evenementen was gemengd; vrouwen mochten dan naast mannen meedoen in hetzelfde toernooi. Dat was het geval bij croquet, paardensport en zeilen. De eerste vrouw die zich in de moderne tijd olympisch kampioen mocht noemen, was de Zwitserse gravin Hélène de Pourtalès, die in mei 1900 in Parijs meedeed met de zeilboot Lérina.
Tijdens de organisatie van de Olympische Spelen van 1896 was geprobeerd teamsporten op het programma te zetten, maar dat was niet gelukt. Deze keer lukte het wel en haalden verschillende teamsporten de Spelen, zij het doorgaans met een beperkt toernooi waar maar een klein aantal teams aan deelnam. Hockey en lacrosse stonden ook op het programma maar moesten wel worden afgelast wegens gebrek aan belangstelling. Er werd besloten teams van gemengde nationaliteit toe te staan.
Lees ook: Het USWNT op het Wereldkampioenschap
Het Amerikaanse Voetbalteam in Parijs
Hoewel de informatie over de specifieke prestaties van het Amerikaanse Olympisch voetbalelftal in 1900 in de verstrekte tekst ontbreekt, kunnen we wel concluderen dat voetbal deel uitmaakte van de Spelen. Het feit dat er teams van gemengde nationaliteit waren toegestaan, geeft aan dat de samenstelling van de teams in die tijd anders was dan nu.
Latere Ontwikkelingen
De Olympische Spelen hebben zich sinds 1900 enorm ontwikkeld. De Spelen zijn uitgegroeid tot een grootschalig evenement met een enorme media-aandacht. Er zijn duidelijke regels en procedures voor de organisatie en de sportonderdelen. De rol van vrouwen in de sport is enorm toegenomen en gemengde teams zijn niet meer toegestaan.
De Olympische Spelen zijn niet altijd zonder controverse geweest. Er zijn boycotten geweest, dopingschandalen en politieke protesten. Toch blijven de Spelen een belangrijk symbool van internationale samenwerking en sportieve prestaties.
tags: #Amerikaans #Olympisch #voetbalelftal #historie