Korfbal, een dynamische sport met een rijke Nederlandse geschiedenis, staat bekend om zijn unieke mix van teamwork, strategie en sportiviteit. De sport, uitgevonden in 1902 door Nico Broekhuysen, is sindsdien geëvolueerd met regelmatige aanpassingen om het spel aantrekkelijker en eerlijker te maken. Een van de meest recente en opvallende veranderingen is de introductie van de mogelijkheid om vaker te wisselen. Dit artikel duikt diep in deze nieuwe regelgeving en andere belangrijke aspecten van het korfbalspel, waarbij we de complexiteit ervan ontrafelen en licht werpen op de nuances die van invloed zijn op zowel spelers als coaches.
Introductie van de 8-Keer-Wisselregel
Een oplettende lezer wees erop dat de wisselregels complexer zijn dan ze op het eerste gezicht lijken. Zelfs coaches twijfelen soms, zoals in het geval van een B2-wedstrijd waar een coach herhaaldelijk een heer in- en uitwisselde. Het KNKV (Koninklijk Nederlands Korfbalverbond) heeft deze regelwijziging doorgevoerd om het spel strategischer te maken. Het Koninklijk Nederlands Korfbalverbond (KNKV) staat centraal in de organisatie van korfbal in Nederland.
De Kern van de Regel
In het top- en wedstrijdkorfbal mag je nu acht keer wisselen per wedstrijd, inclusief terugwisselen. Dit betekent dat dezelfde speler meerdere malen kan worden ingewisseld. Echter, er zijn enkele belangrijke voorwaarden:
- Hervatting: Een speler die gewisseld wordt, mag pas weer in het veld komen nadat de scheidsrechter het spel heeft hervat.
- Direct Wisselen: Het is niet toegestaan om een speler uit het ene vak te halen en direct in het andere vak in te brengen.
Uitzonderingen op de Regel
Na de acht reguliere wissels zijn er uitzonderingen:
- Blessures: Als een speler geblesseerd raakt na de achtste wissel, mag er nog steeds gewisseld worden.
- Wegzending: Als een speler wordt weggestuurd, is een extra wissel toegestaan.
Breedtekorfbal: Onbeperkt Wisselen
In het breedtekorfbal gelden andere regels. Hier is het aantal spelerswisselingen onbeperkt. Wel geldt de regel dat een gewisselde speler maximaal één keer opnieuw aan het spel mag deelnemen. In deze competitie is het toegestaan gewisselde spelers maximaal één keer opnieuw aan het spel te laten deelnemen. Daarbij geldt dat de nieuwe speler op het moment van wisselen niet aan de wedstrijd deelneemt.
Lees ook: Wisselbeleid in het voetbal
Controle van Spelerskaarten
De (jeugd)scheidsrechter is verplicht de spelerskaarten te controleren in aanwezigheid van de aanvoerders (of coaches bij jeugdwedstrijden) van beide ploegen, ook bij een invallende speler. Ten minste vijftien minuten voor aanvang van de wedstrijd biedt de aanvoerder het wedstrijdformulier aan de scheidsrechter aan. Het is aan te raden om samen met de scheidsrechter te controleren wie er op het formulier staan. Het heeft dus zin om samen met scheidsrechter te controleren wie er voor de wedstrijd op het formulier staan.
Andere Belangrijke Spelregels
Naast de wisselregels zijn er nog tal van andere regels die essentieel zijn voor het korfbalspel. Hieronder een overzicht van enkele belangrijke regels:
- Lopen met de Bal: Een speler mag niet lopen met de bal. Dit gebeurt wanneer een speler na het vangen van de bal beide benen verplaatst. Voor de jongste spelers wordt deze regel soepeler gehanteerd.
- Verdedigd Schieten: Een speler mag niet schieten als hij/zij wordt verdedigd. Een verdediger staat dicht bij de aanvaller, wat vaak tot discussies leidt door de subjectiviteit van de regel. Deze regel geldt vanaf de E-jeugd.
- Geslachtsspecifieke Verdediging: Bij gemengd korfbal mogen jongens alleen jongens verdedigen en meisjes alleen meisjes.
- Vakwisseling: Om de twee doelpunten wordt er gewisseld van vak en functie, waarbij de doelpunten van beide partijen worden meegeteld.
- Balbezit: Wanneer een speler de bal vasthoudt, mag deze niet worden afgenomen door aan de bal te trekken of de bal uit de handen te tikken.
- Geen Contactsport: Korfbal is geen contactsport. Het is niet toegestaan de tegenstander te hinderen met het lichaam.
- Bal Uit: Wanneer de bal de grond raakt buiten de lijnen, is de bal uit. Dit geldt ook als een speler zich op of buiten de lijnen bevindt wanneer hij/zij in contact is met de bal.
- Overgooien: Het is niet toegestaan om de bal direct over te geven aan een andere speler van het team. De bal moet altijd los door de lucht zijn gegaan voordat een teamgenoot de bal vangt.
- Wegstoten van de Bal: Het is niet toegestaan de bal weg te stoten met gebalde vuisten.
- 5-secondenregel: Een speler moet binnen 5 seconden de bal overspelen naar een medespeler.
Competitiereglementen
Het KNKV organiseert jaarlijks de competitie en kan activiteiten organiseren die niet als wedstrijden worden aangemerkt. Er zijn verschillende rubrieken, klassen en poules. Het bondsbureau bepaalt welke teams worden ingedeeld in het topkorfbal, de A-categorie en de B-categorie.
Wedstrijdbepalingen
Wedstrijden worden gespeeld volgens de officiële spelregels van de IKF (International Korfball Federation). Het eerste team is het seniorenteam in de standaardklasse, gevolgd door andere teams in het topkorfbal en de A-categorie. De nummering gaat verder met alle andere seniorenteams in de B-categorie.
Indeling van Teams
In de A-categorie is er een uiterst geboortejaar dat bepaalt in welke leeftijdscategorie een speler mag spelen. In de B-categorie heeft elk team een gemiddelde leeftijd, vastgesteld op basis van de teamsamenstelling bij de publicatie van de competitie-indeling. Teams in de B-categorie worden ingedeeld op basis van gemiddelde leeftijd en sterkte-indicatie, waarbij ook de reisafstand een factor is.
Lees ook: Dispensatieregels in het Voetbal
Speeldagen en -tijden
Competitiewedstrijden worden in principe vastgesteld op zaterdag, zondag en andere vrije dagen. Verenigingen kunnen verzoeken indienen tot wijziging van de speeldag en/of aanvangstijd.
Puntentelling
In wedstrijden waar een gelijkspel mogelijk is, krijgt het winnende team twee wedstrijdpunten en het verliezende team geen punten. In wedstrijden waar geen gelijkspel mogelijk is, krijgt het winnende team drie wedstrijdpunten. Bij een gelijkspel volgt een golden goal principe.
Terugtrekken van Teams
Een vereniging die een team terugtrekt uit het topkorfbal of de A-categorie na de eerste gespeelde wedstrijd, ziet alle gespeelde wedstrijden als niet gespeeld beschouwd. In alle gevallen blijft de vereniging de wedstrijdbijdrage en een administratieve geldboete verschuldigd.
Reiskostenvergoeding
Het KNKV kent een tegemoetkoming in de reiskosten voor teams in het topkorfbal en de A-categorie, indien een team veel kilometers aflegt.
Afgelastingen
Bij onweer (binnen 3 km), slechte velden, extreme hitte (35 graden of meer) of onveilige verkeersomstandigheden kunnen wedstrijden worden afgelast. Verenigingen beoordelen zelf of het verantwoord is om te spelen en informeren het bondsbureau.
Lees ook: Waterpolo: spelregels voor beginners
Keuring van het Speelveld
De ontvangende vereniging zorgt zo kort mogelijk vóór iedere veldwedstrijd voor een keuring van het speelveld.
Spelerspas
Een speler mag slechts voor één vereniging aan de competitie deelnemen, tenzij er geen belemmeringen zijn. Voor leden die ook lid zijn van een studentenvereniging is er een uitzondering.
Vervanging van Spelers
Het Bondsbestuur verstrekt voorschriften over de wijze waarop spelersvervangingen moeten plaatsvinden in het competitiehandboek.
Scheidsrechters
De scheidsrechter treedt op als vertegenwoordiger van het KNKV en controleert de spelerskaarten.
Accommodatie
De thuisspelende vereniging zorgt voor een correcte accommodatie, inclusief palen, korven en schotklokken.
Tenue
Alle spelers moeten gekleed zijn in een goedgekeurd verenigingstenue.
Wedstrijdformulier
Ten minste vijftien minuten voor aanvang van de wedstrijd biedt de aanvoerder het wedstrijdformulier aan de scheidsrechter aan.
Overige Regels en Wijzigingen
Naast de 8-keer-wisselregel en de genoemde spelregels, zijn er nog enkele andere recente wijzigingen en regels die van belang zijn:
- Schotklok: De schotklok wordt verder ingevoerd in het wedstrijdkorfbal.
- Onderling Resultaat: Het onderlinge resultaat is van toepassing bij een gelijke eindstand in de competitie.
- Hervorming Competitie: De competitie in de 3e en 4e klasse wordt hervormd met een versterkte degradatieregeling.
- Tijdrekken: Scheidsrechters handhaven actief de regel tegen tijdrekken, met een zichtbaar aftelmoment.
- Speelduur: Zowel op het veld als in de zaal duurt een wedstrijd voor Senioren en A-jeugd 2 x 30 minuten.
- Time-out: Alle ploegen in het top- en wedstrijdkorfbal kunnen gebruikmaken van een time-out.
- Aanvoerder: De aanvoerder kan gedurende de hele wedstrijd in functie blijven.
- Strafworp: Bij een strafworp moet een poging tot het maken van een doelpunt gedaan worden.
- Scherpe Nagels: Scherpe nagels zijn niet toegestaan in het spel.
- Vertragen van het Spel: Teams die de uitworp moeten nemen, kunnen worden bestraft voor het vertragen van het spel.
Specificaties van het Spel
- Tijdsduur: 4 x 10 minuten, met korte time-outs en een rustperiode.
- Afmeting Speelveld: 24m x 12m (zaal) of 40m x 20m (veld). In de zaal is ook 20m x 12m mogelijk.
- Positie korf: 6 meter van achterlijn bij een veld van 24m x 12m, en 4 meter van de achterlijn bij een veld van 20m x 12m.
- Balgrootte: Nr. 5
- SUPER-speler: Bij een verschil van drie doelpunten wordt er een SUPER-speler ingezet. De SUPER- speler is een wisselspeler van de ploeg die achter staat. De verhouding in het veld is dan 5-4. De SUPER-speler verlaat het veld bij het terugdringen van het verschil naar 2 doelpunten in het voordeel van de andere partij.
Spelregels van korfbal
Korfbal is een van de weinige balsporten die gemengd wordt gespeeld, dus met teams met zowel mannen als vrouwen erin. Er zijn twee competitieve vormen van korfbal: 4Korfbal en 8-tegen-8. Bij 4Korfbal heb je 2 vrouwen en 2 mannen per team. Op het veld staan twee korfbalpalen en de sport gaat van de ene naar de andere kant. Je blijft dus in principe constant in beweging. Binnen deze vorm van korfbal kunnen de regels verschillen. In sommige gevallen gelden andere regels om het spelplezier te vergroten. Bij 8-tegen-8 korfbal speel je in twee teams met 4 vrouwen en 4 mannen. Het veld is bij deze vorm verdeeld in twee vakken. Ieder team probeert in een ander vak te scoren. In ieder vak spelen twee vrouwen en twee mannen van ieder team. Een belangrijke regel, aangezien het een gemengde sport is, is dat mannen geen vrouwen mogen verdedigen. In Nederland bestaat ook dameskorfbal, dat dus alleen met vrouwen wordt gespeeld. Deze vorm heeft wat minder regels, omdat er geen rekening hoeft te worden gehouden met gemengde teams.
Geschiedenis van korfbal
Korfbal is een echte Nederlandse sport en is dus ook in ons land ontstaan, al hebben we het idee wel afgekeken van de Zweden. De sport werd in 1902 in het leven geroepen door de Amsterdamse docent Nico Broekhuysen. In die tijd bestond kinderarbeid officieel niet meer, maar toch moesten kinderen vaak nog net zo hard werken als volwassenen. De Amsterdamse Bond voor Lichamelijke Opvoeding bedacht dat gymnastiek een goede manier zou zijn om kinderen gezond te houden en hen afleiding te bieden. Onderwijzers waren dit echter niet gewend en wisten niet hoe ze dit vak moesten geven. Nico Broekhuysen kreeg in 1902 van het hoofd van de School der Nieuwe Schoolvereeniging in Amsterdam de kans om naar Nääs in Zweden te gaan, om ideeën op te doen voor het geven van gymnastiek aan kinderen. Hij kwam daar in aanraking met het spel Ringboll, waarbij men een bal door een ring moest gooien. De sport werd om praktische reden gemengd gespeeld, wat zeker in die tijd erg vooruitstrevend was. Toen Broekhuysen terugkwam in Nederland, besloot hij met zijn leerlingen hetzelfde spel te gaan spelen, maar dan met een rieten mand in plaats van een ring. De sport kreeg in Nederland de naam korfbal.
Welke regels zijn er bij korfbal?
Spelers
Korfbal wordt gemengd gespeeld, dus met mannen en vrouwen door elkaar. De regel is wel dat er in ieder team een gelijk aantal mannen en vrouwen aanwezig moet zijn bij competities. Je kunt korfbal spelen met 4 spelers per team of met 8 spelers per team. De variant met 4 spelers heeft andere regels dan de variant met 8 spelers. De spelers van ieder team moeten genummerde uniforme sportkleding dragen die genoeg verschilt van de kleding van de tegenpartij. Daarnaast moet iedereen geschikte sportschoenen dragen en kortgeknipte en gladde vingernagels hebben. Ook mogen spelers geen voorwerpen dragen die gevaarlijk kunnen zijn voor zichzelf, teamgenoten of tegenspelers. Denk bijvoorbeeld aan brillen zonder montuur, ringen, horloges, oorbellen en halskettingen. Aangezien korfbal een gemengde sport is, is het toegestaan dat er kleine verschillen zitten in het tenue voor mannen en vrouwen, zolang ze er hetzelfde uitzien en ze dezelfde kleur hebben.
Teams
Een team bestaat dus uit 4 of 8 personen. Het maximaal toegestane aantal vervangende spelers op de bank is 6. Deze spelers moeten gedurende de wedstrijd op de bank blijven zitten, maar mogen wel opstaan voor een warming-up. Ieder team heeft een aanvoerder, die meespeelt in het team. Dit moet één van de spelers zijn die de wedstrijd starten en deze persoon blijft gedurende de hele wedstrijd de aanvoerder. De rol mag alleen opgegeven worden als er sprake is van een ernstige blessure waardoor de speler niet meer mee kan doen, of een rode kaart. De aanvoerder van ieder team draagt een duidelijk zichtbare band of tape in een contrasterende kleur ten opzichte van het tenue op het bovenste deel van de arm. Ieder team heeft daarnaast een coach en assistent-coach, die tijdens de wedstrijd op de bank zitten. De coach mag onder bepaalde omstandigheden van de bank af:
- Om instructies te geven aan spelers uit zijn team
- Om een time-out aan te vragen of te gebruiken
- Om een vervanging aan te vragen en zelf uit te voeren
Een assistent-coach is niet verplicht, maar wel toegestaan. Deze persoon blijft ook op de bank zitten en mag van de bank af komen om instructies te geven aan de spelers, zolang hij de anderen niet stoort en buiten het speelveld blijft. Op ieder moment van een wedstrijd mag slechts één van de coaches de bank verlaten.
Speeltijd
Een korfbalwedstrijd wordt altijd gespeeld in twee helften van 25 minuten en iedere speelhelft wordt weer verdeeld in twee gelijke periodes door een technische time-out van 1 minuut. De wedstrijdklok start vervolgens weer met één van de volgende situaties:
- De scheidsrechter fluit voor een uitworp aan het begin van iedere periode van de wedstrijd en na ieder doelpunt dat gescoord wordt, voor het team dat een punt tegen heeft gekregen.
- De scheidsrechter fluit om het spel verder te laten gaan, behalve als er sprake is van een strafworp, niet afhankelijk van de reden van de time-out.
- Na een gemiste strafworp, bij de eerste aanraking van de bal door een speler van één van de teams.
De wedstrijdklok stopt in de volgende situaties:
- Als de tijd van een periode is verstreken.
- Wanneer de scheidsrechter om wat voor reden dan ook fluit tijdens het spel.
- Wanneer er door één van de teams wordt gescoord.
Scoren
Om een doelpunt te scoren, moet een speler de bal van bovenaf volledig door de korf laten gaan, zonder dat deze eerst van onderaf is gegooid door de korf is gegaan en weer terug is gevallen. Een doelpunt telt ook nog steeds wanneer het zeker is dat de bal volledig door de korf zou zijn gegaan, maar een verdediger dit voorkomt door de bal van onderaf weer terug te slaan. Een doelpunt geeft één punt aan het team dat aanvalt in het vak waarin de bal volledig door de korf is of zou zijn gegaan.
Vakwijzigingen
Iedere keer nadat er twee doelpunten zijn gescoord, ongeacht door welk team (dit hoeft ook niet beide door hetzelfde team te zijn), veranderen de spelers van speelvak en veranderen ook de rollen van de spelers. Dit betekent dat aanvallers verdedigers worden en verdedigers aanvallers. Na de rustpauze verandert enkel het vak waarin de spelers spelen, niet hun rol.
Uitworp
De uitworp wordt altijd genomen door een aanvaller vanaf een punt binnen zijn of haar vak op niet meer dan 2 meter afstand van het midden van het speelveld met dezelfde bepalingen als voor een spelhervatting. Er vindt een uitworp plaats aan het begin van iedere periode van een wedstrijd en na ieder doelpunt door het team dat zojuist een punt tegen heeft gekregen.
Vrije bal en strafworp
Mocht er na een golden goal-periode nog steeds geen winnaar zijn bepaald, dan gaat het spel door met strafworpen. Meteen na het aflopen van de golden goal-periode wordt er getost. De winnaar van die toss mag kiezen of zij wel of niet de eerste strafworp nemen en op welke korf alle strafworpen genomen moeten worden. Tot op dit moment zijn vervangingen nog toegestaan, totdat de coaches de scheidsrechter hebben geïnformeerd over de volgorde waarin de spelers de strafworpen gaan nemen. De strafworpen worden genomen volgens het ‘sudden-death’ systeem. Dat betekent dat het spel eindigt zodra het ene team een doelpunt meer heeft gescoord dan het andere team uit hetzelfde aantal strafworpen. Het team dat een punt meer heeft, is de winnaar.
Spelersvervangingen
Het vervangen van een speler is enkel toegestaan tijdens een spelonderbreking. Per team zijn er per wedstrijd slechts 8 vervangingen toegestaan. Dit gaat volgens een strakke procedure, die begint met dat de vervangende speler op tijd klaar moet staan in het vervangingsvlak. Vervolgens vraagt de coach de vervanging aan bij de juryvoorzitter of de scheidsrechter. Bij de eerstvolgende onderbreking van het spel door de scheidsrechter wordt er een geluidssignaal afgegeven dat aangeeft dat er een vervanging aan is gevraagd. Als de scheidsrechter hier toestemming voor geeft, geeft hij het wisselsignaal af. Na de vervanging gaat de wedstrijd weer door waar hij gebleven was, precies zoals hij door was gegaan als de wissel niet plaats had gevonden.
Time-out
Een time-out is een onderbreking van de wedstrijd die 1 minuut duurt. Een time-out wordt altijd aangevraagd door de coach van één van de spelende teams. Ieder team mag twee keer per wedstrijd een time-out aanvragen.
Wisselen
Het maximaal aantal toegestane wissels per wedstrijd is 8. Wanneer dat aantal bereikt is en een speler tijdens de wedstrijd geblesseerd raakt, kan deze speler alleen worden vervangen door een teamgenoot als de scheidsrechter hier toestemming voor geeft. Als een speler wordt vervangen, mag hij of zij niet tegelijkertijd terugkeren in het andere speelvak. De vervangen speler komt pas weer in aanmerking voor een wissel als de wedstrijd weer hervat is. Een vervangen speler gaat op de bank zitten.
Overtredingen
Er zijn een aantal dingen die verboden zijn te doen tijdens een wedstrijd en dus als overtredingen worden gezien:
- lopen met de bal
- alleen spelen
- schieten vanuit verdedigende posities
- schieten na het snijden langs een andere aanvaller
- bal aan een andere speler van het eigen team overgeven
- bal spelen met been of voet
- paal aanraken of vasthouden
- passief spelen
- scoren vanuit het verdedigingsvak van het aanvallende team of rechtstreeks vanuit een uitworp, uitbal, spelhervatting of vrije worp
- tegenstander buitensporig te hinderen
- tegenstander te duwen, vast te houden of af te houden
- buiten het eigen vak te spelen
- uitbal
- toegestane tijdslimiet in het aanvalsvak overschrijden
- duiken naar de bal
- stompen of slaan van de bal
Hoe speel je korfbal?
Korfbal is een balsport die met 4 of 8 spelers per team wordt gespeeld. De teams zijn gemengd met een zelfde aantal mannen en vrouwen per team. Het veld is verdeeld in twee vakken. In ieder vak staan 2 of 4 verdedigers en 2 of 4 aanvallers van ieder team. Het doel is de bal in de korf van de tegenstander te gooien. Dit moet altijd van bovenaf. De korf staat op een paal van 3,5 meter hoog. Het is niet toegestaan om te lopen of te dribbelen met de bal.
Leeftijdsgroepen bij Korfbal
Leeftijdscategorie | Leeftijd | Spelvorm | Tijdsduur | Speelveld | Balgrootte | Korfhoogte | Strafworpen | Competitie | Spelregelbewijs |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Selectie-Senioren | 18 en ouder | 2-vakskorfbal | 2 x 30 minuten | 40m x 20m | K5 | 3,5 m | Na wedstrijd, 12 strafworpen per club | Verplicht | A-junioren |
A-junioren | 14 - 16 | 2-vakskorfbal | 2 x 30 minuten | 40m x 20m | K5 | 3,5 m | Geen strafworpen | Verplicht | |
B-aspiranten | 12 - 14 | 2-vakskorfbal | 2 x 25 minuten (zaal) / 2 x 30 minuten (veld) | 40m x 20m | K5 | 3,5 m | Geen strafworpen | Verplicht | |
C-aspiranten | 11 - 12 | 2-vakskorfbal | 2 x 25 minuten (veld en zaal) | 40m x 20m | K5 | 3,5 m | Geen strafworpen | Verplicht | |
D-pupillen | 10 - 11 | 2-vakskorfbal | 2 x 25 minuten | 40m x 20m | K4 | 3 m | Geen strafworpen | ||
E-pupillen | 8 - 9 | 1 vak, 4 tegen 4 | 4 x 10 minuten | 24m x 12m (zaal: 20m x 12m) | K4 | 3 m | Na wedstrijd, 12 strafworpen per club | ||
F-pupillen | 7 - 8 | 1 vak, 4 tegen 4 | 4 x 10 minuten | 24m x 12m (zaal: 20m x 12m) | K3 | 2,5 m | Na wedstrijd, 12 strafworpen per club | ||
Kangaroes | 2 - 7 jaar | nvt | nvt | nvt | nvt | nvt | nvt |
Competitievormen
- 4Korfbal: Bij deze vorm speel je met twee teams van 4 spelers, waarvan 2 mannen en 2 vrouwen
- 8-tegen-8: Bij deze vorm speel je met twee teams van 8 spelers, met ieder 4 mannen en 4 vrouwen
Benodigdheden om korfbal te spelen
- Palen
- Korven
- Bal
- Schoenen
- Schotklok
- Scorebord
- Tijdklok
- Jurytafel
Veelgestelde vragen bij korfbal
- Hoe lang duurt een korfbal wedstrijd? Normaal gesproken duurt een korfbal wedstrijd 2 x 25 minuten. Mocht dit eindigen in gelijkspel, dan komen er nog 10 minuten bij, namelijk de golden goal-periode.
- Hoeveel speelvakken heb je bij korfbal? Bij korfbal heb je twee speelvakken, op ieder vak speelt de helft van ieder team tegen elkaar.
- Hoe gooi je de bal bij korfbal? Bij korfbal gooi je de bal steeds over naar medespelers, je mag niet lopen of dribbelen met de bal. Je mag uiteraard ook niet voetballen met de bal. Je gooit over het algemeen bovenhands.
- Hoe lang spelen de B aspiranten bij korfbal? De B aspiranten spelen bij korfbal 2 x 25 minuten in de zaal en 2 x 30 minuten op het veld.
- Hoe vaak mag je spelers wisselen bij korfbal? Per wedstrijd is het toegestaan om 8 keer een speler te wisselen. Mocht je die 8 keer al gebruikt hebben en een speler raakt geblesseerd en moet eruit, dan mag deze met toestemming van de scheidsrechter nog gewisseld worden.
- Wat wordt bedoeld met een SUPER-speler? Een SUPER-speler is iemand die wordt ingezet wanneer er sprake is van een verschil van drie punten. Dit is een wisselspeler van de ploeg die achter staat. Dat team krijgt dan tijdelijk een extra speler erbij, totdat het verschil nog maar twee punten is.
Recente Ontwikkelingen en Aanbevelingen
De IKF heeft in de zomer van 2020 het nieuwe spelregelboek gepubliceerd. Er is ‘van de grond af aan’ begonnen met het opnieuw opschrijven van de spelregels. De herziene spelregels zijn gebaseerd op de basis van onze sport. Geen dribbelen of loopacties met de bal, maar verplicht samenspel rondom een doel (de korf) dat vanuit 360 graden benaderbaar is. Het balbezit is beschermd en alle spelers zijn zowel aanvaller als verdediger. De regels zijn ook opgesteld vanuit de visie dat de scheidsrechter een spelleider is; de scheidsrechter maakt het mogelijk dat de spelers met elkaar kunnen wedijveren. De IKF vertegenwoordigt 70 landen, waarvan Nederland veruit het grootste korfballand is. Het bestuur van de IKF stelt uiteindelijk de spelregels vast. Tevens heeft het IKF in 2023 enkele aanbevelingen gedaan aanvullend op de spelregels.