De discussie over de hoeveelheid bewegingsonderwijs op de basisschool, in het bijzonder in relatie tot sporten zoals voetbal en de KNVB-richtlijnen, is een belangrijk onderwerp. Dit artikel beoogt een breed overzicht te geven van de verschillende aspecten die hierbij een rol spelen, van het belang van sport en bewegen voor de volksgezondheid tot de praktische uitvoering van voetbal tijdens de gymles.
Het Belang van Bewegen en Sport
Het belang van bewegen, en sport in het bijzonder, kan niet genoeg benadrukt worden. Het is van belang voor de volksgezondheid en voor het recreatief opzicht. Sport is een belangrijke verschijningsvorm van bewegen, maar niet de enige. Voldoende bewegen is van groot belang uit een oogpunt van volksgezondheid. Het is belangrijk voor iedereen, en vooral voor jongeren, waar overgewicht toeneemt. Sport en bewegen zijn daarom extra belangrijk voor deze doelgroep, en voor ouderen. De helft van de volwassenen is te zwaar.
Gemeentelijk Sportbeleid en de Rol van de Overheid
Gemeenten spelen een cruciale rol in het stimuleren van sport en bewegen. Ze hebben een faciliterende functie in het aanbieden van sportaccommodaties waar inwoners kunnen sporten. Sportservice Noord-Holland speelt een rol in de ondersteuning hiervan. De gemeente enthousiasmeert jongeren om te sporten en bewegen, en zet oudere inwoners aan om te sporten.
De overheid erkent overgewicht als een van de grootste gezondheidsbedreigingen en stimuleert initiatieven die gericht zijn op de bestrijding van overgewicht. Het Jeugdsportfonds is een voorbeeld van een initiatief om kinderen uit een minder draagkrachtig gezin te laten sporten.
Ontwikkelingen in de Sportwereld
De sportwereld is onderhevig aan verschillende ontwikkelingen en veranderingen. Deze ontwikkelingen zijn belangrijk omdat sportbeleid hierop moet anticiperen. Er zijn ontwikkelingen op sociaal demografisch gebied, maatschappelijk gebied en op het gebied van sportdeelname en sportinfrastructuur.
Lees ook: Eenvoudige softbalregels voor kinderen
- Sociaal demografisch gebied: De Nederlandse bevolking groeit en wijzigt. Deze demografische ontwikkeling heeft gevolgen voor de sportwereld, met meer potentiële sporters.
- Maatschappelijk gebied: De sociale cohesie met anderen neemt af, maar de behoefte om zich in de vrije uren lichamelijk in te spannen vergroot. De toenemende drukte draagt er verder aan bij dat er minder uren overblijven om sport te beoefenen. Het aantal mensen met overgewicht neemt toe, ook lokaal.
- Sportdeelname: Het aantal mensen dat sport neemt toe. Echter, bepaalde inkomensgroepen en gehandicapten zijn ondervertegenwoordigd. Het aantal mensen dat sport in clubverband neemt af, ten faveure van individuele sporten zoals hardlopen en fitness.
- Sportinfrastructuur: Het aantal sportaccommodaties loopt terug.
De KNVB Richtlijnen en Voetbal in het Basisonderwijs
Voetbal is een populaire sport, met name bij jongens, en er is in elke stad of dorp in Nederland wel een voetbalvereniging vertegenwoordigd. Hier komt dan direct de moeilijkheid naar boven tijdens de gymles. Er zullen namelijk echte voetballers in een groep zitten, die veel trainen en wedstrijden spelen, maar ook kinderen die weinig of helemaal niet voetballen.
Wanneer er voetbal in het basisonderwijs wordt gegeven, is het vaak blokjes voetbal. Bij dit spel heeft elk kind 1 blokje of pylon en moeten zij proberen om een blokje van de ander om te schieten. Er mogen meestal een stuk of 6 kinderen deelnemen. Er zijn heel veel verschillende variaties te bedenken, maar meestal wordt de meest simpele vorm aangeboden. Het beeld wat dan ontstaat is dat de goede spelers vaak de bal hebben of proberen af te pakken, de minder goede spelers staan bij hun blokje en proberen met alle macht de ballen tegen te houden.
Op deze manier krijgen de minder goede spelers geen enkele kans om ook maar iets beter te worden in het voetbal. Ze krijgen immers nooit de bal. De goede spelers daarentegen hebben zowaar een extra voetbaltraining. Zij zijn lekker aan het voetballen. Gelukkig zijn er ook gymlessen waarin blokjesvoetbal een hele andere betekenis krijgt en waar voetbal op een opbouwende wijze wordt aangeboden.
Voetbal in de Gymles: Didactische Overwegingen
In het Primair Onderwijs (PO) hebben we te maken met leeftijden tussen de 4 t/m 12 jaar. Waar kinderen vroeger pas met 6 jaar op voetbal mogen, zijn er nu veel voetbalscholen waarbij kinderen vanaf 4 jaar of zelfs jonger welkom zijn. We hebben dus niet alleen te maken met verschillen in aanleg, lengte, spiersterkte, concentratievermogen, uithoudingsvermogen, aanpassingsvermogen.. et cetera, maar ook met ervaring met een bal, c.q. voetbal. Met andere woorden, grote verschillen. Daarnaast heeft het onderwijs ook te maken met het passend onderwijs. Kinderen kunnen helaas niet altijd even goed samenwerken.
Het leraarschap is dus niet voor iedereen weggelegd, zeker wanneer je een “goede” (gym/voetbal) les wilt verzorgen, passend voor alle leerlingen.Het spel voetbal valt onder: passeren & onderscheppen. Echter, omdat voetbal zoveel verschillende vaardigheden vraagt, wordt het voetbal vaak in andere domeinen getraind/gespeeld, zoals bekend vanuit het bewegingsonderwijs: mikken, jongleren, over en weer inplaatsen en inblijven en uitmaken.
Lees ook: Basisschool handbalregels
Binnen het onderwijs is er helaas weinig tijd om de leerlingen binnen het voetbal mee te nemen in al deze losse componenten. Volgens het Teaching games for Understanding model is dat absoluut niet noodzakelijk (Kirk & MacPhail, 2002). Waar het om gaat is dat de “speler” centraal staat en er gekozen wordt voor betekenisvolle spellen waarbij deze verschillende aspecten van het spel spelenderwijs worden aangeleerd (Brink, 2018).
Niveauverschillen en Differentiatie
Het is belangrijk om rekening te houden met niveauverschillen binnen de groep. Een manier om dit te doen is door gebruik te maken van het skipiste niveau systeem. Aan de hand van 4 vragen wordt er bepaald wat het ervaringsniveau is van voetbal. De leerling weet dan zijn of haar niveau en kan een lintje pakken (groen, blauw, rood of zwart). Deze lintjes in deze kleur moeten wel voldoende aanwezig zijn. Op deze manier is direct zichtbaar welk ervaringsniveau het kind heeft.
Het makkelijke van dit systeem is dat leerlingen zelf heel goed weten welk niveau zij hebben. Er kan dan tijdens de voorbereiding worden gekozen om de activiteit op niveau aan te bieden (alle niveaus in één groep) of gemixt. Sommige activiteiten lenen zich er juist beter voor om op niveau te spelen. Daarnaast kunnen bij gemixte niveau groepjes ook sneller eerlijkere teams worden gemaakt… zodat niet alle voetballers spelen, tegen niet-voetballers. Soms kan er ook gevraagd worden om zeer ervaren spelers te gebruiken als coach of trainer.
Het Initiatiefwetsvoorstel Bewegingsonderwijs
Er is een initiatiefwetsvoorstel ingediend om het bewegingsonderwijs te verbeteren. Het wetsvoorstel beoogt een wettelijke basis te leggen voor minimaal twee uur bewegingsonderwijs per week, gegeven door een bevoegde vakleerkracht. De onderwijsinspectie ziet hierop toe.
De leden van de SP-fractie zijn hier geen voorstander van. Zij willen geen toetsfabriek en wil hem of haar daarin het vertrouwen geven. De ontwikkeling is bij ieder kind verschillend. Om goed te leren bewegen, is het voorliggende initiatiefwetsvoorstel ingediend.
Lees ook: Leuke keepersoefeningen voor de gym
Volgens de initiatiefnemers verschilt de motoriek van kinderen de afgelopen jaren enorm per locatie en regio. Bewegingsonderwijs in het primair onderwijs uit 2013 door het Mulier Instituut11 en het onderzoek «Bewegingsonderwijs en vakleerkrachten» uit 2017 van Regioplan12 die dit gegeven bevestigen. Het belang van meer en beter bewegingsonderwijs is zo groot.
De D66-fractie vonden deze uitkomst teleurstellend. De doelstelling is opnieuw opgenomen voor 2020. Het bestuursakkoord de doelstelling relevant en realistisch. Er is behoefte aan een stringentere doelstelling met indicatoren wat betreft bewegingsonderwijs. Er is 275 miljoen euro beschikbaar gesteld voor extra vakleerkrachten.
Argumenten voor Meer Bewegingsonderwijs
Er zijn verschillende argumenten voor meer bewegingsonderwijs:
- Het bevordert de gezondheid en fitheid van kinderen.
- Het kan overgewicht helpen bestrijden.
- Het heeft een positief effect op schoolprestaties.
- Het draagt bij aan de sociale ontwikkeling van kinderen.
- Het verkleint sociaaleconomische gezondheidsverschillen.
Bezwaren en Uitdagingen
Er zijn ook bezwaren en uitdagingen met betrekking tot meer bewegingsonderwijs:
- De kosten.
- De beschikbaarheid van vakleerkrachten.
- De werkdruk van leerkrachten.
- De vrijheid van het onderwijs.
Topsport en Onderwijs
Topsport vraagt veel tijd vanwege trainingen, wedstrijden en vooral reizen. Er zijn dertig Topsport Talentscholen in Nederland. Met gemiddeld honderd leerlingen met een KNVB-belofte- of NOC*NSF-status zijn de Topsport Talentscholen de optimale omgeving voor de talentvolle sporter om sport en studie op het hoogste niveau te combineren.
Topsport Talentscholen houden rekening met jouw sportieve ambities en zijn in staat om deze ambities optimaal af te stemmen op het onderwijs. Zij leveren hiervoor hoogwaardige begeleiding en kunnen waar noodzakelijk ook extra faciliteiten inzetten om dit mogelijk te maken, zoals:
- een flexibel lesrooster met ruimte voor trainingen en wedstrijden
- (gedeeltelijke) ontheffing van bepaalde vakken
- uitstel of vermindering van huiswerk
- voorzieningen om achterstanden weg te werken
- uitstel of aanpassing van repetities en/of schoolonderzoeken
- gespreid examen over twee schooljaren
- deskundige topsporttalentbegeleider(s) met korte lijnen naar de sport
- een team van docenten die ingespeeld zijn op de combinatie van topsport en studie
Sinds 1 januari 2021 kunnen naast Topsport Talentscholen ook reguliere scholen faciliteiten bieden aan individuele talentvolle sporters met een KNVB-belofte- of een NOC*NSF-status.
tags: #3 #uur #gym #basisschool #knvb #richtlijnen