De KNVB-regels voor zaalvoetbal: Een complete gids

Zaalvoetbal, ook wel futsal genoemd, is een populaire indoor variant van voetbal die wereldwijd wordt gespeeld. Het combineert de snelheid en techniek van voetbal met de dynamiek van een sportzaal. In Nederland wordt zaalvoetbal gereguleerd door de KNVB (Koninklijke Nederlandse Voetbalbond), die specifieke spelregels hanteert om een eerlijk en competitief spel te waarborgen.

Wat is zaalvoetbal/futsal?

Futsal, afgeleid van de Spaanse woorden "fútbol" (voetbal) en "sala" (zaal), is een snelle en dynamische sport die wordt gespeeld op een harde ondergrond, meestal een sporthalvloer van speciaal samengesteld kunststof. Het spel legt de nadruk op individuele techniek, snelle combinaties en tactisch inzicht. De sport kan op verschillende niveaus worden beoefend, waardoor het toegankelijk is voor een breed publiek.

Geschiedenis van futsal

Zaalvoetbal is ontstaan in de jaren 1930 in Argentinië en vond zijn weg naar Nederland in de jaren 1960. In 1968 werd zaalvoetbal officieel onderdeel van de KNVB. De sport is bedacht door Juan Carlos Ceriani, die de spelregels baseerde op elementen uit basketbal, handbal en waterpolo. Van basketbal nam hij de wedstrijdduur en teamgrootte over, van handbal de afmetingen van het veld en de doelen, en van waterpolo de regels voor de keeper. Futsal verspreidde zich snel over Zuid-Amerika en in 1965 werd de eerste internationale confederatie opgericht. In 1988 introduceerde de FIFA futsal als een nieuwe discipline, waarna Brazilië in 1989 de eerste wereldkampioen werd. Het eerste WK werd in Nederland gehouden, waar het Nederlands team de finale verloor van Brazilië. In 1996 organiseerde de UEFA het eerste Europese zaalvoetbalkampioenschap.

De belangrijkste spelregels van het zaalvoetbal

De KNVB-regels voor zaalvoetbal zijn gebaseerd op de basisregels van het veldvoetbal, maar bevatten een aantal belangrijke verschillen die het spel uniek maken. Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste regels:

Het team

Een zaalvoetbalteam bestaat uit vijf spelers: vier veldspelers en een keeper. Er mogen maximaal 14 spelers per wedstrijd worden ingezet.

Lees ook: Zaalvoetbalvereniging lidmaatschap

Wisselen

In tegenstelling tot veldvoetbal, mogen spelers bij zaalvoetbal doorlopend en onbeperkt worden gewisseld. Wissels vinden plaats via de wisselzone aan de zijlijn, voor de spelersbanken van beide teams. Teams spelen vaak in 'blokjes', vaste samenstellingen van veldspelers die goed op elkaar zijn ingespeeld.

Het speelveld

Het speelveld is rechthoekig en heeft een lengte van minimaal 25 meter en maximaal 46 meter. De breedte varieert van 18 meter tot 25 meter. Voor internationale wedstrijden gelden afwijkende afmetingen (38-42 meter lengte en 20-25 meter breedte). Rondom het speelveld moet een obstakelvrije ruimte van 2 meter zijn. De lange zijden worden zijlijnen genoemd, de korte zijden doellijnen. Het middelpunt van het veld is gemarkeerd met een cirkel met een straal van 3 meter.

Het doel

De doelen bij zaalvoetbal zijn 3 meter breed en 2 meter hoog, dezelfde afmetingen als bij handbal. De palen zijn vierkant en hebben een dikte van 8 cm aan alle zijden.

De bal

Er wordt gespeeld met een speciale zaalvoetbal, ook wel plofbal genoemd. Deze bal is kleiner (maat 4) en zwaarder dan een veldvoetbal, waardoor hij minder stuitert.

Speeltijd

Een zaalvoetbalwedstrijd bestaat uit twee helften van elk 20 minuten zuivere speeltijd. De klok wordt stilgezet wanneer de bal uit het spel is. De rust duurt maximaal 15 minuten.

Lees ook: Klassen en competities dameszaalvoetbal

Intrap

In plaats van een ingooi, wordt het spel bij zaalvoetbal hervat met een intrap wanneer de bal over de zijlijn gaat. De intrap wordt genomen vanaf de zijlijn, op de plaats waar de bal over de lijn is gegaan. De speler die de intrap neemt, moet de bal stil op de lijn plaatsen en mag niet met zijn voet over de lijn komen.

Buitenspel

De buitenspelregel is niet van toepassing in het zaalvoetbal.

Overtredingen en straffen

Net als bij veldvoetbal, worden overtredingen bestraft met een vrije trap. Een directe vrije trap wordt toegekend bij overtredingen zoals trappen, struikelen, duwen of vasthouden. Een indirecte vrije trap wordt toegekend bij minder ernstige overtredingen.

Rode kaart

Een rode kaart in het zaalvoetbal heeft directe gevolgen. De speler die een rode kaart ontvangt, moet het veld en de zaal verlaten en krijgt een tijdstraf van 2 minuten. Het team van de weggestuurde speler moet gedurende deze tijd met een speler minder spelen. Als de tegenpartij scoort tijdens de tijdstraf, mag de speler terugkeren in het veld.

Strafschop

Een strafschop wordt toegekend na een overtreding binnen het strafschopgebied en wordt genomen vanaf 6 meter van het doel.

Lees ook: Overzicht KNVB Zaalvoetbal Sponsoring

4 seconden regel

Bij het nemen van een intrap, vrije trap, hoekschop of doelworp heeft de speler maximaal 4 seconden de tijd om het spel te hervatten. De scheidsrechter telt mee met zijn vingers in de lucht. Als de speler het spel niet binnen 4 seconden hervat, gaat het balbezit naar de tegenpartij via een indirecte vrije trap. Keepers mogen de bal niet langer dan 4 seconden op hun eigen speelhelft in bezit houden.

Verzamelde fouten

Elk team mag per helft maximaal vijf directe overtredingen begaan. Vanaf de zesde overtreding krijgt de tegenpartij een directe vrije trap vanaf de 10-meterlijn, zonder muur. Als de overtreding dichter bij het doel wordt gemaakt dan de 10-meterlijn, mag de vrije trap vanaf de plaats van de overtreding worden genomen.

Time-outs

Elk team heeft recht op één time-out van 60 seconden per helft.

Keeper

De keeper mag buiten het strafschopgebied komen en spelers mogen zich binnen het strafschopgebied bevinden. Na een achterbal moet de keeper de bal inwerpen, niet intrappen. De keeper mag de bal niet nogmaals aanraken voordat deze op de helft van de tegenstander is geweest of door een tegenstander is geraakt. Bij een terugspeelbal mag de keeper de bal niet met de handen pakken.

Overige regels en bepalingen

Naast de bovenstaande regels, zijn er nog een aantal andere belangrijke bepalingen die van toepassing zijn op het zaalvoetbal:

  • Slidings: Slidings zijn toegestaan, maar spelers mogen elkaar nauwelijks aanraken. Slidings zijn niet toegestaan voor de keeper.
  • Plafond: Als de bal het plafond raakt, wordt het spel hervat met een vrije schop voor de tegenstander op de plaats waar de bal het laatst is gespeeld.
  • Afstand: Bij een intrap vanaf de zijkant moet de tegenpartij minimaal 5 meter afstand houden.
  • Niet opdagen: Als een team niet of niet op volle sterkte aanwezig is op de afgesproken datum, moet dit minimaal 48 uur van tevoren worden gemeld. Bij het niet nakomen van deze regel verliest het team reglementair met 5-0. Na twee keer niet opdagen wordt het team uit de competitie verwijderd.

Competitiestructuur in Nederland

Sinds het seizoen 2012-2013 kent Nederland drie landelijke competitieniveaus in het zaalvoetbal:

  1. Eredivisie: De hoogste competitie van Nederland.
  2. Eerste Divisie: Het niveau onder de Eredivisie.
  3. Topklasse: Onder de Eerste Divisie bevinden zich drie Topklassen.

Daarnaast zijn er op districtsniveau competities van 5 tot 8 niveaus, waarvan de hoogste de Hoofdklasse is.

Zaalvoetbal spelen: tips en benodigdheden

Wil je graag zaalvoetbal spelen? Hier zijn een aantal tips en benodigdheden om je op weg te helpen:

  • Vind een club: Zoek een zaalvoetbalclub bij jou in de buurt en ga eens langs om de sfeer te proeven.
  • Vaardigheden trainen: Zaalvoetbal is een snelle sport, dus train je reactievermogen, omschakeling en technische vaardigheden.
  • Deelnemen aan wedstrijden en toernooien: Doe mee aan wedstrijden en toernooien om ervaring op te doen en je vaardigheden te verbeteren.

Benodigdheden:

  • Bal van maat 4
  • Goede zaalvoetbalschoenen
  • Geschikte zaal
  • Doelen
  • Middenpunt
  • Scheidsrechters
  • Wisselzone

tags: #zaalvoetbal #knvb #regels