Werkwoordvervoeging van Engelse Leenwoorden in het Nederlands: Een Uitgebreide Uitleg

Het Nederlands is een levende taal die voortdurend in ontwikkeling is. Een van de manieren waarop de taal zich aanpast, is door het lenen van woorden uit andere talen. Vooral het Engels heeft een grote invloed op het Nederlands, wat resulteert in een constante stroom van Engelse leenwoorden. Deze leenwoorden worden vaak als werkwoorden gebruikt, wat de vraag oproept hoe we ze correct vervoegen. Dit artikel biedt een uitgebreide uitleg over de vervoeging van Engelse leenwoorden in het Nederlands, inclusief een lange lijst met voorbeelden.

Nederlandse Werkwoordspelling: Een Vast Systeem

De Nederlandse regels voor werkwoordspelling vormen een consistent en logisch systeem. Dit systeem is ook van toepassing op werkwoorden die uit het Engels zijn geleend. In principe worden deze werkwoorden vervoegd volgens de standaard Nederlandse regels.

Basisprincipes van de Vervoeging

Wanneer een Engels werkwoord in het Nederlands wordt gebruikt, wordt het in de regel vervoegd alsof het een oorspronkelijk Nederlands werkwoord is. De Nederlandse werkwoordsuitgangen worden direct aan de stam van het werkwoord toegevoegd. Echter, er zijn enkele nuances en aandachtspunten, afhankelijk van de specifieke structuur van het werkwoord.

Werkwoorden van het Type "Faxen"

Werkwoorden zoals "faxen" gedragen zich vergelijkbaar met Nederlandse werkwoorden zoals "beheksen". De Nederlandse werkwoordsuitgang komt direct achter de stam:

  • Stam: fax
  • Ik: fax
  • Jij/Hij/Zij: faxt
  • Verleden tijd: faxte
  • Voltooid deelwoord: gefaxt

Het ezelsbruggetje van ’t kofschip kan gebruikt worden om de juiste verledentijdsvorm af te leiden. De laatste klank van de stam ("x") zit niet in ’t kofschip, dus de verleden tijd krijgt een "te".

Lees ook: Waterpolo voor studenten in Maastricht

Werkwoorden van het Type "Racen"

Bij werkwoorden zoals "racen" is een extra "e" nodig om de uitspraak te verduidelijken. Zonder deze extra "e" zou "ract" ontstaan, wat niet goed herkenbaar en uit te spreken is:

  • Stam: race
  • Ik: race
  • Jij/Hij/Zij: racet
  • Verleden tijd: racete
  • Voltooid deelwoord: geracet

Ook hier is het ’t kofschip van toepassing. De laatste klank van de stam ("s") zit wel in ’t kofschip, dus de verleden tijd krijgt een "te".

Werkwoorden van het Type "Streamen"

Werkwoorden van het type "streamen" lijken op Nederlandse werkwoorden zoals "remmen":

  • Stam: stream
  • Ik: stream
  • Jij/Hij/Zij: streamt
  • Verleden tijd: streamde
  • Voltooid deelwoord: gestreamd

Werkwoorden van het Type "Timen"

Net als bij "racen" is bij werkwoorden zoals "timen" een extra "e" nodig om de stam herkenbaar te houden:

  • Stam: time
  • Ik: time
  • Jij/Hij/Zij: timet
  • Verleden tijd: timede
  • Voltooid deelwoord: getimed

Werkwoorden met een Dubbele Medeklinker: "Grillen" en "Stressen"

Volgens de officiële regels vervalt de dubbele medeklinker als deze niet bepalend is voor de uitspraak van de klinker in de stam:

Lees ook: Teams en talenten in het Nederlandse waterpolo

  • Grillen (officieel): grilt - grilde - gegrild
  • Stressen (officieel): strest - streste - gestrest

In de praktijk komen echter vaak de vormen "grillt - grillde - gegrilld" en "stresst - stresste - gestresst" voor. Dit komt doordat veel taalgebruikers een verband leggen met de zelfstandige naamwoorden "de grill" en "de stress", waar de "l" en de "s" wel verdubbeld worden.

Variaties in Verleden Tijd en Voltooid Deelwoord

Bij sommige werkwoorden kunnen zowel een "d" als een "t" voorkomen in de verleden tijd en het voltooid deelwoord, omdat er twee uitspraken mogelijk zijn. Dit is bijvoorbeeld het geval bij:

  • Bridgen: bridgede - gebridged én bridgete - gebridget
  • Leasen: leasde - geleased én leaste - geleast
  • Surfen: surfde - gesurfd én surfte - gesurft

Ook bij werkwoorden als googelen/googlen en sampelen/samplen zijn er twee mogelijkheden.

Lees ook: Waterpolo en zwemmen bij ZV De Ham

tags: #werkwoord #vervoegen #waterpolo #uitleg